Buitenlandsch, Overzicht.
en haar achteruit helpt, door de telkens ruwer en
bitterder uitvallen tegen mannen als de heeren Moens
en Kerdijk, die bij de liberale partij ora hun verdienste
voor het volksonderwijs zoo hoog staan aangeschreven.
Zoo smaalt de Standaard op den lieer Kerdijk die 'l
land rondgaat om voor //Volksonderwijs" te spreken
en noemt hem een //opperjagermeester". En de zen
dingsfeesten dan? Mag men die dan niet heel eigen
aardig groote klopjachten noemen? Zijn dat dan geen
jachtpartijen op groote schaal, zooals de liberalen ze
nog niet liebben op touw gezet?
Met verlangen zien we nu uit naar de eigenlijke
groote voorstellen die van den heer Moens te wachten
zijn. Het behoeft toch nauwelijks gezegd dat de thans
plaats gehad hebbende stemmingen niet anders dan
polsvoelingen zijn geweest. Voorstellen tot wetsher
ziening kunnen niet uitblijven. Daar moet het heen.
Anders komen we toch op den duur niet waar we
wezen moeten.
Volgens den Standaard is men in 'fc anti-revolu
tionaire kamp ook bezig aan het ontwerpen eener
nieuwe wet op het onderwijs. De heeren, die zich
daarmede onledig' houden, zijnvan den Berch, Berk
hout, Bichon, van Heemstra, de Jonge, Ivuyper,
van Loon, van Wassnaer en van Asch van Wijk.
Wij zullen zien
Uit de Memorie van Beantwoording der regeering,
ten aanzien der begrooting voor Suriname voor 1876
blijkt, dat de Minister gereedelijk instemt met het
algemeen uitgedrukte leedwezen over den toestand,
waarin de kolonie Suriname verkeert. Hij is evenzeer
overtuigd, dat tot herstel meer noodig is dan een
ruime geldelijk subsidie. Beschouwingen omtrent de
oorzaken van den actueelen staat van zaken zijn thans
niet van zooveel belang, als de meedeeling der middelen
tot herstel. De regeering hoopt weldra in staat te
zijn tot eenige mededeelingen van hetgeen dienaangaande
In Suriname overwogen wordt en tot voorstellen, op
die overwegingen gegrond. Hoewel de immigratie tot
nog tot niet die resultaten heeft opgeleverd, welke
daarvan worden verwacht, kan men niet zeggen, dat
zij mislukt is. Behalve de maatregelen, reeds door
den Gouverneur genomen tot verzekering van orde,
tucht en veiligheid, zijn nog met de laatste mail voor
stellen tot dat einde bij het Opperbestuur aanhangig
gemaakt.
Wij kunnen niet nalaten, alvorens volgens onze
belofte de nieuwe hervormingsplannen van Turkije te
beschouwen, eerst een enkel woord te wijden aan de
onaangenaamheden die de Belgische ultramontanen
reeds nu zichzelven, onschuldige anderen en ook de
regeering berokkend hebben door 't oor te leenen
aan de opruiende inblazingen die de paus onlangs
zich veroorloofd heeft op Belgische onderdanen aan
te wenden ten einde dit zien wij er in ook
in België den strijd van de zich noemende Kerk tegen
den Staat te doen uitbarsten.
Men herinnert zich dat de paus een gezelschap
Belgische Katholieken, die hem in zijn prachtig hof
van 't Vatikaan een visite brachtten, heeft opgestookt
tegen het burgerlijk huwelijk//teruggekomen in België
moesten zij spreken ora te bewerken, dat het kerke
lijk huwelijk den voorrang zou erlangen boven het
burgerlijk." Niet alleen dat bedoelde lieden naïef
genoeg zijn geweest om zich per rekwest tot
den koning te wenden, waarop zij natuurlijk niets
anders dan nul hebben gekregen, maar ook andere
dwepers en daaronder zelfs een rechterlijk ambetenaar,
hebben gemeend dat zij al vast op eigen houtje den
strijd tegen het burgerlijk huwelijk moesten beginnen.
