KEKLAME. van liet leger in September 1870. Van deze groote troepenbeweging af vertoonde zich schier overal gevallen van pokken en wies de ziekte op onderscheidene plaatsen tot epidemie aan. Dikwijls waren het militairen, vooral naar huis reizende miliciens, die de smetstof verspreidden. Andere overdragers vond de besmetting in de talrijke reizigers uit den vreemde die, door den oorlog uit Frankrijk en Duitsehland ge weerd, zieh hierheen bewogen, of wel landge- nooten die overhaast van hun buitenlandsche reizen terugkeerden. Belgie en Frankrijk waren destijds zeer besmet met pokziekte. Als epidemie heeft de ziekte gedurende het tijdvak 18701873 ruim twee eu en halfjaar geheerscht. In dat tijdsomloop stierven aan pokziekte 20575 personen. Men kan stellen dat ruim 100,000 personen aangetast zijn geweest. De sterfte was 't grootst in de wintermaan den stremming der communicatie door vorst en ijsgang werkte daarentegen blijkbaar gunstig om sommige streken tegen de epidemie te be sehutten, die echter later bij de heropening der vaart de besmetting toch niet geheel ontgingen. De sterfte is het grootst geweest iu de streek die begrensd wordt ten N. voor het IJ, ten O. door de Vecht, den Krommen Khijn, en de grenslijn tusschen Zuid-Holland en Gelderland ten Z. door de Merwede en de Oude Maas en ten W. door de Noordzee. Zuid-Holland en Utrecht werden dus liet meest geteisterd; ook vroegere eholera-epidemieën vonden daar de meeste uitbreiding. Waar de dichtheid der bevolking liet grootst is, was ook de sterfte het grootst. Iu Zeeland, Limburg- en Gelderland woedde do ziekte meer op bet platte laud dau iu de steden. Binnenland. ZIERIKZEE, 25 Februari 1 8 7 6. De Arr. Rechtb. te Goes heeft de lieer Th. P. S. te Kapelle, aangeklaagd wegéns het toedienen van een verkeerde vloeistof, later gebleken te zijn zwavelzuur, in plaats van het voorgeschreven geneesmiddel, aan een kind, 't welk aan de gevolgen daarvan is over leden, veroordeeld tot f 300 boete en in de kosten der procedure. De Vlissingsche Courant levert een uitvoerige logenstraffing van onderscheidene kortelings verspreide geruchten betreffende Ylissingens toestand. Daaruit zien wij met genoegen dat de relatiën met Duitseh land, van 't huis Krupp, niet alleen zullen blijven bestaau, maar dat dezen zomer zelfs veel meer voor de firma Krupp over Vlissingen zal worden vervoerd dan tot dusver. De beer-geschiedenis is ook niet zoo ernstig als zij eerst verteld werd, en zul wel tot wederzijdsch genoegen worden afgedaan. Eindelijk blijkt dat bij de regeling van den aanstaanden zomer dienst op de staatsspoorwegen, er aan gedacht is dat Vlissingen de kotrste rechtstreeksche verbinding met Duitsehland en Engeland is, waarvan men zich ook voor het belang van den stoombootdienst Vlissingen- Queensboro veel goeds voorstelt. Dat men te Vlissingen niet zonder goeden moed is kan blijken uit de oprichting eener nieuwe vis- zal aau uwe lippen hangen en met de oogen vragen geef ons nog meer lijkenSchrijf een roman, een krant, een novelle of iets anders en verkondig daarin den lof vau 't schoone, den invloed van 't edele, de macht van 't goede. En laat uw buurman eveneens schrijven en zijn kolommen vullen met alles wat uitspatting der menschelijke hartstochten heet, ge zult 't tot uwe schade ondervinden, dat zijn moord- tafereelen en beschrijvingen van echtbreuk, diefstal en andere dergelijke liefelijkheden gretigen aftrek, uwe stillevens een sober onthaal vinden. 't Zelfde merken we op in de kunst. Ga naar 't museum Wirtz te Brussel en bezie 's menschen hartstochten, daar gepenseeld tien tegen een, dat ge thuis komende en bij uwe vrienden zittende gretige ooren zult vinden voor eeu beschrijving van Napoleon in de hel of van 't slachtoffer der cholera en men u daarentegen medelijdend zal aanstaren zoo ge een kerkportaal van Bosboom of een landschap, van Ruis- daal hooger durft stellen dan deze schrikwekkende doeken. De groote beweging op 't gebied der kunst heeft daarin haar oorsprong dat men haar tot den dienst terug wil brengen van 't welluidende, van alles wat een veredelenden invloed op 's menschen ziju kan uitoefenen. Daarvoor is alleen noodig een teruggang scherij met een kapitaal van f 20 a f 30000; men wil beginnen met een groote en een kleine sloep. Dinsdag zijn van Vlissingen, per stoomschip //Schollen", naar N. Amerika vertrokken de leden der hoofdcommissie voor de