STATEN-GENERAAL.
Worden medegedeeld
a. een brief van Ged. Staten, houdende goedkeuring
raadsbesluit tot af- en overschrijving en tot
beschikking over den post van O. U.;
b. idem, begeleidende de goedgekeurde gemeente-
rekening over 1874;
c. idem, berichtende dat wordt berust in liet
raadsbesluit tot het verleen en van subsidie aan
de armbesturen
d. twee brieven van de heeren 0. Hoffman en
J. Mulder, houdende kennisgeving dat zij hunne
benoeming tot leden der Plaatsel. Schoolcom
missie aannemen
e. een brief van den lieer Mr. B. C. Can, hou
dende kennisgeving dat hij zijne benoeming
tot Regent van het Burger-Weeshuis aanneemt;
f. een brief van Mej. A. 0. van Boenen, hou
dende kennisgeving dat zij de benoeming tot
hul pond envijzeres aan de openbare meisjesschool
aanneemt.
Allen voor kennisgeving aangenomen.
Aan A. 't Hart wordt op zijn verzoek remissie
van Hoofdei. Omslag verleend wegens vertrek naar
elders, voor 8 maanden, ten bedrage van 1,845.
Tot lid der Commissie van Toezicht op het Mid
delbaar Onderwijs wordt herbenoemd de heer Jhr.
Mr. M. J. S. Boeije, die periodiek moest aftreden,
met 10 stemmen. Met dezen was door de Commissie
van Toezicht aanbevolen de heer Mr. J. P. N. Er-
m er ins, die 1 stem verkreeg.
Wordt medegedeeld een brief van den Minister
van Binnenl. Zaken, houdende kennisgeving dat de
IJker te Middelburg is gemachtigd tot het sluiten
der overeenkomst tot ontbinding van het bestaande
huurcontract van een IJklokaal, en dat van het aan
bod om het lokaal in het raadhuis tegen eene jaar-
lijksche vergoeding van 50 voor de herijk aan het
Rijk in gebruik te geven, gaarne wordt gebruik
gemaakt, waarop Burgem. en Weth. voorstellen liet
huurcontract te ontbinden en het lokaal voor 50
's jaars tot wederopzegging in gebruik te geven,
waartoe wordt besloten.
Komt in behandeling liet aangehouden voorstel
van Burgem. en Weth. om den afkoop van cijns op
de meestoof //de Star" toe te staan voor de som van
f 132. Na discussie wordt liet voorstel van Burgem.
en Weth. verworpen met 7 tegen 1 stem, die van
Mr. Moens, terwijl de heeren Mr. Kokker, Mr. Moo-
lenburgh en Muiock Houwer zich van medestemming
hebben onthouden.
Idem het aangehouden voorstel van Burgem. en
Weth. om den afkoop toe te staan van tienden,
drukkende op de gronden van J. W. B. van Niemv-
laiul, in en bij den Adriana Johanna-Polder, voor
de som van 300. Op voorstel van den heer Koole
wordt de behandeling aangehouden.
Wordt besloten op voorstel van Burgem. en Weth.
tot af- en overschrijving van O. U. op II. 111, Afd. 2,
Art. 5, verbouw kazerne, ad f 77,55, behoudens
goedkeuring van G^dep. Staten.
Wordt medegedeeld dal, het maken van een kade
of dam in de Oude Haven bij openbare aanbesteding
is aangenomen door H. C. van den Ende voor f 189.
Voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen het advies
van den heer mr. Aug. Philips, omtrent de vraag of
het Bestuur der Bank van Leening alhier, hetzij in
zijn geheel, hetzij slechts ten aanzien van eenige
leden civiel rechtelijk aansprakelijk is voor het nadeel
dat de gemeente komt te lijden ten gevolge van
bedrieglijke handelingen van den ontslagen boekhou
der der Bank. Dit advies, breedvoerig gemotiveerd,
luidtdat noch hel Bestuur der Bank van Leening
noch eenig lid van dat Bestuur civiel rechtelijk
aansprakelijk is voor het door de gemeente geleden
nadeel, dewijl dat nadeel niet blijkt te zijn veroorzaakt
door de schuld of door een verzuim van dat Bestuur
of van eenige zijner leden.
