ZIERIKZËESCHE E0Ü1AIVT voor liet irrondis- a&a. sement Zierifaee. 1875. No. 69. Zaterdag 4 September, 78ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Soevereiniteit. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden/ 1Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke noinmers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTEN TI EN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken,'de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. LAKENMAN. i. Opmerkelijk is 't hoe geweldig de Standaard zich sinds eenigen tijd roert. Een onzer groote bladen zeide dezer dagen „de Standaard agiteert tegenwoordig ondanks de stilte van den komkom mertijd". Dit zegt evenwel niet genoeg; de Standaard heeft nooit iets anders gedaan dan agiteeren en dus is 't niets bijzonders dat hij 't nog doet. Trouwens wij kunnen ons dat blad, het orgaan dergenen wier voeten liefelijk moesten zijn omdat hun roeping is den vrede te verkon digen, wel niet anders denken als de agitatie in persoon, want de geschiedenis van dat blad tot op dezen dag geeft daartoe als van zelf aanleiding. Als de Standaard een bode des vredes wierd, 't zon haast een ommekeer zijn als die van Asmodée of omgekeerd. En dat de Standaard agiteert nemen wij hem niet kwalijk integendeel als hij van stille, vreedzame ver broedering ging spreken zouden we hem niet meer vertrouwen. Maar vooral sinds 8 Juni en nu crescendo sinds 't jongste Kamerzittinkje is de Standaard geducht in de weer; 't is of een groote beroering ganseh zeer in zjn pen is gevaren, zoodat die pen daardoor haast de transfiguratie in een zwaard ondergaan heeft. Op godgeleerd gebied, in zijn Zondagsblad, zakt hij al dieper en dieper in mysticisme, onklaarheid en onbevattelijkheidop politiek gebied, in zijn dagelijksehe editie, neemt de hittigheid van zjn krijgslust steeds toe. Hij nu die zich opwindt, loopt gevaar dat zijn veer springt, dat hj ziek overwerkt en uitput, zoodat hij machteloos in elkaar zakt als een blaas die plat wordt. Zoo, voorzien wij, zal 't gaan met 't politiek drijven van den Standaarddoor zichzelf te willen overtreffen, zal de blaas barsten of lek worden't effect daarvan is hetzelfde. Het Zondagsblad met zjn ongegistekoekige mystiek zullen we thans laten rusten en liever eens een kijkje nemen in een der jongste arti kels van den door de weekseheu Standaard. We vonden daarin dezer dagen een hoofdartikel getiteld„Partj-Souvereiniteit", dat verdient eens van nabij beschouwd en onderhanden ge nomen te worden. Het stuk is een nieuwe variatie op 't oude themasla dood de liberale partijHet tracht te betoogen dat het land gevaar loopt onder de souvereiniteit der liberale partij te komen. In engeren zin ziet de Standaard die dreigende partij-souvereiniteit belichaamd in de liberale meerderheid der Tweede Kamer. Hoort wat 't orakel zegt: „Naast de souvereiniteit des Ilonings en des volks dringt zich thans de partij-souvereiniteit in, d. i. een stelsel waardoor de beschikking over het gezag, waar ook in naam berustend, feitelijk in handen is van de liberalistische (sic partij. „Zj wordt gaandeweg meester in alle gekozen colleges. „Zj is het reeds in de overgroote meerder heid der Gemeeteraden,dei' Provinciale Staten, der Gedeputeerde Staten en der Eerste Kamer en staat het al meer in de Tweede Kamer te worden". In 't voorbijgaan doen wij opmerken dat de St. vrij wat respect heeft voor de breede takken waarin de liberale partj zich over 't land uit breidt. Vervolgens is dc hoofdinhoud van het geheele stuk een schets van 't beeld der liberale partj niet als een staatspartij, die b. v. minstens evenveel recht van bestaan in het land heeft als de anti-revolutionaire, maar als een monster, dat uit wie weet welk vreemd gewest hier heen is gekomen om zich als een briesende leeuw op dat arme Standaard-volkje te werpen, den koning te onttronen, ja wie weet wat al gru welen meer uit te voeren. Laat de Standaard ondertussehen razen en schelden, we zullen hem hierop niet antwoorden. Slechts op één punt willen we hem een bal terugkaatsen. „Zóóver zijn we reeds dat het kouinklijk initiatief der wetgeving nog onlangs openljk bedreigd werd." Blijkbaar zinspeelt lij hier op 't gebeurde met ti'é ontwerp-spoorvveg- wetten. Maar ten eersteu wordt in de Grondwet volstrekt niet het initiatief van wetgeving uit sluitend aan de kroon toebedeeld, 't geen de Standaard zeer wel weet; hij kent immers de art. 69, 104, en 110 der Grondw. wel? Enten anderen is hij de geruchtmakende geschiedenis vergeteo van de tour de force door het Ka merlid Kuyper beproefd om een arbeiders-wet boek te provooeeren. De groote grieve echter, die wij tegen het artikel „Partj-Souvereiniteit" hebben, is het schromelijk misbruik dat daarin gemaakt wordt van de wetensohappeljke termen en de karak terloosheid die maar al te zeer aan 't licht komt omdat de St. wel met 't begrip souvereiniteit schermt, maar zich wel wacht zjn eigen op vatting van dat begrip uit te spreken. Hier door is 't geheele artikel wel wetenschappelijk van nul en geenerwaarde, maar blijkbaar be stemd om als boeman voor de minder scherp oordeelende lezers dienst te doen. Reeds de uitdrukking „naast de souvereini teit des Konings en des volks dringt zich thans de partij-souvereiniteit"is wetenschappelijk beschouwd onzin. Of zjn er thans reeds twee souvereiniteiten De St. moest om logisch te redeneeren en 't is bekend hoe tuk het blad anders is op de uitwendige vormen aan logische redeneeringen zjn eigen opvatting' van 't- begrip souvereiniteit te lezen geven. Hij vermijdt dit. Dit is ver dacht. Wel stelt hij achtervolgens in een paar stellingen, die we nil niet willen ontleden, de beide vormendroit divin en volks-souvereiniteit neder; maar bij kiest daartusschen geen partij. En dit moest hij toch. Of kunnen de twee be ginselen beide tegeljk juist ziju? Of gunt de Standaard ook 't recht van bestaan aan de opvatting die de zjne niet is? In't eerste geval mag de strijd tusschen de beide souvereini teiten niet anders als natuurljk, goed gezond en heilzaam heeten en zou zelfs 't opkomen van nog een derde aan dien strjd weder nieuwe verrassende afwisselingen, kunnen geven of den strijd beslechten. In het tweede geval echter, waarom dan die hardheid tegen, die barre ver denking van de partj, die niet is die des Standaards. Slot volgt. Binnenland. ZIERIKZEE, 3 September 1875. Zierikzee, 3 Sept. De groote krijgsoefeningen onzer troepen zijn dit jaar wel wat al te ernstig geweest. Pas was 't bericht van de gevolgen der geforceerde marsehen naar de Peel uit 's Hertogenbosch en Maastricht bekend, of daar kwam de tijding dat een soldaat van 5t Haarlemsche garnizoen in de Bloe- mendaalsche duinen was doodgeschoten, en nu heeft er weder zulk een geval plaats gehad bij Deventer. Een tamboer is aan de zijde van zijn bataljonschef doodgeschoten op 40 pas afstands van de vurende tegenpartij. In aanmerking nemende de verzekering dat van al de manschappen vooraf de tasscheu en pa tronen waren nagezien, moet men hier wel aan op- zeLtelijken moord denken. Hoe zal men evenwel den schuldige outdekken? In de zitting van Woensdag, der Eerste Kamer, heeft de heer Coenen den Min. van Binu. Zakeu geïnter pelleerd over de bekende circulaire aan de burge meesters. De interpellatie van den heer Coenen had plaats in de zitting van Woensdag. Zij was slapjes en raakte het beginsel niet. De heer Coenen merkte alleen op hoe in 't district Zutfen sommige rijks-veldwachters de verwaandheid zoover hadden gedreven dat zij hadden onderzocht of burgemeesters ook stroobiljetten hadden verspreid; een van die sabelmannen zou gezegd hebben; //hij zou dè burgemeesters wel snappen". De meeste Sprekers gaven den Minister gelijk met zijn circulaire. Eén enkele Spreker roerde even de vraag aan of ook den geestelijken niet verboden diende te worden op de verkiezingen te werken. De Min. antwoordde dat hem niets bekend was van die veldwachters; hij zou laten onderzoeken en ccisu quo aftreden. Vissingen, 30 Aug. Een der drie tamboers hoofd schuldige - van wie onlangs gewag werd gemaakt, is door den krijgsraad veroordeeld tot twee jaar cellulaire gevangenisstraf en in de kosten ter zake van1. diefstal, 2. poging tot diefstal, 3. oplichting, 4. poging tot oplichting, 5. valschheid in geschrifte en het des- bewust daarvan gebruik maken, 6. het maken van valsche handtekening en 7. misbruik van vertrouwen. De twee andere zijn beide wegens medeplichtigheid aan bovengenoemde misdrijven veroordeeld tot 18 maanden cellulaire gevangenisstraf en allen vervallen verklaard van den militairen stand. Er zijn wellicht hun jeugd verschoonende omstandigheden in aanmerking genomen. Vlissjngen, 2 Sept. Blijkens bekendmaking in Engelsche bladen en aanplakbiljetten hebben Messrs Thos. Cook Son te Londen etc., op verzoek van aanzienlijke Engelschen georganiseerd A Special first class excursion via Sheerness en Vlissingen naar Rotterdam, den Haag Scheveningen, Amsterdam en elders. Te dien einde zullen te Sheerness en Londen retour- kaarten worden afgegeven, geldig voor 6 dagen, tegen den betrekkelijk matigen prijs van 5 pond (ƒ60 Ned. ct.), waarvan behalve vrijen overtocht, consumtie en logies aan boord, vrij logies aan de deelnemers zal verstrekt worden in het Nieuw bad-hotel te Rotterdam,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 1