wereldtentoonstelling te Phi ladelphia, vier onder-officieren der artillerie en acht werklieden iu dienst der commissie. Te Heinkenszand is den 20 dezer overleden de heer mr. A. E. van Dishoeck, notaris aldaar. Z. M. de koning heeft voor 1876 weder aan een aantal aankomende kunstenaars subsidie verleend. Steenbergen, 23 Pebr. De liberale partij heeft hier bij de gemeenleraads-verkiezing een niet onbe langrijke overwinning behaald. De candidaat der clericale partij, ofschoon op alle mogelijke wijzen voorgedragen en geholpen, dolf het onderspit en de liberale candidaat behaalde bij de herstemming de overwinning. Over hondsdolheid, reeds bij de Thalmoedisten bekend, schrijft de heer M. M. Cohen Jr., te Assen, in de Gron. Ct. In de Gr on. Ct. van 8n dezer las ik een artikel over hondsdolheid, volgens de geographische versprei ding, medegedeeld door den ingenieur Fiemining. Die geleerde zegt daarinReizigers uit vroegere tijden hebben beweerd, dat de hondsdolheid in Klein- Azië, Egypte en xklgiers niet bekend was, maar thans weten wij, dat zij ook daar voorkomt. Reeds voor 600 jaren heeft een Arabische paardenarts de verschijn selen van deze ziekte bij door dolle honden gebeten paarden beschreven, een bewijs, dat deze ziekte reeds toentertijd in Arabie bekend was", enz. enz. Plet zij mij geoorloofd hierbij het volgende te doen opmerken, wat, volgens mijn bescheiden meening, aan die geographische mededeeling ontbreekt. De geleerde Klemming spreekt van voor 600 jaren. IPij schijnt dus niet te weten, dat de Talmoed, dat bekende boek der oudheid reeds van hondsdolheid melding maakt. En, in plaats van 600 jaren, mogen wij aannemen, dat de hondsdolheid bij de Israëliten bekend was, eu dus wel mogelijk reeds voor meer dan twee duizend jaren! De Mischna maakt daarvan eerst eenvoudige melding in Joma, en geeft eenige voorschriften omtrent 't aanwenden van geneesmiddelen. De Talmoed geeft hieraan de volgende uitbreiding /<De Rabbijnen zeggen//Vijf verschijnselen doen //zich bij de hondsdolheid voor: 1°. de bek is ver //opengesperd2°. het speeksel vloeit uit den z/bek; 3°. de ooren hangen slap langs den kop; //4°. de staart hangt tusschen de schenkels en 5°. hij //loopt aan de zijde van de straat". Anderen be weren //hij blaft zonder geluid te kunnen geven Wil men hem dooden, dan moet men liet zeer voor zichtig, liefst met een scherp voorwerp, werpende doen. De beet is zeer gevaarlijk, is zelfs doodend." Als een merkwaardigheid verdient vermeld te worden dat dezer dagen hier te lande gehuwd is een Javaansche prins: Raden Mass Ismanszoon Danac Winoto met een jonge dame, bloedverwante van Mr. Nieiivvenhuizen, vroeger lid van den raad van lndië. De prins is een kleinzoon van den Sultan van Djocjocarta, en heeft zijn opvoeding hier te lande genoten, waar hij is opgeleid tot Indisch ambtenaar. De grootvader van den prins is een zeer verlicht man en den vooruitgang van harte toegedaan. Te Amsterdam is in 67 jarigen ouderdom overleden dr. J. P. Pleije, de bekende ijveraar voor de verbete ring van het volksgezang. Moge 't hem ook al niet zijn gelukt zijn werken populair le maken, 't geen slechts met zeer enkele stukjes, o. a. ,,'t Vlaggelied" 't geval geweest is, zijn nagedachtenis zal in eere blijven als die van een onvermoeiden strijder voor volksbeschaving- en een edel philantroop. De Kinawijnen en Siropen bevatten nooit al de bestanddeelen der Kina. Sommige dier bestanddeelen ontbreken geheel, ofschoon zij volstrekt noodzakelijk zijnandere zijn er slechts in eeue zeer geringe verhouding in, die altijd verschilt. De heer La.roche brengt door de bewerking, waarvan hij de uitvinder is, cd de heilzame bestanddeelen der Kinabast in zijn aangenaam Elixir. Groote gouden medailje. Belooning van 16600 francs. Buitenland. F r a n k r ij k. IPebben de Eransclie republikeinen zich gevleid met een meerderheid bij de algemeene verkiezingen, de uitslag heeft hun verwachting verre overtroffen en verschillende omstandigheden dragen er toe bij om huil vreugde te verhoogetide hoofden der repu blikeinen zijn terstond verkozen, sommigen zelfs op meer dan een plaats; Thiers, Gambetta, Louis Blanc, de met zooveel moeite gewrochte eenheid der republikeinen vertegenwoordigend waren de eerste namen, die bekend werden, terwijl de vice-president- minister Buffet, de man, die op zich had genomen de ware conservatieve meerderheid te verkrijgen, die den