schenvrees en in een valsch begrip van fatsoen.
Met clat fatsoen wordt al wonderlijk geschermd,
onder dat vaaudel al heel wat vooruitgang
tegengehouden, in dien naam veel kwaads ge
daan en veel goeds nagelaten. Aan de voeten
van het altaar van god fatsoen legt er zoo
menigeen, ook zoo menig vrijziunige, zijne
consciëntie neder. Ook anderen dan menschen-
dienaars en aanbidders van het fatsoen zullen
gewichtige grieven hebben tegen de houding
van hetEngelsche parlementslid in deze, ofschoon
zij even sterk als hij de handeliugen afkeuren
van hen, die door hem werden gegeeseld. Ik
bedoel de zoodanigen, gelijk men er in grooteu
getale vindt in onze tegenwoordige maatschappij,
die uit louter verdraagzaamheid en zucht naar
neutraliteit, zich voor niets of niemand ter
wereld warm maken. Hun bloed schijnt water
of hoogstens karnemelkiemand die warm en
vurig bloed heeft, en blijken daarvan geeft, is
hun een raadsel, een aanstoot of een voorwerp
van spot.
En toch zal er iets goeds geboren worden
uit al de gistende elementen in onze tegen
woordige maatschappij, dan hebben wij naast
de koele praters, naast de kalme verstands-
menschen, vooral naast de talloos vele koude
egoïsteD, behoefte aan velen, tot wie nu en
dan bet verwijt wordt gericht, dat zij in hei
lige drift handelden.f
BINNENLAND.
ZIERIKZEE, 2 7 Juli 1 8 7 5.
Zierikzee. Wij vestigen er de aandacht van onze
lezers op, dat toegangkaarten en programma's voor
het XlVe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres,
te houden te Maastricht van 2426 Augustus, voor
Zierikzee verkrijgbaar zijn gesteld pij den Boekhan
delaar S. Ochtman Jz.
Men schrijft uit Znid-Beveland, d.d. 24 Juli 1875:
Gisteren werd te 's Gravenpolder de veertigste
algemeene vergadering gehouden der Zuid-Bevelandsche
Onderwijzers-vereeniging onder voorzitterschap van den
Heer Schoolopziener mr. J. H. de Laat de Kan ter.
Na eenige verslagen aangehoord te hebben, werd
de vergadering vergast op een schoone voorlezing van
den Heer Moojen, hoofdondenv. te Kloetinge, ten
onderwerp hebbende de beoefening der letterkunde.
Spreker trachtte zijne hoorders te overreden zich niet
slechts te bepalen tot de lectuur van dagbladen en
tijdschriften, zooals thans door de meesten geschiedt,
maar zich eenige goede schrijvers en dichters tot ge
zette studie te kiezen, b. v. Hooft, Bilderdijk, Vondel,
Mevr. Bosboom-Toussaint, enz. Het gesprokene gaf
blijk van zeer veel belezenheid en werd met het grootste
genoegen aangehoord.
Na de pauze moest er, onder andere werkzaamheden,
nog een wedstrijd plaats hebben in 't spreken voor
de vuist, adoor Hulponderw. met acte als Hoofd
onderw. b. door Hulponderw. met acte als zoodanig.
Voor a. meldde zich niemand aan, voor b. slechts
één mededinger, de Heer Hubregtse, Hulponderw. te
Goes, die ruim 10 minuten voor de vuist sprak over
karakter en leefwijze der Nederlanders, in verband
met ligging, bodem en luchtgesteldheid. Naar steller
van ter zijde vernomen heeft, is den Heer Hubregtse
de eerste prijs toegewezen en waarlijk, zijne voordracht
was niet onverdienstelijk en hij is de eerste ijsbreker
op dit gebied, ten minste wat dit district betreft.
Nadat nog een paar verslagen der Com missiën ter
beoordeeling van schoolwerkjes over aardrijkskunde
eu rekenkunde waren voorgelezen, werd als bespreking-
gesteld zijn de gezelschappen in den tegenwoordigen
tijd nog nuttig en noodig, zoo ja, op welke wijze
moeten deze zijn ingericht, om die vraag bevestigend
te kunnen beantwoorden Na eenige discusieën daar
over en na behandeling van nog een paar voorstellen
werd de vergadering, die van tijd tot tijd was opge
luisterd door schoone zangstukken onder leiding van
den Heer Witte, IToofdonderw. te Goes, door de Voor
zitter gesloten.
Er werd echter medegedeeld dat het diner te 5 ure
zou aanvangen en dat de Heer Burgemeester Lenshoek
van Zwake intusschen met veel genoegen de heeren
op zijne buitenplaats zou ontvangen. Allen hebben
aan die vereerende uituoodiging beantwoord.
Geruimen tijd heeft de vergadering zich op het
schoone buitengoed van den heer L. v. Z. opgehouden
en met veel genoegen gebruik gemaakt van den heer
lijken Rijnwijn, zoo ruimschoots door Z.W.E.A. zijnen
gasten aangeboden. Waar de grooten der aarde voor
gaan in de waardeering der onderwijzers, daar is
vooruitgang, daar gaat het onderwijs een betere toe
komst te gemoet.
