MRKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis-
Ncwnt Zierikee.
1876. No. 21.
Zaterdag 11 Maart.
79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
De Landbouw-voordracht van den
heer W. SLUIS uit de Beemster, te
Noordweile op Maandag j.l.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VBIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post I,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PllIJS DEB ADVEBTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. IAKEMAN.
Deze voordracht van den ijverigen beoefenaar
van den oovdeelkuudigen landbouw, den heer
W. Sluis, kenmerkte zicll vooi'al door vele
practiscke opmerkingen betreffende onderschei
dene takken van het landbouwbedrijf. De
landbouwer moet inzonderheid de wetenschap
pelijke gronden voor zijn. daden- putten uit de
natuur-, schei- en aardkunde, want alleen door
de toepassing van deze wetenschappen op den
landbouw kan er van wezenlijke hervorming
van onzen landbouw iets komen, zoodat deze
tak van volkswelvaart op de hoogte komt te
staan van de eischen des tijcis. Bij de melkerij,
't zij deze ten doel had zuivelbereiding'of kaas
maken of wel beide te gelijk, wees hij op het
"te nut van 't gebruik van thermometers
"nmeters, waardoor veel onkosten worden
1 tard.
Zweden en Denemarken is door het in
piactijk brengen van allerlei verbeteringen in
de bereiding, inzonderheid van boter, en dat
wel in daartoe opgerichte fabrieken, waar de
melk van onderscheidene stallen op wetenschap
pelijke wijze wordt bereid, de productie zeer
verhoogd en de kwaliteit der boter zoo verbeterd
dat deze op de Londensehe markt de hoogste
prijzen bedingt.
Naar aanleiding hiervan onderwierp de heer
Sluis aan de aandacht zijner hoorders 't denk
beeld om sommige meestoven te veranderen iu
dergelijke fabrieken. Voor zulk een fabriek
waren 100 a 150 koeien genoegzaam; de ge
bouwen werden op f 15000 geschat; voor be
weegkracht rekent men 1 paardenkracht per
100 stuks melkvee. Wanneer in de Beemster
8 zulke fabrieken stonden, had de heer Sluis
berekend, dan kon hierdoor een arbeidsbespa
ring van 2300 werkuren per dag worden ver
kregen. In Zweden was door de regeering op
rijkskosten al liet mogelijke gedaan om deze
industrie te steuuener waren knappe lieden
uitgezonden naar het buitenland om de noodige
inlichtingen en gegevens te verzamelen. Wat
doet men hier te lande voor zulke zaken?
Spreker wees er op, van hoeveel belang het
zou zijn, als men zich hier meer opzettelijk op
de boterbereiding wilde toeleggen, vooral goede
keuzen te doen van graszaden tot het aanleggen
van weiden. Hij beschreef vervolgens zulk een
fabriekmatige inrichting tot boter-berciding en
helderde deze overigens duidelijke beschrijving
op door photögraphieën te laten zien van twee
Engelsche fabrieken. Ook vertoonde de heer
Sluis een afbeelding van schimmelplanten op
room.
Mocht men zich echter in deze streken meer
op zuivelbereiding en boter-maken willen gaan
toeleggen, dan zou de aankweek en voeding
van het vee vooral met zorg moeten aangevat
worden. De heer Sluis prees ten zeerste aan
luchtige en lichte stallen en waarschuwde tegen
de bedompte stallen en kelders, waarin men
zoo vaak mestvee geplaatst vindt. Wie daar
meer van weten wilde beval hij de lectuur aan
van een werk van professor Khiin te Halle.
Voor stallen is 16° Cels. warmte voldoende.
Hierna sprak de heer Sluis over den water
stand in den bodem en de afwatering. Voor
goeden groei en gezonde planten achtte hij
een hoogte van 1,20 M. boven 't grondwater
noodig, en merkte hierbij op dat bij Hoorn,
waar' de bouwlaag 2 M. boven het grondwater
ligt, de beste weilanden van die streek voor
kwamen en het beste vee werd gevonden. Om
dit op te helderen schetste de Spr. op het bord
't wörtelleven van de plant en toonde hieruit
aan dat zulk een lijn orgaan zich niet volkomen
ontwikkelt dan in een bodem die voldoende
ontlast van water en dus minder koud en in
eengeklonken is. Dit gaf gereedc aanleiding
tot belangrijke mededeelingen aangaande het
verschillende opnemingsvermogen van zand,
klei en humus. Zijn slotsom wasgezonde
bodem, gezonde planten, gezond vee.
Wat de opvoedig van jong vee betreft, raadde
hij aan het kalf dat 4 a 5 weken zuivere melk
had gekregen, vervolgens afgeroomde melk te
geven, doch daarbij te voegen op de 5 Liter
0,1 Kilo gekookt lijnzaad en nog' per dag een
eiërlepel beendermeel en ééns per week een
eetlepel krijt; zoo ontwikkelt zich het dier vol
komen. Op later leeftijd is 't goed bij kooi-
voedering ook 1 kilo haver per dag te voederen.
Om tot de kennis van den grond te komen
prees de heer Sluis aan 't bestudeeren van de
wild groeiende planten. Vertoont zich b.v.
veel mos iu de weilanden, dan is dat een
teeken van armoede aan kalkmadeliefjes zijn
een teeken van gebrek aan koolzure kalk (been
dermeel). Men kan deze gebreken herstellen
door kalk te zaaien en beendermeel. Ook is
het goed dat de grond eenig ijzer-gehalte hebbe
men kan er dit inbrengen door een hoeveelheid
oud ijzer in een vat te oxydeeren in water
met 1 liter vitriool per 20 L. of 1 L. zoutzuur
per 10 L. en dit mengsel te gebruiken bij het
schoonmaken der stallen, waardoor tevens de
lucht in de stallen zuiverder wordt.