Het wordt ter visie van de leden gelegd. Op
voorstel van Jhr. Mr. Schuurbeque Boeije wordt
besloten dit advies voor de leden te doen drukken.
De heer Mr. Schneiders komt in de vergadering.
De Voorzitter deelt mede dat de Directie der
Spoorboot genoegen neemt met het terrein voor het
aanleggen van een keibank. De Voorzitter stelt voor
het terrein om niet in gebruik te geven, lang 60 en
breed 40 meters. Burgem. en Weth. worden zonder
hoofdelijke stemming daartoe gemachtigd.
Alsnu komt in behandeling het voorstel der heeren
Koole c. s., betreffende eene reorganisatie van de
exploitatie der zelkaseh. De heer Koole zegt dat hij
met zijne medeleden, de heeren van der Grijp, Labrijn
en Oclitinan heeft gemeend, het antwoord van Burgem.
en Weth. te moeten beantwoorden. Hij leest daartoe
eene Nota voor. Daarna ontstaan langdurige discus-
siën, tot dat eindelijk op voorstel van Mr. Moolenburgh
met algemeene stemmen besloten wordt de zaak thans
niet te beslissen, maar tot eene volgende vergadering
aan te houden.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
De Eerste Kamer heeft in de zitting van 2 Dec.
de Indische begrooting voor 1876 behandeld en met
algemeene stemmen aangenomen. Het debat gaf aan
leiding tot de gewone discussiënkoffie, ouderwijs,
badjes, de stok enz, allemaal zaken waaromtrent geen
nieuws gezegd noch ook iets nieuws gedaan is. Slechts
de rede van den heer Duymaer van Triest over de
koffie-cultuur verdient bijzondere vermelding.
De Tweede Kamer heeft sinds ons jongste apenju
ook niet veel van belang opgeleverd. In de eerste
plaats moeten we nog een, gewag maken vau het
langdurig en danig verward debat over de Rijuspoor-
zaak, aangezien nu de nieuwe commissie van rapporteurs
omtrent die zaak benoemd iszij bestaat uit de heeren
de Vries, Mackay Godefroi, van Wassenaer en de
Willebois. Eigenlijk is zij niet veel anders dan een
commissie van reactie voor de formule waarin al de
tegenstrijdige opinies die reeds allen vernomen en
besproken zijn, zóó worden wedergegeven, dat al de
leden zich met die formule kunnen vereenigen. Geen
licht werk voor die commissie]
De behandeling der begrooting is aangevangen en
reeds eenigszins gevorderd, tot hoofdstuk IV Justitie.
Bij 't Hoofdstuk Buitenlandsche Zakenis de moeielijk-
heid met Venezuela ter sprake gekomen. De Kamer
toonde ditmaal, vrij wat welwillender te zijn jegens
't kabinet van nu, dan de Atcbin-oppositie indertijd
jegens 't kabinet van toen. De heer Tak heeft de
regeering geïnterpelleerd, maar de Kamer besloot uit
eigen beweging die interpellatie af te doen in comité
generaal. Die geheime zitting heeft omstreeks vier
uren geduurd; er kan dus vrij wat geredeneerd zijn.
Het Hoofdstuk Justitie gaf vet! stof tot redevoeringen.
De heer Wintgens heeft een vrij krasse, doch o. i.
in lange nog niet genoeg krasse philippics gehouden
aan 't adres van de heeren effecten handelaars van
slecht allooi. Hij wensehte dat de regeering wetten
mocht voorstellen om de emittenten van vreemde effecten
en obligation ouder toezicht te stellen opdat het pu
bliek niet bedragen, misleid en opgelicht worden,
gelijk nu aan de orde van den dag' is. Wij brengen
den heer Wintgens hulde voor zijn warm woord en
zijn onmiskenbare» goeden wil; de onderteekenaars
van het bekende adres zullen vast den heer Wrntgens
nog meer dankbaar zijn, al worden zij er ook niet
door geholpen. Toch meen en wij dat de weg, dien
de lieer W. zou opwillen, niet de ware is. Wij kunnen
ons geen wet denken die voldoende waarborgen zou
opleveren voor elk voorkomend geval en die niet tel
kens gemakkelijk zou ontdoken worden. Men denke
aan de wet op de vreemde loterijen. Vreemde loterijen
zijn bij ons ook verboden; maar wat helpt 't? De
emittenten dier loterijen adverfieereii uit den vreemde
er zoo druk op los, dat de kosten daarvan per jaar
over al onze dagbladen gerekend eenige duizenden
guldens bedragen men mag daaruit gerust besluiten
dat de penningen die onze Nederlandse he spelliefhebbers
jaarlijks aan die vreemde industrieeleu cadeau doen
eenige tienduizenden, honderdduizenden, misschien be-
loopen.
