Onze Leestafel.
Buitenland.
H erzego w ina.
Michael, metropolitaan van Servië, heeft aan alle
Christenvolken van Europa een smeekschrift gericht,
inhoudende liet verzoek in naam van menschheid
en Christendom om de vrouwen, kinderen, grijsaards
en andere noodlijdenden bij de onderdrukte bevolkingen
van Bosnië en de Herzegowina spoedig te hulp te
komen.
Engeland.
Dat de aartsbisschoppen en bisschoppen der Engelsche
Staatskerk nog eenig belang hebben bij de instand
houding der Anglikaansche kerk, kan men opmaken
uit liet inkomen, dat zij genieten. De aartsbisschop
van Canterbury ontvangt jaarlijks ongeveer 935,000 gld.,
die van York 625,000 gld., de bisschop van Durham
500,000 gld., die van Ely 340,000. Evenzoo de
bisschoppen van Gloucester en Bristol, de bisschop
van Lincoln en die van Worcester elk 325,000 gld.
De Times bevat minder gunstige berichten uit
China. De Chineesche regeering wil niets weten van
genoegdoening te verschaffen,, aan den heer Wade,
den Engelschen gezant, wien de onder-koning van
Peking eene beleediging heeft gedaan door hem een
tijdlang aan zijn deur te hebben laten staan en hein
daarna te hebben laten heengaan. De onder-koning
heeft de schuld op zijn portier en zijne adjudanten
geworpen, en een paar adjudanten gedegradeerd, maar
de heer Wade wil dat de onder-koning hem excuus
zal vragen. Doch de Engelsche vegeeving heeft ernstiger
grieven tegen de Chineesche, omdat deze geene vol
doening wil verschaffen ter zake van een ander feit.
Eenige maanden geleden is een Engelsch onderdaan,
de heer Margary, door Chineesche vrijwilligers vermoord,
die naar 't schijnt, door Chineesche ambtenaren zijn
betaald geworden. De Engelsche regeering dringt
aan op ernstige bestraffing, en wil tevens dat de be
palingen van het tractaat van Tsien-Tsin in extenso
in het officieële dagblad van Peking zullen worden
opgenomen. De Engelsche regeering heeft reeds een
ultimatum aau de Chineesche gezonden, en een ter
mijn van slechts een paar weken gesteld om daarop
te antwoorden. Indien voor den 13den aau de grieven
der Engelsche regeering geen recht is gedaan, is de
heer Wade vast besloten naar Engeland terug te gaan.
Middelerwijl heeft de admiraliteit stipte bevelen gegeven
om het Engelsche eskader in de Chineesche zeeën te
versterken.
Wij vermoeden, dat China wel zal toegeven, en
niet veel lust zal gevoelen om zijne havens geblok
keerd te zien. De dood van den heer Margary is
voor Engeland een groot verlies. Hij had zich naar
China begeven aan het hoofd eener expeditie lot uit
breiding van handel en beschaving. De schoonste
toekomst wachtte hem in Engeland, maar daar hij
spoediger carrière wilde maken, begaf hij zich nog
eerst naar het Hemelsche rijk. Doch ongestraft schijnt
men in den wereldvermaarden Chineeschcu muur nog
geen bres te mogen schieten en de ondernemende
man viel nog op zeer jeugdigen leeftijd als het slacht
offer van de dweepzucht van een volk, dat nog steeds
de handelsvrijheid verafschuwt.
Dene marken.
