Openbare Raadsvergadering
Buitenland.
gehouden te Z IE RIK ZE E den 24 April 1875.
Afwezig zijn de heeren Jhr. de Jonge, Houwer en
van der Grijp.
De notulen der vergadering van 81 Maart, 2 en
7 April jl. worden gelezeu en goedgekeurd.
Worden medegedeeld 3 brieven van Ged. Staten
houdende goedkeuring van raadsbesluiten tot af- en
overschrijving tot beschikking uit den post van O. U. en
houdende terugzending van het goedgekeurd koliier der
hondenbelasting .1875 en een brief van den Commis
saris des Konings, berichtende dat het verzoek van
den Commissaris van politie om verhooging zijner
jaarwedde is afgewezen, allen voor kennisgeving aan
genomen.
De rekeningen van het Ev. Luth. armbestuur en
der bewaarschool voor minvermogenden over 1874
worden gesteld in handen van de heeren Mr. Moolen
burgh, Koole en Labrijn tot onderzoek en rapport.
Een verzoekschrift van M. Franken Jz. om uitstel
voor de oplevering van het gebouw, bestemd voor
lijders aan besmettelijke ziekten, wordt gesteld in
handen van Burg. en Weth.
Een verzoekschrift van M. Franken Az. om een
gedeelte van liet brandpad //de Molleman" in koop of
in erfpacht te verkrijgen met voorstel van Burg. en
Weth. tot inwilliging, wordt ter visie van de leden
gelegd.
Een verzoekschrift der spoorbootraaatschappij betrek
kelijk het aanleggen van een keibank of bankhelling
in de haven wordt gesteld in handen van Burg. en
Weth. tot praeadvies.
Het verslag van het lager onderwijs over 1874 wordt
voor de leden ter visie gelegd.
Idem het verslag der gazfabriek over 1874.
Komen ter tafel nadere voorstellen van de Commissie
voor de gazfabriek in verband met het besluit tot
reorganisatie, welke ter visie van de leden worden gelegd.
Voor kennisgeving worden aangenomen
a. een brief van den heer Snellen, dat hij de benoeming
tot penningmeester der openbare brei- en naaischool
aanneemt.
b. de mededeeling van het proces-verbaal der jongste
opname der boeken en kas van den gemeente-ont
vanger waaruit blijkt dat deze in orde waren en
zich op 19 dezer in kas bevond 30515,195.
c. idem dat bij publieke aanbesteding van het onder
houd der gemeente uurwerken voor den tijd van 3
jaren, daarvan aannemer is geworden A. de Yos Az.
horlogiemaker alhier, voor de som van 648.
Een voorstel van Burg. en Weth. tot het maken
van een waterloop aan de Zuidzijde vau de Oude
Haven van het huis van den heer Hugenholtz tot het
Korte Groenendal wordt na eenige discussie met 7
tegen 2 steramen (die van de heeren Koole en Labrijn)
aangenomen.
Wordt besloten tot het doen van eenige af- en
overschrijving.
Worden benoemd tot leden der Commissie voor de
zaken der schutterij, de heeren van der Grijp en Houwer
en tot plaatsvervangers de heeren Mr. Macaré en Koole.
Tot leden van het stembureau voor de verkiezing
van een raadslid, op Dinsdag e.k., worden benoemd
de heeren Mr. Macaré en Ochtman de overige leden
als plaatsvervangers.
Door den heer Koole wordt namens de commissie
ad hoe rapport uitgebracht op de tekening der Kamer
van Koophandel strekkende tot goedkeuring, sluitende
met een batig saldo van/42,80. Dienovereenkomstig
wordt besloten.
Wordt medegedeeld dat van Jhr. Mr. J. de Witte
van Citlers ten geschenke is ontvangen een boekwerk
getiteld //Contracten van Correspondentie en andere
bijdragen tot de geschiedenis van het ambtsbejag in
de Bepubliek der Yereenigde Nederlanden," waarvoor
Burg. en Weth. den inzender dank hebben betuigd en
hetwelk in de boekerij zal geplaatst worden. Voor
kennisgeving aangenomen.
Worden voorgesteld wijzigingen in
1. het reglement van politie op de markten
2. het reglement van politie
3. het reglement ter voorkoming en blussching van
brand welke ter visie van de leden worden gelegd.
