ZIERIKZEESCHE COURANT. seraent Zierikzee. voor het arroadis- 1875. No. 41. Zaterdag 29 Mei, 78ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD ZINGENDE EVANGELISTEN. Binnenland. PRIJS DEK AD "VERTEN TIEN: Per gewonen regel 10 cent. li u w e 1 ij k s -Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels. mits contant betaald, 25 ct. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers o cent, met Bijblad 10 cent. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAREiVMAlV. Wij houden ons wegens den aard van ons blad liever niet met de behandeling van gods dienstige onderwerpen bezig en zouden daarom ook de tegenwoordig in Engelauds hoofdstad heerschende beweging niet gekozen hebben tot een onderwerp voor een hoofdartikel, ware het niet dat door een onzer volksvertegenwoordigers de revival was gebruikt om effect en actualiteit bij te zetten aan een kamerspeech, en ware 't niet dat door sommige godsdienstleeraars o. a. door ds. Hoedemaker in publieke kringen de meening is voorgestaan dat ook het Nederland- sehe volk niet zoo afkeerig zou zijn van evangelisten als de heeren Moody en Sanky, die thans te Londen zooveel gerucht maken en zulk een opzien baren. Wij willen evenwel dr. Kuyper en ds. Hoe demaker niet hard vallen omdat de eerste de revivalisten Moody en Sanky belangwekkend genoeg oordeelde om hen ter sprake te brengen en hun woorden en liedjes te citeeren in ons parlement, of omdat de tweede daaraan publieke lezingen heeft gewijd. Wij houden 't er voor dat en dr. Kuyper en ds. Hoedemaker de dupes zijn van een nationaal Nederlandsch gebrek, n.l. dat van al wat nieuw en inzonderheid al wat uitlandsch is te bewonderen met een aanloop van geestdrift die ons anders zoo slijmgasterig volkje vrij gek kan staan en ons bij den bui tenlander dan ook menige veer doet laten. Wij denken hierbij onwillekeurig aan hetgeen eens een vreemd reiziger wedervoer, die in een der oud-Hollandsche dorpen in een huis waar hij vertoefde vroeg om eens iets merkwaardigs te zien, en wien men toen ongeveer dit zeide hier in deze kast, mijnheer, is altemaal echt Saksisch poreelein, in die kast dat is echt Sèvres, en in deze is alles echt Japansch, en op zijn vraag naar echt Hollandsch poreelein ten antwoord kreeg: he mijnheer, is er dat ook Zoo had het dan ook dr. Kuyper te Londen wel eens kunnen overkomen dat de inquirers van 't revival-theatre hem gevraagd hadden is er dan in Holland volstrekt geen geestelijk leven, dat gij 't hier moet komen zoeken En als dr. Kuyper dan daarop geantwoord had dat z. i. de heeren Moody en Sanky hier ook wel eens mochten komen enz. enz. dan, meenen wij, zou hij verkeerd onderricht hebben of zelf verkeerd onderricht moeten geweest zijn. Wat is er van die revival en die revivalisten De godsdienstige revival, of met een Hollandsch woord herleving, is zekere staat van overprikke ling, van opgewondenheid, van overschroefde geestdrift, een soort manie in 't godsdienstige, teweeggebracht door eigenaardige, excentrieke middelen. Deze middelen zijn zeer verschillend, doch komen eigenlijk allen daarin overeen dat zij zuiver zinnelijk zijn en dus den geestelijken mensch door middel van den vieeschelijken moeten vangen. De heeren Moody en Sanky behandelen hun patiënten door plastische pre dikaties en zonderlinge zangen. Er is in den mensch een vatbaarheid van zeer kritieken aard en hierop berust het ver schijnsel der revivals. Wij zouden die vat baarheid, dat zwak, niet oneigenaardig kunnen noemen hysterie van den geest, of geestelijke hysterie. In vroeger tijd kwamen de revivals menig- vuldiger voor dan tegenwoordigdit hangt vast wel samen met de vorderingen van be schaving en ontwikkeling, 't Moge n.l. al waar zijn wat sommige psychologen beweren, dat krankzinnigheid tegenwoordig menigvuldiger voorkomt dan vroeger, dat zijn allen toeh in- dividueele gevallenalgemeen manieën en razer- nijen zijn zeldzaam in de.nieuwere tijden. In den ouden tijd waren ze dat niet. Men leest van een menigte gevallen van zulke algemeene en als 't ware aanstekelijke bewegingen op godsdienstig gebied. Ieder denkt hier aan de vreeselijke berserkerwoede der oude Noor mannen, (Heidenen N. Baan de naaktloopers, de geeseiaarsaan 't jaar 1000, toen het menschdom zich in massa voorbereidde om het vergaan van de wereld bij te wonen, aan de Amerikaansche shakers, tremblers, kwakers, en dancers. In de nieuwere tijden kwamen de revivals inzonderheid voor in Noord-Amerika. Van alle natiën zijn dan ook de Yankees voor die soort van dingen nog 't meest vatbaar, omdat ze echt practiseh en plat, en daarbij zeer op effect en gerucht gesteld