de eerste plaats gezorgd moet worden voor aanmaak van liet artikel, te beginnen met merk 0. Men wil meer kweekscholen oprichten, den aan kweek van jong hulppersoneel door de hoofdonderwijzers aanmoedigen met premiën en toelagend tort et d travers wil men de markt dwingen door kunstmatigen onnatuurlijken aanvoer. liet zal niet gaan. Een ervaring van twintig jaar bijna is daar om te doen inzien dat't zóó niet zal gelukken. Een tijdelijk opflikkeren van 't vlammetje zal men wellicht bewerken; maar daarna zal 't des te sneller gaan afnemen en, triviaal gezegd, met slank uitgaan. Er is niets te hopen of te wachten vóór men de betrekking van hoofdonderwijzer heeft gemaakt tot een begeerlijker betrekking; tot een eenigszins fatsoenlijke kleiii-burgerlijke kostwinning; en vóór men ook in 't merk no. 1 een kwaliteit heeft geschapen die na genoeg even begeerlijk is. Kan dit niet P Dan 't moge treurig zijn of. niet dan moet Nederland ook de pretensie laten varen voor een goed volksonderwijs te willen hebben. Dan kan men in kabinet parlement en raadzaal de zorg en de bezorgdheid voor 't nationaal schoolwezen zich wel van de schouders schuiven en al 't getreuzel en gebabbel er over wel staken. De school kan men dan wel overgeven in de macht der partij-leiders en volksmenners, 't onderwijs overlaten aan de lief hebbers. Des te meer schiet er dan over om te verknoeien aan vestingwerken en voor 't aankoopen van pantser- platen bij de Engelsclie industrieelen. Maar dat mag, dat moet, dat kan immers niet? Daar moet verandering, daar moet verbetering komen. Wjj mogen niet vergeten dat er mannen zijn, die dit luide verkondigen. En eindelijk zal hun stem gehoor vinden. Vóór 't zoorver zal gekomen zijn, vreezen we echter dat wij met ons onderwijs nog meer zullen moeten dalen en achteruitgaan, 't Is er nog verre van af dat de publieke opinie reeds gevestigd zou zijn op 't juiste standpunt. Dat een brochure als die van Mr. Nollhenius nog een uitgever kan vinden is daar van een treurig bewijs. De onderwijzers-nood zal nog moeten klimmen, vóór hij allen die geroepen zijn voor 't waarachtige volksheil te zorgen, gaat pijn doen. Die nood wordt nu nog te veel beschouwd als een bagatel, als een niaiserie, 't gedurig gevraag en gesmeek om hooger traktement als lastig en vervelend, als een ongepast beroep op de gemeentekas, die immers al in zóóveel moet voorzien. Daar hebt u b.v. 't Liernur-stelsel, wat kost dit geen sommen Doch scherts ter zijde, die is al even ongepast. Gelukkig dat er ook gemeentebesturen, en onder de wetgevers enkele heldere koppen zijn die anders en beter over de zaak denken. Daar zijn er zelfs al velen die volmondig erkennen dat de onderwijzers beter beloond moeten worden. Het groote bezwaar dat bij dezen nog weegt is de af keer van 't verhoogen der gemeente-belastingen, met name van den hoofcle- lijken omslag. Dit bezwaar is ten deele geldig, ten deele niet. Als men erkent dat de onderwijzers traktementen te laag zijn en men verhoogt ze toch niet uit vrees voor den hoofdei, omslag, dan is dit hetzelfde alsof men den onderwijzers persoonlijk liet bedrag laat betalen waarmede de omslag zou moeten verhoogd worden. De eischeii blijven dezelfde, ja zij worden harder naar mate gebrekkig en te weinig- personeel de taak van de aanwezige onderwijzers moeielijker maakt. 't Geen de onderwijzer niet ontvangt ofschoon men erkent dat dat hij 't wel zou verdienen te ontvangen, mag aangemerkt worden als een rechtsIreeksche per soonlijke belasting op hem gelegd en waarvan de gemeente het voordeel trekt. Kunnen de traktementen onmogelijk worden ver hoogd, omdat de gemeente-middelen het niet toelaten, 't verval van het onderwijs zal daarvan 't noodwendig gevolg zijn, gelijk 't zich reeds maar al te zeer hier en daar laat waarnemen en 't zij men 't bij de wetgevende macht uitstelle of niet, men zal eenmaal afdoende middelen ter verbetering moeten vinden, wil niet 't geen wellicht het hoogste belang der natie is, de opvoeding en ontwikkelt barer kinderen tot een schromelijken staat van verval komen. Hooren we ten slotte van dit reeds al te lange artikel nog een stem uit het buitenland, want Neder land staat niet alleen als stiefmoeder der onderwijzers. 't Programma van de derde vergadering van afge vaardigden van de Duitsche ouderwijzersvereeniging (Lehrerverein) was ook gezonden aau Dr. Dittes te Weenen. Ziehier zijn antwoord: ,i 't Spijt me zeer dat ik verhinderd ben de aanstaande zoo gewichtige vergadering van afge vaardigden bijtewoneu Uw programma is rijk en belangrijk. 