ZIERIKZEESCHE COURANT. voor het arrondis- aSsm. sement Zierihzee. WATERSNOOD. 1876. No. 24. Woensdag 22 Maart, 79ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Een paar vrome wenschen. Het (Geheim Rapport aan 't Nut). Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post l,1 Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. Onder den indi'tik der allertreurigste berichten van den nood, door zoovelen geleden van het water dat have en goed vernielt en menschen en vee aan nijpend gebrek ten prooi geeft, hadden we eerst het plan opgevat ook aan ons bureau een bus te plaatsen tot het ontvangen van liefdegiften. Daar zich echter nu alhier een flinke subcommissie heeft gevormd met het doel om de noodlijdenden te hulp te komen (zie achterst, advertentiej achten wij het plaatsen van een bus minder noo- dig. Wij bevelen de zaak der ongeluk- kigen ondertusschen ten dringendste aan en verklaren ons ook bereid van onzen kant, door 't gratis opnemen van adver- tentien enz. de commissie en allen die verlangen mochten iets te doen in 't be lang der noodlijdenden, zooveel mogelijk hun taak gemakkelijk te maken. Slot. Er is een industrie, die in veel opzichten voordeel afwerpt en die toch nog nauwelijks een kleine eeuw oud is in haar tegenwoordigen vormwe bedoelen de industrie van oud ijzer, glas, lompen en beenderen. Een zeer onooge- lijke, voor de reukzenuwen van oniugewijdeu kwalijk riekende, menigmaal te kwader faam staande industrie, maar die toch van veel be lang is. Ieder kan schier dagelijks opmerken welk een leven in deze schijnbaar geringe in dustrie zit; Een soort van collecteurs trekken met hondenkar of kruiwagen 't laud door en koopen alles op, wat maar waarde 'heeft voor die industrie en wat vroeger grootendeels ver waarloosd werd en verloren ging. Opkoopers verzamelen al die zaken en maken ze. gereed tot verscheping; van tijd tot tijd ziet men dan ook die verscheping plaats hebben, en al de oude rommel van metaal, benevens de lompen en beenderen gaan de wijde wereld in om daar in verschillende inrichtingen en fabrieken me nigvuldige gedaanteverwisseling te ondergaan, en om tot grondstof te dienen voor sommige takken van nijverheid. Zoo wordt 't geen ge ring, schier niets waard geacht was en wegge worpen werd, weder waardig om op nieuw diensten te bewijzen. Voor 't geen we op 't oog hebben is 't voor 't oogenblilc voldoende de aandacht te vestigen op lompen en beenderen. Jaar uit jaar in worden massa's van deze stoffen bier opgezameld en weggevoerd. Waar blijven die'? Hebben die zaken alleen elders waarde en hier niet'? En wanneer daarop zooveel te verdienen is dat er de transportkosten van hier naar vergelegen plaatsen afkunnen, zou daarop dan hier niet minstens evenveel te verdienen zijn? Laat ons zien. Van de lompen willen we thans al de soorten die voor de papierfabricage moeten dienen laten dwalen waarheen ze willen. We houden alleen de wollen lompen in 't oog. Deze zijn voor papier niet geschikt; daarentegen maken ze een uitmuntende meststof uit, die in stikstof- gehalte de beste stalmest nabijkomt en in som mige opzichten deze overtreft. De wollen lompen vertegenwoordigden volgens Staring in 1862 voor den landbouw een waarde van f 3,00 a f 3,80 de 100 Kilo, onder welken prijs het ar beidsloon voor 't korthakken en fijnmaken, a 20 ets. per 100 kilo, begrepen is. Deze bemes ting komt op f 90 a f 110 per hectare. Wij veronderstellen dat onze provincie naar verhouding veel meer wollen lompen afwerpt dan een der andere provinciën, van wege het algemeene en groote gebruik van wollenkleederen. Ofschoon ons dus de cijfers ontbreken van 't geen b.v. de eilanden Schouwen en Dniveland jaarlijks aan wollen lompen uitvoeren, zoo komt het ons voor dat dit aanzienlijk genoeg zal zijn om het opkoopen en tot meststof gereed maken van wollen lompen hier ter plaatse met voordeel te kunnen drijven. Oppervlakkig beschouwd een kleinigheid; en toch, van naderbij gezien, een van die belang rijke kleinigheden waarvan de natuurlijke rijk dom en bij gevolg de welvaart eener streek afhaugt, omdat al die kleintjes samen een groote maken. Iu geen geval, zou men zeggen, moesten kostbare meststoffen van hier uitgevoerd worden, daar wij ze hier zoo goed gebruiken kunnen en 't toch een zekere zaak is dat de landbouw in een streek roofbouw is, waar niet op alle moge lijke wijzen gezorgd wordt dat de grond terug ontvangt wat er uitgehaald is. Reeds 't feit dat we hier ook