Komt ter tafel een brief van het Bestuur der Bank
van Leening, begeleidende rekeningen dier Bank.
Wordt gesteld in handen eener Commissie van welke
de Baad als leden benoemt de heer Mr. Moolenburgh,
Mr. Macaré en Koole. De heer Mr. Fokker heeft
zich van medestemmen onthouden.
Tot de behandeling van het koliier van den II.
Omslag voor 1875 wordt de Vergadering met gesloten
deuren voortgezet.
Bij heropening der Vergadering vraagt de heer
Koole inlichting betrekkelijk de Zelkasch die wordt
uitgegraven op het verkochtte terrein der voormalige
scheepstimmerwerf //De goede Intentie." De Voorzitter
zal daarop in eene volgende vergadering antwoorden
en sluit daarop de Vergadering.
Vergadering van 28 Ajprïl.
Al de leden zijn tegenwoordig.
Komt in behandeling het verzoek van het Bestuur
der Bank van Leeuing, om in staat gesteld te worden
op 5 Mei e.k. een kapitaal van 1500 aan J. W.
Koevoets, hetwelk is opgevraagd, aftelossen. Hierop
wordt besloten die gelden te verstrekken en deze te
vinden door af- en overschrijving van O. U. 1875
op II. 8, Afd. 4, Art. 21, dekking van vermoedelijk
tekort voor de Bank van Leening.
De Voorzitter geeft in antwoord op de vraag van
den heer Koole, in de vorige vergadering gedaan,
betrekkelijk het ontgraven van zelkasch in het verkochte
terrein der voormalige scheepstimmerwerf nDe goede
Intentie" te kennen dat de zelkasch toevallig is gevon
den bij het opgraven van een regenbak en dat Burg.
en Weth. dit met leedwezen hebben vernomen.
Hierover ontstaan discussien, waaruit bleek dat
enkele Baadsleden van raeening waren, dat de Amb
tenaar, met de ontgraving belast, de belangen der
gemeente niet naar eisch behartigt en een onderzoek
naar zijne handelingen wenschelijk wordt geacht
waarop op voorstel van den heer Mr. Moens, geamen
deerd door den lieer Mr. Moolenburgh, met algemeene
stemmen wordt besloten Burg. en Weth. uittenoodigen
een onderzoek te doen.
De openbare vergadering gaat in eene met gesloten
deuren over tot voortzetting der behandeling van het
kohier van den Hoofdelijken Omslag.
Bij heropening wordt de Vergadering geschorst tot
Vrijdagnamiddag te 1 ure.
F r a n k r ij li.
In de laatste dagen is door sommige Fransche
bladen het bericht verspreid, dat Mac-Mahon bezig
was aan een boodschap, waarmee de Nationale zou
moeten worden heropend. De aankondiging geschiedde
zeker vroeg genoeg, want eerst II Mei komen de
heeren te Versailles. De Ag. Havas en de Moniteur
echter, die beiden een officieus karakter dragen, ver
zekeren dat er geen boodschap zal zijn, en dit is ook
waarschijnlijk, want Mac-Mahon houdt er niet van
en Buffet is bang om te spreken of te schrijven, om
het bij geen der partijen te bederven.
De redevoering van Garabetta maakt het de reac
tionairen zeer lastig; de ex-dictator is zoo gematigd
geweest, dat hij zelfs de iustelliiig van den Senaat
heeft verdedigd, het lichaam dat steeds het bolwerk
was van de monarchie. Om er toch iets van te zeggen,
heeft men aan de rechterzijde er op uitgevonden, dat
Gambetta eeu huichelaar is. Waar is dat niemand
zooveel tactiek in het hoofd der republikeinen had
gezocht.
Belgie.
Latere tijdingen uit Brussel zeggen dat de berichten,
door den Berlijnschen correspondent aan de Echo du
Parlement verstrekt, voor Jt minst voorbarig zijn. Het
antwoord van België op de Duitsche nota is nog niet
overhandigd aan den Duitschen gezant alhier. Waar
schijnlijk zal het echter binnen weinige dagen plaats
hebben. Eeu nieuwe Duitsche nota is niet verzonden.
Duitschland.
