Zieuikzee, 22 Maart. Zaterdag hield de Vereeni- ging van Onderwijzers in het 2e district van Zeeland haar drieraaandelijksche vergadering in het lokaal //Bellevue," en onder 't voorzitterschap van den districts-schoolopziener Mr. Schneyders van Greyffens- werth. Wegens 't min gunstige weder en andere omstandigheden was de vergadering niet zoo talrijk als anders. Zij werd echter toch ook bijgewoond door den waardigen oud-schoolopziener van het district, dr. P. J. Andreas, en drie leeraren der PI. Burgerschool. Na de afdoening der huishoudelijke zaken werd ter sprake gebracht de uitnoodiging, onlangs door den prov. Inspecteur van 't lager onderwijs gedaan, om bouwstoffen te verzamelen voor een statistiek van het schoolverzuim door den veldarbeid. Men achtte het noodig daartoe eenige vaste beginselen aan te nemen, betreffende den leeftijd der leerlingen en de vraag wat men te verstaan hebbe onder veldarbeid, wat onder schoolverzuim door veldarbeid, enz. Men kwam overeen den leeftijd van 12 jaren als grens voor 't verzuim aan te nemen, en verder ook als schoolverzuim door veldarbeid te rekenenbet verzuim door 't zoogenoemde rapen, dat door het koewachten en dat door het op passen van kleinere kinderen gedurende de afwezigheid der ouders die op 't veld werken. Door den lieer M. de Bil, hulponderw. te Nieuwer- kerk werd vervolgens een belangrijk opstel voorgedragen over de stroomingen in den Oceaan. Na de mededeeling door den heer schoolopziener dat de hoofdonderwijzer A. Dooge te Sirjansland na veertigjarigen dienst zijn eervol ontslag had gevraagd en verkregen werd genoemde heer Dooge bij acclamatie tot eerelid der districts-vereeniging benoemd. Eenige dagen geleden was hem ook de eer te beurt gevallen van tot eerelid der afdeeling Duiveland te worden benoemd. Middelburg, 20 Maart. De gemeen teratd heeft concessie verleend aan den ingenieur Pielersen te 's Gravenhage voor den aanleg aan een tramway van Middelburg naar "Vlissingen en van Middelburg naar Domburg. In dezelfde zitting is ingekomen een de finitief voorstel van de heeren Wolterbeek, van Baggen Co. tot verkoop der gasfabriek aan de gemeente. Benoemd tot rechter in de arr. rechtbank te Mid delburg, jhr. mr. D. G. van Teylingen, thans rechter in de arr. rechtbank te Dordrecht. Men schrijft uit Vlissingen aan liet Handelsblad: Omtrent het tijdstip dat de stoomvaart van hier op Engeland zal geopend worden, kan nog niets met zekerheid worden gemeld evenmin als betreffende de regeling van den dienst die nog niet geheel schijnt vastgesteld te zijn. Naar mij uit betrouwbare bron wordt medegedeeld, schijnt echter zeker. lo. dat de booten dagelijks zullen varen, en wel op Sheemess 2o. dat zij des morgens vroeg van hier zullen vertrekken en des avonds laat of des nachts hier zullen aankomen 3o. dat men in Mei zal beginnen met een der booten een aantal proeftochten te doen (van de andere is, zooals men weet, de cilinder gebroken). Het tijdstip waarop de dienst zal geopend worden, hangt waarschijnlijk samen met de opening der lijn SheernessLonden, welke spoorweg zijn voltooiing nadert. Verder wordt medegedeeld, dat de maatschappij reeds toezegging heeft gekregen tot het vervoer der brieven voor een gedeelte van Duitschland en "Rusland. De groote vraag blijft ec liter, of ook Nederland het vervoer zijner Engelsche brieven aan deze maatschappij plek van den moestuin was uitsluitend beplant met allerlei kruiden waaruit huismiddeltjes bereid werden tegen huidziekten. Vele van die ziekten zijn thans zelfs niet meer bij name bekend onder het volk. De wetenschap die ze heeft uitgeroeid kan ze te nauvver- nood meer in haar archief van oudheden vinden. Trouwens de wetenschap der geneeskunde bestond toen nog nietzij is later ontwikkeld, na de kruis tochten en nadat de Oostersche geleerdheid naar het barbaarsche Westen was overgebracht. Men had toen sommige huismiddeltjes, kende eenige geneeskrachtige kruiden, een enkele geestige monnik wist daar wel eens een goedgelukte genezing mede te doen doch regel was 't dat degeen, die een kwaal of ziekte kreeg, daaraan wegging of er aan kwijnde zijn leven lang. Dat er voor de ziekten natuurlijke oorzaken bestonden, dat eenmaal de wetenschap ze stelselmatig en in menig geval met onfeibaar succes zou bestrijden, daar had men geen begrip van. Van daar 't nog niet verdreven volksgeloof dat elke ziekte, elke kwaal een bezoeking is waarlegen niets te doen valt, of wel dat de booze er de hand in heeft en men tooverraiddelen moet aanweuden om den zieke te genezen. Er