Binnenland.
maar de commissie citeert o. a. een geval te
Genemuiden waar een predikant in een besmet
huis een bidstond hield, die door een groot
aantal personen werd bijgewoond, en waarvan
een vernieuwde hevige uitbraak der epidemie
het onmiddellijk gevolg was. Te Utrecht kwa
men personen die de ziekte hadden doorstaan,
doch nog in 't vervellingstijdperk verkeerden,
naar de kerk en staken andere personen aan.
Meermalen was het bezoeken van sterfhuizen
en 't bijwonen van begrafenissen, ook't kisten
van lijken 't middel tot overbrenging der ziekte.
Zoo ging een vrouw uit Born met een eenjarig
kind dat niet ingeënt was bij zich naar Maaseyk
op de begrafenis van baar broeder; dat kind
te Born teruggekomen was daar de eerste lijder
en besmette ook de vier andere kinderen van
dat gezin.
Dat de overdraging ook kan plaats hebben
door besmette voorwerpen is door tal van be
wijzen gestaafd. Herbaalde gevallen werden
waargenomen dat de smetstof door waschgoed
werd overgebracht op de personen die dat goed
reinigden. Zeer menigvuldige gevallen kwamen
voor van besmetting door het behandelen, zelfs
dragen, der niet ontsmette kleedereu van aan
pokken overleden personen. Iemand van 't
eiland Rozenburg bracht van zijn zoon, die te
Schiedam aan de pokken was overleden, af
komstige voorwerpen mede naar huis, kreeg
spoedig daarop zelf de pokken en stierf.
Iemand uit Muiden bracht uit 's Hage de
kleederen mede van een zijner dochters, die
aldaar aan de pokken was overleden; zijn drie
dochters die thuis te Muiden waren, trokken
die kleederen aan, kregen alle drie de pokken
en stierven. Deze man was zelf ingeënt en
liep vrijzijn vier kinderen waren niet ingeënt.
Te Kampen kreeg een student aan de the
ologische school de pokken, hij had eenige
hoeken gekocht van een weduwe uit Yselmui-
den, wier man aan de pokken was overleden.
Te Tilburg brak de epidemie, die daar reeds
hevig geheerscht had tot Augustus 1873,
twee maanden daarna op nieuw uit. De oor
zaak was dat toen een vrouw de op een zolder
geborgen kleederen van den laatsten overleden
poklijder voor den dag had gehaald.
Van het meeste belang is wel dat gedeelte
van het verslag dat handelt over de maatrege
len ter beteugeling der ziekte. Menige droevige
ervaring hebben de beide heeren hieromtrent
opgedaan en zeer ernstige bedenkingen en op
merkingen worden dientengevolge door hen ge
maakt. Het verslag vermeldt al wat door en ten
gevolge der geneeskundige wetten van 1 Juni
1865 is gedaan, alsmede 't geen de wet van
4 Dec. 1872 heeft uitvoerbaar gemaakt, of
voorgeschreven.
Maar wat baten wettelijke voorschriften in
een zaak als deze, zoo niet aan de uitvoering
daarvan de hand gehouden wordt door gemeen
tebesturen, geneesbeeren en particulieren? Er
werd veel meer onwil en tegenwerking, door-
ook bij de deugdelijkste bewijsgronden, met een
hardnekkige koppigheid nooit zal gelooven, daar wil
de eerste, dewijl hij zeer goed met een liefderijk hart
en helder verstand kan samengaam, wel erkennen dat
hij dwaalde in zijn opvatting.
Mevrouw van Oudenolm dan, met bekommering
ontwaard hebbende dat er zaden van zoogenaamde
kunstliefde in 't hart baars kleinzoons aanwezig waren,
van welker ontwikkeling ze zich veel onlieils voorstelde,
achtte zieli verplicht, die in hun geboorte te vernie
tigen. Archibald had van zijn vader de belofte dat
ze naar Arnhem zouden gaan, wanneer daar een
verlooning gegeven werd. De dag is bepaald, zelfs
Louise vail Rave, Archibalds speelmakkertje, is uit-
genoodigd tot de reis. De Douarière schikte zich in
't onvermijdelijke, doch was er au fond blij om,
toen een sneeuwbui den voorgenomen tocht in 't water
dreigde te werpen. Archibalds vader besloot dan ook
al spoedig tot opzegging; ook voor Louise was de reis
onmogelijk'. Archie echter zag tegen een loop door
de sneeuw niet op, en na een kleine schermutseling,
waarin hij door zijn vader gesteund werd, die zieh
aan zijn woord niet wilde onttrekken, trok hij naar
Arnhem. Dat was 't eerste verlies door de fiere dame
geleden in den kamp tegen de eerste liefde haavs
kleinzoons.
gaans ook laakbare traagheid, waargenomen.