Naar een Berlijnsche berichtgever der Augsburger
Algemeine Zeitung te oordeelen, zou de mededeeling
der Duitsche aan Belgie gerichte nota's te 's Graven-
hage //niet ten onrechte" ais eene soort van waar
schuwing zijn opgevat. Dezelfde berichtgever verzekerde
zelfs in eeu volgenden brief, dat die mededeeling te
's Gravenhage //met voldoening ontvangen is, als een
bewijs van het vertrouwen der Duitsche regeering en
van de waarde, die zij aan de goede verstandhouding
met de Nederlandsche regeering hecht." Die mede
deeling zou voorts geschied zijn //met het oog op
Nederlands geografische ligging;" doch, volgens eene
andere lezing, omdat Nederland, even als de andere
mogendheden, waaraan de Duitsche nota's zijn mede
gedeeld, iu 1839 het tractaat mede onderteekend heeft,
dat Belgie's onzijdigheid waarborgde. Misschien zullen
wij spoedig officieel vernemen, wat er is van de me
dedeeling der Duitsche regeering aan die van 's Gra
venhage
Duitschland heeft slechts willen wijzen op de re
gelen van het internationaal recht met betrekking tot
het onderwerpelijke geval. Beperking van de vrijheid
van drukpers heeft niet in de verste verte in Bismarck's
gedachten gelegenImmers eene krachtige strafwetge
ving tot beteugeling van beleedigingen van vreemde
souvereinen is met eene volkomene vrijheid van druk
pers niet onbe staaubaar! Ook wij hebben nog altijd
eene dergelijke strafwet. Bij ons is nog altijd van
kracht de wet van 28 September 1816 Staatsblad
no. 51). Maar hoe luidt de wet? Zij strekt //tot be
teugeling van het misbruik der drukpers," voor zoo
verre vreemde mogendheden daardoor zouden kunnen
beleedigd worden. Ook bij ons begreep men reeds in
1816 dat de drukpers-vrijheid niet in gevaar werd
gebracht, wanneer alleen de misbruiken werden te
keer gegaan.
Zwitserland.
Te Bern heeft dezer dagen een brand onder de
kermistenten een geduchte verwoesting aangericht.
De brand ontstond in den circus van Benz en deelde
zich spoedig aan een aantal kramen en tenten mede.
De schade is zeer aanzienlijk. Op het kermisterrein
waren geen brandspuiten en brandputten.
Turkij e.
De Turken worden nog altijd beschuldigd van ver
volging der christenen. In de Herzegowina en noor
delijk Albanië wordt hun toestand steeds onaangenamer.
Velen vluchten naar 't gebergte en Montenegro. De
Turksehe besturen zijn niet in staat hen tegen den
Mahomedaanschen adel te beschermen, en betoonen
zich dikwijls de bondger.ooteu van den laatste. Naar
Montenegro zijn reeds 140 strijdbare mannen gevlucht,
die niet terug durven keeren, daar zij in dat geval
een wissen dood tegemoet zouden gaan. Zeer gemak
kelijk zou zulk een toestand aanleiding kunnen geven
tot een nieuw bloedbad als bij Potgoritza plaats vond.
De telegraaf heeft bericht dat de Grootvizier is
afgezet. Wie de eer zal hebben deze hooge waardigheid
thans te bekleeden is nog niet bekend. Een uitlok-
keude betrekking is het echter vooral in den tegen-
woordigen tijd niet. Turkije is geteisterd door hon
gersnood en ziekte onder menschen en vee. De
financiëele toekomst is duister, het binnenlandsch
bestuur is gedesorganiseerd, en de verheven Porte is
zoo van alle zijden door kwesties omringd, dat meer
dan gewone diplomatieke bekwaamheden worden ver-
eischfc om het schip van staat voor stranden te behoeden.
Ingezonden Stukken.
Geachte Redactie
Nu de verkiezingsstrijd voorbij, en bij de meerdere kalmte,
die zoodoende gekomen is, de meesten tot beter en eerlij
ker oordeel bekwaam zijn, vraag ik een plaats in uwe
kolommen om toe te lichten de houding van de jeugdige
afdeeling der Vereeniging Volksonderwijs te dezer stede
in deze verkiezing, naar aanleiding van hetgeen over en
tegen haar geschreven, gesproken, gemompeld en geknord is.
