Buitenlandsch Overzicht. Onze Leestafel. ZiERlKZEE, 19 Oct. Heden is liier een geval van hondsdolheid voorgekomen. Het door de akelige ziekte aangetaste dier, toebehoorende aan den heer de L., is na veel moeite en na niet weinig ontstel tenis verspreid te hebben, eindelijk met een geweer schot afgemaakt. Zaterdagmorgen is in het krankzinnigen-gesticht //Coudewater" onder Eosmalen, een uur gaans van 's Hertogenbosch, brand uitgebroken. Van alle zijden is gelukkig vrij spoedig hulp komen opdagen, ook uit 's Bosch. Tegen twaalf ure was men den brand meester. Naar men zegt zijn de lokalen der 3e. klasse voor vrouwen vernield. De schade is zeer aanzienlijk. De schrik en de verwarring onder de krankzinnigen moeten zeer groot geweest zijn. Te Epe heeft zekere J. K., weduwnaar, den persoon van P. v. Z., met wiens vrouw hij gezegd wordt in verbo den verstandhouding te staan, door een geweerschot, a bout portant gelost, doodgeschoten. De verslagene kwam aan de deur van J. K. om zijn vrouw, die zich daar ophield, te halen. De moordenaar is naar Arnhem gevoerd; heeft aanvankelijk, nadat hij zich zelf bij den burgemeester van Epe had aangegeven, den moord als zoodanig ontkend, voorgevende door v. Z. te zijn aangevallen en gesneden; doch heeft later bekend. Zoo de Delftsche Courant vermeldt zal Mej. Kruse- man, die zich tegenwoordig te Brussel bevindt en niet zooals hier en daar gezegd is zich naar lndië begeven had, dezen winter een door haar opgesteld tooneelstukje voor drie vrouwenrollen komen opvoeren, in enkele steden van Nederland. Zij zou daarbij worden ter zijde gestaan door Mej. Elize Baart en nog een andere jonge dame, mede haar élève. De eerste voorstelling zou in den loop van November te Delft plaats hebben. De Minister van Oorlog, hiertoe gemachtigd, brengt ter algemeeue kennis dat de sedert 1871 opgegraven gebeenten van de op de citadel van Antwerpen ge sneuvelde Nederlandsche onderofficieren en mindere militairen op Woensdag 27 Oct. a. s. met militaire eerbewijzingen op het kerkhof te Ginneken zullen worden bijgezet. Aan oud-strijders van de Citadel en be langstellenden, die deze plechtigheid wenschen bij te wonen, zal te Breda de gelegenheid worden gegeven om zich bij den stoet aan te sluiten. De plechtigheid zal te 12 uren aanvangen. Sneek, 12 Oct. Het volgende curieuse geval heeft zich hier voorgedaan. Zeker zeekapitein had vóór eene reeks van jaren zijn vrouw verlaten wegens een voor genomen zeereis. Tot leedwezen der vrouw vernam zij in 12 jaar niets van haar man, zoodat zij beweerde, dat hij overleden was en op grond der wet een tweede huwelijk aanging. Niet weinig werd echter de vrouw verbaasd, toen haar eerste man dezer dagen alhier arriveerde. Hij was onder de zeeroovers gevallen en had 12 jaar gevangen gezeten in een vreemd land, gedurende welken tijd hij geen brieven had kunnen verzenden of couranten lezen. Dat de vrouw en de tweede man en ook de eerste man nu alle drie een vreemde positie hebben, laat zich begrijpen, te meer omdat er uit beide huwelijken kinderen zijn. Naar men zegt, moet de eerste man zijne vrouw opeischen. Met belangstelling ziet men den verderen loop dezer zaak te gemoet. Nu 't een feit is dat de mogendheden geen notitie meer willen nemen van dc grieven der opstandelingen in het Turkschs rijk, gaat men al zoo hier en daar uitcijferen hoe lang het nog wei duren kan vóór de laatste kreten der verdrukten zullen gesmoord zijn. Heel meewarig trachten de groote diplomaten, als 't ware verlegen met hun werk, de wereld wijs te maken dat men nu wel niet veel meer van den