Het vaccineeren was algemeen verwaarloosd,
in vele streken kantte de bevolking zieh daar
bepaald tegen aan, op alle mogelijke wijzen
werden de wettelijke maatregelen belemmerd,
tegengewerkt, verijdeld. De volksmeening werd
tegen inenting, afzondering en ontsmetting stel
selmatig opgezet. Dit alles geschiedde vooral
door verblinde, dweepzieke geestelijke voorgan
gers, die met hun. gewauwel van „bezoeking",
„straffende hand Gods", „strijd des Heeren met
Nederland", de domme menigte in haar fana
tisme stijfden, en met hun in den grond
afschuwelijke „leer", vele honderden menschen
in het graf hielpen.
Menigmaal schenen ook de lieden als 't ware
blind te zijn voor 't gevaar en doof voor alle
vermaningen. Te Leeuwarden waren eenige
personen, onder toezicht der politie, belast met
de verbranding der kleederen en liggingstukken
van een aan pokken overleden man. Zij hielden
van deze voorwerpen eenige terug en brachten
zoo de pokken in hun huizen.
Te Diuteloord kocht een lompenkoopman de
kleederen van een aan pokken overledenezijn
dochter kreeg daardoor de pokken.
Vele gemeentebesturen waren door lompe
maatregelen te nemen oorzaak van de versprei
ding der epidemie, 't zij bij 't ziekenvervoer,
't zij door slechte uitvoering der wettelijke be
palingen.
Menigmaal weigerden geneesheeren aangifte
te doen van bij hen in behandeling zijnde
gevallen van pokziekte.
Menigmaal werden de aanplak-biljetten aan
de woningen waar pokken lieersckten, niet of
op een van de straat onzichtbare plaats aan
gebracht.
Menigmaal, schier doorgaans, geschiedde de
ontsmetting te laat.
Menigmaal was ook de ontsmetting niet veel
meer dan een wassenneus.
Talloos waren de gevallen van personen die
zonder noodzaak, enkel uit nieuwsgierigheid,
of uit oversckilligkeid, of om „de leer" in be
smette huizen uit en in liepen of zich daar
ophielden.
Domheid, eigenbelang en dweepzucht, zie
daar de voornaamste bondgenooten van de
pokken. De lieden waren als honden, die liever
den stok lekten waarmede auderen geslagen
werden, dan hun eigen huid te beveiligen tegen
slagen die zjj best hadden kunnen ontgaan.
De slotsom van het verslag getuigt van den
ernstigen zin der heeren opstellers. Men make
zich ook thans nog geen illuziën van de wet
telijke bepalingen.
Deze beduiden nog heel weinig, en zijn slechts
halve maatregelen, zoolang zij niet volstrekt
algemeen en met onverbiddelijke strengheid
kunnen worden toegepast. Dit geldt van alle
epidemieën evenzeer.
Tot bestrijding der afschuwelijke pokziekte
echter bestaat nog het bijzondere wapen, de
vaccinatie. Hoe algemeener en hoe menigvul-
diger herhaald dit middel wordt toegepast, des
te meer zal men op de bestrijding en beteugeling
der zoo zeer gevreesde pokziekte eenig succes
kunnen verwachten.
ZIER IK ZEE, 7 Maart 1 8 7 6.
Nog eens terugkomende op het concert van 2 dezer,
gegeven door //Kunst en Eer", doen wij dit vooreerst
om op te merken hoezeer dit concert blijken gaf van
de voortdurende ernstige studie, die zich zoowel de
directeur als de leden getroosten om //Kunst en Eer"
te maken tot een wezenlijk goed geheel. Waar in een
corps zooveel afwisseling in 't personeel plaats heeft
en niet te vermijden is, zoodat men zich gelukkig
rekenen kan dat er althans enkele veteranen onder
voorkomen, daar is het hoogst moeielijk om de wet
van afwisselend stijgen en dalen in 't algemeen ge
halte van het corps te ontgaan. Thans evenwel mogen
we met recht zeggen dat de harmonie //Kunst en
Eer" vast niet in een dalende periode verkeert. De
uitvoering van Donderdag leverde tal van bewijzen
van 't tegendeel. Inzonderheid de vier solopartijen
werden uitstekend uitgevoerd, terwijl de ensemble
stukken, meerendeels nieuwe, vau ijverige studie ge
tuigden.
//Kunst en Eer" met haar directeur kan op een
welbesteed oefenings-jaar terugzien.
Hoe gaarne zouden we hier ook bijvoegen dat de
Harmonie ook dit jaar weder toenenienden steun bij
de burgerij heeft ondervonden. Maar dit laat helaas,
nog veel te wenschen over. De kritiek roert zich wel,
't publiek vordert bij voorkomende gelegenheden wel
de diensten van onze musici, maar de financieele
medewerking die 't publiek aan de kunst verleent laat
zeer veel te wenschen over. Dringend wekken we
daarom allen wie dit convenieert, op om door 't lid
maatschap der vereeniging te aanvaarden, //Kunst en
Eer" te ondersteunen en de gelegenheid te geven zoo
met instrumenten als muziek steeds op de hoogte van
den tijd te blijven. Mogen de aanstaande zomercon-
certen daarvan de bewijzen leveren in een groot aantal
bezoekers.
