een dronkemansstandje uit te lokkenii Mogelijk
is 't daarvoor de geschikte tijd nog niet. Wij
voor ons zijn ook van die meening. .Maar zou
het dan niet goed zijn dat de natie van offici-
eele zijde hieromtrent eens een of andere aan
wijzing, raad of toezegging ontving. Zoo bleef
de nationale waardigheid behouden. Zoo zou
men van de twijfelachtige schatting van den
vreemdeling verschoond blijven, die nu aan
leiding zou kunnen vinden tot de opmerking
dat de manifestatie van ons nationaal enthousiasme
schijnt overgelaten te zijn aan 't gepeupel van
een paar groote steden.
Binnenland.
Zierikzee, 9 Eebr. Gisteren avond heeft de ver-
eeniging jongelieden uitmakende de rederijkerskamer
//van Beers" een uitvoering gegeven in de zaal van
't Iiötel de Weerd, Poststraat. Een drietal aardige
stukjes werd lustig eu vlug afgespeeld en de uitvoering
getuigde van zooveel aanleg, ijver en oefening bij t
meerendeel dier jeugdige rederijkers, dat we raeenen
te kunnen zeggen dat hun streven aanbeveling verdient.
Een goed bezette zaal leverde het bewijs dat liet
publiek de kunstlievende jongelingen ook van zijn
kant wil steunen.
Zierikzee, 11 Eebr. Voor eenjge dagen zijn er
in de bladen met zekeren ophef geruchten verspreid,
als zou er een oorlog met de republiek Venezuela op
handen wezen, ja de vijandelijkheden ieder oogenblik
te wachten zijn. Daar deze geruchten oorspronkelijk
geen andere bron hadden dan een Engelsch blad,
't welk opgaf ze met de mailberichten uit West Indië
ontvangen te hebben, zoo hechtten wij er hoegenaamd
geen waarde aan eu maakten er ook geen melding van.
Het gaat niet de buitenlandschc geruchten onze zaken
betredende zoo maar dadelijk uit vreemde bladen over
te nemen als waren 't de gewichtigste tijdingen. In
de eerste tijden van den Atchin-oorlog is genoegzaam
gebleken hoe weinig die vreemde berichten te ver
trouwen zijn. En wat voor Oost Indië toen gold
dat geldt thans ook wel voor de West. Voorloopig
heeft de uitkomst doen zien dat wij wel deden met
het Engelsche gerucht stilzwijgend voorbij te gaan.
Uit 's Gravenhage wordt van zeer goed ingelichte
zijde gemeld dat men daar hoegenaamd niets wist
van dien ernstig dreigenden oorlog. Wel kruist ons
eskader in de Venezolaansche wateren, doch de jongste
tijdingen zijn volstrekt niet zoo verontrustend; inte
gendeel meent men dat de vrede wel bewaard zal
blijven en de betrekkingen weldra zullen verbeteren.
Een jongst bericht houdt in, dat de President van
Venezuela pogingen aanwendt om de bemiddeling
van een Europeesch gouvernement in te roepen.
Dat men zich op Curasao nog niet zoo erg ongerust
maakt, wordt o. a. ook aangeduid door de omstan
digheid dat liet gouvernement de uitvoer van buskruit
en wapenen weder vrij gesteld heeft.
Voor Jt overige doet men verstandig zich al de
Venezoïaaiischen bluf niet aan te trekken. Guzman
Blanco zal zelf ook wel begrijpen dat hij ons nu
juist niet bang kan maken met het bericht dat hij
een oorlogsschip naar New-York heeft gezonden in
reparatie, en dat hij nog zóóveel en zulke groote
oorlogsschepen zal aankoopen.
De heer v. d. Willigen te Haarlem heeft dezer dagen
in de groote kerk aldaar een belangwekkende voor
stelling gegeven van de proef van Eoucault tot bewijs
van de draaiende beweging der aarde. De slinger
had een lengte van 20 Meter en in den omtrek van
den cirkel die op den vloer was beschreven waren
kegeltjes geplaatst die achtervolgens door den slinger
werden omgeworpen naar mate het slingervlak zicli
schijnbaar verplaatste.
