Burgerlijke Stand te Zieriksee.
ADVERTENTIES
Openlijke Dankzegging.
vereeniging en 't middelpunt van 't onderling verkeer der
leden, 't Wordt als koffiehuis, zoogenaamd Bondshuis ge
ëxploiteerd van wege het Bond, door een commissie uit de
plaatselijke afdeeling, die een directeur en 't verder per
soneel kiest, den ganschen inboedel heeft verschaft en
voortdurend haar zorgen over 't consumable laat gaan.
Hier zijn alle dranken te bekomen behalve sterke en
deze worden evenals sommige spijzen, voor den minst
mogelijken prijs geleverd aan hen die lid zijn, onverschillig
waar.
Al aanstonds treft u bij 't binnentreden dat niet alleen
maar de gefortuneerden of ook alleen de minderbedeelden
vertegenwoordigd zijn, maar dat alle standen hier een wel
kome gelegenheid tot ontspanning vinden. De rijke spreekt
hier tot zijn armen broeder als zijns gelijke, de werkgever
kruisjast met zijn werklieden, gir.ds biljart een aristocraat
met een milicien want ook militairen is de toegang
ontsloten in 't kort, de standen zijn hier geen standen
de gelijkheid wordt consequent doorgevoerd. Zoo is van
lieverlede gesleten dat slaafachtig opzien van den minderen
man tot zijn meer gezegenden broeder en omgekeerd ook
de hoogte geslecht, van waar de laatste op den ander ne-
derzag, terwijl de mate van beschaving, 't eene deel eigen,
van heilzamen invloed is op 't andere deel en op den toon,
die er heerscht
Zoo ongeveer is 't ideaal van M. Wie zal niet wenschen,
dat 't blijken mag wat minder dan ideaal te zijn?
Dat Bondshuis is echter meer dan een gewone sociëteit
en restauratie, 't Heeft een zaal voor vergaderingen, waar
bij wijlen voordrachten gehouden en eiken Zondagavond
concerten gegeven worden, er is een leeskamer, voorzien
van alle tijdschriften en dagbladen. In den uitgestrekten
tuin zijn kolf-, kegel- en schietbanen, in 't kort, 't Bonds
huis voldoet aan alle behoeften voor den zich ontspannenden
mensch
Ik denk hier M. de R. aan de wijze waarop onze buren,
de Belgen, zich vermaken.
'k Was eenige dagen geleden, tijdens de September
feesten te Brussel. Wat ik daar zag, herinnerde me aan
de soort verbazing, waarmee onze dagbladen na de feesten
van '72 en '74 uitriependaar of daar is 't ordelijk toe
gegaan men heeft betrekkelijk weinig jenever verzwelgd
'k zal niet zeggen dat ik ginds geen dronken lui gezien heb,
maar zeer zeker komt 't getal niet in aanmerking bij de
honderden, die ge hier bij dergelijke gelegenheden in
zwaaienden toestand ontmoet.
Dat komt dewijl in België bier de hoofddrank is, terwijl
hier maar genoeg, M's Bondshuizen kunnen er toe
leiden, dat ook in Nederland de jenever-consumtie afneemt
en al mag 't blijken, dat veel van wat M. zich voorstelt,
tot de pier vota behoort, reeds daarvoor moeten we hem
dankbaar zijn dat hij een middel ons in de hand geeft,
dat ferm aangevat en met toewijding uitgevoerd, een
machtigen dam kan opwerpen tegen den steeds stijgenden
jenevervloed.
Het Bond zal ook zijn zorgen wijden aan 't onderwijs
en vooral aan de huiselijke opvoeding. J't Is te verwachten
dat alle onderwijzers, bijzondere als openbare zich onder
zijn vanen zullen scharen en is dit 't geval, dan volgt daar
uit dat de zaak der onthouding meer dan tot dusver ge
schiedt, onder de jeugd ter sprake zal komen en dat 't
Bond te meer zijn krachten kan besteden aan 't huisgezin.