De Minister van Buitenlandsclie Zaken van Dene-
Maar onze schrijver geeft daar niet omintegendeel,
hij is een man van 't monopolie, een vurig voor
stander van de handels-balans, die zoo langen tijd "t
dwaallicht voor industrieelen, handelaars en wetgevers
geweest is en ten deele nog is te dezen dage. Hij
brengt tegen die bedenking in»Dat het te wenschen
was dat men soodanigen Monopoliën in deze Staet
konde oprechten, waerdoor men uyt andere Landen
voor het product en de Gewassen van dit Land, seer
veel geld konde trekken, en d' Ingesetenen claermede
verrycken." Hij erkent overigens dat de verbodsbepaling
vooral ten voordeele kwam van de oogenblikkelijke
houders van den ouden voorraad en van die land
bouwers die een gewas in den grond hadden zitten,
en de bedenking dat de overige landbouwers dan toch
geen nut van de verbetering in de markt konden
trekken, tracht hij af te wijzen met de volgende
wijsgeerige bespiegeling: «Dat het een generaelgeluck
ofte ongeluck van de Fortuyn is, dat den eenen
Koopman sijne Goederen tot een lagen en schadelijcken
prijs verkoopt, en den anderen op 't Fortuyn wach
tende, en sijn reële schade soekende te verhoeden,
een hoogen prijs bedingt. Maer hier komt alleen in
consideratie, of niet de winst aen d' Ingesetenen deser
Landen door den "Vreemdeling betaelt wordt (sic!);
dewijl 't den Souverain niet en kan schelen, wie van
sijne Ingesetenen zodanigen winst komt te genieten
Uit de wederlegging van de bedenking: «Dat seer
veel arbeytsluyden ledigh souden moeten loopen, en
daardoor ten laste van de Kerck komen," schemert
door dat onze schrijver geen voorstander was van ver
eenvoudiging en uitsparing van arbeid. Het blijkt dat
marken, graaf Moltke-Bregentved, is Vrijdagmorgen
aan de gevolgen van een operatie overleden.
Duitschland.
De Duitsclie bladen beginnen nadere bijzonderheden
mee te deelen over de reis des keizers naar Italië.
Het gevolg des keizers, dat schitterend zal zijn, is
aangeschreven om zich in den morgen van den 10
October le Baden-Baden aau te melden; men maakt
daaruit op, dat het vertrek op den avond van dien
dag is bepaald. De reis gaat over Stuttgart, Ulm,
Augsburg, Muuchen, Rosenhain en Kuffstein tot Inns
bruck, waar overnacht wordtmet den Brenner gaat
het den volgenden dag door tot Milaan.
Bij den Bondsraad is ingediend een wetsontwerp
betreffende liet recht van eigendom van voorwerpen
van beeldende kunst, van pkotographieën en van
modellen.
Oostenrijk.
Bij de algemeene beschouwingen over de begrooting
van Buitenlandsclie Zaken, in de zitting van de
commissie der Oostenrijksche Delegatie, is graaf An-
drassy geïnterpelleerd over de zaak der Herzegowina.
De inlichtingen, daaromtrent door hem gegeven, waren
nagenoeg gelijkluidend met die, welke de commissie
der Hongaarsche Delegatie van hem had ontvangen.
Hij voegde er alleen bij, dat de crisis tliaus haar
toppunt had bereikt.
In antwoord op een interpellatie betreffende de
beschikking over Oostenrijks millitaire macht zeide
hij, dat er geen andere bevelen waren gegeven dan
de onvermijdelijk noodige voor de bewaking der grenzen
en de handhaving der neutraliteit. Hij verklaarde,
dat de berichten aangaande versterkingen, die de
opstandelingen uit Servië en Montenegro hadden ont
vangen, overdreven waren. Totnogtoe is in die beide
landen alles gedaan om de bevolkingen terug te houden
vau deelneming aan den opstand. Voorts beloofde
Andrassy binnenkort gewichtige documenten met be
trekking tot de handelspolitiek te zullen indienen.
Hij hield zich overtuigd, dat wanneer alles werd ge
daan wat naar raenschelijke berekening kon gedaan
worden, de algemeene vrede gewaarborgd was. In
antwoord op een vraag, waarin de vrees werd te
kennen gegeven voor een eventueele verandering van
politiek jegens de aangrenzende landen, verklaarde
Andrassy, dat Oostenrijk-Hongarije streeft naar hand
having van den Europeeschen vrede, bevordering eener
vrije ontwikkeling des volks, vooruitgang van handel
en industrie. De grenzen van de werking der Monarchie
naar buiten worden door de Europeesche tractaten
aangewezen.