Wij herinneren dat, een jaar geleden, dezelfde proef,
ofschoon maar met een slinger van ruim 10 M. ook
alhier genomen is en aan belangstellenden vertoond
door dr. P. Schuringa.
De bladen hebben thans de correspondentie open
baar gemaakt tusschen de heereu Heemskerk en van
Golfcstein en liet bestuur der Haagsche afdeeliog van
//Volksonderwijs" over het opzeggen van hun lidmaat
schap. Daaruit blijkt nu dat de heer van Goltstein
zijn bedanken heeft gemotiveerd in vormen die gewis
van den kant van //Volksonderwijs" niet stilzwijgend
zullen geaccepteerd worden.
Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan dr. M. J.
Bouvin vroeger te Middelburg, thans te Utrecht, als
2e luit. bij de dd. schutterij te Middelburg, en be
noemd tot le luit. a la suite bij de dd. schutterij te
Vlissingen den heer J. v. Kaalte, vroeger le luit. bij
de dd. schutterij te 's Gravenhage.
GöES, 8 Eebr. De beden avond gehouden raads
vergadering was met betrekking tot twee punten be
langrijk te noemen. Bij ziekte van den burgemeester
en den oudsten wethouder werd zij gepresideerd door
den jongsten wethouder, den heer J. A. A. Fransen
van de Putte. Er iverd kennis gegeven van een missieve
door den oudsten wethouder, den heer G. li. Kake-
beeke ingediend, dat hij zijn ontslag neemt als lid
van den raad. Na van 1851 af lid van den raad
en van 1852 af wethouder te zijn geweest, worde
hem de gewenschte rust wel gegund, maar wordt zijn
heengaan uit het bestuur der gemeente zeer betreurd.
Voorts is, op voorstel van burgemeester en wethouders,
die daartoe gebracht zijn door een adres van dank
betuiging, onderteekend door 223 ingezetenen, voor
hetgeen de raad gedaan heeft, om alhier een der drie
op te richten kweekscholen voor onderwijzers te doen
vestigen, besloten, den benoodigden grond voor die
inrichting aan te bieden, door kosfceloozen afstand
van 71 aren gemeentegrond, liggende aan de Laurens
Pieter van de Spiegelstraat, thans verpacht voor251
's jaars.
Van aanklager beklaagde en de beklaagde getuige
geworden, hoe zonderling dit moge klinken, toch had
men daarvan bij de behandeling der zaak van de
vechtpartij op den Nieuwjaarsavond, voor de rechtbank
te Goes een voorbeeld. De jongeling, die toen zoo
vreeselijk gesneden of, zooals de geneesheer verklaarde,
z/met een mes gekapt was", en van wege wien de
justitie met het feit in kennis was gesteld, zat met
een vriend op de bank der beklaagden, terwijl de aange
klaagde als le getuige optrad. Met hem werden nog
7 getuigen ter bezwaring en vier ter ontlasting gehoord,
waarna de ambtenaar van het O. M., de subst.-officier
mr. Jespers, requireerde schuldigverklaring van den
In beklaagde (den verwonde) aan het toe brengen van
slagen en stooten, waardoor geen beletsel om te werken
gedurende 20 dagen is ontstaan, en onder aanneming
van verzachtende omstandigheden, tot veroordeeling in
een geldboete van 25, subsidiair 7 dagen gevange
nisstraf, en vrijspraak voor den 2n beklaagde. Mr.
De Laat de Kanter trad als verdediger der beklaagden
op en noemde het een ongehoorde zaak dat de rollen
tijdens de instructie door het O. M. zoo omgekeerd
waren, terwijl hij ten slotte tot algeheele vrijspraak
voor beiden requireerde. Het O. M. antwoordde niet,
en de uitspraak werd bepaald op a.s. Maandag.
