Buitenlandseli Overdekt.
v. cl. Vliet, J. I-I. C. Heijse, A. W. Stellwagen, dr.
P. Schuringa en Jhr. mr. P. J. P. Rethaan Ma ca ré,
welke heeren de verschillende funotiën nader onder
elkander zouden verdeelen.
Aan 't slot der vergadering deelde de voorzitter
mede dat de afdeeling thans GO leden telt.
Ouwerkerk, 15 Maart. Heden was ons stille dorps
kerkhof 't tooneel eener «aandoenlijke en treffende
plechtigheid. De heer Js. Giljam, op oljarigen leeftijd
door den dood aan zijn jonge, teergeliefde echtgenoot
en zijn familie ontrukt, werd ten grave gedragen.
Achter den treurigen stoet van bloedverwanten en
vrienden hadden zich ook een 23 tal leden van de orde
van Vrije Metselaren, uit Zierikzee overgekomen, aan
gesloten om aan den ontslapen broeder de laatste eer
te helpen bewijzen. Nadat het lijk in de groeve was
neergelaten werd door den lieer S. G. N. v. cl. Grijp
een korte en treffende toespraak 'gehouden. Hierna
dekten de ordebroeders de kist, door er achtervolgens
elk drie schoppen aarde op te werpen. Toen deze
plechtige handeling volbracht was sprak de heer Ch.
Mazure mede een gepast woord dat even als de rede
van den eersten spreker op al de aanwezigen een
diepen indruk maakte.
Alsnu nam een der broeders van den overledene
't woord en dankte in eeuige gevoelvolle woorden
voor de eer den overledene door zijne ordebroeders
bewezen terwijl hij hein in hun herinnering aanbeval.
Daarna verliet de sombere stoet den akker des doods.
Algemeene deelneming vervulde ieder in de gemeente
Ouwerkerk en velen daarbuiten, zoo met de treurende
weduwe die, nog zoo jong, reeds zoo zwaar werd be
proefd, «als met den bejaarden vader en de verdere
bloedverwanten van den gestorvene, in wien de eerste
een liefhebbend echtgenoot, de ouders een zoon die
hun trots was, de broeders een beminden broeder, de
gemeente Ouwerkerk een barer uitstekende ingezetenen
en zoo velen een dierbaren vriend hebben verloren.
Door den gemeenteraad van Bruinisse is een gemo
tiveerd adres van adhesie «aan het voorstel Kappeyne
c. s., tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht.
Door den advocaat-generaal bij het Prov. Gerechtshof
van Zeeland is tegen 26 der 34 beschuldigden in de
geruchtmakende St. Philiplandsohe zaak geëischt een
tuchthuisstraf van 510 jaar en tegen den burge
meester een van 515 jaar benevens in de kosten.
Voor zeven beschuldigden is vrijspraak gerequireerd.
De verdediger der beschuldigden, mr. E. Fokker,
heeft gepleit tot vrijspraak van al de beschuldigden.
Uitspraak Vrijdag a.s.
Zondag den 7 Maart is te Delft overleden de aldaar
algemeen beminde en om zijn uitstekende talenten
als geneesheer beroemde lieer dr. Jan Sontendam. Hij
was den 11 September 1804 te Goes geboren en se
dert 1827 als geneesheer te Delft gevestigd. Zijn be
grafenis heeft Woensdag 10 Maart plaats gehad onder
algemeene deelneming der bevolking van Delft.
De Commissie voor de Kweekschool van Zeevaart
te Leiden zal op 30 Maart «a.s. een keuring doen
plaats hebben van knapen die bij 's Rijks zeemacht in
dienst wenschen te treden.
Middelburg, 9 Maart. De kamer van koophandel
en fabrieken alhier besloot heden aan de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal te zenden een adres van ad
hesie aan het wetsvoorstel van de heeren Kappeyne
van de Coppello c. s. betreffende den aanleg van spoor
wegen, speciaal met het oog op de daarin opgenomen
toen hier al bekend waren heb ik niet kunnen uitvinden.
