STATEN-GENERAAL. Buitenland. REKLAME. Met den zendeling J". Wiersma zal een arbeider uit Herbajum, P. Poet, voorzien van de noodige land bouwgereedschappen, naar de Minahassa vertrekken. De duizend gulden, daartoe vereischt, zijn door par ticuliere giften bijeengebracht. liet Duitsche stoomschip //Deutschland" van Bremen naar New-York met 150 menschen, is op de Kentish Knock bank vergaante Sheerness is een boot van dat schip waarin de bootsman en twee lijken aange komen; die boot had 38 uren op't water gezworven de overige passagiers en equipage zijn verdronken. Volgens een later bericht zijn er 50 opvarenden ver dronken en de overigen gered. Onder Millingen zijn een schipper en twee knechts verdronken door 't omslaan der boot met welke zij zich naar den wal wilden begeven. Aan 't station Hengelo is een trein ontspoord en omgevallengeen persoonlijke ongelukken hadden hierbij plaats. Aan den spoorweg tusschen Maastricht en Lanaken is een baanwachtster, moeder van vijf kinderen, door den trein overreden en gedood. Eindelijk heeft men 't zoover gebracht dat de groote keizersklok in den dom van Keulen kan luiden. Er hangt thans een klepel in, die zijn plicht uitstekend vervult. In de gewone vergadering der Koninklijke Academie van Wetenschappen, afd. Natuurkunde, te Amsterdam, is door den heer van Geuns namens de commissie rapport uitgebracht over de mogelijke gevolgen der droogmaking van een deel der Zuiderzee. De conclusie luidt aldus: //dat onder voorwaarde dat de droog making geregeld plaats vinde en door het graven van kanalen en slooten behoorlijk gezorgd worde voor de afwatering der drooggemaakte gronden, zoodat zij op den juisten tijd in cultuur gebracht worden voor het ontstaan van kwaadaardige epidemieën in den Zuiderzee-polder geen bijzondere vrees gekoesterd be hoeft te worden". Te Amersfoort heeft een hevige brand een hooiberg en verscheidene magazijnen met haver en andere fou- rages van den aannemer der fourages van de paarden der Rijdende Artillerie vernield. Reeds herhaaldelijk heeft dit lot de panden van den aannemer, den heer H. Gerritsen, getroffen. Er schijnt aan moedwil te moeten worden gedacht. De heer Gerritsen heeft thans f 1000 uitgeloofd voor den ontdekker van den dader, Te Parijs is den 1 Dcc. overleden de indertijd zoo vermaarde actrice Yirginie Déjazet. Zij was den 30 Augustus 1798 te Parijs geboren. Van haar 4e jaar af was zij op de planken. In 1873 heeft zij 't laatst gespeeld in een groote benefice-voorstelling, welker opbrengst ruim voldoende was om haar ouden dag onbezorgd te maken. Ook is te Parijs nog een andere vermaardheid van vroeger dagen overleden, n.l. de verkoopster van dé- licieuse gerechten Mad. Bordoux. Deze vrouw was een zonderlinge en zeer rijk. In den tunnel door den St. Gothard werken 400 werklieden, die met hunne 400 lampen in de 24 uren te zamen 120,000 kubieke meter versche lucht noodig hebben. Voor de 80 kilogram dynamiet, welke dagelijks ontploffen, zijn 30,000 kubieke meter noodig; te zamen dus 150,000 kubieke meter. De luchtdruk machines voeren in de 24 uren 172,000 kubieke meter aan, doch dat is niet voldoende, al is die hoeveelheid grooter dan het verbruik, want lang voordat de laatste atoom zuurstof verbruikt is, zou het leven onmogelijk geworden zijn. Er zijn nu twee klokken, eenigszins met gasmeters overeenkomende, aangekocht, welke door waterkracht tienmaal in de minuut omhoog rijzen en dan weer dalen, waardoor 500 kubieke meter bedorven lucht door buizen uit den tunnel gezogen worden, waar tegenover van buiten versche lucht aangevoerd wordt. In het geheel stroomt thans per etmaal 630,000 kubieke meter versche lucht binuen. Den 25sten dezer heeft zich in de residentie Batavia en in bijna geheel Midden-Java een vrij hevige schok van aardbeving doen gevoelen, die echter nergens on gelukken heeft veroorzaakt. TWEEDE KAMER. Het was te voorzien dat bij Hoofdstuk V (Binnen- landsche Zaken) de woordenstorm in de Kamer nog feller zou opsteken dan hij bij de algemeene beraad slagingen of bij de eerste vier hoofdstukken gewaaid had. In twee volle dagzittingen en een avondzitting kan er vrij wat worden gesproken, en terwijl we dit schrijven weten we nog piet wat de avondzitting van Dinsdag heeft opgeleverd en of de algemeene discussie over 't hoofdstuk is ten einde gebracht. 