ZIERIKZEESCHE COURANT voor liet arrondis- seinen! ZieriKzee. 1875. No. 67. Zaterdag 28 Augustus, 78ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD GASTVRIJHEID EN POLITIEK. in. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG- avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1 Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKJEpIAN. (Slot). Er is geen ander middel om zoowel 't feit van de zwarte invasie aan onze Oostelijke grenzen als zooveel andere onrustbarende en voor 't vaderlandsebe, vrijzinnige en vrijheids lievende gemoed onaangename verschijnselen, te neutraliseeren en den toestand te blijven beheerschen dan de zedelijke kracht van de natie. Die zedelijke kracht schuilt niet in de massa; zij schuilt in die kern der natie wier mannelijk karakter, en wier liefde voor vrijheid, waarheid, recht en vooruitgang is gestaald en gelouterd gedurende meer dan drie eeuwen en wier deugden als 't wave erfelijke kenmerken van 't ras zijn geworden. Niet in de massa zit de kracht. Wanneer er geredeneerd wordt ongeveer aldus: liet a-Katholieke Nederland staat tot het Katholieke deel als 3 2, ergo, er is geen nood, want de meerderheid is aan onze zijdeof vaii den anderen kantwij staan in Nederland als 2 tot 3, derhalve wordt het meer en meer tijd ons te doen gelden, dan zijn beide deze redeneeringen zoo valsch mogelijk. Het zijn volstrekt niet in de eerste plaats de cijfers die beslissen, zij stellen niet gerust, maar zij verontrusten op zich zelf ook niet. Bovendien berust al dat gehaspel met die nietszeggende getallen enkel op een verkeerde toepassing van de volks souvereiniteit, die reeds daarom niets beteekent dat het plebiscit bij ons gelukkig nog niet is erkend, noch aange nomen. Er moet ook niet vergeten worden dat genoemde becijfering valsch is omdat niet alle zielen van de 1,200,000 Katholieken ul- tramontaansch zijn; Katholiek en ultramontaan is twee. Merkwaardig is zelfs het feit dat het ultvamontanisme altoos het viuuigst bestreden is en nog steeds bestreden wordt in Katholieke landen. Al schelden de ultramontanen bij preferentie op de vrijmetselaars omdat ze wel weten dat daaronder mannen zijn die hen durven staan, toch vonden zij hun hevigste vijanden juist in Katholieken. De vervolgingen tegen hen, waarvau wij in ons vorig stuk spraken, hadden juist iu Katholieke landen plaats, in Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Beiereu, en het was immers een onfeilbare paus die de geheele Jesuïten-orde ophief'? Al wordt er dus van de zwarte partijzoowel als van de oud-calvinistische partij, behendig gespeculeerd op een soort van plebiscit; al wordt van dien kant, ofschoon tegen beter weten in, de leer gepredikt dat het recht bestaat iu de uitspraak of den wil van de helft plus één, hierdoor mag de natie zich niet laten ver schalken. De ware vrienden der vrijheid en de meest wijze staatsmannen hebben die onzinnige leer ook nooit erkend. Neen, de zedelijke kracht der natie ligt niet in cijfers en niet in het vox populi vox dei zooals de vijanden van dat beginsel arglistig vertellen om er gebruik van te maken te hunnen bate. Maar die kracht ligt veel meer in de fermiteit en wakkerheid van hen die krachtens hun verstandelijke en moreele meerderheid zich als van zelf 't recht zien toebedeeld om meê te praten en op den loop der zaken eenigen invloed uit te oefenen. Het is die moreel en intellectueel degelijke kern der natie die de waardigheid, de eer, de onafhankelijkheid der natie moet en kan op houden. Die kern kent b.v. Neeilands verleden en weet wat ons voorgeslacht van de leerlingen van Loyola geleden heeft en zij zal en moet waken tegen het gevaar dat zich te eenigertijd de treurspelen cn drama's onzer 16e eeuw zouden kunnen herhalen. Aan onze klein-Span- jaarden kan men 't eigenlijk niet kwalijk nemen dat zij ons verleden niet kennen of 't verkeerd leeren beoordeelen zoodat zij Willem van Oranje leeren haten en Alva en Philips II leeren vergoden. Zij leeren niet anders en zij weten niet beter. Aan onze waarlijk nationale volks- keru is 't te wijten dat zulke betreurenswaardige bedriegerij en misleiding der massa is mogelijk gemaakt en wordt geduld. De edele kern onzer natie is er verantwoordelijk voor als onze grondwet een dekmantel wordt voor slapheid, beginselloosheid eu karakterloosheid, als ons volksonderwijs kan omgekeerd worden en mis vormd tot een wapen tegen diezelfde volks ontwikkeling en volkswelvaart waaraan het bevorderlijk zijn moet. Aan onze moreele eu intellectueele keur der burgerij zal 't geweten moeten worden als onze grondwettige verdraagzaamheid ontaardt in