Een commissie van toezicht op den handel in
vreemde effecten zou al niet anders dan uit bankiers
kunnen bestaan en hiermede werd 't gevaar nog
groot-er; de eene vos zou den anderen moeten con
troleeren men behoeft niet te vragen waar de kippen
van den boer zouden blijven. Bovendien de door
die commissie of door de wet toegelaten effecten zou
den daardoor een zekere officiëele recommandatie krijgen
die wij ze liefst niet zouden willen zien genieten.
Te eeniger tijd zouden dan emittenten in de couranten
bekend maken dat zij uitgevers waren b.v. van actiën
in de centraal-sporen van IJsland, of van de middle
branch van Groenland, gewaarborgd of goedgekeurd
door den Staat der Nederlanden
De lieer Gratnma deed ons denken aan Cato, of
aan Richard Cöbden. Als telken jare trad hij ook
thans weder op tegen de sinecure van 't notarisambt.
Waarom is het ambt van notaris erfelijk? Waarom
zijn er op dit oogenblik nog 47 vacante notarisplaat
sen ofschoon er 800 caudiéaat-notarissen zijn, waaronder
eminent knappe mensehen? Waarom is het notariaat
in Zwitserland vrij en dat men uitstekend gevolg, en
bij ons niet? Men heeft nog maar geen ooren voor
de beloogen en vragen van den heer Gratnma. Toch
is 't wel mogelijk dat 't ook van den heer Gr. gelden
zalil arrivera, il arrivera. Cobden is er ook
gekomen.
Een ander belangrijk punt van redekaveling waren
de wettelijke regeling op 5t beheer der kerkelijke goe
deren en den rechtstoestand der R. Kath. orden en
kloosters. Uit de discussie, in verband met de ant
woorden van den Minister bleek genoegzaam dat wat
't eerste betreft de boel zoo tamelijk in 't riet gestuurd
wordt, voornamelijk, naar 't scheen door te schemeren,
door de orthodoxe drijvers; en wat het tweede punt
betreft., bleek duidelijk dat er op de handelingen dei-
geestelijke orden en op de kloosters en dergelijke
instellingen hoegenaamd geene controle of wetgeving
bestaat. De heeren en dames ultramonfcanen zullen
in de handen wrijven nu zij dit zoo van officieëlen
kant wefceu en de Duitsche heeren en dames die hier
komen kloosteren en schooltje doen, zullen wel verrast
zijn dat 't hier voor hen zulk een pays de cocagne is.
In den geest zien we al een ijselijk groote doode hand
uitgestrekt over ons lieve landje en over een vijftig
jaar zijn wellicht driekwart onzer boertjes vasallen
van de kerk. Er is een tijd geweest dat dit in Spanje
't lot was van zevenachtsten der boeren; maar daar
heeft men er een eind aan gemaakt en dat heeft gene
raal, Prim 't leven gekost.
Eén zaak Leeft ons pleizier gedaan. We hebben
nu al een menschenleeftijd gewacht op een nieuw
strafwetboek, 't is er nog niet, maar 't is nu toch
al zoo ver gevorderd dat de Minister er de lastige
sprekers in de Kamer al naar verwezen heeft. Zoo
gaat 't goed. Nu worden binnen kort de arme zon
daars ook gevonnisd naar dat wetboek dat er nog
niet is,
Ten slotte werd Hoofdstuk IV met algemeene stemmen
aangenomen. Alles is dus in de beste orde, ieder is
voldaan.
