ZIEBIKZEESCIE COURANT
van Woensdag 25 Juni 1875.
De Voordrachten over Landbouw door
den heer GORTEN.
i.
Den 18 Juni heeft de heer F. K. Gorten van
Maastricht twee belangrijke voordrachten gehouden,
des voormiddags te Haamstede en des avonds te
Noordwelle; den volgenden dag trad hij andermaal
op te Schuddebeurs. Wie den heer C. wel eens ge
hoord heeft en dus weet welk een rijkdom van zaken
hij in zijn voordrachten ter beschikking van zijn
hoorders stelt, die zal 't ons vergeven dat we niet
meer dan een oppervlakkig overzicht van die drie
belangrijke seances kunnen geven.
Vooraf willen we even releveeren 't geen door den
Voorzitter van onze nfdeeling der Zeeuwsche Maat
schappij, den heer B. G. van der Have van Ouwerkerk,
zoo wel ter snede werd opgemerkt in zijn toespraak
tot den heer Gorten en de vergadering.
De heer C. was, zeide de Voorz., hier geen vreem
deling meereerst was hij gekomen als leeraar, nu
kwam hij als vriend en had hij zich bij zijn eerste
optreden in deze streken bepaald tot de algemeene
zaken en beginselennu kwam hij als vriend en
wees ook op de feilen en gebreken, die zijn ervaren
blik hier nevens veel goeds en uitstekends ook had
opgemerkt.
't Behoeft niet gezegd dat de practische waarde
der lessen van den heer 0. des te hooger moet ge
steld worden naar mate hij zich meer door herhaald
bezoek met de eigenaardigheden van den landbouw
dezer streken heeft kunnen bekend maken.
Tot beantwoording van de vraag of onze land
bouwers gediend willen zijn van wetenschappelijke
leiding en voorlichting, is het voldoende te zeggen
dat èu te Haamstede èn te Noordwelle cn te Schud
debeurs de opkomst, talrijk, de aandacht onverdeeld
en de toejuiching uitbundig was.
In de vergadering te Haamstede heeft de heer C.
verschillende vraagpunten behandeld, waaromtrent
onderscheidene belangstellende landbouwers zijn oor
deel wenschten te vernemen.
Hij wees o. a. op de wenschelijkheid dat voor de
prov. Zeeland een landbouw-leeraar mocht aangesteld
worden. Indertijd is door de Landbouwmaatschappij
in Rijn-Pruisen aan deze zaak de eerste stoot gegeven
thans zijn er ook reeds hier en daar in ons land
werkzaam. Ook Zeeland heeft behoefte aan een we
tenschappelijk gevormd man die speciale studie ge
maakt heeft van den exceptioneelen toestand, waarin
de Zeeuwsche bodem verkeert. 2)
J) Naar wij vernemen bestaat bij eenige heeren land
bouwers het plan om stappen te doen tot het verkrijgen
van een wandelleeraar voor de prov. Zeeland.
Op de vraag of het rooven van raeekrapfruit scha
delijk is te achten of niet, verwees C. naar het jaar
boekje der Maatschappij van Nijverheid, waarin daar
omtrent een volledige oplossing zal worden opgenomen.
Er was gevraagd welk ras van paarden voor deze
streken de meeste aanbeveling verdiende. Spreker
verklaarde zich oubevoegd hieromtrent een beslisseude
uitspraak te doen. Zeker is het dat op lichte gronden
rassen gebruikt kunnen worden die niet geschikt
zouden zijn voor zware gronden. De keuze van
werkpaarden moet afhankelijk gemaakt worden van
de wijze van gebruik en van den grond waarop zij
moeten werken.
Ook het rundvee-stamboek kwam ter sprake. Het
is van belang dat niet zekere traditiën de geslachts
rekening en de waardschatting der veerassen gaan
beheerschen. Men kruist zoo bij voorkeur met Dur-
liam-vee; op den duur kan dit leiden tot verarming.
In 't algemeen is familiepariug op den duur nadeelig.
Bij varkens is dit in het oogvallend; bij 't rundvee
zal het ook op den langen weg niet de verlangde
resultaten geven. liet is ook de vraag wat men
wilzuivelbereiding of vleeschproductiehet is mo
gelijk dat het verloop der rassen van zelf voert tot
overgang van de eerste naar de laatste, zooals b.v.
in Sleeswijk-Holstein 't geval is. Er loopt veel
illuzie onder de groote verwachtingen die men van
kruising met dezelfde familiën of rassen heeft. Zelfs
de mode speelt in de keuze der typen een groote
rol. Zoo wordt b.v. het Hollandsche vee, dat wij
hier te lande trachten te verbeteren door vermenging
met buitenlandsche rassen, in Silezië zeer hoog ge
schat. Daarentegen heeft het Durhain-ras hier en
daar zijn grooten naam verloren. Het rapport van
den Oostenrijkschen landbouw-leeraar, die door zijn
regeering met een onderzoek daaromtrent belast was,
is volstrekt niet gunstig ten opzichte van het Durliam-
ras. Waar 't bij alle kunstmatige verbetering van
veerassen op aankomt, is een stelsel aan te nemen
voor 't doel dat men zich voorstelt, n.l. of zuivel
bereiding óf vleeschproductie.
