ZIERIKZEESCHE COURANT
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1875. No. 53.
Zaterdag 10 Juli,
78ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE NTI EN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN.
Napleidooi, een nieuw Kanon.
Het kan geen verwondering baren dat de
anti-revolutinaire, èu de ultramontaansehe, èn
de conservatieve organen elk voor zich na de
afgeloopen campagne aan 't napleiten zijn ge
slagen met een lust en een ijver een betere
zaak waardig. Men leze Standaard, Tijd en
Dagblad en wij durven wedden dat men, na de
jongste nommers dezer drie bladen gelezen te
hebben, niet alleen zal verstrekt zijn in de
overtuiging dat het clerieale-monsterverbond een
onloochenbaar feit was tijdens de verkiezingen,
maar zelfs dat er thans een vernieuwd verbond
schijnt gesloten te zijn. Is 't niet curieus: de
Standaard doet zijn uiterste best om den lak
die 't driemanschap zieh op den hals gehaald
heeft, daarvan af te schudden; de Tyd heeft
de taak op zieh genomen om het allernieuwste
kanon in batterij te stellen; bet Dagblad be
weert hoog en duur dat er in Nederland
geen clericale partij bestaat.
In de artikels „Rome of Dordt" tracht de
Standaard het monsterverbond als een hersen
schim van 't radicale brein voor te stellen.
De manier waarop dit geschiedt is handig; zij
is juist dezelfde als die waarop de Syllabus
geschreven is. De kracht van betoog ontbreekt
evenwel omdat de St. zoo handig is geweest
dat hij de vraag heeft verdraaid. „Dordt is
Rome niet, Dordt blijft eeuwig Rome vloeken",
dit betoogt de Standaard. Hierom was 't echter
niet te doen, dat is de vraag niet, dat is ge
noeg bekend. Maar waar 't op aan komt is
dat die twee, die van nature en van huize nit
elkander vloeken, den 8 Juni samengegaan zijn
onder de zelfde lenzen„tegen 't liberalisme,
vóór God en godsdienst, tegen de openbare school,
tegen verhoogde belastingendat zij gemeene
zaak gemaakt hebben ten einde 't zelfde doel
te bereiken, dat zij, in hun hart elkander
hatende en verfoeiende met al de verfoeiselen
van een eeuwigen haat, toch elkander handjes
gegeven hebben, ten koste van derden. Dit
feit kan de Standaard met al zijn zalvende,
bijbelspreukige artikelen niet wegredeneeren.
Trouwens hij zou 't niet eens willen beproeven
zoo de coalitie het doel bereikt en aan de ele-
ricalen de overwinning bezorgd had. Nu moeten
de Standaard-lezers aan de praat gehouden
worden, en omdat er onder hen vast ook wel
velen zijn wien de historie van 8 Juni dwars
in de maag zit, daarom moeten dezen gepaaid
worden met een speculatie op het a-Catholisme
van de Calvinisten.
Dit is zeker politiek; of 't ook eerlijk en
vooral of 't ook Christelijk is?
Hoe de Standaard durft beweren dat de anti
revolutionairen op geenerlei wijze in overleg
met de ultramontanen hebben gehandeld, is ons
onbegrijpelijk. Uit tal van nommers van 't blad
zelf, uit al 't geen er gesproken en geschreven
is, is 't tegendeel onwederlegbaar te bewijzen.
Op zulk een front d'airain stuiten echter alle
overtuigingsstukken af.
De Tijd komt met een fonkelnieuw kanon
aan en heeft 't reeds in batterij gesteld. Wij
vinden dit beleefd van den Tijd. De Standaard
heeft al zoo menig kanon gedemonteerd gezien
dat bij zelf gesteld had, dat nu een ander ook
wel eens een dwaas figuur mag maken. Het
nieuwe kanon is het Hooger Onderwijs, n.l. de
aanfok van knappe ultramontanen aan onze
Hooge Scholen. De Standaard had zieh on
langs laten ontvallen dat zoo weinig voorname
en geschikte mannen hun naam willen leenen
om de anti-revolutionaire partij in de Kamer te
vertegenwoordigendaarbij kwam de klachte
dat er ook in die partij niet zooveel eminente
mannen te vinden waren.
Later werd dit laatste weder ingetrokken en
hield de Standaard daarentegen vol dat zijn
partij overvloed van mannen heeft in staat om
in 't voorste gelid te staandaar zijn o. a. de
Buytendijks, de Mulders, de Husens, kortom
volk genoeg. De Tijd echter spreekt dit tegen
en houdt staande dat de eerste bekentenis do
ware was. De Tijd spreekt ook voor zijn eigen
heir en erkent volmondig dat daarin wel veel
soldaten maar geen knappe generaals zijn te
vinden.
In Belgie is dat anders, meent de Tijd, daar
beschikt de Katholieke partij over heel knappe
mannen. Maar daar is ook de universiteit van
Leuven, waar zij gevormd worden. En hier moe
ten die knappe ultramontaansehe staatsmannen,
rechtsgeleerdenambtenarengeneeskundigen
dan ook gekweekt worden aan de Hooge Scholen,
Dat de Hooge Scholen van Leiden, Utrecht
en Groningen zooals die nu zijn, daar niet de
rechte gelegenheid voor aanbieden, spreekt
van zelfen daarom moet de aanstaande wet op
't Hooger Onderwijs zóódanig zijn dat alle studie
worde dienstbaar gemaakt aan de belangen der
Roomsche kerk en bet Onderwijs in de weten
schappen doortrokken worde van den echten,
zniveren geest van Rome.