M. stelt daartoe voor lessen en voorlezingen in opvoedings
zaken. Ik meen echter dat, zal men althans .eenige vrucht
willen zien, nog wel andere middelen kunnen en moeten
gevonden worden, om de huiselijke opvoeding, d. i. in de
meeste gevallen, de huiselijke verwaarloozing, tot waar
achtige opvoeding te hervormen,
Is de drank in vele gevallen een nasleep van gebrekkige
ontwikkeling, ontegenzeggelijk heeft hij ook voor een deel
zijn enorm debiet te danken aan 't soms slechte, veelal
onvoldoende voedsel, dat hier door den minderen man
en door dien niet alleen genuttigd wordt. En iedere po
ging om dat voedsel beter, gezonder, krachtiger te maken,
draagt in zichzelf reeds het middel mee tot beteugeling van
den grooten vijand. Daarom wil M. dat het Bond enkele
levensmiddelen in natura moet verkrijgbaar stellen voor zijn
leden, 't kan zich daartoe in verbinding stellen met coöpe
ratieve vereenigingen of en daar zal 't heen moeten,
wil 't goed zijn zelf slachterijen oprichten, gaarkeukens
openstellen en boerderijen aanleggen.
Dewijl de woningen niet minder dan ons voedsel kunnen bij
dragen tot verbetering van ons maatschappelijk welzijn, zoo
moet het streven van 't Bond daarheen gericht zijn dat het ook
tot verbetering in deze kan werken. Voorloopig zal men
zich moeten tevreden stellen met 't verspreiden van gezonde
denkbeelden over woningruimte, ventilatie enz., tot het ka
pitaal zal gevonden zijn om zelf de handen aan 't werk te
slaan en op de wijze, zooals dat thans reeds op vele plaatsen
geschiedt naar ik meen ook bij u woningen te bou
wen en te verhuren onder beding dat op gezette tijden een
zeker klein deel van 't kapitaal worde afgelost, waardoor
een huurder in staat wordt gesteld eenmaal zijn tijdelijk
erf in eigendom te bezitten.
Ik meen hiermede genoeg gedaan te hebben om de plan
nen van Multapatior bekend te maken. Men zal uit dit
weinige zien dat ze een veelomvattende strekking hebben,
dat ze, bij volledige uitvoering een staat in den staat zullen
scheppen, die er zeker het meest beduidende deel van zal
uitmaken.
Welnu, Multapatior heeft 't zijne gezegd. Duizenden
hebben hem hun adhaesie geschonken. De akker is wach
tende. Verdronken tusschen 't onkruid dorst 't goede zaad
naar de reddende hand van 't ontwikkelde deel onzes volks.
Met krachtige hand ga men overal te gepjk aan den arbeid.
Hier wordt slechts het offer van matigheid gevraagd dat
eigenlijk geen offer is. Wat zal ons dan terughouden.
17 Oct. '75. V.—
Ingezonden Stukken.
Mijnheer de Eedacteur! Verleen mij s. v. p. ander
maal eenige ruimte in uw geëerd blad om nogmaals
enkele opmerkingen te maken betreffende twee inge
zonden stukkeu in den Zz. Nieuwsb.
Nadat de eerste schrijver zijn stukken over het
meisjes-onderwijs had afgehandeld is er een tweede
schrijver bijgekomen, die een kritiek levert van 't pas
gehouden vergelijkend examen van dames die sollici-
teeren naar de vacante betrekking van hoofdonder
wijzeres aan de openbare meisjesschool alhier.
Uit dat schrijven blijkt dat er nu al minstens twee
specialiteiten zijn die hun ontevredenheid over 't feit
dat ze gepasseerd zijn bij de keuze van deskundigen
ter adsistentie of van specialiteiten ter bijwoning en
surveillance van genoemd examen, niet kunnen in
houden.
De eerste specialiteit zal ik nu maar laten rusten;
temeer daar hij toch eigenlijk geen specialiteit is,
maar alleen iemand, die 't wel niet kwaad meende
maar die niet genoeg op de hoogte was geholpen om
een oordeel te kunnen vellen dat iets meer waard is
dan 't oordeel vail zoovelen die 't vonnis strijken
over zaken die boven hun bereik liggen. Van Vloten
zou zeggen zulke mannen moesten alle //bovenwerpen"
maar liever onaangeroerd laten.
De tweede specialiteit is iemand die er bovenal
prijs op stelt dat hij gehuld blijft in de geheimzinnige
wolk van de onbekendheid. Hij verlangt dat men
zijn meeningen slechts zal aannemen zonder te vragen
wie hij is, gelijk de schare in den ouden tijd de
woorden van 't orakel opving als gevallen uit den
mond der goden.