Op de vraag wat er te doen zij om den grond
van gerooide bosschen 't zoogenaamde bittere te ont
nemen kan het goed zijn dien grond te ontzuren met
soda of alcaliën, waardoor het looizuur gebonden of
geneutraliseerd wordt. Daar ook de bemesting met
kalk als middel tot ontzuring kan aangewend worden,
trad de Spreker hierover in bijzonderheden en behan
delde de vraag of en in welke gevallen kalk als
meststof is te beschouwen. Het kalken geschiedt voor
den teelt van klavers en lucerne met 180 a 200 kilo
per Hektare, ook voor kunstweiden is het aan te
bevelen. Zware gronden kunnen om de 6 a 7 jaar
gekalkt worden. De hoeveelheid die voor verschillende
gronden noodig is loopt zeer uiteende gemiddelde
hoeveelheid van 24 Hectoliters per Hektare is te veel
voor lichte en te weinig voor zware gronden. Op
zeer taaie klei kan tot 70 Hectoliters noodig zijn.
In België wordt veel gips gebruikt, die kost 1 fr.
per 100 kilo. Het tuf krijt is mede zeer goed als
middel om den grond murw te maken en den stal
mest te bewaren, het is goedkoop te krijgen.
In het tweede gedeelte der voordracht handelde de
heer C. zeer uitvoerig over de proefstations. Ons
land is 't eenige land waar zulke instellingen nog
niet bestaan. Toch zijn ze noodzakelijk te achten;
inzonderheid sedert het toenemend gebruik van kunst
meststoffen. Deze moeten onderzocht worden om al
de bedriegerijen te doen ophouden die plaats hebben
en die ongestraft kunneu geschieden omdat de land
bouwer zelf niet onderzoeken kan. Daarom moeten
de proefstations ook onder staatstoezicht staan en
er moet een wet zijn waarbij vervalsching van kunst
mest wordt strafbaar gesteld. De zoogenoemde guano
beteekent weinig zoolang het in 't buitenland slechts
te doen is om geld te slaan uit allerlei stoffen die
onder mooie namen in den handel worden gebracht.
In Duitschland wordt vervalsching van kunstmest ge
straft. In Limburg laten dc gebruikers groote hoe
veelheden te gelijk scheikundig onderzoeken; de kosten
worden dan voor de helft gedragen door de Limburgsche
Maatschappij van Landbouw.
Men heeft van de proefstations ook gewild schei
kundig onderzoek van de gronden. Daarin is weinig
vertrouwen te stellen. Men mag stellen dat er geen
absoluut vruchtbare en ook geen volstrekt onvruchtbare
gronden zijn. Het komt er maar op aan ofhetplan-
tenvoedsel dat in den bodem is of er in gebracht
wordt, oplosbaar is voor de plant.
De chimie kan niet aanwijzen wat voor de plant
oplosbaar is; dit moet in aanmerking komen bij de
beoordeeling van het stelsel van George Ville.
Ook over het landbouw-onderwijs werd door den
Spreker veel waars gezegd, dat behartiging verdient.
Ontegenzeggelijk staal de landbouw in vele streken
van ons land op een hoogen trap van ontwikkeling.
Maar dat onze landbouwers en vele invloedrijke mannen
in den lande hiervan zoo goed overtuigd zijn, is
wellicht een der aanleidingen tot zekere slapheid en
gebrek aan ijver om naar nog hooger te streven.
Wel heeft men wat over voor het vak; men wil
grondverbetering, rasveredeling, invoer van landbouw
werktuigen, doch dit alles is eigenlijk niets meer dan
't geen ligt op den weg van de gemakszucht. Het
komt, op het tegenwoordige standpunt van onzen
landbouw, niet meer voornamelijk aan op materieelen
vooruitgang, daar gaat het wel genoeg mede. Veeleer
moet er op intellectueel gebied wat gedaan worden.
Wie zich opwerpt als minister of krijgsknecht
of dorschvlegel of strydhamer Gods, die doet
dat op zijn eigen houtje en voor eigen rekening.