5t Is me niet mogelijk over alle onder werpen mijn gevoelen te zeggen. Alleen over 't punt //Gebrek aan onderwijzers" wil ik u in korte woorden •mijne meening meedeelen. Ik ben in dat opzicht van gevoelen dat de onderwijzers niet moeten trachten dat gebrek weglenemen. Inderdaad, hoe kan men 't verantwoorden een jong, gezond, talentvol, oppassend jongineusch te verlokken tot een beroep, dat zoo laag geschat en zoo ellendig gesalarieerd wordt, dat 't grootste gedeelte van hen die er zich aan wijden, niet slechts uit een maatschappelijk oogpunt beschouwd ongelukkig worden, maar daarenboven hun geloof aan de macht der ideeën en idealen, hun vertrouwen op de mensch- heid en daarmee hun zielsrust verliezen? Slechte sujetten voor het onderwijzersberoep aantewerven, zou nog onverantwoordelijker zijn. Ik houd 'l gebrek aan onderwijzers betrekkelijk voor iets heilzaams, voor 't eenige redmiddel uit de tegenwoordige ellende. Ver standige redeneeringen, welgemeende beraadslagingen, beroepen op de edele gezindheid, de vaderlands liefde en 5t medelijden, petities om verbetering van de bezoldigingen enz. zijn tegenwoordig overal on vruchtbaar, ten minste op zichzelve beschouwd indien ze iets uitwerken, dan geschiedt dit slechts door den drang der omstandigheden door 't heerschende ge brek aan onderwijzers. Van den goeden wil en 't inzicht der parlementen verwacht ik volstrekt niets. Tegenwoordig is alles slechts een kwestie van macht waarheid, recht, uitbreiding van beschaving en ver lichting, zin voor 't edele, alle idealen worden bespot of ten minste van de deur gewezen, indien hun geen macht ten dienste staat. Welnu, de ouderwijzers heb ben geen macht, namelijk die der volksschool; zij behooren niet tot de bevoorrechte partij, niet tot de heerschende kaste. Een opstand te beginnen, zou verwerpelijk en onverstandig zijn. Wat dus te doen? Moeten zij de eenige macht die voor hen strijdt, na melijk 't gebrek aan onderwijzers, zelve gaan bestrijden Dan zon er nooit een eind komen aan de ellende, Want juist door allerlei aanlokselen, door voortdurend te troosten met de hoop op betere tijden, door ijdele voorspiegelingen, door ondersteuningsgelden en der gelijke middeltjes, heeft men sedert eenige tientallen jaren nog zooveel lieden gelokt, dat de meeste onder wijzersambten nog bezet zijn. Zonder die balsems zou 't gebrek aan onderwijzers veel grooter geworden zijn, en daar moet 't heen. Ziedaar mijn subjectieve meening. Ik ben van g'evoelpuy dat 't beter is door een crisis, door een scherp proces een kwaal te genezen, dan haar duur tot in 't oneindige te verlengen." Binnenland. ZIEBIKZEE, 5 Januari 187 6. Zierikzee. Gedurende liet jaar 1875 zijn alhier geboren 262 kinderen (128 mannel. en 184 vronwel.) overleden 196 personen (95 raatinel. en 101 vronwel.); als levenloos aangegeven 13 (8 mannel. en 5 vi\); gehuwd 59 paren. Onder de geborenen waren 2 tweeling- en 13 onechte geboorten. Deze cijfers met die over 1874 vergelijkende, blijkt dat in 1875 minder geboren zijn 23, minder over leden 4, minder als levenloos aangegeven 4 en meer zijn gehuwd 7 parenterwijl het getal onechte kin deren gelijk was en het getal tweeling-geboorten 3 minder bedroeg. Op 31 Dec. j.l. is op het raadhuis alhier door leden en oud-leden van den gemeenteraad, den bur gemeester, den secretaris en den geineente-ontvanger aan den oud-wethouder Jhr. J. L. de Jonge, die ge durende een tijdvak van 22 jaren de betrekking van wethouder heeft bekleed, een souvernir aangeboden, bestaande in een album gebonden in blauw fluweel met zilver en voorzien van de portretten en haudtee- keningen der schenkers. De Min', van Financiën heeft den brigadier bij de Bijks veld wacht, J. Duitier te Zierikzee, benoemd tot brigadier-majoor titulair. De gemeenteraad van Brouwershaven heeft besloten een subsidie toe te kennen aan heeren kerkvoogden als bijdage tot de kosten eener restauratie van het kerkgebouw der Ned. Ilerv. Gemeente. Het bedrag zal later worden vastgesteld. De officier van gezondheid le. kl. M. C. Buijze, laatst behoord hebbende tot het eskader in O. Indië, is met ingang van 23 Dec. 1875 op non-activiteit gesteld. De koning van Italië heeft Mr. 0. P. D. Pape, advo- kaat bij den Iioogen Baad te 's Gravenhage, benoemd