Zierikzee, 7 Maart. Gisteren avond hield de afd.
der Vereeniging //Volksonderwijs" een vergadering,
die overeenkomstig 't door den Voorzitter in de
vorige vergadering medegedeelde, voornamelijk bestemd
was tot het houden eener gedachtenwisseling over
z/het kweekelingen-stelsel". Onderscheidene sprekers
namen aan het debat deel; na vrij breede, zij 't dan
ook hier en daar afwijkende bespreking van 't onder
werp, werd men 't in zooverre eens dat een conclusie
aangenomen kan worden ongeveer in deze termen
De afdeeliug meent dat voor de aanstaande onder
wijzers een speciale opleiding in de theorie der
paedagogiek volstrekt noodig is en dat die opleiding
moet gepaard gaan met practische vorming onder be
voegde leiding en toezicht, zoodat in 't algemeen het
aanmerken van kweekelingen als onderwijzend personeel
is af te keuren.
Wegens ongesteldheid van den Voorzitter,, den
heer Iieijse, werd de discussie geleid door dr. P. J.
Andreae. Te acht ure aangevangen werd de verga
dering eerst tegen half elf gesloten, wél een bewijs
van belangstelling der leden, van de //stof" dergenen
die aan de discussie deelnamen, niet minder van den
hoogst zorgelijken toestand van Neêrlands nationaal
onderwijs, waardoor 't uiterst moeielijk is om, ook
met den besten wil, iets anders te formuleeren dan
Maar 't zou erger worden.
In den nacht, toen Archibald reeds lang te bed had
kunnen zijn zoo hij zich den tijd benut had, zaten
Van Oudenolm en zijn moeder met angst hun kind
te wachten. Eindelijk komt hij. De vader ziet wel
dat zijn zoon iets gewichtigs op 't hart heeft en
beiden zijn spoedig geheel aandacht als hun lieveling
vertelt, dat hij komende buiten Arnhem, op de hoogte
van 't huis Den Brink eenig rumoer vernam, waar-
tusschen 't angstige gillen van vrouwenstemmen
vernomen werd. Hij haastte zich naar de plaats van
waar 't geluid kwam en vond daar in de sneeuw een
gebroken wagen, opengevallen koffers en helpende
heeren, in 't kort: 't heele gezelschap van Baars
en Kogel, hetwelk hij in al zijn glorie daarstraks
bewonderd had, vertoonde zich hier aan zijn oog in
zeer desolaten toestand. Goede raad was duur.
Baars zond eenige artisten met den eenigen wagen
heen, de anderen zouden naar 't naaste dorp wandelen
en daar een onderkomen zoeken. Archibald was toen
tegelijk met 't personeel opgewandeld.
De Douarière vindt dat hij beter zou gedaan hebben
door zich na een korten groet huiswaarts te hebben
begeven; hulp was bij die acteurs volmaakt overbodig.
Maar enfin thans verheugt ze zich dat die fameuse
komedie-avond eindelijk voorbij is en vraagt de blakers.
Arme Grootmoeder! Hoor, daar vertelt hij zijn
vader dat een der dames flauw gevallen is en hij ze
in zijn armen heeft opgevangen. Met haar toestand
bewogen had hij haar en die andere (Rosa Brons en
Flora Reene) logies beloofd op Den Driellaert.
Van Oudenolm vertrouwde zijn gehoor niet. Wat,
komt Archibalds logies vragen voor actrices? Ja nee,
hij had reeds op zijns vaders bekende gastvrijheid ge
anticipeerd. Dat was te ergAls er hulp noodig was,
dan moest de knecht haar met de vigilante naar 't dorp
brengen.... Maar neen, Archibald zegt: ze staan
in huis en wachten haar kamer; twee, des noods
één van de vijftien, wat maakt dat op den Driellaert
uit? Immers zijn nobele vader zou in zijn plaats
't zelfde gedaan hebben? Dat treft den vader. Nu,
als Archie 't beloofd heeft, dan moet 't maar zoo
zijn, maar voortaan eerst vragen.
Doch zie, daar verheft zich de Douarière en met
trillende stem spreekt ze, dat 't nooit zal gebeuren;
zulk volk zal haar huis niet binnentreden. En nu
steekt een storm op tusschen grootmama en kleinkind,
waartegen de vader al zijn vastberadenheid moet op
zetten, opdat Archibald niet vergete tegen wie hij
zich aankant, terwijl hij zelf als vader, zijn gegeven
belofte niet breken mag.
Wordt vervolgd).