Dat ik tot op zekere hoogte als voorzitter van die afdeeling
dit schrijven tot U richt, kan moeilijk ontkend worden. Toch
heb ik geene enkele lastgevingvan de leden niet, maar ook
evenmin van het bestuur. Niemand dan ik. zelf mag dus
aansprakelijk gesteld worden voor deze regelen. Ik verricht
geen officiële daad, maar handel zonder eenige ruggespraak
louter voor mij zeiven.
Nog een andere opmerking ga hier vooraf en wel deze.
Ofschoon datgene wat de kameleontische «Nieuwsbode" i»
de verkiezings-manifesten aan het hoofd van dat blad tegen
«Volksonderwijs," d. w. z. tegen de Zierikzeesche afdeeling
dier vereeniging, gemeend heeft te moeten zeggen, wel
eenigermate aanleiding geeft tot dit schrijven, wil ik toch
in geen enkel opzicht geacht worden op het geschrijf van
dat blad te antwoorden. Met een orgaan als de Nieuwsbode
treed ik ten minste niet in twistgeschrijf, allerminst wanneer
zooals nu gebrekkige voorstelling der feiten of onkunde zoo
duidelijk aan het licht treden. Trouwens is dat ook overbodig
van zulk een verrassend, veelkleurig orgaan wordt niemand de
dupe dan hij die het zelf wil en sommigen die niet beter
weten. Nu leven wij gelukkig in een tijd die openbaarheid
mint, en in zulk een tijd kan het niet anders, of de invloed
van leidslieden, die altoos gemaskerd zijn, zal gaandeweg
afnemen, om ten slotte in het niet te verzinken.
Ter zake dan.
In het reglement der vereeniging «Volksonderwijs" lezen
wij bij artikel 2, waar sprake is van de middelen, waardoor
de vereeniging haar doel tracht te bereiken, ook dit: «het
bespreken van politieke quaestiën, die met het onderwijs in
verband staan en het invloed uitoefenen op de verkiezingen
voor de Tweede Kamer, de Provinciale Sta ten en den Ge
meenteraad." In ons huishoudelijk reglement is diensvolgens
uitdrukkelijk opgenomen, dat onze afdeeling bij verkiezingen
handelend optreedt, indien er gevaar bestaat voor het
Volksonderwijs.
In de vergadering, waarbij 't huishoudelijk reglement
gearresteerd werd, meenden sommigen, dat uitdrukkelijke
vermelding in deze onnoodig was, wijl het algemeen regle
ment daarover sprak. Edoch is de opname dier woorden
door de meerderheid der leden wenschelijk geacht, om zelfs
den schijn te vermijden, dat men eene verkapte politieke
kies vereeniging zou oprichten, tot welke meening de be
paling van het algemeen reglement eerder aanleiding zou
geven dan die van ons huishoudelijk reglement. Van den
aanvang af aan heerschte bij enkele leden de vrees voor
bemoeiing met het verkiezingswerk, welke vrees ten eenen-
male ongepast was. Wie elke bemoeiing met het verkie
zingswerk schuwt, moet, zooals de zaken nu staan, geen
lid van «Volksonderwijs" worden; wie eenmaal daarover
heen is, moet zich geen muizennesten in 't hoofd halen
over vérstrekkende gevolgen, dewijl bij elke verkiezing eerst
de meerderheid van het bestuur en dan de meerderheid
der leden beslist, of men zich daarmede al dan niet zal
inlaten. Bij zulk eene omslachtige en omzichtige wijze
van doen bestaat er zeker geen gevaar voor onbekookte han
delingen. Wat nu de bepaling van ons huishoudelijk re
glement betreft: mndien er gevaar bestaat voor 't Volks
onderwijs", haar zin is meen ik duidelijk voor elk die
lezen wil. Naar aanleiding echter van hetgeen ook daarover
gezegd en geschreven is, acht ik het noodig de beteekenis
toe te lichten, waartoe ik hoogst waarschijnlijk wel het
meest gerechtigd zal wezen, omdat die bepaling door mij
voorgesteld en ook door mij aldus geformuleerd is. De
beoordeeling van mogelijk gevaar, dat het volksonderwijs