Als plaatsbekleeders Gods optredende, mislei
den de clericalen zich zeiven, öf ze zijn perti
nente bedriegersen in beide gevallen misleiden
ze de onwetende schare. Deze laatste is daarom
't meest te beklagen. Uit eerbied voor God,
heeft zy zeer natuurlijk ook een zeker respect
voor hen die zich met een stalen gezicht Gods
plaatsbekleeders noemen. En hierin ligt nu juist
het verderfelijke, het pestilentieuse vau 't cleri-
calisme dat het soms den gebeelen Staat kan
overheerschen, enkel en alleen door gebruik te
maken van den invloed op de onwetende
menigte.
Daarom haat het clericalisme niets zoo zeer
als verlichting, ontwikkeling, kennis, verstand,
rede, vrijheid van denken en gelooven. Daarom
is samenzwering mogelijk van fanatieke Cal
vinisten en Jezuïten, tegen het liberalisme;
daarom trekken de kerken en kerkjes van al
lerlei soort door één gelijken geest bezeten geza
menlijk op tegen de school, die de kweekster
de draagster is van rede, licht en kennis. Daarom
staat tegenwoordig, over de geheele aarde na
genoeg, 't wegstervende, verroeste clericalisme
op tot een laatsten strijd op leven en dood tegen
de moderne maatschappij en den modernen Staat.
Naarmate het ethische element meer in de maat
schappij doordringt en tot ontwikkeling komt,
en naarmate de Staat zuiverder gedaante erlangt,
fanatiek en verwaand genoeg zijn om Brighton,
de badplaats zooals zeis, eenBeth-elte heeten,
van hen die alom de finantiën van den Staat
onklaar maken en tegelijk loeren op de penningen
der nijvere schare; van hen die in N.-Amerika
de grondvesten der Unie ondermijnen; en die
in Z.-Amerika terug willen keeren tot den wilden
natuurstaat van vóór vele eeuwen.
Overal woelt en kookt het clericalisme om de
volken weder terug te brengen tot den Staat
van kindsheid en knechtschap, van geestelijk
feodalisme waaraan de toenemende beschaving
en verlichting hen langzamerhand hebben ontrukt.
Er bestaat wel geen vrees dat de duisternis
wederom de overwinning zal behalen op 't licht,
dat kerkelijke boeien den vrijen menscbengeest
andermaal zullen kluisteren, dat de wereld ach
teruit zal gaan gaanhet clericalisme zal den
strijd niet winüen en krachtiger dan ooit zal
de vrije geest weldra weder de onbeteugelde
wieken uitslaan. Maar wie ziet niet met angst
en deernis al de rampen te gemoet die 't mensch-
dom in 't algemeen en elk volk, ook het onze
in 't bijzonder nog zullen moeten treffen als
eens de strijd ontaardt in een werkelijken vlee-
schelijken stryd om goed en bloed en leven
Dit uiterste te voorkomen door zedelijke kracht
en beleid is thans de roeping van de groote
liberale partij die verspreid is onder alle volken
dit is ook de roeping der Nederlandsche anti-
clericalen. 't Clericalisme zoekt den stryd, den
stoffelijken, dommen, brutalen strijd; 't werft
Mnuuiutu uug IOÜ1UO CU UUUC1 11 Oil IC"
genwoordige geslacht nog werkzaam was, gewis
zou zijn wee u, gij schriftgeleerden en pharizeën
krachtiger dan ooit door onze steden weergalmen.
Met verontwaardiging zou hij den fanatieken
drijvers toeroepen: wat hebt ge van mijnwerk
gemaakt! Ben ik daarvoor een martelaar ge
worden, dat ge iu mijnen naam elkander zoudt
verdoemen en vervloeken, u zelven heiligen en
de anderen verworpelingen noemende? Is dit
de leer die gij naar mij durft noemen, een leer
die hard en eerzuchtig, wreed en heerschzuehtig
maaktdie de harten toeschroeft en de hoofden
heet maakt; die doet jagen naar eer, macht
en geld? Is hij mijn opvolger die op een
troon wil zetelen en heerschen over alle volken
en koningen, die zegen heeft voor degenen die
laag genoeg zijn om hem de voetzooien te kussen,
maar die niets heeft dan veroordeeling en ver
vloeking voor al wie zelf denkt, zelf' gelooft,
zich zelf tracht te zijn? En zijn zij mijn na
volgers die het land afloopen om de onwetende
schare op te zweepen ten einde door dit middel
machtig te worden op de aarde? Voor iederen
nrensch die een gemoedelijke overtuiging heeft,
die hij met zijn geweten kan overeenbrengen
hebben wij eerbied. Maar voor de moramerij
van godsdienst en sebijnchristendom dat tegen
woordig conspireert tegen den staat en revolutie
drijven wil om de mannen van de zwarte of
witte toga de macht in handen te spelen, daar
hebben we niets anders voor dan een feilen
greep om dat mom en dat masker af te rukken.