De heer Zaaijer had, als naar gewoonte, voor een
overvloedig diner gezorgd en na afloop daarvan werd
er nogmaals een wandeling gedaan en vereenigden
zich eindelijk bijna allen aan het dessert, waar op
herhaalden aandrang ook de Heer Burgemeester Lens
hoek van Zwake als gast was verschenen. De eene
toast wisselde aldaar de andere af en toen men te
middernacht scheidde, was het niet dan noode.
Zoo'n dag doet den onderwijzer goed en vooral,
waar autoriteiten toonen zijn werk op prijs te slellen,
vooral, waar zulk een zoo humaan Voorzitter, zulk
een vriend der onderwijzers als dc Heer Schoolopz.
mr. J. II. de Laat de Kan ter, de discussion leidt.
Men meldt ons als eene curiositeit
Bij de stemming voor 3 leden van den Gemeente
raad te Hoedekenskerke op 20 juli jl. was ééne stem
uitgebracht op
Jan OliekoekOpperkatknuppelaar en Beschermheer
van het Musschengilde.
De N. A. Ct. meldt, 'dat Woensdag middag te
Arnhem een soldaat der infanterie, op wacht staande
bij het arlillcnepark, een daar voorbijgaanden artillerist
heeft doodgeschotende getroffene is naar de garni-
zoens-infirmerie gebracht, terwijl de dader in arrest
genomen is. Het gerucht schrijft dit ongeluk aan het ver
keerd opvatten of streng handhaven van het consigne toe.
Breda, 24 Juli. Gisteren avond om half twaalf
uur meende men hier algemeen dat de brandklok
werd geklept, waardoor in een oogeublik een groot
aantal menschen op de been was. Enkelen, die zich
op straat bevonden, hadden bovendien den torenwachter
om hulp hooren roepen. Doordat spoedig een paar
nachtwakers naar dat gedeelte van den toren werd
gezonden, waar de torenwachter verblijf houdt, vernam
men spoedig de oorzaak van een en ander. Het to
renuurwerk namelijk was, zooals men dat noemt, af-
geioopen, en dit had het gehoorde geklep te weeg
gebracht; dewijl dc torenwachter, niet wetende waaraan
het hierdoor ontstane oorverdoovend geraas moest toe
schrijven, beangst was geworden en om hulp had ge
roepen.
De onweersbuien die nu al sinds eenige dagen over
ons land drijven, veroorzaken, zooals uit verschillende
berichten blijkt, hier en daar schade en ongelukken.
Dc regenmassa, op verschillende plaatsen gevallen, is
enorm groot. Ook bij onze Zuidelijke naburen hebben
de onweersbuien gewoed; de Autwerpsche bladen be
vatten beschrijvingen van het gebeurde op Zondag 18
Juli jl., toen een geweldige bui met ongekende hevig
heid twee uren lang boven die stad woedde. Het on-
weder kwam zoo onverwacht opzetten, dat duizenden
wandelaars er door verrast werden; zij vluchtten in
alle richtingen, in koffiehuizen en woningen van par
ticulieren, in rijtuigen en onder wagens, onder booraen,
onder zeildoeken enz., maar niettemin is aan de toi
letten voor duizenden francs schade toegebracht. Er
.waren juffrouwen, die niet meer kennelijk waren; de
kleuren van de bloemen en linten van hare hoeden
en mutsen, door den regen bedorven, druipten over
haar aangezicht; er waren er wier aangezichten groen,
geel, andere rood en zwart geschilderd waren. In
een der kerken stond eene processie gereed om uit te
gaan. De kerk was stampvol, toen eensklaps eenige
steenen van den toren op een glazen dak vielen en
veel gekletter veroorzaakten. Het tooneel dat nu volgde,
wordt door het Ilbl. v. Antw. als volgt verhaald:
//De menigte, reeds erg verschrikt, werd dit nog meer,
toen eenige seconden later een hevige donderslag de
kerk op hare grondvesten deed trillen. Men hoorde
een kreet, door het een of ander kind geuit en on-
middelijk onstond er eene verschrikkelijke verwarring.
De menigte poogde in allerijl uit de kerk te vluchten
men schreeuwde: //de kerk valt in! de kerk brandt
enz. Het volk kwam in massa de gaanderij afgestormd,
terwijl men o. a. stoelen en offerblokken omverwierp,
om inaar spoedig op de open straat te zijniedereen
was diep aangedaan van schrik en angst; eenige vrouwen
vielen in onmacht; frakken en andere kleedingstukken
scheurden in het gedrang. Gelukkig zijn er geene
erge ongelukken te betreurenallen zijn er met den
schrik afgekomen. Verschillende personen in en nabij
de stad zijn door den bliksem gedood. In den omtrek
en tusschen Antwerpen en Brussel, waar de donder
ook hevig woedde, zijn op een aantal plaatsen branden
ontstaan."
Men BEDRIEGT Het PUBLIEK
door hen een aard preparaat voor echt te
verkoopen, hetwelk men met den naam van
Quina JLapoche bestempelt. Om dit bedrog
te vermijden eische men de hiernevenstaande
handteekening
Liaroche op (c)
den blaauwen -> V
bandop de
witte etiheite
op de twee enveloppen en op de brochure.