ambtenaren instructies gaf, zoodat de ofliciëele candidaturen als hersteld waren, op geen enkeleplaats is gekozen. Het bericht vau het verzoek van den //Minisfcre de combat" om ontslag wordt dan ook bevestigdMac- Mahon heeft hem verzocht te blijven totdat de Kamers zijn geopend (8 Maart); maar later heeft hij toch 't ontslag aangenomen. Precies zijn de getallen nog niet op te geven, want op de 528 verkiezingen het geheele getal bedraagt 532 zijn niet minder dan 108 herstemmingen; van de verkozenen echter verkrijgt men bij optelling 290 of 310 republikeinen en 110 of 130 conservatieven. Eindelijk moet opgemerkt worden, dat het aantal Bonapartisten ver beneden de verwachting is gebleven op de 500 verkiezingen slechts 62. De president der republiek, die, geïnspireerd door Buffet, steeds van zijn afkeer van de republikeinen heeft doen blijken, zal zich over de verkiezingen niets gesticht gevoelen. De Bonapartisten kunnen zich troosten dat althans hun oud-vice-keizer, Rouher, is gekozen. Omtrent de kiesmanoeuvres, die de ambtenaren van den heer Buffet bij deze verkiezingen in de provinciën in het werk moeten gesteld hebben, deelen de plaat selijke dagbladen staaltjes mede, die bewijzen, dat wat onder het keizerrijk van dezen aard gezien werd, nog is overtroffen. Verscheidene prefecten die begre pen, dat zij verloren zouden zijn, indien eene liberale regeering aan het roer kwam, hebben de uiterste pogingen in het werk gesteld, om Buffets belangen te behartigen. Men zegt dat de prefect van Tarn- Garonue zelfs zoover is gegaan, dat hij getracht heeft deze en gene om le koopen, door aan die kiezers, die de subsidien nog niet hadden ontvangen ter zake van de in liet vorige jaar plaats gehad hebbende overstroomingen, deze gelden, waarop zij recht hadden, uit te betalen, onder voorwaarde, dat zij voor den tot 't natuurlijke, 't eenvoudige. Dat treft altoos en 't treft ten goede. Alle bombast, jacht op effect, prikkeling der zinnen, in één woord, alles wat onnatuurlijk is en den mensch schadelijk kan zijn, wordt door de kritiek in de kunst veroordeeld. Om tot mijn onderwerp terug te konen, bezien we uit dit oogpunt ons tooneel en de eisc) - die we 't moeten stellen. "Wat we daarop thans willen vertoond is 't werkelijke leven, niet gekunsteld, verSuioe-d g keurslijf van nagemaakte aristocratische lomien of van onnatuurlijk fatsoen slechts eenvoudig't Ji ve,n zelf, zooals dat om ons heen te aanschouwen is. wenschen er te leeren hoe 't kwaad zich voortj: 1 iu 's menschen borst hoe den mensch kan vu deren tot slaaf zijner booze hartstochten maar en dit vooral, hoe 't goede toch lieerscht over booze. We verlangen karakterschildering. Niet lou: een kennisgeving dat die markies of deze koffihuishoD tot schurkestreken in staat zijn, maar we eisc. handeling, waaruit blijkt hoe ze tot 't lage afdaalden Als een geneesheer den vergiftigden doode - wou schen wij op 't tooneel de personen te zien ontlev -.veil men ons voorstelt. Het ideaal van't rein-menschehjki in 't strijdperk met 't bedorven meiischenhart en triomf der waarheid over den leugen. Dan pa men t tooneel een leerschool noemen en gaan we ter schouwburg om lessen van levenswijsheid. De toekomst van onze tooneelliteratuur is aan het dram a. Dat woord beteekent handeling en geeft derhalve zelf reeds aan dat alles wat de handeling in den weg staat, verzwakt of vervangt, geweerd moet worden. Ellenlange alleen-spraken b.v. om 't een of ander te vermelden wat met den loop der geschiedenis in verband staat, komen in een goed drama niet. 't Kan in dat geval een uitstekend werk zijn, als d r a m a moet 't geschrapt worden. In onze vaderlandsche tooneelpoëzie vindt van daar curieuse voorbeelden van. Hoe nu verder een drama niet moet wezen, heeft de heer Cremer duidelijk in 't licht gesteld. Alen kent de virtuositeit van den schrijver waar 't 't weer- even eener handeling geldt en als in al ziju werken eeft zijn talent ons ook hier een trouw beeld voor- 1 etooverd van wat daar een tijd geleden op de plan ken te Arnhem vertoond werd. Een goed werkman zegt men, en 'k wil er niet op afdingen kan met gebrekkige werktuigen nog altijd iets goeds voortbrengen. Zoo ook kunnen geoefende en dergelijke kunstenaars een tooneelstuk redden dat in andere handen een gewissen ondergang zou tegemoet gaan. Alen ziet dit thans nog wel gebeuren. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 2