Is dit echter niet wat veel gevergd?
Mij dunkt ja, dit is te veel gevergd. Juist de
duizelingwekkende hoogte waarop X zich poseert, hoog
boven alle specialiteiten uit, vordert een vasten waar
borg voor hen die niet zoo verbazend hoog staan.
De strikt bewaarde geheimzinnigheid toch levert vol
strekt geen waarborg op voor het gewicht van de
uitgesproken kritiek. Ja, zonder bij zooveel genoemde
namen van gepasseerde specialiteiten, ook de waarde
van X te kennen, moet ieder wel tot het vermoeden
komen dat X ook een gepasseerde specialiteit, zoo niet
d.e specialiteit bij uitnemendheid is. Welke waarde
valt er dan toe te keuneu aau ziju kritiek? Mij
dunkt, geringe. Wie kan alle ontevredenen voldoen?
Dat is onmogelijk, 't Gaat toch niet aan, de geheele
H. Burgerschool voor twee dagen te sluiten om toch
maar geen specialiteit ongebruikt te laten of te
passeeren. En wat anders zou er toch niet aan te
doen geweest zijn. Er zouden anders immers altoos
nog specialiteiten gepasseerd moeten zijn, die volgens
de meeniug van X, natuurlijk niet om hunnen 't
wil, maar in 't belang der zaak, allen wel dienden
in den arm genomen te zijn geworden.
A-ls ik wel zie dan is liet idéé van X geweest dat
van dit examen nu eens een model-examen had
moeten gemaakt zijn en dat de schoolopziener van X
de aanwijzing der specialiteiten had moeten vragen,
't Kwam natuurlijk alleen aan op die personen.
Immers al erkent X b.v. zelf dat de examinator die nu
het examen in 't rekenen heeft afgenomen, dat goed
heeft gedaan en wel zoo dat X er zelf pleizier in
heeft, toch had niet die man, maar of dr. Schuringa
of de heer Leupen dat gedeelte vau 't examen moeten
afuemem. Natuurlijk, bij X is 't de vraag niet of
't examen goed is afgenomen zoo niet in zijn geheel,
dan in sommige deelen; de eenige ergernis die X
heeft is maar dat niet de specialiteiten, en wel be
paald de door hem genoemde, tot de taak zijn geroepen
geworden den schoolopziener bij te staan.
Ik kan niet nalaten op te merken dat deze ergernis
zoo zeer in het geschrijf van X doorschemert, dat ik
voor mij, en ik heb al gemerkt ook anderen met
mij in 't geheele geschrijf niets anders kan zien dan
jalousie de métier, personeele gevoeligheid, gekrenkte
eigendunk en wat zal ik al meer zeggen
Zoo is te verklaren dat X tot de, zachtst genomen,
zeer groote onhandigheid is vervallen, van een scherpe,
personeele, afkeureude kritiek te leveren van een toe
dracht van zaken, dien hij niet heeft bijgewoond
waarvan hij dus slechts van hoeren zeggen, of bij
wijze van uitvissclien iets heeft kunneu te weten komen.
Inderdaad, 't is onverantwoordelijk zoo uit de hoogte
den staf te brekeu over 't werk van anderen op grond
van verwaaide opmerkingen die zoo subjectief moge
lijk zijn.
Zoo is 't ook alleen te verklaren dat X geheel
niet schijnt opgemerkt te hebben dat hij zich niet
enkel poseert als die opperspecialiteit hier in de
stad, maar ook als adviseur van den Gemeenteraad.
Zoo alleen is 't ook te verklaren, niet te vergoe
lijken, dat X zich aan zooveel onkieschheid tegenover
de dames-sollicitanten heefc kunneu schuldig maken.
Want niet alleen dat X dat viertal dames zoo geducht
sterk van zenuwen achtte dat hij haar wilde doen
examineeren door een breedeu raad van specialiteiten
in presentie van een anderen breeden raad van ge-
noodigden als toeschouwers; maar hij weegt ook haar
ouderdom en veroordeelt de veertigjarige tegenover
de dertigjarige, terwijl hij van de jongere zelfs niet
spreekt en dus de onbescheidenheid zóóver drijft van
al een nominatie aan de hand te doen. Het zij hem
gespaard, als hij ook nog eens veertig jaar oud zal
geworden zijn, te worden verworpen tegenover een
eventueelen mededinger van 30 jaar!