De substituut-griffier bij de rechtbank te Bergen
was gehuwd met een jonge dame en had zijn huwe
lijk niet door den pastoor laten zegenen. De presi
dent der rechtbank vermaande hem hierover en gelastte
hem alsnog zich aan de kerkelijke komedie te onder
werpen. De substituut weigerde, waarop de presi
dent hem strafte met //onbepaald verlof' d. i. schorsing
tot dat hij zich zou onderworpen hebben en onder
't juk zou zijn doorgegaan. Hierop heeft de mis
handelde ambtenaar zich te Brussel beklaagd over de
behandeling die hem door den fanatieken president
was aangedaan. Bon gré mal grèkon de regeering
niet anders doen dan den substituut in 't gelijk stellen,
terwijl zij tegen den president, blijkens een dezer
dagen mededeeling door den Minister aan de Kamer
van afgevaardigden, een vervolging heeft doen instellen
wegens machtsoverschrijding. Onder de bestaande
Belgische wetten kon deze zaak wel geen anderen
loop genomen hebben. Men meene echter niet dat
zij hiermede is afgedaan. Wie dit meenen mocht
kent de kwaadaardigheid der ultramontaansche pers
niet. Al gaat het voor het oogenblik niet, de wetten
van den Staat eenvoudig op zij te zetten, de zwarte
geestelijke slavenhalers in den dienst van 't Vatikaan
weten nog wel andere middelen te vinden, om de
personen die zij tot slachtoffers hebben uitgekozen
ter dood toe te treffen; laster en verdachtmaking
weten zij met duivelsche handigheid te gebruiken om
hen, dien zij niet met geweld verpletteren kunnen,
toch langs bedekten weg ongelukkig te maken.
Men hoore lioe de ultramontaansche Bien public,
een blad dat den Univei'S van Louis Veuillot schier
gaat overtreffen in blinde kwaadaardige clericale
woede, het gebeurde aan zijn lezers verhaalt. //De
heer Wery is president der rechtbank te Bergen.
Onder de onder hem geplaatste ambtenaren is een
substituut-griffier, die een groot voorstander is van
het burgerlijk huwelijk, maar vrijdenker en vijand
van het sacrement des huwelijks. Die substituut
griffier dan leefde met een dametjealsof hij in wer
kelijkheid gehuwd ware, (wij onderstreepen) hoewel hij
slechts voor den wethouder te Doornik verschenen
was. De heer Wery achtte dien toestand loeinig pas
send, verzocht den genoemden ambtenaar daarin
verandering te brengen en, toen deze laatste weigerde,
liet hij hem kennis geven dat hem onbepaald verlof
gegeven was. Groot misbaar in de kliek der vrij
denkers de vrijheid van geweten is gekrenkt, de
beginselen van '89 zijn geschonden, de constitutie is
in stukken gescheurd: wraak! De heer Wery is naar
Brussel ontboden en heeft, na een onderhoud met
den Minister van Justitie, het onbepaald verlof in
getrokken van den substituut-griffier, die door dit
incident de //haantje de voorste de vrijdenkers en de
martelaar voor het burgerlijk huwelijk is geworden."
Ziedaar welke schandelijke brutale beleedigingen
die zwarte vrome heeren fatsoenlijken lieden durven
aandoen. Met reden eischen andere bladen, o. a.
de Echo du Barlement dat de Bien public zal vervolgd
worden wegens eerroof.
Dat de ultramontaansche organen nu ook op de
Ministers woedend zijn en hen kort en goed den naam
van Katholieken onwaardig achten is natuurlijk. Zelfs
sparen zij den persoon des konings niet. Hoe is er
ook van die vrome syllabus-mannen wat anders te
wachten
Wat de vervolging tegen den president Wery in
gesteld aangaat, deze is uitgegaan van een liberaal
blad. De hoofdredacteur van 't Journal de Mons
is 't, die bij 't openb. ministerie een aanklacht
wegens misbruik van macht tegen den president Wery
heeft ingediend. Op het feit is in de Belgische wet
gevangenisstraf bedreigd. Wery heeft dus ook wel
kans een martelaar te worden doch niet voor de
z/kliek der vrijdenkers" maar voor de zwarte bende
die van Home uit den baas over de geheele wereld
wil spelen.
