ZIERIKZEISCHE COURANT
voor het arrondis- seinent Zierihzee.
1875. No. 32. Woensdag 28 April, 78ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
NEERLANDS HANDELSVLOOT.
Nog een kleine nalezing omtrent het
Restitutie-stelsel.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geb oor te
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de nitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
Dezer dagen is openbaar geworden het verslag
der commissie van enquête naar den toestand
der Nederlandsche koopvaardijvloot, 't Is een
lijvig boekdeel van meer dan 600 bladzijden.
De commissie heeft haar taak ernstig opgevat;
zij heeft een stapel rapporten doorgewerkt, een
tachtigtal deskundigen gehoord, duizenden cijfers
bestudeerd, en, wat vooral groote waarde heeft,
zij heeft den geconstateerden staat van zaken
onverbloemd en onbewimpeld bloot gelegd. De
natie mag haar dankbaar zijn. Niet altoos is
een enquête een maatregel die tot eenig resultaat
leidt, deze heeft reeds nu een groot resultaat
n.l. dat de natie kan bekend worden met den
toestand.
Die toestand is treurig.
De geschiedenis van onze handelsmarine, van
het jaar 1850, toen de nieuwe scheepvaartwet
tot stand kwam, tot op heden is in alle, volstrekt
alle opzichten een tafereel van den verontrustend
snellen achteruitgang, vau de Nederlandsche
koopvaardij. In 1850 waren wij de vierde in
raag onder de zeevarende natiënthans zijn
wij de achtste of negende. Te nauwernood
kunnen we concurreeren met Griekenland! In
25 jaar zijn we dus 50 percent gezakt. In
1870 leverden wij nog 2,55 pere. in de geza
menlijke tonnemaat van de handelsmarine dei-
aarde; in 1874 nog slechts 2,42 perc. In
1859 hadden we 1190 reederijenin 1874 nog
662. Groote ijzeren schepen kunnen de Neder
landsche bouwmeesters niet meer maken; wij
moeten ze in Engeland koopen. De schepen
die wij bouwen gaan den weg naar den Noor
man op. Onze vloot versmelt als sneeuw voor
de zon.
Janmaat leeft niet meer. Onze schepen wor
den bezet met een mengelmoes uit alle natiën;
op Hollandsche schepen hoort men menigmaal
geen enkel Hollandsch woord spreken. Vaart
er nog een kapitein met Hollandsch volk, 't is
meerendeels rapaille dat met de jeneverfleschmoet
te vriend gehouden worden, en hoe dan nog!
Ziedaar een deel van de conclusion der com
missie.
Waar zijn de illuzies van 1850
Men raadplege het rapport en men zal een
aantal onthullingen vinde.n die op den weg
kunnen brengen om den oorsprong van de kanker
te ontdekken.
We herhalen nog eensde commissie van
enquête heeft aanspraak op den dank der natie.
Wellicht is 't nog tijd en kan 'tmetrassche
schreden naderende gevaar dat Nederland moet
geschrapt worden Van de lijst der zeevarende
natiën, nog worden bezworen en afgewend.
Nederland, welks vlag Europa den weg heeft
gewezen, reeds drie eeuwen geleden, in alle
hoeken van den oceaan, 't mag wel eens een
wijle stille zitten en aflaten van zijn geleuter
over dit en dat, om zich te bezinnen en de
vraag to overpeinzen: znllen wij onze oude
roemruchtige driekleur maar neerhalen en ei-
uitscheiden met varen, of zullen we nog een
laatste poging wagen om ons te releveeren?
Wat valt er te doen? Men raadplege hoe
25 jaar fout op fout, hok op bok is gestapeld,
zoo in de wetgeving als in de economie met
betrekking tot onze handelsmarine. De com
missie meent dat er nog uitkomst mogelijk is.
Zij beveelt daartoe in de eerste plaats aan
zuivering van den toestand, opheffing der inder
daad talrijke en onverantwoordelijke kluisters
en belemmeringen die de vrije ontwikkeling
der koopvaardij sinds een kwarteeuw hebben
gedrukt.
Zij wijst op verkeerdheden, leemten en fouten
in onze wetging en in onze handelspolitiek.
Wellicht is reeds als een eerste en onmid
dellijk gevolg van haren arbeid te beschouwen
de door de regeering voorgestelde afschaffing
der haven-, ton-, baken-, en verplichte loods
gelden, n.l. ook als men geen loods neemt.
Wij bevelen ieder belanghebbende aan 't
rapport der commissie in te zien. Daar is een
der teerste aderen van Nederlands welvaart in
gevaar.
In de afgeloopen week heeft de Standaard een
trits artikelen geleverd over de vraag: „Is het res
titutie-stelsel uitvoerbaar?" Men mocht verwachten
dat tegenover de wolk van getuigen, die allerwege is
opgekomen tegen het restitutie-stelsel en die met
allerlei varianten 't bewijs heeft geleverd dat het zoo
hoog geroemde stelsel onuitvoerbaar is, toch de
Standaard wel niet in gebreke zou blijven om het
bewijs dier uitvoerbaarheid der natie aan te bieden.
Was dit ook niet het eenvoudigste middel, 't middel
dat voor de hand lag om zijn eigen partij voor 't
tooverwoord lekker te maken? Was 't niet het ste
vigste schild om de zwakke gemoederen te beschutten
tegen het wantrouwen in de deugdelijkheid en onfeil
baarheid der too verformule? Was 't verder, inzon
derheid tegenover de insinuatie van den heer van
Bosse, dat het restitutie-stelsel niets dan een verkie
zingsleuze zou zijn //ora der goedgeloovige menigte
zand in de oogen te strooien," niet dringend noodig
het stelsel krachtig en flink te verdedigen, beginnende
met een klare uitlegging daarvan
Inderdaad men is niet lastig tegen de partij wanneer
men aldus denkt en vraagt. En toch, niets van een
uiteenzetting van 't stelsel, niets van een weerlegging
der talrijke bezwaren die er tegen gemaakt zijn, niets,
geen enkel woord.
