Inderdaad er schijnt geen direct verband te bestaan tnsschen den geest der volksschool, wat politieke en kerkelijke richtingen betreft, en 't geen er later van de leerlingen wordt. Maar waarom dan die vinnige strijd om de school, een strijd waaronder, jammer genoeg, do school zelf het meest moet lijdenHoe komt het dan dat op een gegeven oogen- blik, thans b.v., de schoolvraag den geheelen politieleen toestand der natie kan beheeaschen, en dat wel dermate dat ieder die niet willens traag en onverschillig is, gedrongen wordt partij te kiezen en in den strijd deel te nemen Dit wordt teweeggebracht door onderscheidene en onderling zeer verschillende oorzaken. Vooreerst de in lang niet uitgeroeide dwaling dat het. bezit der school ook de macht over de toekomst zou zijn. Zoowel clericale als politieke heersehzuchtigen, en niet minder de clericale en politieke dwepers, gelooven dat zij met de school ook de toekomst der natie in handen zullen hebben. Van daar hun vurige begeerte naar den meesterstaf. En wanneer nu in eeu bepaalden tijd bijzondere opborre- lingen van het clericale slijk voorkomen, wan neer de clericale machten 't er weder eens ernstig op gezet hebben de vervallen tempelen der duisternis weder op te richten en de mensch- heid 't juk der geestelijke dienstbaarheid weder op de schouders te leggen, dan is het alleszins verklaarbaar dat de school als dommekracht daartoe wordt beschouwd en dat alle krachten worden ingespannen om die dommekracht mach tig te worden. Ook dat alles is echter slechts illuzie en niets meer. Laten de clericale partijen zich daarvan maar geen gouden eeuw beloven, en laat ons daarover ons niet al te zeer veront rusten. Aan den achteruitgang der menschheid gelooven we evenmin als aan de verschrompe ling en vermolming van den aardbol. Wel gelooven we aan de onweerstaanbare macht van 't denken en 't wetenwel ver trouwen we op den nimmer rustenden invloed van het licht dat niet verdooveude maar altoos meer opflikkerende en toenemende is. Een tweede voorname oorzaak van den strijd om de school is gelegen in den gebrekkigen staat waarin de school nog altoos verkeert, ook na de wet van '57. Er wordt met de Neder- landsche volksschool gesold omdat die school in menig opzicht nog zoo min is dat zij met zich laat sollen. De clericale en andere par tijen die naar de overmacht in den staat streven grijpen naar de sehoolheevsohappij om hun doel te bereiken. Waarom grijpen ze ook niet naar de overige factoren der staatsmachtnaar de justitie, naar 't leger, naar de financiën Zij roepen over vrije scholen, vrijheid van onderwijs, enz. waarom ook niet over vrije rechtbanken, vrije legerafdeelingen en dergelijken Omdat zij de school als een zoo weinig beduidend ding, de onderwijzers die de de ziel der school uitmaken, als zoo min en onzelfstandig be schouwen dat zij die kunnen gebruiken tot beteekenis kan geweest zijn. Voor 't overige kwam geen eigenlijke fabriekarbeid hier voor. In friesland was liet anders. Daar vond men toen de nijverheid op veel hooger trap van ontwikkeling dan in de andere gewesten van het land. De Driesen vervaardigden laken, glas, zelfs uurwerken. Karei de Groote deed al het mogelijke om 't fabriekwezen en de vrije handwerken aan te moedigenhij bevorderde o. a. den uitvoer van laken tot zelfs naar 't verre oosten en was een der weinige raiddeleeuwsche vorsten die iets van handelspolitiek begrepen. Nu waren de Driesen ons in dien tijd zeer veel vooruit, ook ill andere opzichten. Bij hen bestond geen lijfeigenschap, geen slavernij, geen heerediensten. '/ij waren met reden trotsch op hun titel van vrije Driesen en 't is zeer verklaarbaar dat zij 't juk der HollanJsehe graven of dat van de Utreehfcsehe bis schoppen niet wilden torschen. Daardoor ontwikkelden handel, nijverheid en landbouw bij hen veel vroeger dan in onze zuidelijke streken. In onze Zeeuivsche eilanden kan men ook niet leven als in een luilekkerland. Door ligging als aangewezen en bestemd om de zetel te worden van ondernemingen van handel, zeevaart en vissclierij, door de hoedanigheid van den grond zoo bijzonder geschikt voor de ltuul- bouw-ihjverheid was 