Van den paus en diens politiek naar den grooten
Turk en diens uitterende kwaal is de sprong niet
groot.
Het is bekend koe de Porte, ofschoon volgens haar
traditie de despotieke macht bij uitnemendheid, in de
laatste jaren een regen van milde, zelfs liberale, ul
tra-liberale toezeggingen en besluiten over haar arme
onderdanen heeft uitgestort. Evenzeer behoeft het
niet herinnerd te worden dat die regen geen verkwikking
heeft aangebracht tot dusver; de druppels waren al
opgelost in de lucht vóór zij den dorren, smachtenden
bodem konden bereiken.
De thans openbaar geworden firman van 15 Dec.
is een ware stortvloed een tropische hoos van con
cessies, zegeningen, vrijheden en rechten, die al de
vorige buitjes verre overtreft. De bui is zoo dicht
dat de goede onderdanen des Sultans er aan twijfelen
of 't wel een echte regenbui is eu of 't ook thans
niet bij drogen donder zal blijven.
't Is dan ook ontegenzeggelijk al te veel wat de
Sultan aan zijn volken beloofd. Zooveel gaf 't groot
privilegie van Vrouw Maria zelfs niet. Men hoore eens
Alle onderdanen zonder onderscheid zullen zelf
de rechters en de leden van de rechtbank kiezen,
alsmede de Provinciale Raden.
Processen tusschen Muzelmannen en ongeloovigen
dat wooïd giouevs tusschen dat alles in maakt
nog geen mooi figuurzullen gebracht worden
voor de burgerlijke rechtbanken. Niemand zal zonder
vonnis in hechtenis gehouden worden. Een slechte
behandeling' zal niet geduld worden.
De belastingen zullen in een billijke verhouding
worden opgelegddie te zwaar op de bevolking druk
ken zullen verminderd worden. Een nieuwe wijze
om eenheid in de belastingen te brengen zal worden
ingevoerder zullen maatregelen genomen worden
om willekeur te voorkomen bij de inning der belastingen.
De ontvangers van de belasting zullen door de
gansche bevolking worden gekozen 11
Het recht van onroerend eigendom zal gewijzigd
worden.
Aan alle onderdanen zal het eigendomsrecht ver
zekerd zijn.
De rustbewaarders zullen gekozen worden uit de
geachtste inwoners van elke plaats.
Afschaffing van verplichten dienst (heerendiensten)
wordt toegezegdde dienstverlening voor openbaar
nut zal worden herzien.
De firman bevestigt de macht van den patriarch
en andere geestelijke hoofden in gemeente-aangelegen
heden. Voor hen die geen Muzelman zijn zal de vrije
uitoefening van hun godsdienst worden gegund, en
zullen voor hen alle openbare betrekkingen openstaan.
De belasting voor de uitgaven van den militairen
dienst zal worden hervormd.
Alle onderdanen die geen Muzelman zijn, zullen
grondeigenaars kunnen worden. Hun teslementaire
beschikkingen zullen worden nagekomen.
Het volk zal zonder bezwaar alle wenschen en
klachten aan „de Porte" mogen bekend maken.
De rechtsmacht van de gouverneurs en andere be
ambten zal nauwkeurig worden omschreven.
Al deze gunsten zullen alleen worden genoten door
hen, die hun verplichtingen als onderdaan nakomen.
De Grootvizier zal de noodige maatregelen nemen
tot de uitvoering dezer hervormingen. Men verzekert
dat een commissie zal worden benoemd om over de
getrouwe nakoming van den firraau te maken.
Men zal erkennen dat in dezen keizerlijken firman
geen kleinigheden worden toegezegd aan de volken
van den sultan. Men kan hier niet spreken van //een
kluitje" om de goede lui in 't riet te sturenveeleer
van een geheelen aardhoop als een berg zoo groot.
Behoeven we er nog wel bij te zeggen dat wij
geenerlei waarde aan deze geheele concessie hechten?