De Ilooge Kaad behandelde den 8 dezer het beroep
in cassatie ingesteld door J. van der Vorst, te Vrouwe
polder, tegen een arrest van het voormalig Hof in
Zeeland, waarbij hij werd veroordeeld tot een correc-
tioneele gevangenisstraf van 3 jaren wegens moedwillige
brandstichting. De verdediger mr. Pape droeg als
middel van cassatie voor schending van arfct. 4-43
van 't wetboek van Strafvordering.
Zondag avond is te Arnhem plotseling overleden
dr. W. E. P. Kiehl, inspecteur van het geneesk.
staatstoezicht in de provinciën Gelderland en Utrecht.
Te Amsterdam is overleden de heer E. S. Witkamp,
uitgever van het bekende nuttige tijdschrift //de Vriend
van Armen en Kijken". Hij was een algemeen ge
acht, ijverig en veelzijdig nuttig man.
Amerigo Vespucci, de laatste afstammeling van den
zeeman van dien naam, naar wien Amerika genoemd
is, stierf dezer dagen bij Florence.
Te Sneek heeft een leerling der PI. Burgerschool
een lid van den voorsten vinger der rechterhand ver
loren bij een proef met de luchtpomp.
Amsterdam, 8 Eebr. De onthulling van het stand
beeld van Thorbecke te Amsterdam wordt tegen Mei
a. s. tegemoet gezien. Tot de feestelijkheden bij die
gelegenheid zal ook beliooren de uitvoering van een
cantate, waarvan de tekst door den lieer H. J. Schim
mel zal gedicht zijn.
Z. M. heeft benoemd tot directeur van liet Ned.
Museum te 's Gravenhage deu heer D. van der Keilen Jr.
Z. Excell. de lieer Burgers, presideut der Trans-
vaalsche republiek is door koning Leopold begiftigd
met het grootkruis der Leopolds-ordede heer Hamel
berg ontving het kommandeurskruis dier orde.
Te Delfshaveu is van de werf der firma Christie
Nolet en de Kuyper met goed gevolg te water gelaten
Zr. Ms. ijzeren stoomkanonneerboot //Bever", bestemd
voor onze zeegaten.
Door een handelaar in oudheden te Utrecht is bij
een buitenman onder die gemeente een oud thee-servies
gekocht voor f 275.
Te Amsterdam zijn alleen voor geneeskundigen dezer
dagen te zien geweest twee meisjes van B1^ en 21/2
jaren, waarvan het oudste 212 en het jongste 185
halve kilo zwaar is. Om zich een begrip van den
omvang van het oudste meisje te kunnen vormen, dient
men te weten, dat de afstand van het eene einde van
liet schouderblad tot het andere één meier is en de
omvang van haar lichaam 1,60 m. bedraagt. Zij is
blijkbaar minder schrander dan haar zuster, kan niet
staan en zit, in het minst niet verbaasd, de bezoekers
aan te kijken, terwijl het jongste, op liet eerste gezicht
niet onbevallig, gaarne met haar moeder speelt.
Als curiositeit deelt de N. K. Ct. mede, dat als
door toeval aan het nieuw gebouwde postkantoor te
Kampen ontdekt is dat er geen gelegenheid gemaakt
was voor de brievenbus. Eer het gebouw voor den
dienst besterad werd heeft men er echter in voorzien.
Is het blad goed onderricht, dan was zelfs in het
bestek vergeten melding van een brievenbus te maken.
Het eerste nommer is verschenen van het nieuwe
Algemeene Nederl. Studenten Weekblad Minerva. Het
wordt uitgegeven bij den heer E. J. Brill te Leiden.
Te Burton Bradstock, twaalf mijlen van Portland,
is een doode walvisch gestrand. Het dier is 59
Engelsche voet lang.