waren destijds, naar 't schijnt, meer gebrekke- lijken en inismaaktcu, en hun lot was vooral ellendig. In meer bevolkte streken vereenigdeu zij zich soms zal opdragen. Wanneer dc dienst eenmaal zoo ge regeld is, dat men, des namiddags uit Londen ver trekkende, den volgenden morgen vroegtijdig te Amsterdam kan zijn, zal zeker het brievenvervoer over Ostende, waardoor de post eerst na beurstijd te Amsterdam aankomt, niet langer kunnen behouden worden. Het zal dan moeten blijken, of de snelheid dezer booten en haar geregelde aankomst, ook bij slecht weer, het vervoer der brieven langs deze lijn boven die van HarwichRotterdam moet doen ver kiezen. Dat dit hier, in //de stad der toekomst" zooals de Vlissingers zoo gaarne de plaats hunner inwoning noemen door bijna niemand betwijfeld wordt, behoeft nauwelijks vermelding. Op de vergadering van de commissie voor de tuinbouw-tentoonstelling te houden in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, is o. a. tot lid der jury voor de tentoonstelling van 813 April a.s. gekozen Jhr. Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet te Oost- kappelle. Als een bewijs dat men te Rotterdam hart heeft voor de knust raag gelden dat er door particulieren reeds voor 23800 is ingeschreven tot vorming van 't noodige kapitaal voor de instandhouding der Hoog- duitsche Opera. Men meent nu dat er alle hoop be staat dat de Opera zal behouden blijven. Otuler lien, die in den loop der afgeloopen week te Rotterdam als bruidegom zijn ingeschreven, behoort ook Multatuli. Hij zal zich in het huwelijk begeven met mejuffrouw Schepel. Naar men verneemt is te Rotterdam aan een der pijlers van de Maasbrug een verzakking waargenomen. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Iudie, dd. 17 dezer, heeft generaal- majoor Pel aan de Indische regeering bericht, dat de gezondheidstoestand in Atchin in de laatste dagen aanmerkelijk is verbeterd. St. Ct. Aan een brief van 27 Januari, geschreven door een officier uit de naaste omgeving van den generaal majoor Pel te Kotta Radja, is liet volgende ontleend: //Aangezien de commandant Pel, wiens bedaarde moed te bewonderen is, overal is waar het gevaar het grootst is, zoo heb ik menig kogeltje langs me heen hooren fluiten Ge zult misschien zeggen: een opperbevelhebber moet zich zoo niet wagen, in theorie en in een Europeeschen oorlog mag dit het geval zijn, maar hier moet men er wel van afwijken. //Wij hebben hier met een volhardenden vijand te doen, dien we eiken kampong met veel verlies moeten ontnemen. Niettegenstaande alle ellende doet het leger zijn plicht, en hoopt tot op het einde aan de verwachting te beantwoorden. Ze zijn heden morgen weder duchtig aan het kloppen geweest; gewone At- chineesche geweerschoten gelijken wel kanonschoten, zooveel lading doen ze er op. //Men hoort van tijd tot tijd nog wel eens een kwinkslag onder al de misères. Op eenigen afstand van mij schoten ze een Europeaan, die bezig was zijn broek te wasschen, er doorheen hij zeide heel lako- niek ik bof toch, dat ik hem niet aan heb." //Over het algemeen houden zich onze Hollandsche jongens, zoo ook tegenwoordig de mariniers, zeer goed de Duitschers ook de Pranschen het minst. Eeu der Hollandsche //sigarenmakers" zeide dan ook on onlangs tot een Eranschman nu begrijp ik dat jelui tot benden, tot gilden, die gezamenlijk 't land door trokken om door 't ensemble hunner mismaaktheden, door de massa hunner ellende, de harten hunner meer gezegende natuurgenooten te roeren en tot liefdadigheid te stemmen. Niemand ook die zich hunner ontfermde. De baldadige jeugd liep hen spottend achterna in de straten, de vrome bes sloot haar deur voor den stoet der //geslngenen van God." Later trokken zich de kloosters 't lot zulker arme raisdeelden van denaluuraan, waardoor allengs gasthuizen en godshuizen voortkwamen, doch in die eeuw was ook de kerk nog half barbaarsch. Er waren toen ook al krankzinnigendoch voor deze ongelukkigen was 't loc nog harder. Zij leefden tot uitspanning en pret der verstandigen, als zij on schadelijk en zachtaardig waren en waren ze dit niet, dan sloot men hen in een kooi en vertoonde ze soms voor geld aan het publiek, dat zulk een vertooning van bezetenen aardig vond. De vorsten en edelen hielden er een quasi zot op na om hen door zijn kwinkslagen en geestige zetten te amuseeren en in hun leven van fainéantisme wat afleiding te brengen. In de negende eeuw hielden de edelen ook nog een huisdwerg of mismaakt schepsel om aan de deur te staan als er gasten kwamen. Hierbij is