Spanje.
Het bombardement van San Sebastian is Donderdag
avond weder begonnen. Een twaalftal personen zijn
gek west en een gedood. De Carlisten richten nieuwe
batterijen opde ongerustheid is algemeen, daar geen
hulp is te krijgen. De poststoomboot beeft geen enkelen
reiziger naar San Sebastian meegenomen.
Weinigen onzer tijdgenooten zijn nog bij hun leven
zoo verschillend beoordeeld als de Duitsche Rijks
kanselier Otto Prins von Bismarck. Door millioenen
wordt hij geëerd, schier vergood als de grootste
sommige landbouwers om productie-kosten uit te
winnen minder druk lieten wieden en ook den ploeg
gebruikten om de mee te dekken in plaats van dit
met de spade te laten doen. Dit keurt onze schrijver
af behalve om de schadelijkheid, ook omdat hij paar-
den-arbeid minder acht dan handen-arbeid, met 't oog
op 't belang van de arbeiders.
Een andere bedenking was dat de mee-nering wel
eens naar andere landen zou kunnen verloopen door
onze verbodsbepalingen. Neen, zegt Schrijver, daarvoor
geen vrees; want «sulcks is bespottelijck
1°. Omdat de kiemen geen Transport en lijden,
zoo ten aensien van haere teederheyd, als de
prohibitive Wet van den Souverain op swave
poenen.
2°. Dat bij ervarenheyt ondervonden is, dat andere
Landen tot die cultuur onbequaem zijn.
3°. Dat d' Arbeyders die handeling niet en ver-
staen. (N.B.)
4°. En laestelijck dat om een Jaer stilstaen geen
menschen in andere Landen zoo kostelijcke
Capitalen als de Meestoven zijn, souden gaen
bouwen, sonder dewelcke dat Gewas niet gereet
kan worden."
Zooveel punten, zooveel economische ketterijen.
Wat zou de schrijver vreemd opgezien hebben als
iemand hem had voorspeld dat Provence en Napels
zulke geduchte concurrenten zouden worden. Hoe
zou hij geheel en al verbaasd en verslagen zijn ge
worden als men hem eens had kunnen profeteeren
dat er een tijd zou komen dat de kostbaarheid van
de meekrap-verf de scheikundigen op 't idee zou brengen
staatsman dien Duitschland ooit voortbracht, als de
man die Pruisen tot het toppunt van staatkundige
grootheid opvoerde en als de voornaamste stichter
van Dnitschlands eenheid.
Door niet weinigen ook wordt hij nog steeds ver
oordeeld, ja gevloek! als een kerkvervolger, een staten -
roover, ja wat niet al. Velen die hem vroeger hebben
miskend, zijn na zijn wonderbaarlijk succes warme
vereerders van hem geworden.
Zeker is het dat Otto von Bismarck zich de onster
felijkheid verzekerd heeft.
Nu is het klaar dat de figuur van den grooten
man voor de Duitschers in de eerste plaats en ongelijk
veel meer dan voor ons belangwekkend is. Maar 't is
toch niet te ontkennen dat voor allen die belangstellen
in nauwkeurige bekendheid met de hoofdpersonen in
de groote gebeurtenissen die zij beleven, een uitvoerige,
boeiend geschreven levensgeschiedenis van den beroemden
Rijks-kanselier allerbelangrijkst moet geacht worden.
Daarom begroeten wij met ingenomenheid de Neder -
landsclie vertaling van de schoone biografie vau von
Bismarck door Eedor van Koppen, welke vertaling
wij te danken hebben aan de bekwame hand van
Dr. G. J. Dozy, en den ondernemingsgeest van de
firma Blomhert en Timmerman te Nijmegen.
