ZHRIkmmiv COURANT.
voor liet arrondis-
seiiient Zieitae.
1876. No. 9.
Zaterdag 29 Januari.
79ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Een nieuwe Manie.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maa 11 den 1,Er auco per post ƒ1,—
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TI EN
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II, LAKE.VJIAiM.
Wij zijn groote vijanden van loterij, van
alles wat naar loterij zweemt en er wat loterij
achtig uitziet. Alleen in gevallen van welda
digheids-loterij, ofschoon ook dan den vorm
bepaald afkeurende, doen we er wel eens aan,
en dan nog zooals de weldadigheids-loterijen dat
meestal meêbrengen, heel in 't klein, met op
offering van een kwartje of zoo iets dat we dan
maar weggooien als een kruimpje op 't water.
Voor 't overige zijn we tegen loterij, zoowel
tegen de van ouds gerenommeerde vroeger
koninklijke, thans, nu we zoo democratisch
geworden zijn, staatsloterij, als tegen paarden-
loterij, premie-leeniugen, Hamburgsche geldver-
loting enz. enz.
Mogelijk werpt men ons tegen dat we zeker
zoo tegen al die dingen zijn omdat wij per
soonlijk misschien doorgaans ongelukkig zijn
in al wat spel heet en waar 't lot bijkomt.
Ofschoon we ons in dit opzicht met volkomen
recht en op een ervaring vau lange jaren af
gaande onder de „altoos ongelukkigen" kunnen
rangschikken, zoo is dit toch keusch de eigen
lijke reden niet, waarom we tegen loterij zijn.
Heusch niet. Integendeel. Het zou immers
dwaas zijn en alles behalve humaan aan een
ander geen voordeeltjes te gunnen enkel omdat
wij daarin niet kunnen deeleu, krachtens onze
kwaliteit van „altoos ongelukkigen?" Neen,
maar we hebben inderdaad nog al wat tegen
het geheele idéé van loterij in te brengen.
In de eerste plaats is het altoos goed geld
naar kwaad geld gooien. Men werpt uit de
hand wat men er in alle geval goed en wel in
heeft, alleen om de kans te hebben op wat
meer dan men had. Men laat het ééue vogeltje
dat men vast heeft, vliegen, in de hoop dat
men nu des te beter zijn handen vrij heeft
om de tien groote, vette vogels, die daar hoog
in de lucht zweven, te grijpen.
Heeft men de ervaring dat men „altoos on
gelukkig" is en blijft men toch aan loterij doen,
dan zal men ten laatste al heel wat moeten
winnen om niet minder terug te krijgen dan
men, alles samen genomen, al kwijt is. Is
men daarentegen „altoos gelukkig" dan vragen
we of er niet een beetje min zuivere speculatie-
geest iu ons zal opkomen als we ons zoo als
't ware gewennen aan 't rekenen op de inlagen
van anderen, die we haast als zeker de onze
kunnen achten omdat we toch „altoos zoo
gelukkig" zijn.
Al wat loterij is inaakt gelukkigen en onge
lukkigen doch let wel, altoos veel meer vau
de laatsten dan van de eersten. Liefhebberij
in loterij van allerlei aard kan een hartstocht
worden, een zwak dat ons beheerscht als een
sterkemacht. Inderdaad hij moet wel sterk
zijn, die aan loterij meedoet zonder dat zijn
gemoed daar mede deel aan neemtwie speelt,
moge al zeggen dat bij er niet op verzot of
aan verslaafd isdie geheel onverschillige en
belanglooze loters en spelers verdienen als 't
er op aankomt weinig geloof. Spelen zonder
er belang in te stellen, en wel des te meer
belang naar gelang de kansen uitlokkerder zijn,
't is nonsens.
Maar we hadden nu minder op 't oog een
boetpredikatie te schrijven voor alle liefhebbers
in loterij en kansspel. Ieder zij daaromtrent
in zijn gemoed ten volle verzekerd en al zijn
wij nu persoonlijk tegen alle kansspel, we zijn er
verre af, dat we allen die daar niet zoo over
denken gouden veroordeelen. We kunnen zelfs
tot op zekere hoogte aannemen dat iemand
aan loterij lean doen zonder daardoor eenig
gevaar te loopen van zich te ruïneeren, ofschoon
we in die gevallen dan toch ook weder 't
engageante van zulk spelen niet inzien en de
poëzie niet vatten die daarin kan gelegen zijn.
We schreven boven dit stukje „Een nieuwe
manie" en hadden het nu minder gemunt op
de loterij zooals we die van ouds kennen, als
wel op die al dwazer en dwazer wordende soort
van loterijen, waartoe de uitventerij van boeken
en platen, met daaraan verbonden kans op
een mooie premie, den eersten stoot gegeven heeft.