Men eische insgelijks het 'Glazen maatje
dat zich op den hals der ilesch bevindt.
Mmvaas
BUITENLAND.
F r a n k r ij k.
In de Nationale Vergadering is de beraadslaging
geopend over het vercledingsvoorstel. Pontalis ver
klaarde, dat de Commissie met liet voorstel om den
4 November weder bijeen te komen, zich vereenigd had.
Raoul Duval verdedigde het voorstël, om de zitting
15 Aug. te verdagen en de verkiezingen tegen 17
October uit te schrijven. Hij hield vol, dat het
noodzakelijk is spoedig het volk te raadplegen. Buffet
de voorslag van accomodatie, dat zij daarvan niets
en koude doen voor en de aleer zij daarvan aan de
Heeren Staten hadden gedaan Communicatie.
Is daarop geresolveerd dat de Burgem. Cornells
Anthonisse en de Secr. Eannius dadelijk zullen gaen
na den Hage om met Stads advocaten hierop te ad
viseren eu zoo bij ZEx. als tHof en elders daarinne
alles te doen wes men tot Stads dienste zal bevinden
te hooren.
28 Juni 1634.
Rapport gedaan bij de Burgem. Corn. Anthonisse
en de Secr. Eannius van hare gebesogneerde in den
Hage, namentl. dat zij ZEx. mitsgnngs de Heer
president en vele van de Raetsheeren van tHof van
Holland hebben gecommuniceerd de brief van de ge-
commiteerde Raden van Zeeland, en dat na vele
intervallen hen bejegent, eindelijk bij ZEx. de Heer
President en Raden van tHof mitsgaders de Stads
advocaat was goedgevonden datter een ende niet meer
uit deze vergadering zoude gecommitteerd worden,
omme voor de Heeren gecommitteerde Raden te ver
schijnen ende te aan hooren wat hare Ed. Mo. zoude
gelieven te zeggen zonder iets anders te doen, ende
dat gehoort wezende ende waart mogelijk acte daar
van becomen zijnde, daarvan Communicatie zoude
worden gedaan aan zijne Hooggeraelde Exc. en tHof
omme daarnaar verder geresolveert te worden als na
beliooren, ende dat mede zijne Hooggemelde Exc.
henlieden medegegeven hadde brieven aan de welge
melde Raden eu aan den Pleer Pensionaris de Witte
waarvan Copie hier is getbont. en voorts van alle
het gepasseerde voleomen openinge gedaan zijnde en
voorts op alles nader gedelibereert wezende is goed
gevonden ende geresolveert dat men volgens 't voor-
zeide advies iemand te fine voorzeid derwaarts op
zenden zal om morgen te vertrekken, en is daartoe
gecommitteert Pieter van Borredamme met de brief
van Credentie, waarvan de minste in de vergadering
voorgelezen is. Zal voorzien.
6 Juli 1634.
Rapport gedaan bij Philips Molevliet van tgene bij
hem volgende de last die hem door Pieter van Borre met
overlevering van behoorlijke brieven van Credentie
van deze vergadering, is gegeven, en is gegaan tot
Middelburg, namentlijk dat hij ingestaan zijnde in
de Raad van Zeeland heeft getoont zijne Credentie en
eenvolgeus. gevraagd wes hare Ed. Mo. geliefden deze
vergadering voor te dragen waarop na verscheide ge
vallen, hem eintelijk is gegeven schriftelijke acte hier
getoond, niet anders inhoudende dat tgeene bij Hare
Ed. Mo. Schrijvens van den' 22 Juni is.gëzeid en
verzogl. en dit gelijk zijnde in deliberatie wert ge
vraagd wes men hierinne verders zal doen is geresol
veert dat de Secr. Pannins zal gaan na den Hage
om ZEx. en de Heer President de voorzeide acte
van den Raad van Zeeland te toonen. omme daarop
te nemen advys als mede van Stads advocaat wes
men verders zal hebben te doen.
12 Juli 1634.
Rapport gedaen bij de Secr. Eannius van zijn ge
besogneerde in den Hage, en gelezen het iteratif
schrijven Ed. Mo. Heeren Gecommiteerde Raden van
Zeeland van dato 10 dezer op gisteren ontvangen be
helzende zoodanig inhoud als het voorig schrijven van
hare Ed. Mo. ende de nadere akte aan Hr. Pilips van
Molevliet medegegeven en dit alles geleit zijnde in
deliberatie is goedgevonden dat men Gedeputeerde zal
zenden na alle de leden van de regeringe van Zeeland
alsmede na de gecommiteerde Raden om de Heeren
openinge te geven van procedure tot noch toe voor
gevallen en aan d ander Contentement zooveel doen
lijk is van tgene zij van deze vergadering zouden
mogen begeren, doch dat men in geender manieren
en zal wijken van onze procedure noch verkregen regte.
en zijn daartoe gecommitteert de Burgem. Corn. An
thonisse eu de Secr. Eannius.
Wordt vervolgd.