/IP,BIKZI'KSCm COURMT, voor het irrondis- sement Zierikzee. 1875. No. 29. Zaterdag 17 April, 78ste jaargang. NIEUWS- en ADYEETENTIE-BLAD Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTE N TI EN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKENMAN. De Spoorweglijn Brouwershaven—Zevenbergen. Onder dezen titel gaf het N. van den D. Maandag j.l. een artikel dat voor ons niet zonder belang is. Het stuk lezende dachten we onwillekeurig: dat komt niet uit Amsterdam, 't is een stem uit de buurt, uit Tholen? uit Zierikzee? in lokaal of in algemeen belang Doch après tout komt er dit niet op aan, als 't geen de stem zegt maar steek houdt, dan is 't in orde. In de eerste plaats wantrouwt schrijver de genen die met hun inlichtingen de heeren Kap- peijne c. s. hebben gediend bij de conceptie hunner plannen. Onmiddellijk daarop erkent hij echter de behoefte van Brouwershaven met zijn „flinke reede" en van het „kwijnende" Zierikzee aan verbetering van gemeenschaps-middelen, en ook de behoefte van de Schouwseha en Duive- landsche landbouwers om nader bij de hoofd route te komen. Vervolgens beschouwt hij de ontworpen lijn Zierikzee-Zevenbergen en brengt zijn bezwaren daartegen in. Deze bezwaren zijn van technischen en van economischen aard. Zoo meent hij dat overbrugging van het Zijpe onmogelijk is; „Aan een spoorwegbrug valt niet te denken." 't Heugt ons nog dat men dit ook zeide van het Hollands diep en van de afdamming der Schelde, daaraan viel toen ook niet te denken. Thans valt er ook niet meer aan te denken, want de brug en de dam zijn er. We zouden niet weten waarom een brug aan Zijpe zoo moeielijk zon te maken wezen. Een ander bezwaar van den schrijver is de dam over 't Slaak. Dat is daar een nare boel, 't is genoeg bekend. Maar 't is toch ook bekend dat die boel niet zoo naar is om redenen van technischen aard, maar om geheel andere oorza ken; den dam zelf kan men wel maken en bezwaren. Een derde bezwaar is de kostbaarheid der te onteigenen gronden voor de baan. Wij geven toe dat de gronden hier veel geld zullen kosten maar daartegenover staat dat men volstrekt niet gebonden is aan doorsnijding van de beste ko renlanden over de geheele lengte der lijn. Van Brouwershaven tot Zierikzee ligt een uit muntende spoorwegdijk als 't ware kant en klaar, n.l. de oude Schouwsche dijk, en op meer strekken van 't traject kan zoo van de locale gelegen heid gebruik gemaakt worden. Van de economische bezwaren van den schrijver komt in de eerste plaats in aanmerking 't iso- leeren van Tholen door de lijn buiten Tholen om te trekken. Dit bezwaar is er vast wel een. Maar Tholen verkeert toch reeds nu in gunstiger positie dan Schouwen en Duiveland. Dat de lijn getrokken is over het Zijpe, is waarschijnlijk wel gegrond op de veronderstelde overbrugging van dat water. Ware de overbrug ging aan 't veer VianenStavenisse even goed uitvoerbaar, of slechts niet veel bezwaarlijker dan die van 't Zijpe, we zouden ook zonder aarzelen opineeren voor de richting Brouwershaven— Zierikzee Vianen—Stavenisse --Tholen Ber- genopzoom. Maar men zou wel drie bruggen over 't Zijpe kunnen maken tegen één tusschen Vianen en Stavenisse. Ook een stoomvlot zou daar niet altoos dienst kunnen doen. En zoo komt de schrijver tot een opmerking die wij de belangrijkste achten van allen. Waar om niet te Stavenisse de lijn aangevangen? Is 't daar niet bij uitnemendheid een plaats tot het stichten van losplaatsen, vluchthaven, kaden enz.? Met andere woorden kon Stave nisse niet een nieuw-Brouwershaven worden, of klein-Vlissingen Wij erkennen gaarne dat ook wij wel eens gedroomd hebben van een zeehaven met spoorweg ete. te Stavenisse. Maar we zouden den schrijver in bedenking geven nü valt wel Tholen met zijn 13110 in woners er voor 't oogenblik buitenmaar dan zouden er de 22000 inwoners van Schouwen, Duiveland en St. Philipsland voor goed buiten vallendan zon er voor ons weinig anders op zitten dan te verhuizen naar den anderen oever der Ooster-Schelde. Hoezeer wij de opmerkingen van den schrijver waardeeren, zijn conclusie: „Der zakekundigen moeten deze lijn (n.l. BrouwershavenZeven bergen) ontraden, als dienende niet bet algemeen belang," kunnen wij niet onderschrijven. Wij maken ook nog de opmerking dat in het voorstel Kappeijne gesproken wordt van de lijn Brouwershaven SteenbergenBergenop- zoom. De schrijver in het N. van den B. heeft blijkbaar gedacht aan 't ontwerp van Mr. Ver ster. Doch dit is op zijn redeneeringen en be- denkingen van weinig invloed. Een kleine nalezing omtrent het res titutie-stelsel. Als men te hooi en te gras een zaak wil verdedigen loopt men gevaar haar meer kwaad dan goed te doen. Zoo de N. Goesche Ct. in zake de restitutie. In haar no. 20 zegt zij: z/Hoe meer kinderen, hoe meer scholen en onder wijzend personeel, en eveneens, hoe meer uitgaven. Worden er, door dat er vrije scholen zijn opgericht, minder openbare scholen vereiseht, dan heeft de over heid daardoor ook minder uit te geven. Geeft dus de overheid terug, wat