Zie daar nu 't nieuwe kanon.
De Standaard zelf, zoo merkt de Tijd op,
kan niet anders dan met deze nieuwe artillerie
ingenomen zijn. Men herinuere zich maar eens
wat hij alzoo geschreven heeft bij gelegenheid
van 't jubileum van Leiden in Februari j.l. Toen
heeft prof. Heinsius 't zoo geheel verkorven,
door zelfs den twijfel uit te spreken of er wel
in ernst nog kan gesproken worden van de
theologie als van een wetenschap, dat het ongeloof
van het Leidsche Atheen manifest is geworden.
Was de maat nog niet vol, door de benoeming
van mannen als Darwin en Littrê tot doctores
honoris causa is zij overgeloopen. Derhalve
moeten de Hooge Scholen godsdienstig, en wel
positief godsdienstig (sic/) liefst, volgens den
Tijd, goed Katholiek worden.
Slot volgt.
De kleine oorlogen onzer Vaderen.
Een bydrage tot de geschiedenis van
BROUWERSHAVEN en ZIERIKZEE.
II.
17 Nov. 1680.
//Voorgedragen bij de burgera. dat men volgens de
voorgaande resolutie heeft geobtineert verscheide pro
curaties van regeerders van eenige dorpen in Schouwen,
milsgangs diversche attestaties in deze zake sonderling
dienstig wezende en dat daar op de Secr. Fannius
als notaris op gisteren is geweest tot Zierikzee en
heeft de regeerders aldaer van de appellatie van dezes
stadts wege aan den hove van Hollandt tegen haer
gepubliceerde ordonnantie van de dwanckmarkt gedaen
geinsinueert, en voor antwoort gaven //dat ze hoorde
en saegen".
en gevraagd wes men nu voorders zal doen is ge
resolveerd dat men sal zenden twee personen na den
Hage metteprocuratien en attestatien orame
daermede te becoraen mandament in cas d'appel mette
clausule van inhibitie, dat men met eenen eenige
zal zenden na Walcheren bij de raedt en voorts bij
alle de leden van regeringe van Zeeland, om haer-
lieden van al 't gene hier passeert te informeren en
te bidden dat zij ons niet en willen hinderen in de
cours van Justitie, en zijn gecommitteerd om na
den Hage te reijsen de Burgera. Gerbrant de Jonge
met Carst Jausse en na Zeelandt de Burgem. Cor-
nelis Anthonis en de Secr. Fannius."
22 Nov. 1630.
//Rapport gedaan bij de Burgem. de Jonge en Carst
Jansje van hare besogne in den Hage namentlijk dat
zij van 't Hof hebben geobtenieert mandament mette
clausule penael, en dat zij om 't zelve op die vau
Zierikzee te exploiteren mede gebragt hebben de
deurwaarder Slingeland die de poene heeft gestelt op
vijftien gouwe realen en de dag van regte beteekend
tegen den 16 Decembris naestcomende. en gevraegd
of men 't selve mandament alzoo zal doen exploiteren
of niet, is geresolveert Ja. en dat in alle form als
dat is geraemt.
z/Mede rapport gedaen bij de Burgemeester Cornelis
Anthonis en de Secr. Fannius van hare besoignes
bij den raedt en alle de leden van Zeeland namentlijk
dat zeer wel genomen werdt dat men aan hare Ed.
Mog. van alle 't geen alhier passeert volcomen opening
en bericht was doende en dat voorts aan ieder in
't particuliere hadde belooft dat zij deze stadt niet
hinderlijk wilde zijn in cours van Justitie, velemin
aan die van Zierikzee eenige conforma van haer
pretens privilegie ofte andere provisie van hinderlijk
zoude helpen verleenen, zonder deze stadt en andere
geïnteresseerden daarop alvoren te hebben gehoort en
haer defensie."
24 Nov. 1680.
//Voorgedragen bij de Burgem. hoedat hij verstaen
heeft dat die van Zzee eenige van de Schouten en
de Schepenen van de dorpen hun met deze stadt
gevoegd hebbe in 't proces tegen haer, hadden doen
citeren om op morgen aldaer te compareren ten einde
sij haer zoude bewegen tot revocatie van hare gepas
seerde procuratie gelijk zij dat airede aan eenige
hebben geattenteert te doen. om welck te prevenieren
gezonde had de Secr. Fannius na Brijdorpe, Capelle,
Eikerzee, Ouwendijk en liaemstede om alle dezelve
collegies te encourageren tot constantie gelijk hij dat
op heden gedaen heeft, en alsoo bij rapporteert ver-
süaen te hebben dat deselve vau Zzee niettegenstaeude
't mandament op haar is geëxploiteerd op morgen
wederom sentinellen willen zetten op de hooge heule.
soo werdt gevraegd wes men daertegen zal doen. en
is eenstemmig goedgevonden en geresolveert dat men