op stand hooren zal. Alsof dit al heel wat beteekende. Als 't slachtoffer de keel wordt dichtgenepen en de omstanders stoppen bovendien nog de ooren toe, dan valt het licht te zeggen dat er nu niets meer te hooren is. Des te meer zal er nu voor de arme slaven der Turken te voelen en te ondervinden vallen. Sommige mannen van naam spreken luide hun verontwaardiging uit over de onzedelijke rol die de mogendheden in deze zaak, gelijk nog telkens in de Oostersche kwestie, met zooveel cynisme spelen. Zoo gaf o. a. Garibaldi, de oude held van Caprera, de strijder voor alle onderdrukten, een gloeiend protest tegen de politiek der mogendheden. Hij heeft dit gedaan in den vorm van een manifest aan de Her- zegowiners, Bosniërs en alle andere niet-Turksche stammen van het Balkanland. Wij hebben reeds menigmaal gezegd, wat ook nu Garibaldi verkondigd heeft; de Turken moeten uit Europa geworpen wor den. Zij hebben hun loon reeds lang weg. Feitelijk is het voortbestaan van liet Turksche rijk, enkel om den wille der traagheids-politiek van de Europeesche diplomaten, een ergernis voor de geheele beschaafde wereld. De halve maan was weleer de schrik, ze is nu sinds lang niets anders dan de spot, de smaad en de schande van Europa. Maar voor hoe lang nog zal een stem als die van Garibaldi slechte zijn die eens roependen in de woestijn "Wanneer de houding der mogendheden, bepaaldelijk der drie keizers, in deze zaak eenigszins als de vrucht is te beschouwen van het jongste zoo zeer opgeschroefde drie keizers-verbond, dan heeft het beschaafd Europa reden zich met die resultaten te condoleeren. Dan is 't alsof het Heilige Verbond, perfider gedachtenis weer is opgewarmd. Curieus is de wonderlijke houding der Italiaausche ultramontauen tegenover Turkije nu, vergeleken bij die van vóór eenige weken. Toen ijverden de bladen der Curie tegen de opstandelingen en vóór den grooten Turk. Thans schelden zij op dezen laatste. Geen wonder! toen kwam 't er op aan om voor de belan gen der Turksche effecten te zorgennu heeft de regeering des Sultans geloond dat zij niet enkel Sint-Pieterspenningen in leen wil ontvangen, maar dat zij ze ook wel wat wil besnoeien bovendien. Volgens de jongste berichten bevonden zich onder scheidene hoofden der Herzegowiners te Eagusa om daar met de consuls der mogendheden te beraadslagen. Wat zal dat hun baten In Beieren heeft het kabinet zijn ontslag ingediend wegens de koppige houding der ultramontaansche meerderheid van de Kamer van afgevaardigden, die het bekende impertinente adres van antwoord op de troonrede hebben aangenomen en aan den koning opgezonden. Het is wel merkwaardig dat de ultramontaansche leiders, wien anders aan de begrippen van nationali teit zoo bitter weinig gelegen is, in Beieren juist kloppen op het aanbeeld der Beiersche zelfstandigheid. Het is trouwens zeer verklaarbaar, want als Beieren te eeniger tijd mocht opgaan in de Duitsche eenheid, ook wat de dynastie betreft, en dat is mettertijd zoo onmogelijk niet, dan is het rijk der Beiersche Jezuïeten uit in Beieren. In België neemt men tegenover de uitersten van clericalisme toch ook nu en dau zeer verblijdende teekenen van leven waar. Ook daar blijkt, evenals overal elders, dat het ontwikkelde deel der natie zich nog geenszins met lijf en goed aan het clericalisme heeft overgegeven. Dezer dagen heeft de heer Ti- berghien, hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de vrije hoogeschool te Brussel, bij gelegenheid der aanvaar ding van het rectorsambt een merkwaardige rede gehouden. Over het onderwijs sprekende verklaarde