't land tevens van dien aard dat wat zij willen, b.v. tot politieke of clericale agenten. Er wordt met de school gesold omdat deze met zieli laat sollen. En zoo wij ons in den strijd mengen liet is vooral om daarop de aandacht te vestigen dat dit gesol niet de school voor een goed deel aan de inrichting van 't schoolwezen te wijten is eu dat 't niet eer zal ophouden vóór die organisatie aanmerkelijke verbeteringen beeft ondergaan. De volksschool moet, evenals iedere andere factor der staatsmacht, evenals iedere andere tak van openbaren dienst, onaantastbaar gemaakt worden voor allerlei particuliere eerzuehtigen en politieke of clericale fortuinzoekers, die nu met haar sollen, wellicht zonder te beseffen hoeveel moeite en teleurstel ling zij hun eigen richtingen door hun drijven berokkenen. En dat zal de .school, naarmate zij meer wordt wat zij wezen moetde oefenplaats der jeugd in denken, kennen en weten en de kweekplaats van die deugden der reine humaniteit, die ieder mensch in den grond zijns harten voor goed en edel erkent en die verre verheven zijn boven alle kerkelijke leeringen. De school moet zijn de kweekplaats van al wat van 't ware, goede en schoone kan ingeplant worden in het kinderlijk gemoed. Het reiue weten en de reine zedelijke beginselen die moet zij aan de jeugd overdragen. Zij behoeft niet te speeuleeren op 't geen de toekomst geven kan of zou kunnen zien verloren gaan. Die toekomst heeft geen nood in zekeren zin zjj is en zal nooit anders zijn dan de overwinning van 't goede, 't ware en 't schoone, nooit iets anders dan de overijiuning vau 't licht op de duisternisgelijk 't wel niet betwijfeld kan worden dat wij vooruit zijn op onze vaderen van voor 20 of minder eeuwen. In dien ziu moet de school vrij en zelfstan dig worden. En de onderwijzers dienen dan te zijn degelijke, grondig ontwikkelde mannen, bevoegd om de beginselen der wetenschap en der humaniteit te leeraren, maar ook burgerlijk zoo zelfstandig dat er met hen niet kan worden gesold gelijk 't heden ten dage geschiedt. Voor zoover zij hulponderwijzers zijn, dienen zij daarom opgetrokken te worden boven den arbeidersstand en als ze hoofdonderwijzers zijn boven den stand van allergeringste ambtenaartjes of kleine zet- baasjes, waartoe ze nu doorgaans gerekend worden te behooreu. Hieromtrent heeft de staat een roeping op te volgen. De strijd heet de strijd om de school. Toch is 't daarom eigenlijk niet te doen. Het is te doen om de macht iu den staat en in de kerk. Gelijk 't bij de belegering van een vesting juist niet te doen is om die aarden en steenen wallen, noch om die kanonnen en het verdere oorlogsmaterieel, maar wel om den zedelijken indruk die de overwinning ten gevolge lean hebben en waarin dan ook de overwinning eigenlijk bestaat, zoo is 't thans ook niet te doen om de school. Als 't om de school te doen was kou de auti-sclioolwetverboud zich het voortdurend verdedigd diende te worden tegen de zee waaruit 't was voortgekomen eu waaraan 't bui tendien zoo veel verplichting had. Vee- vooral schapenfokkerij, is waarschijnlijk wel de eerste tak van landbouiv-nijverheid geweest die hier is beoefend. Na de indijkingen der oudste polders begon de landbouw meer te ontluiken. In de negende eeuw werd .hier vlas verbouwd, gesponnen en geweven. De graanbouw is zeker ook zeer oud, hoewel daarom trent geen bijzonderheden bekend zijn. Omtrent de opkomst van de meekrap-cultuur ont breekt het mede aan nauwkeurige berichten. Van de zeinering, het winnen van keukenzout door uitloging van gebranden darhik of zoutvien, weten we nagenoeg zeker dat deze al iu de negende eeuiv is bekend geweest. Zij gaf misschien aanleiding tot de stichting van Zierikzee. De vissclierij en de uit haar geboren zeevaart zijn hier al vroeg beoefend. De Zierikzeenaars behooren onder de oudste Nederlandsche zeevaarders. ïnderheid werd door Zeeland op Frankrijk en Portugal druk handel gedreven iu wijnenin de negende eeuw be duidde deze echter nog weinig. Alles samengenomen kunnen we de negende eeuw beschouwen als het tijdperk waarmede iu deze streken liever schoolbond noemen en dan kon hij al de materieeie en