geen commentaar noodig om te doen zien dat wij niet achteruit gegaan zijn. in '70 zoo op je d hebt gehad, als je ten minste zoo beroerd gevochten hebt als nu." Men heeft er echter ook opperbesten onder, doch die zijn uitzon deringen. //Hedenochtend is Mandharsa-Poetih genomen en bezet." Buitenland. F r a n k r ij Lr. De verkiezing van de leden der permenante com missie in de Eransche Nationale "Vergadering had Vrijdag plaats; de uitslag is niet zeer voordeelig voor de linkerzijde geweest; wanneer men de fractie La- vergne er bij rekent, die zooals men weet, den door slag heeft gegeven bij de vergadering, dan heeft de linkerzijde een meerderheid van één stem; met haar twee stemmen blijft de fractie Lavergne meester van den toestand. Nog ongunstiger voor de linkerzijde is de verkiezing in de afdeel in gen geweest van de commissie voor de partiëele verkiezingen; hier heeft zij bepaald de min derheid, en men wil nu de beslissing over het voor- stel van Courcelle trachten te verdagen iot na de vacantie, die in elk geval heden begint. De ministers hebben bij de beraadslaging in de afdeelingen zich voor het schorsen van de particele verkiezingen en daarmee indirect ook voor de ontbinding verklaard zij voegden er evenwel bij, dat zij het tijdstip van de ontbinding nog niet konden opgeven, de vroegtijdige openbaarmaking van den termijn zelfs verkeerd achtten met het oog op de agitatie. Het een met het ander maakt, dat er nog struikelblokken genoeg overblijven om de nieuwe meerderheid weder te doen uiteenspatten, reden te meer voor de Eranschen om de vacantie en daarmee de rust van het parlementaire geharrewar dubbel welkom te heeten. Duitschland. De Pruisische Lauddag heeft het vvetsoutwerp be treffende de intrekking van staatsbezoldigingen van Katholieke bisschoppen en geestelijken afgedaande artikels zijn zonder wijziging aangenomen; de wet is zelfs nog verzwaard door de bepaling, dat geestelijken, clie door hun superieuren worden gestraft (b.v. wegens het teekenen van de verklaring van gehoorzaamheid aan den Staal) onvoorwaardelijk bij den gouverneur der provincie in hooger beroep kunnen komen. Het doel van dit artikel is bescherming te verleenen aan die geestelijken, die uit vrees voor het bisschoppelijk gezag de regeerig niet durven bijvallen. Bij de heftigheid, waarmee beide partijen, de nati onale en de ultramontaansche, tegenover elkander staan, bij de opgewondenheid der gemoederen is liet niet te verwonderen, dat ook de uitspraken van de rechtbanken streug zijn. Zoo is de redacteur van de Mercur we gens het meededen van de encycliek veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en onmiddellijk naar de ge vangenis overgebracht. De ongeregeldheden te Birn- baum schijnen geheel van plaatselijkeu aard, maar toch heeft meu ook hier een kleine uitbarsting van de algemeene spanning. ti DE KERKELIJKE STRIJD IN PRUISEN. Meer nog dau in den Rijksdag hebben de Mei- wetten met haar nasleep in het Pruisische Huis van afgevaardigden aanleiding gegeven tot scherpe en stoute aanvallen van den kant der clericalen en kategorische verklaringen van de zijde der regeering. De strijd is ernstig; maar men moet partijen de eer geven dat zij elkander durven staan. Waren ze maar altijd eerlijk! Met de onderlinge gemeenschap en het verkeer tusschen de onderscheidene bevolkingen was 't destijds nog zeer armzalig gesteld. Elke menschengroep't zij vereenigd ora de hofstede eens adellijken landbouwers, 't zij omwonende bij het ridderslot, of wel verblijf houdende in de weinige toen bestaande steden, kortom elke nederzetting vormde een wereldje op zich zelf. Alleen door 't opbrengen van tienden, tollen, schattingen, schot en lot ervoer de geringe man en de vrijgelatene dat er ook een vorst was, die 't land regeerde. Soms mocht hij dien verheven sterveling zelfs aanschouwen van aangezicht tot aangezicht. Dit geschiedde als zijn meester, de landheer, hem aanwees om uit te trekken naar 't leger van den vorst. Immers in geval van oorlog berustte op den edelman de verplichting om tot de heirvaart op te komen met een grooter of kleiner gevolg van dienstmannen. Kwam de dienstman dan na zijn ontslag, soms pas na jaren zwervens, weder naar zijn gehucht terug, dan kon hij verhalen van de wondere zaken die hij gezien had te Aken Keulen of Rome. 't Laat zich denken dat reeds in die dagen de een of andere groote eik, beuk of linde, in of bij 't dorp de verzamelplaats was van de om wonenden en de bewoners der hoeve. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 2