hij zich vóór de neutrale school en vóór den leerplicht. Daarna riep hij in vervoering uit „O, wijze van Nazareth, gij die zoo juist hebt in gezien dat godsdienst en liefde óén zijn liefde tot God en menschheid, meewarige liefde bij alle rampen, inschikkelijke liefde voor alle beleedigingen, broeder lijke liefde jegens alle goedwillige menschen, orde, weldadigheid, algemeene verdraagzaamheid wat hebben uw getrouwen toch van uw heerlijke voor schriften gemaakt? Hoe komt het, dat die innige ver- eeniging van het schepsel en den Schepper, het meest vrije, het meest zuivere aller gevoelens, plotseling, door den hartstocht verminkt, het meest woeste, het meest enge, het meest tirannieke heeft kunnen worden Eoept de godsdienst die heidensche verschijningen, die bedriegelijke genezingen, die bespottelijke mirakelen, die overspannen vroomheid, die walgelijke pelgrims tochten al die staatkundige manifestaties in het leven, die het gezond verstand overmoedig uittarten, de beschaving den oorlog verklaren, tweedracht en haat onder de burgers zaaien en den afkeer zelfs der oprechte katholieken opwekken? En men ducht niet dat godsdienst te noemen terwijl men de taal zulk een gruwelijk geweld aandoet? Dat wil men aan den eerbied der mannen van de 19e eeuw opdringen"! In ons eerstvolgend overzicht komen wij op 't ver volg dezer merkwaardige rede terug. Er is een streek in ons anders zoo eentonige en weinig pittoreske vaderland, die hierop een uitzonde ring maakt en die meermalen aan dichters en schilders rijke stoffe leverde voor hun fantasieën. Het is dat half zandige en boschrijke, half moerige en waterrijke gedeelte van N. Holland dat ouder den kistonschen naam van Kennemerland bekend is. Die streek is trouwens overrijk aan herinneringen uit den grijzen voortijd: daar lag de abdij van Egmont zoo langen tijd 't Atheen dezer lage landen bij de zeedaar ver hieven zich tal van trotsche ridderslotendaar bloeide het ridderwezen, gelijk later zich daar vooral en het krachtigst de vrije burgerschap ontwikkelde. Onmis kenbaar ligt er poezie, iets romantisch iu dien dui- nenzoom, waaraan thans het gesnuif van locomobiel en locomotief en de spade van den graver geheel andere toon en kleur geven. Daar dwaalde onze vroeg ontslapen de Genestet rond in de eenzaamheid over 't mollige duinmos, zoowel in den gelukkigsten tijd zijns jongen levens als in de treurige dagen voor zijn einde, toen hij er troost en heul zocht voor lichaamslijden en zielesraart. Daar bij voorkeur koos Hofdijk de tooneelen voor zijn ridder-poezie, of voor zoo menige zijner histo rische schetsen. Velen kennen de balladen van Hofdijk die hij onder den titel //Kennemerland" jaren geleden heeft uitgegeven. Die zangen bezitten een geheel eigene oorspronkelijkheid, ofschoon de dichter ze heeft gedicht als navolgingen van middeleeuwsche poezie. Nu ja, menigeen in onze stoom-eeuw, waarin men rijmt met cijfers en de schilder- en graveerkunst toepast op muntbiljetten en certificaten, waarin de beetwortel suikerfabriek wordt gehuisvest in het verlaten ridder kasteel, menigeen gevoelt de aantrekkelijkheid niet dier poezie. Maar dat zijn niet allen. Gelukkig niet! Daarom achten we 't een goed denkbeeld van den uitgever J. van der Endt te Maassluis, van de //Kenneinerland"-balladen van W. J. Hofdijk een nieuwe uitgave te bezorgen. Wij bevelen haar met aandrang aan 't lezend publiek aan, inzonderheid aan onze beschaafde jongelieden. Door matigen prijs, 2,50 voor den geheelen bundel van bijna 400 bladz., is het werk onder bereik van velen gebracht. Wij hebben