En in die drie artikelen van den Standaard? Daar
is de driestheid zoo ver gedreven dat men ze wil
laten doorgaan voor even zooveel bewijzen van de
uitvoerbaarheid van 't stelsel, zonder schijn of schaduw
van dat bewijs te geven. Ja, wat erger is, in plaats
van dat zoo zeer verlangde bewijs, in plaats van de
door rede en eer gevorderde weerlegging der bezwaren,
komt dé Standaard heel zoetsappig vertellen dat hij
niets bewijzen wil, dat hij de gestelde vraag niet wil
beantwoorden, uit vrees dat dan de restitutie wel
eens den weg op kon gaan van 't //vernagelde kanon"
en- van den verongelukten //conscientie-kreet" van
Groen.
Maar waarom dan niet liever geheel en al gezwe
gen Dat ware verstandiger geweest. Neen, wellicht
niet, althans niet politiek. De partij, de kudde, de
goedgeloovige schare die den Standaard als een mo
dern orakel met botten eerbied aanziet, moest met
een weinig gepraat naar huis gestuurd worden. De
titel van de artikelen//Is het restitutie-stelsel uit
voerbaar" en de daarin telkens herhaalde toezeggingeu
dat het antwoord zou volgen, moesten die weinig kvi-
tiscli-lezende schare meer dan voldoende zijn.
Ondertnsschen is de manier waarop de Standaard
zich in No. 942 van de zaak afmaakt al zeer onhandig
en zoo zeer getuigende van zwakheid, van wantrouwen
in eigen kracht, dat wij daarin, guluit gezegd, niets
meer of miuder zien dan een voorteeken van de
aanstaande vernageling, ook van 't zoo opgevijzelde
restitutie-kanon.
't Is zwak, minder dan zwak zich in de gegeven
omstandigheden van de vrijwillig toegezegde bewijs
levering af te maken met de gewone aardigheden
aan 't adres der //Moensen en Kerdijken." 't Is of
men de tegenpartij wil tarten om zich ook in het
slijk der hatelijkheden te begeven. Voorwaar, dat is
menigmaal verleidelijk genoeg
Wat echter uit deze volmondig erkende zwakheid
blijkt is dit: dat het met 't restitutie-stelsel niet
ernstig gemeend is; dat het, als reeds zoo menig
voor en na vervallen en afgekeurd tooverwoord der
anti-revolutie, ook op zijn beurt zal vallen en afge
keurd worden; dat het op zijn best eenigen dienst
zal moeten doen als preparatief voor de verkiezingen.
Zoodat derhalve mr. P. P. van Bosse gelijk zou
hebben met zijn insinuatie //'t is om de kiezers zand
in de oogen te strooien,"
Soms bekruipt ons de lust in een kleine ondeu
gendheid. Wat. werd er indertijd niet geschreeuwd
om grondwetsherziening met het oog op art. 194.
Na een zeer uitvoerige polemiek daarover, aanvaard
den de liberalen de uitdaging en stemden in met
den wensch naar die herziening. //Welnu, provoceer
grondwetsherziening," was hun conclusie. En 't ge
volg Dat de vlag werd ingehaald, dat 't kanon ver
nageld, dat de vooruitgeschoven batterij verlaten werd.
Nu de //conscientie-kreet" van Groen en de ge
moedsbezwaren. Ook hier leidden de debatten tot de
conclusie formuleer uw gemoedsbezwaren en 't gevolg
was dat de kreet verstomde en erkend werd slechts
een ijdel gerucht geweest te zijn. Dan de wet van
1857 Die gruwelwet moest weg. Wij erkennen dat
die wet verbetering, 't nationaal onderwijs versterking
noodig heeft beleden ook de liberalen, 'tGevolg? Geen
woord meer over herziening. Van 't conservatieve
kabinet een wissel op den Griekschen kalender.
Ziedaar alles.
Welnu, als nu de natie de restitutie-mannen maar
eenvoudig aan hun woord houdt en vraagtzet uiteen
uw systeem, dient uw plannen in; weerlegt de bezwaren
dan zien wij ook deze vlag zakken en opgerold worden,
en de historie is uit.
Wat we reeds meermalen zeiden, wat als 't ware
van de daken gepredikt wordt, wat onze historie ons
leert, 't is niets anders dan dit: om de restitutie is
't niet te doen, noch om de belangeu der jeugd,
't Is te doen om den Staat zooals deze door historische
ontwikkeling thans is, te veranderen en terug te brengen
tot een vroegeren, lang versleten vorm. De anti
revolutie op zichzelf een zuivere en schadelooze
theorie is geworden contra-revolutie, 't Gevaar
door Groen in zijn beste tijdperk ingezien, erkend
en steeds vermeden, heeft zijn leerlingen doen veron
gelukken met de geheele anti-revolutie-theorie. Wat
na '15 een slechts van woorden en ijdele vertoogen
levende politieke partij was, die men op zichzelf res
pecteeren kon, dat is geworden de calvinistische de
mocratische contra-revolutie. Bij haar heeft zich de
ultramontaansche fractie aangesloten. Deze toch zoekt
altijd steun bij de partij die strijdlustig is, en dat om
in troebel water te visschen. Zoo is het clericale
monsterverbond ontstaan en eindelijk heeft een deel
der conservatieven zich laten verlokken daarin mede
te doen.
Zoo staan we dan voor 't feit dat zich een drie
ledige contra-revolutionaire partij heeft gevormd en