zij daardoor minder behoeft te besteden aan kosten van onderwijs, dan komt zij in denzelfden financieelen toestand alsof er geen vrije school was, en is al het misbaar over te groote gel delijke opofferingen ten eenemale ongegrond." Laat ons ook eens redeneeren. Hoemeer menschen er in een provincie wonen, hoemeer rechtbanken en personeel van de rechterlijke macht. Worden er nu doordat er vrije rechtbanken zijn opgericht, minder openbare rechtbanken vereiseht, dan heeft de overheid daardoor ook minder uit te geven. Geeft dus de overheid terug wat zij daardoor minder behoeft te besteden aan kosten voor de justitie, dan komt zij in denzelfden financieelen toestand als of er geen vrije justitie was, en is al het misbaar, enz. Nietwaar, volkomen logisch? Alleen moet er dit bij opgemerkt worden dat dan de overheid niet meer handhaafster en bewaarsters van het recht is, maar de particuliere ondernemer der vrije justitie, derhalve dat er geen recht meer is. Vat de N. G. Cé. haar abuis niet? 't Is eenvoudig dit kleine abuisje in haar re deneering, dat zij begint met de verplichting van den Staat om te zorgen voor het onderwijs voorop te stellen als grond van haar betoog. Maar eilieve als de Staat die verplichting heeft en gij erkent die, waarom wilt ge dan wel zoo goed zijn den Staat te ontheffen van de vervulling er van? Doch neen, dat niet. Gij wilt naast uw aangenomen principe dat de Staat moet zorgen voor 't onderwijs, nog dit aannemen, dat de Staat ook moet betalen wat gij hem uit over gedienstigheid wel uit de hand wilt nemen om 't voor hem te doen. Wat is dit anders dan de ontbinding van den Staat als zedelijk lichaamDan kan de geheele Haagsche machinerie opgedoekt worden, op 't ministerie van financiën na; want er moet toch een algemeene trog blijven bestaan waaruit de particulieren voor de kosten van hun vrije ondernemingen kunnen putten. Hoort hoe de N. G. Ct. verder gaat met haar drog redenen. z/In Goes b.v. zijn vier openbare en één vrije school de laatste met ongeveer 250 kinderen. Was die vrije school er niet, dau zoude er een openbare school meer moeten zijn. Welnu, hetgeen de gemeente uitspaart door dat zij die vijfde openbare school niet behoeft te hebbenzal door haar uitgekeerd worden, ten behoeve der kinderen van de vrije school. Ziedaar het restitu tie-stelsel." Zoo, is 't dat kleinigheidje maar? Laat ons ook eens redeneeren. Te X. is één openbare en één vrije school; de laatste met ongeveer 10 leerlingen, de eerste met 90. Was die vrije school er niet, dan zou er een open bare school meer moeten zijn. Welnu, hetgeen de gemeente uitspaart enz., de conclusie als boven. Ander voorbeeldAangenomen 't restitutie-stelsel te Y. is een openbare school met 50 leerlingenver der zijn in die gemeente nog 10 kinderen van Con- fessioneelen, 10 van Katholieken, 10 van Israëliten en 10 van ouders die hun kinderen liever geen onderwijs doen genieten. Het restitutie-stelsel volgens de N. G. autoriseert de stichting van vier vrije scholen nevens de openbare, en hetgeen de gemeente nu uitspaart doordat zij die vier scholen niet behoeft te hebben, zal gerestitueerd worden. Let wel, er zal dan één vrije school bij zijn die altoos leeg staat, maar de ouders der in 't wild loopenden trekken niettemin de dubbeltjes die zij aan de gemeente uit sparen. Nog iets. De N. G. zegt //hetgeen de gemeente uitspaart doordat zij die vijfde openbare school niet behoeft te hebbenSpaart men nu ook al uit voor iets dat meu niet behoeft te hebben. Ik, die geen stoomjacht behoef te hebben voor mijn pleizier, spaar ik nu daardoor iets uit De redeneering ware even logisch als men dit zeide de verovering van Mexico zou ons 1000 millioenen gulden kunnen kosten aangezien we nu Mexico niet behoeven te hebben, sparen we 1000 millioenen gulden uit en wanneer nu de N. Amerikanen 't willen ver overen zoo is 't billijk dat wij dien lieden de 1000 millioeuen die zij ons uitsparen maar restitueeren. Het blijkt dat de N. G. Ct. 't restitutie-stelsel niet begrijpt. Zij is plus restitutrice dan haar chef, de Standaard. Zij stelt als grondslag het staatsrecht en den staatsplicht om voor 't volksonderwijs te zorgen. Maar begrijpt ze niet dat dan de zoogenoemde vrije school niet eens recht van bestaan heeft, dat dan de toelating van bijzonder onderwijs door de wet een onvergefelijke zwakheid, een enorme fout zou wezen Van de partij is 't ook een groote fout dat zij de benaming vrije school heeft uitgevonden en daaraan de uitlegging wil geven boven de wet en buiten de de wet. Men zou zoo ook kunnen praten van vrije cultuur in Indic, op conditte dat de staat de exploi tatie-kosten restitueerde en de koelies leverde. 't Is nog al gelukkig dat de hoofdmannen der partij onder 't restitutie-stelsel niet datgene verstaan wat de N. G. er onder verstaat. Maar toch is 't jammer dat de N. G. op haar manier toch ook de goe-ge- meente inlicht, die van de restitutie over 't algemeen zelfs geen flauw begrip heeft.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 1