ZIERIKZEESCHï COURANT. voor het arrondis- sement Zierfkzee. 1875. No. 91. Zaterdag 20 November, 78ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Binnenland. TWEEDY1(AIVIER. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post I, Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. ZIERIKZEE, 19 November 1 8 7 5. Door de arrondissements-rechtbank alhier is, ter voorziening iu de vacature van Griffier bij die recht bank, ontstaan door het op zijn verzoek aan den heer Mr. W. L. J. Spoor verleend eervol ontslag, opge maakt de volgende voordracht le. Mr. J. II. ICeiser, 2e. Mr. PI. E. Kami en 8e. J. P. H. La Grappe Dominicus, substituut-griffiers bij de rechtbanken te Brielle, Almelo en Goes. De stormen der jongste dagen hebben op onder scheidene plaatsen groote schade aangericht en veel ongelukken veroorzaakt Op 't Hollandsdiep is een vischschuit omgeslagen en een der beide opvarenden is daarbij omgekomen; op de Schelde onder Wals oorden is ook een visschuitje omgeslagen, waarbij twee personen zijn verdronken. De rivieren zijn zeer gezwollen, zoodat de buitengronden overstroomd zijn 't geen ook hier en daar nog al schade heeft teweeg gebracht, o. a. zijn veel suikerbieten verloren gegaan. Opmerkelijk is 't over welk een groote uitgestrekt heid deze stormen gewoed hebben. Geheel westelijk Duitschland, een groot deel van Erankrijk, België Groot Brittanje, en de gekeele kom der Noordzee hebben de woede der winden en regens te verduren gehad. Op de Waal zijn door den storm van Vrijdag en Zaterdag onderscheidene rampen veroorzaakt; op de hoogte van Rossum zijn 2 vaartuigen omgeslagen, 1 te Nieuw-Waal en 1 dat de Waal afkwam naar Rotterdam is bij Kralingen gezonken. Ook op de Maas moeten toeu onder Empel vier schepen zijn vergaan. Onder Beverwijk is een boot omgeslagen waarmede twee Engelsche knapen naar een schoener wilden varen, de beide knapen zijn verdronken't waren zoons van een aan 't Kanaal werkenden Engelschen duiker. Te Bergen op Zoom lieefc de hooge vloed veel schade gedaan en aan de binnehaven al de huizen en kelders onder water gezet. Aan den hoek van Holland is de schoener //Yoko hama" met kolen voor Rotterdam totaal verbrijzeld en al 't volk omgekomen. A. de Vos, die verleden week uit het huis van arrest te Middelburg is ontsnapt, is in Belgie gearres teerd. Uit Vlissingen is gemeld dat de dienst der stoom schepen op Londen via Sheerness voorloopig is gestaakt tot dat de noodige aanlegplaatsen en de inrichting tot het ontschepen van levend vee te Queensborough zul len gereed zijn. De toestand van de Koningin gaat steeds naar wensch vooruit, zoodat men hoopt dat H. M. bin nenkort geheel hersteld zal zijn. Z. M. de Koning zou Donderdag, 'smorgens ten 4 ure naar liet Loo vertrekken. Door een 12tal firma's, vertegenwoordigende even zoovele suikerraffinaderijen te Amsterdam, Rotterdam en Delfshaven, is een zeer uitvoerig adres gericht tot de Tweede Kamer met het dringend verzoek, dat de Kamer ter wille van den bloei hunner raffinaderijen, die met de algemeene handels-en scheepvaartbelangen van Nederland zoozeer samenhangt, zoowel het wets ontwerp tot goedkeuring van eenige artikelen van liet verdrag betreffende de suikerbelasting, tusschen Neder land, België, Erankrijk en Engeland den 11 Augustus 1876 te Brussel gesloten, als het wetsontwerp, strek kende om den suikeraccijns met dat verdrag in verband te brengen, moge verwerpen. In antwoord op de in liet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het hoofdstuk Hooge Collegiën behandelde punten heeft de Minister van Financiën o. a. te kennen gegeven i De Regeering blijft van oor deel dat de toekenning eener zelfstandige rechtspraak aan den Raad van State met het oog op de onafzet baarheid der rechterlijke macht niet vrij van bedenking schijnt en dat daartegen de vroeger meermalen bespro ken grondwettige bezwaren bestaan. Voorts kan de Reg. vooralsnog niet overgaan tot een organisatie van het personeel der ambtenaren bij Dep. van algemeen bestuur en betoogt zij de raoeielijkheicl eener uitbrei ding van deelname in liet weduwenfonds tot alle burgelijke ambtenaren. De Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering der Geneeskunst heeft dd. 9 dezer een adres ingediend aan den Minister van Oorlog betrekkelijk de gebreken, thans bij de keuring van militairen bestaande, en de wijzigingen, daarbij aan te brengen. Een der schepen van het naar West-Indië bestemde eskader heeft eenige avarij bekomen. Uit Falmouth schrijft men daaromtrent aan 't V. v. cl. I). Nadat het eskader, bestaande uit //Zilveren Kruis", //Leeuwarden" en //Cornelis Dirks," den 1 Nov. uit Texel vertrokken, tot den 4 daaraanvolgende en tot op de hoogte van Lezard vrij goed weder had ondervonden, liep op dien datum de wind naar liet Z. W. De schepen hadden met harde westelijke winden en hooge zeecn te kampen en vorderden weinig; den 10 dezer echter verloor de //Corn. Dirks", door hevig werken kluifhout en jaaghout. Ingevolge order van den divisie-kommandant, werd door dit schip afgehouden naar Falmouth om zooveel mogelijk te repareeren. Bij vertrek van dien bodem van de beide anderen was uan boord van die schepen alles wel. (Kerk en School in Indië). De