Binnenland.
ZIERIK2.ee, 7 December 1 8 7 5.
Met belangstelling hebben we kennis genomen van
een reeks ingezonden artikelen van H. in de Zz.
Niemosb. houdende //Mededeeliogen en wenschen in
zake het lager onderwijs in onze gemeente". Met zijn
conclusion, dat; de toestand van 'fc openbaar lager
onderwijs in deze gemeente niet is zooals hij behoorde
te zijn; dat verhooging der tractementen van de
hoofdonderwijzers en reorganisatie van 't personeel
der hulponderwijzers .dringend noodig zijn, kunnen
wij ons volkomen vereenigen.. Bij wijze van ampli-
atie kunnen wij er nog bij voegen, dat het wettig
getal hulponderwijzers aan de school voor onverm.
wel zes is; maar dat dit getal uiterst zelden en dan
nog maar zeer korten tijd is compleet geweest tot
dus verre, dat er blijkens 't gemeen te-verslag wel op
grond van raads-besluiteu kunnen aanwezig zijn vier
kweekelingen (waaronder een vrouwelijke die behulp
zaam is bij 't onderwijs in de handwerken) doch dat
er feitelijk niet één kweekeling aanwezig is die als
onderwijskracht kan aangemerkt worden. Voor eenige
maanden waren er drie leerlingen die als aspirant-
kweekelingeu voor 't vak werden opgeleid van deze
is één tiaar een school te Botterdam vertrokken, een
tweede (R. Kath.) is op geheimzinnige wijze verdwenen
en naar men zegt ergens op een ultramontaansche
school besteld, terwijl de derde aanwezig is, doch,
zooals gezegd, niet als onderwijskracht valt aan te
merken. Hadde H. dit geweten, zijn tafereel zou er
niet helderder om geweest zijn.
Zierikzee, 7 Dec. Vrijdagavond werd in de zaal
vau 't hotel de Weerd de publieke vergadering ge
houden, die blijkens vroegere anno neen was uitgeschre
ven ter bespreking van het anti-dienstvervanging-bond.
De uitslag dezer vergadering was niet ongunstig, daar
zich een 25tal personen bij de reeds hier ter stede
bestaande leden van 't verbond aansloten, zoodat er
een afdeeling kan opgericht worden. Tot bestuursleden
werden vervolgens gekozen de heeren Mr. B. M. de
Jonge van Ellemeet, Mr. M. J. Isebree Moens en J.
Th. Oosterman, respect, als voorzitter, penningmeester
en secretaris.
Wij achten het niet ongepast, inzonderheid met het
oog op hen die in bovengenoemde vergadering niet te
genwoordig konden zijn, en dus misschien niet voldoende
zijn ingelicht omtrent den aard en het doel van het
bond, een en ander uit de statuten aan te stippen.
Het anti-dienstvervanging-bond, goedgekeurd bij
Kon. besluit van 6 Nov. 1875. no. 47 heeft ten doel
de verplichte persoonlijke dienst als grondslag voor de
regeling der levende strijdkrachten te verkrijgen.
(Grondwet, art. 177).
Daartoe kan 't bond zich bedienen van geschriften,
meetings, verzoekschriften en alle andere wettige en
wettelijke middelen.
Het bond bestaat uit leden en begunstigers. Ieder
die den leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, kan
door het afdeelingsbestuur van de plaats zijner inwo
ning, of, indien daar geen afdeeling bestaat, door het
hoofdbestuur, te 's Gravenhage, tot lid of begunstiger
worden aangenomen.
De contributie bedraagt voor elk lid 25 cents per
jaar. Begunstigers zijn zij die ten minste 10 in eens,
of 's jaars 1 of meer betalen. Begunstigers zijn
leden van den bond, doch vrij van de gewone con
tributie.
Het blijkt rtlzoo dat het doel van dezen bond is
de publieke opinie voor te lichten en te bewerken
opdat van de geheele natie een stem opga om de
plaatsvervanging die een pest van 't leger is en de
grondwettige roeping der burgers om bereid te zijn
de wapenen te dragen tot verdediging der rechten en