ditmaal nog een enkel woord te zeggen over een andere uitgave. Het is de //Bibliotheek van Buitenlandsche Schrijvers, onder redactie van T. H. de Beer, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Goes", waarvan wij no. 1 hebben doorgebladerd, 't Is een eindeloos uitgestrekt veld, waarop de ambitieuse let terkundige een menschenleven lang kan rondgaan en misschien dan slechts één belemmering zal ontmoeten, de rijkdom van onderwerpen en de inoeielijkheid der keuze. No. 1 is gewijd aan de behandeling van Goethe's //Götz von Berlichingen". Op den voet van deze eerste proeve voortgezet, zal deze bibliotheek een wezenlijke cursus van buitenland sche litteratuur worden. Na een historiche inleiding beschrijft de bewerker de wording van het stuk, geeft vervolgens het stuk zelf, met vertaling van moeielijke woorden en uitdrukkingen aan den voet der bladzijden, en nog een reeks aanteekeningeu achter het stuk. Dan volgt een historische toelichting, daarna een aan leiding bij de studie der karakters in den Götz, eenige kritische opmerkingen en eindelijk een kort naschrift. Yoor 't vervolg worden toegezegd //Hamerling's Danton und Eobespierre, door S. Susan; Molière's Tartuffe, door L. M. Baale", euz. Voorwaar er is stofte genoeg. Ook deze uitgave is van den heer van der Endt te Maassluis. Bij de uitgevers P. Noordhoff en M. Smit te Gro ningen is verschenen no. 1 van De Pharmaceutweekblad voor pharmacie en aanverwante wetenschappen, onder redactie van Herman van Gelder en Dr. Vitus Bruinsma te Leeuwarden en O. I. Eisselada te Almelo, met medewerking van een tal anderen. In haar inleidend woord //Aan den Lezer" geeft dc redactie rekenschap van de oprichting van dit weekblad voor apothekers, waaraan met het oog op den voor uitgang van de pharmacie sinds de wet van '65, en na de verandering in de wijze van uitgaaf van Ms ook naast de natuurkundige maandschriften wel behoefte bestaat. Het blad zal eiken Woensdag verschijnen en f 1,50 per kwartaal kosten. BRIEVEN UIT HOLLAND. XXVII. De Vereeniging «Multapatior's Bond" moet de voordee- ligste, aangenaamste en aanlokkelijlcste worden die in Nederland bestaat. Met deze woorden motiveert Multapatior de aanprijzing der hnlpmiddelen, welke hij door zijn Bond in twerk wil gesteld hebben. Wat ik in mijn eersten brief over dit onderwerp gezegd heb, mag thans vooral niet uit 't oog verloren worden, dit n.l.: de vereeniging stelt zich maar niet te vreden met 't aanleggen eener groote lijst barer leden, maar ze kiest zich een uitgebreiden werkkring, uitgaande van 't geheel materieele beginselgeld verdienen. En aangezien dit beginsel in alle rangen en standen groot krediet heeft verworven, zoo verwacht M. er alle heil van voor zijn stichting. M's Bond vraagt dan allereerst geld, veel geld. De kans van welslagen mag niet gehangen worden aan den lichten keten van contributiën en erflatingen, maar moet een vasten grondslag hebben. Al kan terstond niet aan alle verwachtingen voldaan worden, ook reeds voor de eerste eischen wordt kapitaal gevorderd en 'k zeg het M. nahet Bond, als onderneming van nijverheid, die bij goede regeling beduidende winst kan afwerpen, kan nog wel geld vinden in 't land, dat zooveel duizenden ten geschenke gegeven heeft en nog geeft aan fmancïéele gelukzoekers en zwen delaars. Laat ons veronderstellen dat het Bond gevestigd is, met een hoofdbestuur en afdeelingen in alle plaatsen van Ne derland. In de meeste dier gemeenten zal men u dan een tamelijk groot gebouw aanwijzen dat het eigendom is der

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 4