Trouwens iedereen begrijpt wel waar hij 'L voor te
houden heeft. Een ding blijkt duidelijk, n.l. dat het
bestaan van de Turksclie heerschappij in grooter ge
vaar verkeert dan menigeen tot dus ver wel gedacht
heeft. Men zegt dan ook openlijk te Konsfcantïnopel
dat de Porte zoo overhaast met zulk een overdreven
radicaal program is voor den dag gekomen om zoo
mogelijk den opstekenden storm te bezwerenmen
voegt er trouwens bij dat de Porte nu toch reeds te
laat komt. De opstekenden storm dreigt uit het
Noorden. Meer en meer lekt er uit van 't geen de
drie keizers-bond voor heeft. Bij de hervormingen die
de drie keizers, zoo men zegt, willen doorgedreven
hebben, verzinkt de radicale firman des sultans nog
in 't onbeduidende, 't Heeft er dan ook al den schijn
van als moesten de eischen der drie keizers, aan den
sultan binnen kort te doen, in den grond niets anders
zijn dan een ultimatum dat er op berekend is om den
Turk tot vertwijfeling te brengen en hem te doen
weigeren. Dat zou dan 't sein voor de feitelijke
interventie zijn en de aanvang der eerste verdeeling
van het Tursclie schiereiland. Zoo moeten o. a. door
Rusland deze eischen gesteld zijn't verschil tusschen
Muzelman en ongeloovige vervalt, de naam giouers of
ongeloovigen mag niet meer worden gebezigdde
Koran blijft niet langer de eenige wet, hij wordt als
staatswet opgeheven en in plaats daarvan wordt het
gewone Europeesche staats- en volkenrecht ingevoerd.
Al werd er nu niets meer geëischt dan dit; 't zou
genoeg zijn om de monarchie, qua Turksclie monarchie
ontbonden te doen verklaren. In de liooge kringen
der Turken te Konstaniinopel maakt men elkander
geen illuziën omtrent den toestand, men schijnt daar
niet anders te verwachten dan de uitdrijving van alle
Turken naar Azië. De boven geschetste firman moet
dan ook den sultan als 't ware afgedwongen zijn door
hooggeplaatste personen die hem hebben getracht te
beduiden dat er onmiddellijk moest gehandeld worden,
of dat men anders de koffers wel kan pakken om in
Klein Azië over de hervormingen te gaan nadenken.
Niettemin houden we 't er voor dat het nu toch
al te laat is en dat deze firman gewis de zaken niet
zal beslissen. De drie keizers zullen zich niet laten
bedriegen; de geschiedenis van den //zieken man"
heeft maar al te wel geleerd welke mate van vertrouwen
beloften van hervorming, door den sultan gegeven,
verdienen.
Ondertusschen moeten vele Eranschen allesbehalve
ingenomen zijn met den loop dien de zaken schijnen
te zullen nemen. Dat de Ooslersche kwestie zou worden
aangeroerd, laat staan opgelost, zonder actieve mede
werking van Frankrijk wil er bij de eerste natie der
wereld maar niet in. Zelfs gaan sommige heethoofden
zoo ver dat zij spreken van een contra-bond der
Westersche Staten tegen den drie keizers-bond. Maar
van den kant der laatsten wordt te kennen gegeven
dat er ten opzichte van Turkije niets zal gedaan
worden buiten de overige mogendheden om. Wat
hier van zij zal nog moeten blijken.
Wij voor ons zouden voor 't oogenblik niets liever
zien dan de ontbinding der Turksclie monarchie; wij
zouden den zieken man niet willen afmaken en be
graven, wij zouden liera naar Klein Azië sturen voor
herstel van gezondheid, of om daar rustig zijn eigen
dood te sterven: want op den duur geraakt een regime
als dat van de Porte zoo geheel uit den tijd dat het
nergens meer levensvatbaarheid heeft.
Met een vluchtigen blik op Frankrijk willen we
voor heden ons overzicht sluiten.
De verkiezingen voor den Senaat schijnen het
voorspel te ziju van een groote ommekeer van zaken