aan schapenfokkerij en wolpro ductie doen, kan als voldoende reden beschouwd worden om de wollen lompen zooveel mogelijk hier te houden. En nu de beenderen. Deze leveren als been- derenmeel op verschillende wijzen toebereid, of als beenzwart, of als beenderenasch, een even eens zeer kostelijke meststof op en zijn in dit opzicht van groote waarde voor den landbouw. Het beenzwart speelt ook een voorname rol in de suikerfabricatie, doch is, ook na daar uitge diend te hebben, nog voor den landbouw bruik baar. Het verdere nut dat uit beenderen te trekken is laten we voor 't oogenblik rusten. Hoeveel duizenden en tienduizenden kilo's been deren ziet men echter hier in de haven inschepen en uitvoeren! Waarom hebben we hier geen beenzwart-fabriek, en geen beendermeel-fabriek en geen lijmkokerij? Het maken van been zwart is een zeer eenvoudige zaak, die weinig kapitaal en weinig wetenschappelijke kennis vereischt. Het bereiden van beendermeel, 't zij direct, 't zij door koking in stoom, is nog eenvoudiger, zoodat het in 't buitenland zelfs op sommige boerenhofsteden gedaan wordt. Tot op 't begin dezer eeuw werden verreweg de meeste beenderen verwaarloosd en wegge worpen, alleen de beste stukken hard been vonden ten deele hun weg naar de knoopenfabriek. Zoo ging veel waarde verlorendeck oök een deel beenderen kwam op de een of andere wijze ten laatste toch nog in den g-roud terug, waar 't, al was 't dan ook langzaam, door de natuur zelf in meststof werd omgezet. JSlu evenwel zijn, al reeds een paar menschenleeftijden door, de beenderen zorgvuldig verzameld en uitgevoerd en dus aan de landhuishouding voor goed ont trokken. Het kan niet missen of dit geeft op den duur een belangrijk verlies aan phosphor- zure kalk waarin door de gewone bemesting niet voldoende wordt voorzien. Doch dit nog eens niet in aanmerking genomen, mag men vragen waarom een eenvoudige industrie als bet maken van beenzwart, beenderenmeel enz. hier niet met voordeel zou kunnen gedreven wor den Het aanvatten van dergelijke kleine maar niettemin zeer nuttige industrieën is o. i. enkel een kwestie van aanvatten. Zoolang dergelijke zaken, en er zijn er nog veel meer, voor de hand liggen mogen we niet berusten in zichtbaren achteruitgangmaar moeten de handen uit de mouw gestoken worden. Het was met dit stukje ons doel niet, een nieuwe toekomst van voorspoed en bloei voor onze wegstervende stad te ontsluieren, geenszins maar we meenden dat als er wakkere geesten te vinden zijn en waarom zou dit niet er ook nog wel bronnen zijn aan te wijzen waar uit wat te halen is. Als de geesten indommelen, dan schijnt ér voor ouze streek Bruinisse met zijn visscherij, en Dreischor met zijn vlas- serij uitgezonderd niet veel meer dan de Donderdag, over te zullen blijven, en die Don derdag alleen is niet voldoende om de welvaart voor een kleine 20.000 zielen te waarborgen. Velen ouzer lezers hebben vast met belangstelling den XXXII der //Brieven uit Holland" van onzen ge waardeerden medewerker gelezen. Aan 't slot van dat stuk lieten wij de opmerking volgen, dat we daarop nog eens nader zouden terugkomen. We doen .dit bij dezen. Onze briefschrijver wekt de belangstellenden op, dat boekje te koopeu; 't kost maar' 40 ets, waar nog 8 ets afgaat als men van de ware leer is, zoodat 't maar 32 ets kost; want op ?t stuk der dubbeltjes zijii allen van de ware leer. Onze geëerde mede werker zal -misschien vreerad opzien als hij verneemt dat 't dingske zelfs- gratis te bekomen is. Onder scheidene personen hier :ter stede hebben eèn exem plaar eadeau gekregen; .ja zelfs kreeg iemand, die hier onlangs een nutslezing heeft gebódden, vnn welke sommigen zeiden//Üeze réde is hard,' wie kan ze hooren eèn paar dagen daarna eén present-exemplaar thuis. Zou men, in stede van aan een anti-revolur tionairen grappenmaker, niét eerder aan eeii of ander geheimzinnig weldoener der mehschheid, een groot philantroop, gaan denken, die zijn goede geld opof fert om zijn naasten een goedkoope bibliotheek té bezorgen Of zou menMaar waartoe al die gissingen! Kort en goed raeenen wij dat we hier niet met een onschuldige, ofschoon dan ook kostbare grap te doen hebben maar met iets van vrij wat ernstiger aard. Wij althans houden dit //Geheim rapport aan 't Nut" voor een kooksel uit den grooteu clericaleii brouwketel. Dat die 't slikken wil er zich niet aan verslikke, en dat hij 't wel wete te verteren 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 1