moreele krachten die hij thans verspilt in aanvallen op de scholen die hij niet begeert, aanwenden tot den bloei van zijn eigen scholen, van de scholen zooals hij die wel be geert. Maar 't is te doen om de macht in staat en kerk eu de school dient alleen voor een wijle als argument, of als aanvalspunt. En dat de volksschool als punt van aanval wordt gekozen laat zich zeer wel verklaren. Haar kan men in de oogen der onbevoegde schare belokken en zwartmaken zooveel men wil. Waarom kiest men de middelbare school niet als punt van aanval'? Die heeft onmis kenbaar veel meer directen invloed op 't opgroeiend geslacht. Toch laat men haar met rust, ja men zendt er zelfs zijn zonen heen, zonder groote bezorgdheid, naar 't schijnt, dat zij er »hun geloof" verleeren zulleD waarop toch werkelijk meer kans is in de middelbare dan in de lagere volksschool. Maar de middelbare school is een vesting die verdedigd wordt door bet meer ontwikkelde deel der natie de lagere moet zich meer met ongeregelde, ongeoefende en dus zwakke verdedigers behelpen. Binnenland. ZIERIKZEE, 30 Maart 1 8 7 5. Zierikzee, 29 Maart. Heden in de voormiddags- godsdienstoefening nam ds. E. W. N. Hugenkolfcz afscheid van de Ned. Herv. Gemeente alhier, met een rede naar aanleiding van Hebr. 12 vs. 1 en 2a. Een o ver tal rijke schare vulde het ruime kerkgebouw en 't was aandoenlijk op te merken hoe 't scheiden èn ïeeraar èn gemeente zwaar viel. Bij deze gelegen heid lied ook het kerkelijk koor zich hooren en voerde onder de leiding van den lieer D. H. Ezerman een afscheidslied uit gewijd aan den heer Iïugenholtz. Wij achten het heengaan van dien waardigen man in menig opzicht een groot verlies, zoo voor de ge meente als voor de stad onzer inwoning. Moge de geest in welke hij hier gearbeid heeft, niet uitgedoofd worden, maar blijvende zijn, en dat hij in zijn nieuwen werkkring in alle opzichten zegen en voorspoed onder- vinde, gelijk wij en velen met ons hem die van harte toewenschen. Woensdag 24 Maart heeft de heer Stellwagen zijn tweede letterkundige lezing gehouden. .Tot ons leed wezen waren wij verhinderd die bij te wonen. Naar wij echter vernemen werd zij evenals de eerste door een uitgelezen auditorium bijgewoond. Het onderwerp was Bilderdijk. Naar wij vernemen zal mej. Elise Baart a.s. Vrijdag avond optreden in de Concertzaal alhier. Z. M. heeft, met ingang van 15 April 1875, aan mr. G. v. d. Lek de Clercq, op verzoek, eervol ont slag verleend als notaris te Zierikzee. en benoemd tot notaris binnen het arrondissement Zierikzee, ter stand plaats de gera. Zierikzee, mr. J. C. v. d. Lek de Clercq, adv. en cand. not.; en ter standplaats de gein. Renesse, mr. J. A. Bolle, cand.-not., griffier bij het kantongerecht te Zierikzee, uit welke betrekking hem eervol ontslag is verleend. Dagelijks heeft de verzendig van eieren uit Duitsche land naar Amsterdam eu Rotterdam op zeer groot- de heidensche oudheid werd gesloten en een nieuwe tijd van snelle ontwikkeling aanlichtte. Allengs werd de indijking van Schouwen voltooid, evenzoo die van Duiveland, ofschoon 't nog wel 300 jaar aanliep eer er voldoende regeling van het dijkwezen werd vastgesteld, nl. in 1290. In de kleine polders waren de dijken doorgaans door den eenen of anderen grooten edelman aangelegd en de goede gemeente moest ze onderhouden. In de groote polders, zooals Schouwen, schijnt een zekere samenwerking der onderscheidene belanghebbenden al vroeg bestaan te hebben. Ook blijkt dat de landsvorst al vroeg, ja reeds in de negende eeuw, door schouten, schepenen en dijkgraven toezicht liet houden op zeeweringen, watergangen, bruggen en wegen. Dat de wegen toch slecht geweest moeten zijn behoeft niet te worden opgemerkt, als men er op let hoeveel zij nog in onze eeuw te wenschen overlieten en dit in menig opzicht nog doen. Hiermede besluiten we deze schets van den staat van Schouwen en Duiveland in de negende eeuw. Vooraf komen we nogmaals terug op 't woord waarvan we zijn uitgegaanvooruitgang. Aan te toonen dat die alg.emeene vooruitgang een onmiskenbaar feit is, was 't doel van deze schets. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 2