zijn. Dat wonderlijke Ameri kaansche volk dat zijn nationale trots gestreeld voelt door de kolossale branden die gedurig zijn steden vernielen, dat pocht omdat er in geen land ter wereld zooveel stoombooten in de lucht vliegen als in de groote Unie, dat volk in wiens steden men in dezelfde straat in twintig kerken op één dag op even zooveel wijzen kan hooren God dienen en den naaste verachten en verketteren, dat volk is 't nn ook, dat onze Engelsehe overburen met een be zending revivalisten heeft opgescheept. Als men dr. Kuyper en den heer Hoedemaker gelooven wilde zou men denken dat ieder in Engeland ingenomen is met de revival; hebben die heeren niet gezegd dat alle Engelsehe bladen met lof van de beweging gewagen Toch zijn er nog bladen die zich niet hebben laten meê- voeren door den sirenenzang van Sanky noch zich laten overbluffen door de donderende wel sprekendheid van Moody. De, voor 't overige beslist godsdienstige, Sa turday Revue keurt de drukte der revivalisten af en behandelt de geestdrijverij dier heeren met onbarmhartig strengen ernst en met te waardeeren echt practischen Engelschen zin. In 't kort komt 't geen de Sat. Rev. tegen de revivalisten in 't midden brengt hierop neder bekeerlingen maken zij niet, zij brengen alleen hen, die zich reeds bekeerden en uitverkorenen achten, in een soort van geestelijken waanzin. Yelen loopenhenna, doch de meest verstandigen in het groote Londen blijven thuis en willen niet van hen gediend zijn. Zoo zal 't wel zijn, en dat is goed ook. Hoe men ook over den godsdienst denke, dit zal wel waar zijn dat godsdienst een zaak is van 't gezond verstand, on van 't gemoed of volgens anderen van 't gemoed en 't gezond verstand, van die beide zeker. En dan volgt daar ook uit dat al wat zweemt naar manie, naar geestelijke biologie, naar tafeldans of spi- ritische praetijken, reeds daarom verdacht moet zijn. In 't godsdienstige vooral is 't zaak dat een mensch zooveel mogelijk tracht zijn zinnen bij elkaar te houden, dat hij vermijdt al datgene waardoor zijn zinnelijkheid hem zoo lichtelijk leelijke parten kan spelen. Ouder ons gezegd, wanneer iemand ons op den bekenden geheimzinnigen toon mededeelt: ik ben bekeerd, mij is dit of dat overkomen en sedert ben ik bekeerd, dan halen we in ge dachten de schouders op en vermoeden dat zoo iemand op een of andere wijze aan 't dolen is geraakt zonder 't te weten en in alle geval la boreert aan een lichte attaque van mania re- ligiosa, maar wie ons vertellen wilde dat hij met zang en dans en met de Turksche trom bekeerd was b. v. door de heeren Moody en Sanky, hem zouden we of plat weg niet willen gelooven of we zouden hem voor bepaald gek houden. Misschien ligt dit zoo in onzen volks aard en heeft de schrijver in het N. van den D. wel gelijk als hij meent dat wij Hollanders niet erg revival-achtig zijn. Maar men zij niet voorbarig en leide daar niet uit of dat wij dan ook minder godsdien stig zijn. Ook dit is een nationaal zwak van ons dat wij den vreemdeling voor godsdienstiger houden dan wij zelf zijn. Waarlijk als dr. Kuypers verwachtingen voor zijn partij oprecht zijn, dan zou hij althans geen beroep behoeven te doen op den Amerikaanschen kerkelijken lium-bug die de firma Moody en Sanky thans te Londen debiteert. Wij zijn op godsdienstig gebied ern stiger dan menigeen wel denkt, en om onzen molen van godsdienstige beweging te doen draaien hebben we geen Amerikaanschen wind noodig, we hebben aan den kouden Alpenwind die over Genève komt en dien anderen verdorrenden Alpenwind die van nog verder weg komt, al ruim genoeg. Om den invloed dier beide stroomingen wat te matigen en te neutraliseeren hebben we be hoefte aan een liefelijken koesterenden lente adem die opgenomen en genoten kan worden door ons gemoed en ontleed en verwerkt kan worden door ons verstand. ZIERIKZEE, 2 8 Mei 1 8 7 5. Zierikzee, 28 Mei. In no. 1240 van de Frieac/ie Courant komt een Yle hoofdartikel voor getiteld //De groote strijd van morgen." In dit lezenswaar dige stuk wordt, met het oog op de aanstaande ver kiezingen, de aandacht gevestigd op de verhouding van de ultramontaansche partij tot het groote vraagstuk dat ditmaal de verkiezingen beheerscht. Wij meenen dat de Fr. Ct. veler overtuiging uitspreekt waar zij vermoedt dat de ultramontaansche partij uit een mogelijke overwinning der anti-liberale partijen bij de verkiezingen de grofste munt zal slaan. Dat is ook onze meening. Het leeuwendeel zou zijn voor de partij, wie de overgroote meerderheid dat het al lerminst kan gunnen. Uit dit oogpunt gezien kan

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 1