Ook aangaande het snoeien op wetenschap
pelijke wijze gaf de blijkbaar veelzijdig ervaren
Spr. eenige bevattelijke wenken, die hij met
schetsteekeningen ophelderde.
Ten slotte behandelde de heer Sluis het
stelsel van Guenan (uiterlijke kenteekenen van
't beste melkvee, raelkspiegel enz.) Hij geloofde
in dat stelsel omdat hij er de deugdelijkheid
van kende bij ervaring. Hij drong dan ook
vooral aan op zorgvuldige keuze van fokdieren.
Zoowel 't mannelijk als 't vrouwelijk dier
moeten de beste eigenschappen iu zich vereeni
gen, daar anders de goede hoedanigheden van
't eene geslacht gevaar loopen geneutraliseerd
te worden door de kwade van 't andore. Spr.
leverde hiervan een treffend bewijs uit, Friesland.
Twee drama's door een drama verbonden.
door v.
V.
J. J. Cremer. Tooneelspelers.
Difc 9de hoofdstuk maakt een heerlijk tooneel uit
iu 't groote tusschendraraa. In 't algemeen blinkt
Cremers talent vooral in 't schilderen van dergelijke
toestanden uit, zoodat men in zijn werken tal van
plaatsen kan aanwijzen, die door fijnheid van teekening
en innigheid van gevoel terstond verraden dat ze den
novellist Cremer tot auteur hebben. Men heeft wel
beweerd dat in de romans van dezen schrijver zulke
schilderijtjes hoofdschotel en 't andere slechts bijwerk
is, zoodat de novellist den romancier in den weg
staat. In Tooneelspelers zijn ze alle gegroepeerd om
de hoofdpersonen en teekenen hun verhouding tot
elkaar en hun omgeving. Waarom zou men ze
niet van harte gaarne in een roman aantreffen, wan
neer ze, zooals hier, in direkt verband staan met
't onderwerp en de iutrigue in geenen deele ver
zwakken
Ik vraag nog de attentie voor deze episode.
Op een kouden morgen vinden we de Wed. Van
Oudenolm en haar kleinzoon aan 't station van den
Bijnspoor te Amsterdam. Terwijl ze daar in de
wachtkamer vertoeven, wordt Archibalds opmerkzaam
heid getrokken door een jonge dame met een ziekelijk
voorkomen, 't Was Elora Beene. Bange dagen had
ze te Amsterdam gesleten. Hare opvatting der kunst
had een overzoeulijken haat gewekt in Bosa's borst
en werd door slechts enkelen gedeeld, o. a. door den
directeur Baars. Langzaam maar zeker trachtte deze
onverlaat haar in 't net te krijgen. Flora kreeg in
alles haren zin. Nieuwe stukken werden door haar
geoordeeld en Baars haastte zich hare aanwijzingen
te volgen. Doch niet lang nadat een der acteurs,
Heldera, aan wien Flora den schat harer reine liefde
geschonken had, verwijderd was, begon Baars zijn net
wat nauwer, toe te halen. Hij had een stuk ter
opvoering uitgekozen, dat al 't werk zijner concur
renten in de schaduw zon plaatsen, mits hij 't met
al de daarin vervatte laffe zetten en gemeene toespe
lingen opgevoerd kon krijgen. Daartegen nu verzette
zich Flora, eerst zwak, maar later toen bleek dat de
Dir. ongezind was hare grieven weg te nemen, wei
gerde ze ronduit in zulk prulwerk op te te tredeu.
Een lastig geval voor Baars. Aan de eene zij de
schrale kas, aan de andere zijn schandelijk plan. Nu
dan, hij besloot met Flora in overleg te treden om
als 't mogelijk is, haren zin te volgen. Hij bracht
de half zieke Beene na alloop der voorstelling thuis.
Ik stap over het ten haren huize voorgevallen heen
en vermeld alleen dat ze na een overhaaste vlucht
voor dien nacht een onderkomen vond bij den marque
van 't gezelschap, door wien ze den volgenden mor
gen ziek en verpletterd naar 't station werd gebracht.
Hier vond Archie ze en hij geleidde ze, trots Baars'
verzet, in den wagon, waarin zijn grootmoeder bereids
had plaats genomen. Deze verschoonde de daad haars
kleinzoons om den wille van 't zieke meisje, maar
verplet staarde ze, toen een onbekend heer Flora zijn
kompliment maakte over haar spel van den vorigen
avond. De Douarière begreep alles, 't Was een
schandelijk komplot waarvan A. de maar al te gewil
lige dupe was. Nog duidelijker werd haar dit, toen
hij bij de plaats, waar ze zouden afstappen, als zijn
voornemen te kennen gaf zelf naar Arnhem mee te
rijden en de hulpbehoevende zieke tot bij hare familie
te geleideD. Hare verontwaardiging over dezen toeleg
en hare droefheid, over afdwaling haars lievelings,
waarvan ze nu helaas, een zeker bewijs gezien had,
stortte ze uit in een brief aan haren zoon, die voor
zijn zaken te Amsterdam was gebleven.