Parijs telt, zegt men, 2250 somnambulen, van welke
een dertigtal meer dan 60,000 frs. jaarlijks verdienen.
Onder den laatsten bevindt zich een Kussische prinses
B., die, nadat zij haar vermogen verloren of verkwist
had, dit beroep heeft gekozen en een zeer aristocra
tische clientèle wist te verwerven. Plet schijnt echter,
dat de politie maatregelen neemt om het gild zijn
handwerk te ontnemen.
De verschrikkelijke ramp te St. Etienne, zooals er
nog nooit een in Frankrijk is voorgekomen, heeft
een diepen indruk op de bevolking gemaakt. Nog
versch lag de ontploffing van 1872 in 't geheugen,
waarbij 65 mijnwerkers 't leven verloren.
De mijn du Treuil heeft twee schachten of twee
puttende eene heet Jabin en de andere St. Erangois
of Gagne-Petit, waarin een voldoend ventilatiestelsel
lucht verschaft. De ontploffing heeft uitwendig bijna
in 't geheel geen schade veroorzaakt, doch van binnen
des te meer; 216 arbeiders waren aan 'fc werk. Het
bericht van de ramp maakte een onbeschrijflijken
indruk. De menigte stroomde naar de putten St.
Francois en Jabin. Onmiddellijk daalden de hh. Plan-
chard, ingenieur, en Kossigneux in den laatsten neder,
met een gedeelte van liet mijnpersoneel. Bij een lagere
bedding gekomen, die schijnbaar niet te lijden had
gehad, vonden zij een twintig man, waaronder twee
dooden, anderen meer of minder zwaar gekwetst en
de overigen in goeden welstand. Weldra verschenen
de autoriteiten, maar ook de vrouwen; de kinderen der
verongelukte werklieden. Ieder was troosteloos en
hartverscheurende kreten werden geslaakt.
In de andere schacht kon men eerst niet neerdalen
ten gevolge van het kolen-oxyde. Toen men van die
zijde de mijn binnenkwam, stuitte men ook op lijken,
De lieer Leverrier is van den eenen put naar den
anderen gegaan, en op zijn weg heeft hij niets anders
dan dooden gevonden. De oorzaak van den ramp is
onbekend. Men meent aan de onvoorzichtigheid van
een werkmau te moeten gelooven. Anderen wijzen er
op, dat op het oogenblik der ontploffing er een bijna
plotselinge daling van den barometer van tien milli
meters plaats vond.
Blijkens een bij liet departement van koloniën
ontvangen telegram van den Gouverneur-generaal van
Ned.-Indië, heeft de genoraal-majoor Pel het navol
gende uit Atcliin aan de Indische regeering bericht.
28 Januari rukten drie kolonnes een uit de
IV en twee uit de VI Moekim door de kloof van
Daroe tegen de IX Moekim op. Door moeielijk ter
rein, met veel moerassen, bereikte zij dien dag de
vlakte van Daroe, waar gebivouakeerd werd. De
vijand had grooten tegenstand geboden; aan onze
zijde sneuvelden 2 minderen en werden de luitenant
van Vooren en 10 minderen gewond.
Den 29 Januari rustten de troepen. Den 30
werden de operatiën voortgezetweder was het terrein
moeielijk en de tegenstand hevig; de kampong Daroe
werd genomen en verbrand; aan onze zijde werden
19 minderen gewond.
31 Januari werd de kampong Oleh Soesoe met de
daarbij behoorende Moskee genomen en voortgerukt
tot Lampermei, waar gebivouakeerd werd. Een dwang
arbeider sneuvelde, twee mindere militairen en een
koelie werden gewond. Panglima Matsa, hoofd in
Moekim Daroe, bood zijne onderwerping aan.
1 Eebr. werden verkenningen gemaakt naar Lamo-
tong en Lamkoenjit; vier man werden gewond.
De geest der ageerende troepen wordt uitmuntend,
de gezondheidstoestand ongunstig genoemd.