Met veel genoegen hebben wij kennis gemaakt met
de le aflevering van //Otto von Bismarck, door F.
von Koppen, bewerkt door dr. G. J. Dozy."
Uit het prospectus blijkt dat het werk zal bestaan
uit 16 a 17 afleveringen van 3 vel elk, en versierd
worden met ongeveer 200 houtsneden van Hermann
Lüders en Ludvvig Burger.
Dat het boek van Koppen een vrij geprononceerde
Pruisische kleur heeft, mag den lezer niet verwonderen
Reeds in de inleiding komt liet standpunt van den
schrijver helder uit, 't geen we in hem prijzen. Hij
schetst den treurigen staat van het Oude Duitsche
Rijk onder de ITabsburgers, de aanleiding tot Pruisens
voortdurend aangroeiende macht onderde Hohenzollerns,
de verjonging na 1813 en eindelijk de verwezenlijking
der Duitsche eenheid door het politieke genie van
den man die de held van zijn boek is.
Dan volgt een blik op de geschiedenis van het
geslacht Bismarck en van een zeer geestig geschreven
schets van Bismarcks jeugd.
Met belangstelling zien wij 't vervolg van dit boek
te gemoet.
Ook de uitvoering is .zeer fraai, zoodat wij den
uitgevers veel succes met liun onderneming toewenschen.
Kerk- en SchoolnietiAvs.
De reactie van 't liberale element in de Nederl.
Herv. Gem. te Amsterdam gaat zich meer eu meer
doen gelden. Vrijdag is een druk bezochte vergadering
gehouden door de leden van de vereeniging //De
Stembus", waarin nadrukkelijk werd geprotesteerd
tegen het tegenwoordige kerkelijk beheer te Amsterdam.
De heer B. A. van Doorn was Voorzitter der meeting
en door de lieeren M. I. A. Moltzer en d. d. Steen
bergen en Pantekoek werd het woord gevoerd.
Beroepen te Domburg ds; H. Y. Ynzonides te
Oudega.
Benoemd tot lioofdonderw. te Middelburg de lieer
P. G. de Jager, hulponderw. aldaar.
om surrogaten voor de dure kleurstof te zoeken en
ook te vinden, in het anthraciet en in de koolteer?
Hoe zou hij gerild hebben bij 't denkboeld dat die
geduchte concurrenten op 't laatst der negentiende
eeuw de geheele meekrapteelt, trots alle Souveraine
voorschriften en bepalingen, ernstig met een totalen
ondergang zouden bedreigen
Natuurlijk roert onze schrijver ook de vraag aan,
wat de landbouwers dan met het land moesten doen
waar zij nu geen kiemen in mochten zetten. Hij merkt
op «Dat de Landerijen bequaem zijn, om Somer-Koorn
daerln voor een Jaer te kunnen teelen; waerdoor zij
in alle geval noch een Schaaf kunnen hebben, en in
effecte geen schade te lijden."
Curieus is 't hoe hij in de uitwerking van 't verbod
alle mogelijke heil ziet, ook voor 't vervolg. Terwijl
de minderheid van meening was dat men maar op
betere tijden moest hopen, bepaaldelijk op den terug
keer van den vrede, die ook kwam in 1697, al
was't maar voor een wijle, verwachtte onze
schrijver dat de kunstmatig door 't verbod opgedreven
prijzen zich wel zouden staande houden en bouwde
hij daarop allerlei schoone vooruitzichten, zoo voor
den landbouwer en koopman als voor den grondeige
naar. Tot mijn teleurstelling zoek ik te vergeefs
naar opgaven van de marktprijzen der meekrap in de
jaren die na 1690 gevolgd zijn. Met deze voor zich
zou men kunnen nagaan hoe 't met de verwachtingen
van onzen monopolist uitgekomen is en of de latere
verbetering in dc markt het gevolg van 't verbod van
1690 dan wel van andere oorzaken geweest is.
WERTHE R.