1) Over 't algemeen zijn wij geneigd het gesprokene over het politiek beleid van den Minister Heemskerk gelijk te stellen met de meeste naar aanleiding dezer begrootiug reeds verspilde woorden. Het effect dat zij doen moeten blijft waarschijnlijk geheel achterwege, en het komt ons voor dat dit //vooralsnog" 't beste is, want wij rneenen dat de liberale partij op dit oogenblik nog niet gereed is om weder te regeeren, al werd ook door een der sprekers in de afgeloopen week de meening uitgesproken dat dit wel 't geval was. De Minister schijnt dan ook geen ernstigen aanval te vreezen, vandaar dat hij in zijn repliek van Dins dag al de grieven tegen zijn politiek beleid ongeveer heeft opzij gezet als minder ter zake dienende. Toch kan de breede gedachten wisseling wel dienen om eenige klaarheid te brengen in de politieke athmosfeer. Sommige punten zijn zelfs vrij helder verlicht geworden, o. a. dat de anti-revolutionaire partij werkelijk in juni met ultramontanen en conser vatieven heeft samengedaan en zich deswege thans schaamt, althans zegt te schamenverder dat de onderlinge band van de drie partijen die 't kabinet steunen geen andere is dan dat van 5t anti—libera lisme dan, dat we nu bij monde van den heer v. d. Hoeve hebben vernomen dat er in de Kamer is een ultramontaansche partij, die met haar pretensies voor den dag komt en eindelijk dat de heer Kuyper gevaar loopt bij zijn partij in ongenade te vallen, wegens zijn gebrek aan dociliteit ten aanzien van dit kabinet, ofschoon de heer Kuyper niet onduidelijk heeft te kennen gegeven dat hij den Minister toch zijn stem niet zal onthouden. Wat verder van groot belang is, 't is de erkentenis afgelegd door warme verdedigers van den heer Heems kerk, dat zij hem steunen ofschoon zij 't geenszins met hem eens zijn en zij van hem niet hebben ont vangen wat zij verwacht hadden. Dit sprak o. a. de heer v. Rappard vrij klaar uit en de heer v. d. Hoeve zeide zelfs ronduit dat de ultramontanen den Min. alleen steunen uit vrees voor de liberalen, dus enkel en alleen faute de mieux. l)e heer van Baar hield een rede speciaal om te betoogen dat de Min. Heemskerk geen clericale sym pathieën haddoch die warme verdediging door een lid als de heer v. Baar komt ons wel zoo verdacht voor als de ongedefinieerde houding van den heer Heemskerk, ja nog iets meer verdacht. Niemand verwerft de ultramontaansche sympathie voor niets of wegens een negatieve verdienste. Voor 't overige waren de aanvallen die de heer Heemskerk uit te staan had lang niet malsch. Als men dat zoo hoort wat er al naar de groene tafel gaat, dan moet men erkennen dat er veel zelfver loochening noodig is bij den Minister wien 't geldt, om zich als gepantserd te houden, 't geen toch al toos nog de beste taktiek is en die dan ook dooi den heer Heemskerk vrij constant werd gevolgd. Men moet wel veel ambitie hebben om 't baantje van Minister-president of hoofd van een kabinet te willen blijven waarnemen als 't er zoo toegaat. De zaken die besproken zijn waren de affaires Hedikhuijzen en Kampen over de subsidieën uit openbare kassen aan kerkelijke instellingen; de Zufc- fensche verkiezings-circulairede traverse-historie; de mededeeling van 27 Sept. ter gelegenheid van de kabinets-krisisde onderwijs-kwestie. Op meer algemeen terein bewoog zich de heer Kuyper, die de politieke malaise besprak en er op wees dat ons kiesstelsel niet deugt, en dat de kamer niet de zuivere uitdrukking van de opinie der natie is. Bij deze gelegenheid betreurde hij 't dat zijn partij niets vermocht had zonder de coalitie; maar hij verklaarde tevens dat zoo de ultramontanen met hun begrippen van staatsrecht voor den dag mochten komen hij zich onmiddellijk zou aansluiten bij de anti-clericale partij. Wij kennen aan deze betuiging maar zeer weinig waarde toe. De geschiedenis van dezen zomer is nog wat al te versch om reeds ver geten te kunnen worden, en de schoolkwestie is nog altoos niet opgelost. Wat de oppositie bij monde van de heeren Cremers, Geertsema, v. Houten en Kappeyne vooral begeerde was, dat de Minister zich zou verklaren omtrent zijn kleur. Zeg ons wat gij zijt, riepen zij de een al met meer klem dan de andere; dat is de eenige manier om op zuiver terrein te komen en te kunnen weten of wij u vertrouwen kunnen of niet. De heer Cremers zeide trouwens den Minister ronduit zijn vertrouwen op en zinspeelde, scherp genoeg, opjesuï- tische politiek. Ook de heer van Houten verklaarde den Minister Eerst Woensdag zijn de algemeene beraadslagingen geëindigd. zijn steun niet te zullen geven. De spreker verde digde