slap heid, inertie, slaperigheid en dommeligheid waarvan door de tegenpartij, den iu- en uitwen- digen vijand, misbruik kan worden gemaakt want het is de roeping en de plicht van de besten der natie om de met zooveel opoffering door achtervolgende geslachten gewonnen en bewaarde edele kleinooden te bewaren. De zedelijke kracht der natie moet baar doen waken eu de gevaren doen opmerken, die er dreigen. Niet de ingebeelde, maai de wezenlijke. Niet de gevaren waarmede De Tijd, Het Huisgezin en consorten schermen, maar die welke deze en dergelijke organen dei- volksmisleiding behendiglijk verbergen voor de oogen der natie. De zwarte zoom bedreigt ons niet met een oorlog van Duitschland tegen ons, evenmin als zij dit België doet. In de zwarte zoom zelf zit 't gevaar. Niet de Pruis is 't die op ons of op België loert, het is de ultramontaan. Om de aandacht af te leiden, en ook al om in troebel water te visschen, kweeken Tijd en consorten Pruisen-vrees en Pruisen-haat. Men zie o. a. 't geen er, zeer behendig, gesponnen wordt uit de malle praatjes door de Germania en de Monde verteld omtrent een samenkomst van onzen koning met dien der Belgen, ten einde te bespreken de houding van Nederland en België tegenover Daitsehland. Dergelijke verzinselen komen uit ultramon- taansche hersens en de natie zal wel doen dit niet uit het oog te verliezen. Vroeger heeft onze nationale vrijheid en onafhankelijkheid meestal krijgsgevaar geloopen thans is 't gevaar van anderen aard en schuilt het binnen onze landpalen zelf. En onze zwakke plaatsen die noodwendig versterking vereiscken, zijn veel minder onze water- en vuurliniën, als veel meer onze kwalijk passende slaperigheid, zoetsappigheid eu ons gebrek, aan waarachtig nationaal Nederlandsch gevoel, Het ultramontanisme woekert al langzamerhand voort iu ons land, en onderwijl zit een deel onzer natie, vol zoogenoemde godsdienstigen ernst en bekommering naar den donkeren Dordschen hemel te turen, en een ander deel is slap en traag of uit kwalijk toegepaste be leefdheid en goedigheid hoogst onvoorzichtig tegenover een dreigend gevaar, en wederom een deel is uit zedelijke zwakheid veel te toe gefelijk tegenover een macht waarvan men de strekking maar al te goed kon kennen als men wilde. De zedelijke kracht der natie moet haai baai- rechten, haar waardigheid, haar bestaan doen handhaven. Kan dit door wetten geschie den 't Is een gevaarlijk pessimisme dit geheel te ontkennen. In alle geval dienen de bestaande uit onze historische ontwikkeling voortgevloeide wetten te worden g-ehaudhaafd en desnoods moet er niet tegenop gezien worden nieuwe wetten te provoeeeren die vaster waarborgen opleveren dan de bestaande. Wij hebben gelukkig te wijzen op sommige versckijuselen die eenig- vertrouwen kunnen inboezemen. „Volksonderwijs" is er zoo een. 't Manifest van Mr. de Kanter is er ook een. „Volksonderwijs" protesteert tegen de richting- die den domper op de kaars wil zettendat het blijve getuigen en hoe krachtiger hoe liever Mannen als de Kantel- vindiceeren de grond wettige rechten van den staatsburger tegenover een wetsuitlegging die uit zwakheid den een zou laten zeggen wat hij wilde omdat hij een bisschop is en den ander het zwijgen zon opleggen omdat hij staatsbeambte is, die dus de strijders voor de onafhankelijkheid van den staat in 't ongelijk zou stellen tegenover de strijders voor de macht die over de bergen thuis behoort, r) De zedelijke kracht der natie moet verder den Staat behoeden voor de gevaren die kannen voortspruiten uit een ontaarding of glad ver keerde toepassing van 't beginsel der scheiding van kerk en staat. Wie is er die niet ziet hoe de eene regeering na de andere, sinds 1867 vooral, veel meer blijken heeft gegeven van zekere angstvallige consideratie, van zekere laakbare zwakheid tegenover de verschillende divisiën dan dat ding dat zich de kerk noemt, in plaats van een gepaste en wezenlijk noodige flinkheid en zedelijke kracht te ontwikkelen tegenover, of liever boven die kerk Dat is niet een gezonde toepassing van 't beginsel der scheiding- tusselien kerk en staat; dat is een voor het geheele bestaan van den Staat zeer gevaarlijke zwakheid. Blijkt liet dat onze wet op de kerkgenootschappen niet meer beantwoordt aan haar doei, dat zij dan worde herzien, dat zij niet gelegd worde onder 't ontleedmes der sofistery. Kan onze grondwet niet meer gezegd worden onze nationale vrijheid 1) Het Gor. Weekbl. deelt mede dat in de Prov. N. Brabant de bekende circulaire van den Min. Heemskerk niet aan de Burgemeesters is medegedeeld.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 1