discussion over de Indische begrooting voor 1876 hebben Maandag en Dinsdag geloopen over 't onderwijs en den eeredienst. Het verslag dier beide zittingen nalezende denkt men onwillekeurig aan een internationale meeting van vertegenwoordigers van allerlei kerkgenootschappen en voor wie de politiek alleen in zoover eenig belang heeft als zij dienstbaar gemaakt kan worden aan de belangen van elks kerk genootschap. Het was de vraag aan de regeeringwaarom predikt gij 't Christendom niet aan de Indische bevolking; gij verrijkt u wel met de millioenen van de koffie; geeft ge dan aan de Indische bevolking, die u rijk maakt, niet ten minste in ruil den grootsten schat die denkbaar is, het Christendom Het was vooral de welsprekende redenaar, 't nieuwe lid des Amorie van der Hoeven, die de Regeering trachtte te overtuigen van haar roeping om iu Indië te gaan Evangeliseeren. Bijzondere kracht meende de heer van der Hoeven voor zijn betoog te ontleenen aan 't voorbeeld van Karei de Groote die de heidenen met het zwaard kerstende en wiens apostelen-arbeid met een duizend jarige ontwikkeling vergroot wij hedendaagsche Neder- laudsche Christenen zijn. (Deze opmerking voegen wij er ter loops aan toe.) De heer Fabius waarschuwde zeer ernstig tegen liet Evangeliseeren van staatswege, daar dit tot bloedige godsdienstoorlogen zou voeren en ons Indië zou doen verspelen. Wij gelooven dat de admiraal volkomen gelijk heeft. Ook de Minister van Koloniën de heer van Goltstein wilde niets van propaganda weten. Door de inlanders te onderwijzen moeten wij hen winnen en zoo zullen we hen op de duur liet best vatbaar maken voor 't Christendom. Nu meende echter de heer van der Hoeven van zijn kant weder dat er geen ontwikkeling door on derwijs mogelijk was zonder dat er godsdienst en wel Christendom bij kwam. De lieer de Jonge meende dat ook; ook hij was van gevoelen dat van alle beschaving en ontwikkeling 't Christendom de wortel is. Iets dergelijks had ook de heer Saaimans Vader gezegdzoodat dus de heer de Jonge zich geheel aansloot bij 't geen de heeren v. d. Hoeven en Vader wilden. De heer Kuyper was niet van dat gevoelen, gan- schelijk niet. Die heer liep niet in den strik waarin èn de heer de Jonge èn de heer Vader zich door den heer v. d. Hoeven of liever door hun ijver voor eigen overtuiging hadden laten vangen. In Nederland is de heer Kuyper ook van meening dat geen ontwikkeling door onderwijs mogelijk is of dat onderwijs moet volgens zijn opvatting van Christendom met dat Christendom doortrokken zijn. In Indië is 't wat anders, daar kan de Staat geen godsdienstige propaganda drijven, want de heer Kuyper zeide 't den heer van der Hoeven open en rond de Nederlandsche Staat kan toch in Indië geen ultramontaansche zendelingen op de bevolking afsturen. Zoo kwam de geheele discussie van lieverlede op 't terrein, waar zij eigenlijk van den beginne af thuis had moeten gebracht worden, n.l. op dat van een internationale meeting van vertegenwoordigers der verschillende kerkgenootschappen, elk opkomende pour les benefices de son ciutel. Wie weet waar 't nog op uitgeloopen zou zijn zoo niet de heer Moens ook een poosje had deelgenomen aan het gezellig onderhoud. Men had n.l. nu al veel gloeiende, pathetische redevoeringen gehouden over Nederlands verplichting om in Indië liet Christendom te doen prediken en over de onmisbaarheid van 't Christelijke element in 't onderwijs, maar allen hadden verzuimd vooraf vasttestellen wat zij elk voor zich onder Godsdienst en Christendom verstaan. En dit was toch noodig geweest om niet geheel in het blinde, ins blaue hinein te redekavelen. Nu is de heer van der Hoeven een ultramoutaan en wel een gewezen protes tant, 't geen nog wat meer zegt dan een gewoon ultramontaan. Dat de heeren Vader, Eabius, de Jonge en Kuyper geen ultramontauen zijn, is bekend. ITet is ook be kend dat het verbond tusschen de anti-revolutionairen en ultramontanen tot dusver nog niet verder is gegaan dan tot de stembus om samen de liberalen te verslaan. Behoeft het dan wel gezegd dat wanneer de heer v. d. Hoeven van Christendom spreekt en de heeren de Jonge en Vader ook, deze beide laatsten dan geheel iets anders op 't oog hebben als hetgeen de eerste op 't oog heeft? De klank van de woorden kan 't alleen geweest zijn die den heer de Jonge een betui ging van sympathie met de rede van den heer v. d. Hoeven ontlokt heeft. Dr. Kuyper liet zich niet foppen door dien klank, maar maakte zicli liever aan een groote inconsequentie schuldig met zijn theorieën hier in Nederland, dan in Indië de ultramontanen als de rechte Evangeliepredikers te erkennen. We spraken van den heer Moens. Zulk een helder denkende modern was er nu op dat kritieke oogenblik juist noodig om te verhoeden dat door de Indische be grooting de Tweede Kamer in een godgeleerd of liever cleiïcaal strijdperk werd herschapen en om de puntjes op de i te zetten. //Bedenkt toch waar gij lieden heen gaat", in dien geest sprak de heer Moens. Wat meeut gij, als gij zegt dat de regeering iu Indië het Christendom moet propageeren? Moet of mag dan elke richting voor zich op staatskosten in Indië aan 't .werven?

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 1