Van de stoffelijke zaken afstappende willen we nu
nog een vluchtigen blik slaan op 't zedelijke, gods
dienstige en verstandelijke leven onzer voorouders van
vóór 1000 jaren.
Men zal te dezen opzichte al dadelijk eenigszins
een schatting kunnen maken als men opmerkt dat
in die dagen nagenoeg niemand lezen en schrijven
kon. Een edelman rekende het beneden zich de veder
in de hand te nemen of zich met letters op te houden.
De lijfeigenen en gerings menschen gevoelden nog
veel minder behoefte aan geleerdheid. Onder de geeste
lijken waren er slechts enkelen die iets kenden. Dit
gebrek aan kennis, deze schromelijke ongeletterdheid
bij menschen die zich krachtens hun ambt toch geheel
in den kring der abstracties moesten bewegen, daar
zij zich met de onzienlijke dingen hadden bezig te
houden, was zoo groot dat Karei de Groote, die zoo
als men weet van 768 814 regeerde, in de laatste
jaren zijner regeering bepaalde dat een bisschop ten
minste moest kunnen lezen. Hieruit kan men den
trap van geestesontwikkeling en algemeene kennis der
menschen van dien tijd afleiden.
Gewone geestelijken waren destijds veel minder ontwik
keld dan onze koewachters doorgaans zijn; en zij waren de
herders der kudde, hoe zal de kudde zelf dan geweest ziju?
spoorweg-verbinding van liet voormalig 4de district
van deze provincie.
Aan het gebouw van liet gewestelijk bestuur te
Middelburg is aanbesteedhet aanleggen van het
laatste, in den Sophia- en de nieuwe Pasageulepolder
gelegen, gedeelte van hel uitwateringskanaal in het
voormalig 4e district van Zeeland. Hiervoor werd het
minst ingeschreven door den heer L. Westmaas, te
Strijen, voor f 39,300.
Middelburg, 11 Maart. Ter gelegenheid dat de
begrafenismaatschappij //Uit voorzorg", directeur de
heer de Waardt Feiten, haar 25-jarig bestaan herdacht,
hebben de gezameutlijke leden ecu prachtig zilveren
piece de milieu aangeboden aan den Heer mr. W. C.
Borsius alhier, die van de oprichting af belangloos
de betrekking van commissaris dier maatschappij be
kleedde.
Het Engelsc'he humor, blad Punch, ook in Nederland
wel bekend, trekt in een scherpe satyre tegen den welbe
kenden beschonken reporter van den Times partij voor
Leidens Hoogeschool. 't Blijkt dus dat er ook in
Engeland nog wol zijn voor wie Nederland meer is
dan een curiositeit.
Alzoo heeft jEUratlltrijlsij eerder dan 't
waarschijnlijk zelf gedacht had, thans weder een zoo
genoemde gevestigde orde van zaken. Met de aan
neming der constitulioneele wetten is de republiek,
tot dus ver alleen feitelijk, ook wettig geworden.
Het septenniuin daarentegen is thans erkend voor 5t
geen 't ook reeds van den beginne was, een zwevend
idee en niets meer. Daarmede is aan Mac-Mahon
een illuzie ontnomen, doch aan 't land een waarborg
voor de rust te meer geschonken. Uit 't feit dat de
constitutioneele wetten alleen zijn lot stand kunnen
komen door verbroedering van linker-centrum, ge
matigde- en ultra-linkerzijde is verder gebleken dat
deze zoo lang naijverige partijen eindelijk hebben
ingezien dat hun gemeenschappelijke vijand, het bona-
partisme, van hun verdeeldheid partij trok en reeds
de bereiking zijne oogmerken nabij was gekomen.
Eindelijk heeft de totstandkoming van 't ministerie
Buffet de kroon gezet op den terugkeer der Nationale
op den voor 't oogenbük alleen goeden weg, de be
vestiging der republiek.
Yeel, zeer veel is er in de jongste weken in Frankrijk
geschied wat uitzicht op betere dagen opent.