Ondertusschen is door X iets vergeten. Onder de
dames was ook eene die drie jaar in Engeland geweest
isom die dame te examineeren in haar tweede
moedertaal had X iemand uit Engeland moeten laten
komen, of althans iemand dienen aan te wijzen die
langer dan drie jaren 't Engelsch in het land zelf
heeft beoefend.
Er was ook een dame bij die geen acte voor 't
Duifcscli hadhad deze nu niet moeten geëxamineerd
worden door een specialiteit in 't niet—Duitsch verstaan
Ik zal geen anti-kritiek trachten te leveren van
de kritiek van X voor zoover die het examen zelf
betreft. Ik ben geen specialiteit en dus allerminst
bevoegd daartoe. Ik kan alleen als mijn overtuiging
uitspreken dat ik den wensch van X aan 't slot van
zijn schrijven uitgedrukt niet kan toegeven. Ronduit
gezegd, betwijfel ik de reinheid van de bronnen,
waaruit dat schrijven is opgeweld.
Geen Specialiteit.
Kerk- en Schoolnieuws.
Beroepen te Oost-Kappelle ds. J. Th. F. Lauts te
Eemnesbuiten.
Zondag voormiddag is dr. W. C. van Manen als
predikant bij de Hevv. Gemeente alhier bij de ge
meente ingeleid en bevestigd door ds. Bax met een
rede naar aanleiding van Joh. III 30, en des
namidd. heeft de nieuwe leeraar zijn intrede gedaan
met een rede naar aanleiding van I Joh. I 3.
Benoemd tot hulponderwijzeressen te Middelburg
aan de school van Mej. Gerth van Wijk, Mej. M.
Brons Boldingh te Hoorn en J. H. Droste te Haarlem.
Correspondentie.
Y. vraagt, naar aanleiding van het gebeurde met
dien dollen hond, hoeveel muilbanden, volgens het
officieel model hier ter stede aanwezig zijn, en hoe
groot het aantal gedurig losloopende honden hier
wel is?
Van 8—15 OCT. 1875.
Geboren:
Eene dochter vau A. E. Berrevoets en J. van Strien.
Een zoon van J. M. Verbeke en M. Corzilius.
Eene dochter van J. F. Hofman en C. Proost.
Een zoon van S. Lochraans en F. den Bleijker.
Eene dochter van M. Verbeek en J. G. O verbeke.
Eene dochter van H. J. Koevoets en A. Iieijeriks.
Eene dochter van T. F. Wisse en W. P. Hopmans.
Eene dochter van G. Vernieule en W. de Voogett.
Eene dochter vaii L. M. van den Ende en J Maijs.
Overleden:
J. Boogerd, oud circa Ij., z.
G. Aleman, oud 10 m., z.
E. Jagt, oud 65 j., echtgenoot van G. C. Betlie.
J. Pais, oud 80 jWeduwe van A. Botbijl.
P. L. van Strien, oud 13 m., z.
Nadat ik 30 jaren lang door epilep
tische krampen op de vreeselijkste wijze
gekweld was geworden, heb ik na 't ge
bruik van alle denkbare geneesmiddelen
tegen deze schrikbarende aanvallen ten
slotte gebruik gemaakt vau het Auxilium
Orientis des heeren SYLVIUS BOAS
te Eerlijn, 22 Friedrichstrasse, en kan
ik getuigen dat dit eenvoudige en geheel
onschadelijke middel mij in korten tijd
geheel verloste van deze schrikkelijke
kwaal. Laat alle kramplijders toch dit
middel gebruiken en alle kranten, wie
't om 't welzijn der menschheid te doen
is, dit schrijven verder bekend maken
Het Auxilium Orientis is inderdaad
het eenige en zekerste middel tegen
epilepsie en verwante ongesteldheden.
M, A. Simon,
Stoomhoutzager en Fabrikant van
houten lijsten te Eriébus.
Aaum. Overgenomen uit No. 95 van
den //Görlitzer Anzeiger" van
25 April 1875.