wederom het algemeen stemrecht, aanvankelijk over het kiesstelsel sprekende meegaande met den heer Kuyper, doch later verwijderde hij zich van dezen en verweet o. a. aan de anti-revolutionairen dat zij in de kerk wel munt slaan uit algemeen stem recht, doch in de politek dat beginsel niet durven aanvaarden. Wij zijn 't ook omtrent het algem. stemrecht met den lieer v. Houten niet eens, hij is te optimistisch op dit punt. De heer Kappeyne vuurde flink af op den heer v. d. Hoeve en wees den Minister er op, dat, als de ultramontaansche partij zich zoo vóór hem ver klaarde, zijn vonnis spoedig zou geveld wezen. Zeer merkwaardig was 't dat in de avondzitting van Dinsdag de heer v. d. Hoeve, die zich geposeerd had als chef der Katholieke partij, door die partij bij monde van den heer Heijdenrijck, evenzoo werd ver loochend, als de heer Kuyper dit indertijd door zijn partijgenooten is gedaan. De heer Kuyper heeft Dinsdag o. a. geklaagd dat de partijen in 't land er niet in slagen konden om hun eminente hoofden in de Kamer te brengen en dit doen gelden als een grieve tegen ons kiesstelsel. Hoe dit te verstaan is vatten wij niet. Immers is de heer Kuyper juist in de Kamer gebracht door liera bij de anti-revolutionaire partij als haar jongen veldheer te proclameeren. Waar is 't echter dat, toen hij eenmaal in de Kamer was, zijn eigen partij hem den bevelhebberstaf, dien hij wilde opvatten, terstond uit de hand heeft geslagen. Met v. d. Hoeve is nu 't zelfde geschied. Hec schijnt dat onze partijen geen hoofden kunnen dulden of zij moeten, als b.v. Thorbecke, mannen zijn van een zeer ongewone persoonlijkheid. Niettemin vreezen wij dat de heer v. d. Hoeve toch naar waarheid de positie van zijn partij heeft gekarakteriseerd n.l. als de ultramontaansche die nu voortaan als zoodanig zal meespreken. De suiker zoete woordjes van den heer Heijden rijck zullen bij niemand dien indruk hebben weggenomen. In de avondzitting heeft de heer Kuyper nogmaals het woord gevoerd, doch niet veel bijgedragen tot 't geen hij reeds had gezegd. Hij herhaalde nog eens dat de Min. Heemskerk de anti-revol. partij volstrekt niet aan zich heeft verplicht, dat na Juni't Ministerie had moeten aftreden enz. In diezelfde zitting heeft ook de heer Eabius nog een woord meegesproken. Wat hij echter zeide - een vermaning om toch alle godsdienstverschillen er buiten te laten getuigt meer van zijn bonhommie als oud-zeeman, dan van zijn inzicht in den toestand van den dag. Immers meer en meer wordt de Kerk en de School en door deze laatste ook al weer de Kerk tot criterium voor de partij-formatie in Neder land. Men moge dit betreuren of niet; 't feit ligt er al reeds toe. Sinds men dezen zomer de boeren naar de stembus heeft gedreven om op te komen voor God en zijn dienst en tegen den duivel en consorten, helpt 't niet meer of men nu al gaat zeggen laat ons geen kerkelijke partijen maar poli tieke partijen zijn. De anti-revolutionaire en de ultramontanen zijn clericalen, de conservatieven zijn dit in principe wel niet, maar dit principe is dezen zomer nagenoeg geheel prijsgegeven en zij zijn met de clericalen meegegaan. Wat rest er aan de liberale partij dan gepronoceerd anti-clericaal te zijn? Als resumé van de algemeene beraadslagingen rnee nen we te moeten stellen deze twee punten: de Minister Heemskerk heeft zijn sphinx-positie gehand haafd, hij zal ook zijn Ministerschap wel handhaven. Hoofdstuk V zal er wel doorgaan, misschien zelfs met glans, ondanks al 't gepraat. F r a n k r ij k. De Eransche Nationale is thans werkelijk op weg van ontbinding. Ten gevolge van een langdurig debat heeft de commissie voor de ontbinding den heer Ancel belast om op 9 December aanst. de benoeming van 75 onaf/.etbare senatoren aan de orde te stellen. De commissie had dit voorstel eenstemmig aangenomen de Kamer heeft het nagenoeg eenparig bekrachtigd, en den 9 December zullen de 75 senatoren worden benoemd. Voorts zijn de volgende bepalingen gemaakt 9 Januari verkiezing van gevolmachtigden 23 Januari verkiezing van senatoren; 20 Eebruari algemeene ver kiezingen; 8 Maart bijeenkomst van de beide nieuwe Het publiek wordt bijzonder opmerkzaam gemaakt op de in de Courant van lieden geplaatste adver tentie der firma S. SACKS Co. in Hamburg welke door hare prompte en reëele bediening tegen over hare geïntresseerclen het volste vertrouwen in alle opzichten verdient.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 2