Thans is de groote vraag hoe gevoelt zich nu, na
de doorgestane crisis, de Fransche natie Leeft nu iii^
den publieken geest de overtuiging dat er inderdaad
iets wezenlijks heeft plaats gehad, dat er iets blijvends
is tot stand gebracht? Of hebben de gebeurtenissen
der jongste dagen niet dien indruk op de natie ge
maakt en is zij nog steeds zwevende gebleven onder
't gevoel van onvoldaanheid en van onrust, van twijfel
aan 't bestaande en van vrees voor nieuwe dreigende
gevaren P
Deze vragen laten zich op dit oogenblik nog niet
voldoende oplossen, 't Schijnt dat de Fransche schrij
vers zelf nog te zeer verward zitten in al wat nu reeds
meer dan vier jaar lang gesproken en gedaan is in
het blinde, om zich volkomen rekenschap van den
toestand van 't oogenblik le kunnen geven. Wij wil
len niet verhelen dat wij nog niet gerust zijn. Wel
erkennen we ïnet ingenomenheid dat de toestand aan
merkelijk verbeterd is, maar er blijven toch nog don
derwolken boven den horizon die nog in lange niet
ziju weggevaagd door een frisschen wind. Mac-Mahon,
Hier kan een aardige anecdote uit die dageu een
geschikte plaats vinden.
Als Karei de Groote op ziju- hof te Nijmegen ver
toefde en er kwamen daar dan toevallig geestelijken
van elders om zaken af te doen of iets aan den vorst
te verzoeken, dan moesten deze altoos de godsdienst
oefening in de hofkapel bijwonen en op 't koor mee
zingen. Zoo kwam er ook eens een plattelands pastoor.
Verlegen en geheel niet op zijn gemak nam hij plaats
op 't koor onder de andere geestelijken, die meer in
't vak gedresseerd waren en al spoedig bemerkten dat
de vreemdeling erg groen was. Werkelijk kende hij
geen noot en geen letter en wist ook niets van builen
te zingen. De zangmeester merkte hem ook spoedig
op en gebood hem toch mede te doen. Onze man
echter zweeg als een visch en toen dreigde de directeur,
die een strenge discipline handhaafde, hem met den
maatstok, zoodat ten laatste de arme pastoor, zweetend
van angst, inet wijdgeopenden mond alle gebaren der
overigen maar ging nadoen, zonder nochtans eenig
geluid te geven. Daaronder maakte hij zulk een er
barmelijk koddig figuur en zette zulk een potsierlijk
wanhopig gezicht, dat de keizer zelf moeite had om
't niet uit te proesten van Lachen. Karei hield zich
evenwel ernstig en na «afloop van den dienst liet hij
den dorpspastoor voor zich komen, sprak hem vriendelijk
wie ziet 't niet in, Was in een zeer moeielijke positie
gebracht. Hij heeft zich door den loop der zaken
moeten zien overvleugelen en medesleepen en thans ziet
hij zich op een geheel ander standpunt geplaatst dan
dat van 20 November. Hem is zelfs de gelegenheid
niet gegeven om zijn woord te handhaven van het
septenniuin, d. i. 't status quo, des noods met «al de
kracht en macht hem toebedeeld, waar te maken. De
roekelooze stoutheid van de doordrijvende bonapartis-
teu heeft hem gecompromitteerd. Ware hij met kracht
opgetreden, hij had 't niet anders kunnen doen dan
tegen de bonap«artisten, tegen Rouher en consorten en
men mag vragen of dit van hem, den ouden dieuaar
en aanhanger van 't keizerrijk niet wat al te veel ge
vergd was. Hij heeft dan ook de partij gekozen van
aan de ontwaakte veerkracht der auti-bonapartisten
en «anti-légitiraisten geen tegenstand te bieden en zoo
is tot stand gekomen wat we op dit oogenblik zien
de republiek en een ministerie dat naar 't zich Laat
aanzien beter is dan er nog een bestaan heeft sinds
4 Sept. 1870. Zelfs wordt verhaald dat er tusschen
Buffet, Dufaure en den Maarschalk-president, een zeer
goede overeenstemming een soort van triple alliantie
is tot stand gekomen, waarbij de heer Bocher de edele
rol van bemiddelaar heeft vervuld. Dit alles is schoon
en goed, maar wat zal er nu geschieden als de maar
schalk, na de bekoeling van de eerste opwelling van
ingenomenheid, zich eens afvraagt welke nu eigenlijk
zijn positie is geworden en of hij nu wel iets anders
is dan een constitutioneel president, een hoofd in schijn,
terwijl 't eigenlijke hoofd der zaken de heer Buffet is.