Van boeken sprekende mag men wel uit
roepen wat wordt er al niet gedrukt en aan
den man gebrachtDoch dit is op zichzelf
zoo erg niet en herstelt zichzelf; 't publiek
koopt niet wat het niet hebben wil. Maar als
er aan het koopen van een boek een loterijtje
verbonden wordtdan mag men wel uitroepen
wat wordt er al niet gekochtO, Eerwaardige,
gemoedelijke, ernstige, doorgaans eerlijke en
zedelijke boekhandel, wat zijt ge met die lote-
rijtjes een wonderlijk vreemden en gevaarlijken
weg opgegaan
Luister, geacht publiek! ik zal u een nieuw boek
annonceeïen. 't Is een bundel poëzie, bevattende
de liefste droomen van een sentimenteelen jongen
dichter. Maneschijn glanst u tegen van den blin
kenden band, rozengeur en veilchenduft komen uit
de bladen als ge ze openslaat. Welnu dit prachtig
gebonden en van inhoud nog prachtiger boek,
wordt u aangeboden voor den prijs van f 1,50,
zegge honderdvijftig centen. Maar dat is niet
alles. Iedere kooper ontvangt bovendien 't
volgende: 6 katerntjes allerbest postpapier, 10
daarbij passende allerfijnste enveloppen voorzien
van postzegels, G superfijne allerbovenste beste
stalen pennen en een extra ordinair bijzonder
buitengewoon best echt faberpotlood. En dan
nog daarenboven is in één van elke 500 exem
plaren een bon gelegd voor een allerkostelijkst
vet varken, van minstens 200 kilo zwaar en
in twee exempt, twee bons elk recktgevende
op een allerliefst aankomend bigje of mager
varken, aau welks opvoeding men juist bezig is
de eerste hand te leggeu. Zal nu iemand nog
zich 't genot vau de geurige, frissche poëzie
van onzen veelbelovenden dichter die en die
kunnen of durven ontzeggen? En wie zal
't zich niet laten welgevallen als hem 't. geluk
te beurt valt de bon voor 't vette varken te
vinden
Nauwelijks had de boekhandel 't sein ge
geven tot deze nieuwe industrie of algemeene
navolging bekroonde 't nieuwe idée. Onder
de vlag van een verlotinkj'e debiteert men met
succes slechte sigaren, verlegen manufacturen,
gore toilet-artikelen, fruits, pianino's, van alles.
Met een plaatwerk te koopen kan men een
geheel ameublement winnen, ja zelfs een kom
pleet landgoed aan den Rijn. Straks ziet men
nog een aanbieding van plak-almanakken met
de kans om een klein Duitscli vorstendom met
een stel onderdanen er bij te winnen.
Het kolossaalste in het genre is 't geen door
een Amsterdamschen tapper verzonnen is en
met succes wordt in practijk gebrachtbij elk
borreltje dat hij tapt geeft hij een lootje, tot
21000 toe, en dan heeft men maar te zien
bij de eerstvolgende staatsloterij wie dat lootje
heeft welks nommer overeenkomt met het nommer
waarop de 20000 valtdie gelukkige drinker
krijgt een pendule. De tapper laat dus recht
streeks deze pendule verzuipen, 't Kan waarlijk
niet fraaier, of walgelijker.
Laat ons hopen dat met zulk een feit deze
nieuwe loterij-manie haar toppunt van dwaasheid
zal hebben bereikt en dat we nu weêr lang
zamerhand terugkeeren tot den gewonen loop
der mensckelijke zaken, waarbij men koopt
wat men noodig heeft en zich niet iets laat
aansmeren wat men best missen kan en ook
vast niet koopen zou, als men zich niet liet
verlokken door den trek naar de loterij.
Binnenland.
ZIER!KZEE, 28 Januari 1 8 7 6.
ZiEitiKZEE 27 Jan. Maandagavond is een huishou
delijke vergadering gehouden van de alhier gevestigde
afd. van //Volksonderwijs". De vergadering was ge
wijd aau 't uitbrengen van verslagen, het doen van
rekening en de verkiezing van bestuursleden. Het
bleek dat de afd. in ledental toeneemt en nu 118
leden telt waarvan 90 in de gemeente woonachtig en
de overigen in onderscheidene gemeenten van Schouwen
en Duiveland. De aftredende bestuursleden de hh.
dr. P. J. Andreae, C. van der Vliet Dz. en dr. P.
Sehuringa werden herkozen en een opengevallen plaats
aangevuld door de verkiezing van dr. W. C. van
Manen.
Door den voorzitter, den lieer Heyse, werd aange
kondigd dat de afd. in Februari andermaal een ver
gadering zal houden, waarop o. a. het kweekeliug-
stelsel zal besproken worden.
In de op Dinsdag 11. gehouden vergadering van
ons Nuts-departement werd de spreekbeurt waargeno
men door Dr. W. C. van Manen, en wel naar aan
leiding van Robert Hamerling's //König von Sion".
De begaafde spreker gaf een keurige uiteenzetting
van den inhoud van dit meesterstuk des Oostenrijk-
schen dichters. In een inleidend woord deelde hij
eenige beschouwingen over Hamerling's arbeid mede,
en uitte den wensch, dat zijne voordracht vele hoor
ders mocht opwekken, om met het oorspronkelijke
werk kennis te maken. Zijn cloel was niet de zelf
standige kennismaking te vervangen, maar in tegen
deel daartoe aan te moedigen.
Wij vertrouwen, dat juist de eigenaardige wijze van
behandeling velen zal doen verlangen een meesterstuk
te leeren kennen, waarvan zij door den spreker zulk
een deugdelijk exposé ontvingen.
Iloe aardig men soms in groote vraagstukken de
rollen kan omkeeren en zich van aanvaller die men
eerst was, overzetten in de rol van aangevalllene, blijkt
weder in bet blad de Christelijke School. Door den