ZIËRIKZEESCHE COURANT.
voor het arrondis-
sement Zierihee.
1875. No. 84. Woensdag 27 October, 78ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Een gewichtig Belang en
een slecht Middel.
STATEN-GENERAAL.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE NTI EN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENItlAN.
ii.
Aan 't slot van het eerste artikel zeiden wij
dat naar onze meening de Staat zich niet kan
inlaten met bemoeiingen in den geest als ver
langd wordt door de adressanten Bouman c. s.
We willen deze meening thans staven.
Het verzoek der adressanten om staats-tus-
schenkomst strekt op zich zelf niet verder dan
tot een enquête naar gebeurde zaken. De
gewensehte staatscommissie zou te onderzoeken
hebben eenige Amerikaansehe spoorweg-leenin
gen, de oorzaken waarom van deze de rentebetaling
is gestaakt, en eindelijk de betrekkingen tusschen
de émittenten der stukken van die leeningen
en de directiën der maatschappijen die geld
geleend en dat later gestolen hebben, of
zoo iets, want daarop komt de zaak toch eigen
lijk neer.
Om voor deze zaak een commissie van enquête
te benoemen, zou de regeering natuurlijk de
zaak als van algemeen belang dienen te beschou
wen. Dit is mogelijk, wanneer men bet geschacber
in effecten als gewonen handel beschouwt, 't
geen 't tot op zekere hoogte is. De commissie
zou dus de feiten kunnen vergelijken met het
wetboek van koophandel, en in het gunstigste
geval de adressanten kunnen helpen aan een
van een officieel stempel voorzien relaas van
de manier waarop men hen gedupeerd heeft.
Maar wat zou dit baten En hoe zal de staats
commissie aan nauwkeuriger gegevens komen
dan er al reeds aanwezig zijn met betrekking
tot den spoorweg-zwendelZullen de émittenten
meer carte blanche spelen, eerlijk opbiechten en
achter hun schermen laten zien, tegenover een
staatscommissie, dan tegenover hun naijverige
confraters?
En al wierd nu, voor de zooveelste maal, de
sporen-zwendel nog eens officieel geconstateerd,
waartoe zou 't dienen? Verhaal is toch onmogelijk.
Of zal men in Amerika willen gaan procedeeren?
Zou de Staat dit moeten doen? Op de émit
tenten zal men wel geen vat hebben. Derhalve
houden wij zulk een enquête voor een volkomen
ijdel werk. Wij twijfelen zelfs of 't resultaat
der enquête voor 't publiek meer afschrikkende
kracht voor 't vervolg zou hebben dan de legio
waarschuwende stemmen die al sinds jaren van
alle zijden zijn opgegaan. Al zitten er honderd
vliegen aan den stroopstok gekleefd, dit belet de
honderd en eerste vlieg niet ook eens te komen
proeven van de verlokkende zoetigheid.
Uit welke personen zon zulk een commissie van
enquête moeten bestaan Natuurlijk meerendeels
uit bankiers, vertrouwde bankiers, specialiteiten
in het vak van leeningen. Maar wie zijn de
vertrouwde bankiers in een tijd dat de groote
massa der kapitaalbeleggers de bankiers wan
trouwt omdat zij wel zoowat voelen en tasten
kunnen dat onder die bankiers juist de grootste
bedriegers schuilen Moeten de vossen de vossen
op de vingers kijken?
De aanleidende oorzaak der enquête is gelegen
in het feit dat groote geldmannen in diserediet
zijn, omdat er blijkbaar schurken onder hen
schuilen. Hoe zal men dan ooit een enquête
commissie kunnen samenstellen die eeuig meerder
vertrouwen verdient dan al de particuliere
eommissiën die zich alreeds met de zaak hebben
ingelaten
Er zit echter in 't denkbeeld van een zoodanige
enquête veel meer dan 't eenvoudig onderzoek
naar de gebeurde feiten. Er ligt ook in 't
denkbeeld dat de regeering zich in 't vervolg
't beursspel in 't algemeen zal aantrekken als
een voorwerp van staatszorg.
De Staat zou dus eigenlijk moeten worden
adviseur ten dienste van 't minkundige publiek,
controleur van de handelingen der beursmannen,
garant van de door hem als goed en vertrouwbaar
getolereerde ondernemingen, enz. Met andere
woorden de Staat zou zelf moeten gaan meedoen
aan de effecten-ruiterij.
Dit zou nog iets ergers zijn dan dat de Staat
loterijen houdt, zooals 't geval is heden ten dage
en al sedert lang. Waar zon dit heen moeten?
Zou er dan geen schier onvermijdelijk gevaar
ontstaan voor nog veel grooter zwendel dan
nu reeds mogelijk is en dagelijks op de beurs
gezien wordt. Wat zou er moeten komen van
de eerlijkheid der ambtenaren van het ministerie
waarbij de afdeeling effecten-ruiterij zou worden
ingedeeld
Wat zou er dan geld te verdienen zijn voor
menschen met een ruim geweten
Wij hebben tot dusver aangenomen dat de
effecten-handel en het bankierswezen tot den
gewonen koophandel behoort. Mogelijk begaan
wij een ketterijmaar wij rekenen niet al wat
op de beurs gedaan wordt onder de rubriek
handel. Al wat spel is, noemen wij geen handel,
't is spelgrootendeels zelfs klaarblijkelijk hazard
spel en openbaar bedrog. Hoe kan de Staat,
als zedelijk lichaam, zich daarmede op andere
wijze inlaten dan door het te verbieden en
strafbaar te stellen Doeh hoe zal 't de regeering
mogelijk zijn een grens aan te wijzen, waar het
omzetten van effecten ophoudt handel te zijn
en waar 't eenvoudig dobbelspel wordt? En
al stelde de wet eens zulk een denkbeeldige
grens, de dobbelzucht zou zich daardoor niet
laten beperken, 't winstbegeerige publiek zou
er zich niet door laten afschrikken.