Want dit is werkelijk liet geval. Buffet is inderdaad
thans de belieerscher van den toestandwant het k«an
niet missen of 't vertrouwen der gezamenlijke fractiëu
van de linkerzijde op Buffet moet grooter zijn dan
dat op Mac-Mahon.
Zal men niet binnenkort hooren van de aftreding
van Mac-Mahon Is de heer Buffet dan niet de aan
gewezen kandidaat Wij zullen zien.
Een «andere donderwolk is nog steeds het botiapar-
tisme. De lieden van den man van Sedan slapen
niet, berusten niet, zij geven den kamp niet op. Voor
geen middelen welke ook deinzen zij terug. Gelijk
elders de verwoede clericale partijen als laatste red
middel 't beroep op 't gemeen en op de internationale
bij de hand houden, zoo ook de bonapartisten in
Frankrijk. Men zegt zelfs dat er dezer dagen groot
gevaar geweest is voor een slraatoproer te Parijs en
dat dit gevaar den doorslag gegeven heeft bij 't wij-
felen der naijverige fractiëu tot de verbroedering.
Wat doet men, of wat zal men doen om de ruste-
looze en stoute bonapartistische apostelen te beteugelen
Buffet heeft in de Nationale verklaard dat zijn kabinet
bepaald conservatief is, zonder neiging tot uittarten of
tot zwakheid. Maar wanneer nu, om iets te noemen,
Rouher als vice-keizer zijn prnctijken mag blijven uit
oefenen, zal men dan 't bewind niet met recht van
zwakheid kunnen beschuldigen En als de regeering
toont Rouher niet te vreezen door b.v. zich te ver
klaren tegenover het bonapartistische comité welks
hoofd Rouher is, zullen de bonapartisten haar dan
niet toeroepen gij tart ons P
Hoe 't zij, wij wenschen Frankrijk voor 't oogenblik
geluk met 't geen het thans heeft.
JHngela rad contra IR/usland, ziedaar
voor degenen die spoedig gevaar zien, een nieuwe
reden tot ongerustheid. Engeland wil niet naar Pe
tersburg gaan om onder presidium van Rusland te
redekavelen over 't hu ma niseeren van den krijg. De
Russen zijn daar boos over. In een uitvoerige cor-
responpentie uit St. Petersburg aan 't Vaderland
geleverd, Lazen we, een paar dagen geleden, dat
en aanmoedigend toe en liet hem nog een geschenk
in goud geven voor zijn betoonden goeden wil.
Men kan uit dit staaltje opmaken dat de grieve
die men tegenwoordig wel eens tegen de groote ge
leerdheid van 't aankomend geslacht inbrengt toen
niet kon bestaan. Men verkeerde toen in het andere
uiterste; men was dom en onwetend als het gedierte
des velds. 't Zal toen de gouden eeuw geweest zijn
die nu, God beter 't! enkelen volksredders als
een Esser en dergel. voor den geest zweeft; die willen
ook de leer der zalige domheid weder populair maken.
Enkele flinke koppen maakten op dezen algemeenen
regel een gunstige uitzonderingdat waren doorgaans
diegenen onder de geestelijken, die den naam van
//klerken" droegen, een woord dat niets anders beteekent
dan geestelijk of kerkelijk persoon, lid van den clerus
of clergé, en welke naam nog in ons woord klerk
voor iemand die schrijver is van beroep, is blijven
bestaan.
De priesters der wetenschap onder de klerken zoowel
als de meer eenvoudige bewaarders en voortplanters
der kunst van lezen en schrijven, onder hen, genoten
echter in die dagen nog minder dan thans het vette
der aarde.
Wordt vervolgd.