tot ridder der orde van de Kroon. Uit de lijkschouwing dezer dagen te Vlissingen gehouden, zie ons vorig nommer, moet gebleken zijn dat de persoon van IC. W. niet is overleden ten ge volge van ondergane mishandeling, maar vermoedelijk door zware koortsen, gepaard met aanleg tot tering. Goes, 1 Januari. Door ingezetenen dezer gemeente is den heer Moens, lid der Tweede Kamer, een adres van dankbetuiging gezonden voor zijne ijverige be moeiingen in zake het ouderwijs, en wel hoofdzakelijk met het oog op het voorgevallene bij de behandeling der Staatsbegrooting voor 1876. Als antwoord daarop is het navolgend schrijven ingekomen //Botterdam, den 26 Dec. 1875. Mijne Heeren Behoef ik U te zeggen, dat het bewijs uwer sym pathie, dat ik ontving, mij zeer aangenaam was? 'k Breng daarvoor u allen mijn liartelijken dank. Met U heb ik mij innig verheugd, dat de meerderheid onzer vertegenwoordiging zich liet bewegen tot dien eersten stap op den weg, die tot verbetering van ons volksonderwijs leiden moet. Daar is nog meer te doenmaar gesterkt en aan gemoedigd door den steun van zoo krachtige geest verwanten als gij, zullen zij, die voorgaan, even als nu, uit overtuiging blijven medegaan. Daarom nog eens, hartelijk dank voor uw steun, mij en allen ge schonken, die geroepen worden, om aan de groote belangen van ons volksonderwijs hunne krachten te wijden. Hoogachtend heb ik de eer te zijn Mijne Heeren! Uw. Dienstv (get.) MOENS. Den Heeren Mr. J. H. de Laat de Kanter c. s., te Goes". Bij resolutie van den Min. van Financiën is, ten gevolge van het ontslag van den postbode G. de Joode, van Colijnsplaat op Cortgeue, in diens plaats'benoemd F. Vel, thans van Goes op Wolfaartsdijk, en in diens plaats benoemd J. W. van KogeJenberg, thans van Goes op Goedekeuskerke, en verder voor laastgenoem- den post F. Frenks, te Goes. Botterdam, 3 Jan. Gisteren avond is een felle brand uitgebroken in Heineken's Beiersch bierbrouwerij, 2 stoom- en 12 handspuiten hebben den brand gebluscht. Bij den landbouwer H. te Zuid-Beierland stierven eenigen tijd geleden successievelijk acht paarden, zonder dat met zekerheid een bepaalde oorzaak kon worden aangegeven. Eenige dagen geleden zijn er weder eenige runderen gestorven, onder dezelfde geheimzinnige ver schijnselen, en thans is er door een deskundige gecon stateerd, dat vergiftiging ten gevolge van het voederen met in hoog mate beschimmeld klaverhooi, de eenige oorzaak is van al de sterfgevallen. Z. M. heeft benoemd tot subsfc. griffier bij de arr. rechtbank te Eindhoven mr. E. F. M. Matlion advocaat te Middelburg. In het Weehbl. van Voorne en Putte wordt be weerd dat in 't koffiedik, dat wij als niets waard wegwerpen, nog goede voedende bestanddeelen zijn. Zoo zou koffiedik met zemelen een uitstekend voeder voor eenden en varkens zijn. Verder schat het blad het verlies dat men zich berokkent door 't gewone grof malen der koffie op 10 perc. of, bij een consumtie van 250 millioen kilo a 40 ets., op 10 millioen gulden. Tot dusver openbaarden zich de grieven van som mige clericalen alleeen tot de school; thans komen ook vrome schutters met hun grieven tegen den dienst op. Zeven zulke schutters te Zaandam zijn nalatig in den dienst geweest, zij hebben een inspectie verzuimd die op een Zondag was gecommandeerd. De Chr. Ger. pre dikant Lindeboom heeft hen voor den schuttersraad verdedigd naar aanleiding van Bom. XIII: 16 en voegde daaraan de conclusie toe dat zijn zeven schutters in 5t vervolg des Zondags geen dienst meer zullen doen, dan in geval van brand of oproer. Waarom hij deze beide excepties toeliet vatten we niet. Zon dag' is Zondag, 't zij er brand of oproer is of niet en in Bom. XIII16 komt de exceptie ook niet voor. Men meent dat nu ook spoedig al de andere schutters op grond van Exod. XX: 9 den dienst zullen opzeggen op werkdagen, want als zij dan moeten schutteren kunnen zij niet werken. Dat het domste bijgeloof nog heerscht en zelfs door zich noemende geestelijke herders der kudde nog wordt aau eek weekt in de schare, kan o. a. blijken uit liet vo'y;ei:*lo verhaal, dat getrokken is uit den Almanack de v •'-v.y amis de Pie IX pour 1876. harina Dubus, een jong, achttienjarig meisje te geboren, was door den duivel bezeten. Deze heid was zeer verschrikkelijk en tevergeefs spanden idcste mannen al hun krachten in om haar in

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1876 | | pagina 2