Zooveel dit den Staat mogelijk is, beveelt hij
zijn eigen Staatsschnld tot geldbelegging aan,
in sommige gevallen wijzen de wetten en re
glementen zelfs uitsluitend de nationale fondsen
aan tot het vastzetten van kapitalen. Maar dit
kan toch het publiek niet beletten liever zijn
geld te beleggen in Spanjaarden, Peruanen,
Turken en vreemde sporen. Wanneer de Staat
dus nu reeds zijn eigenfonds als soiiede aan
beveelt, en de kapitaalbeleggers storen zich daar
toch niet meer aan dan zij willen, of alleen als
ze er toe gedwongen worden, wat zal 't dan
in 't algemeen geven, al stelt de Staat ook
zelfs een bureau vau recommandatie en controle
van allerlei effecten in? De door den Staat
erkende, gewaarmerkte fondsen zouden nooit
boven de Ned. Werkel. schuld kunnen staan,
en 't publiek zou even hartig spelen in
niet gewaarmerkte, dus verdachte, ja zelfs in
't openbaar afgekeurde fondsen.
Zoodat wij tot de slotsom komen dat de
Staat zich nooit met zaken van effecten-ruiterij
moet inlaten dan voor zoover zij vallen binnen
't gewone of 't handelsrecht.
Neen, is, wat wel niet tegengesproken kan
worden, de effecten-handel over welks treurige
uitkomsten nu zoovelen in zak en assche zitten,
niets anders dan kansspel, dobbelarij, dus iets
onzedelijks, daar is geen ander geneesmiddel
voor dan zedelijke grondbeginselen. De ver
leidelijke vogelaar, in de gedaante van een
mooipreekenden bankier of een kwakzalver-émit-
tent, zit in den boom te fluiten met zoet gefluit
wie naar 't fluitje luistert, voelt, negenennegentig
keeren van de honderd, wel zeer duidelijk dat
de zaak niet pluis is; volgt hij nu 't fluitje
toch, dat hij dan ook de gevaren voor zijn
eigen rekening neme. Zoo menigmaal hebben
sommige lieden met een effen gezicht woeker
renten opgestrekenkeert ten leste de kans,
laten zij dan ook, liefst met een effen gezicht,
de schade gelaten dragen, en wijzer zijn voor
't vervolg.
Zoodra 't publiek geen blijkbaar onaoliede
fondsen meer koopt tegen beter weten in, doch
enkel op speculatie, zal ook de zwendel in
slechte effecten gedaan zijn.
TWEEDE KAMER.
Het is ons, met 't oog op onze beperkte ruimte,
niet doenlijk het tot dusver gevoerde debat over de
artikelen der spoorweg-wet te volgenvoor de wolk
van amendementen alleen zou onze ruimte schier te
klein zijn.
In zoover schijuen we ons in den geest der Kamer
niet vergist te hebben dat het gaat alsof men 't eens
was omtrent de leusveel of niets, gelijk wij dat
vóór de behandeling in de Kamer reeds meenden te
kunnen voorspellen. Wij verwachten dan ook half
en half: of groote uitbreiding van liet ontwerp of
geheele verwerping der wet.
Aardig is het te zien hoe bij deze gelegenheid al
de sprekers, op een paar uitzonderingen na, zich de
grootste moeite geven om te doen gelooven dat zij
niet voor lokaal belang, maar enkel voor 't algemeen
belang ijveren. Hoeveel gemakkelijker was in deze
niet de rechte, koninklijke weg: ik praat voor 't be
lang van mijn district, maar dit is in 't algemeen
belang, dat kan in zake spoorwegen wel niet anders
zijn! Alleen de heer Bergman is in dit opzicht flink
uit den hoek gekomen, 't geen te prijzen is. Ofschoon
't in den geest der Grondwet is dat de leden der
Kamer onafhankelijk zijn van degenen die hem
gezonden hebben, (Art. 82. De leden stemmen, elk
volgens eed en geweten, zonder last van of ruggespraak
met hen, die benoemen), zoo spreekt het toch van
zelf dat zij geroepen zijn om voor het district dat
hen afvaardigde minstens evengoed op te komen
als voor het geheele land. Wanneer derhalve de een
of ander mocht goedvinden Schouwen en Duiveland
zoo ongeveer gelijk te stellen met uithoeken als Ame
land en Schiermonnikoog en onze vertegenwoordiger
komt daar tegen op, dau vinden we dat fliuk van
hem. En we zouden 't geenszins zoo ongepast ach
ten als er ouder den zwerm van amendementen ook
een gevonden werd houdende 't voorstel der lijn
BrouwershavenZierikzeeSteenbergen.