Zlllllk/TISIIII COURANT
voor liet aiTondis- sement Zieribite.
1875. No. 21. Woensdag 17 Maart,
78ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
HOE MEN STRIJD VOERT.
VOORUITGANG.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever I!. LAKENMAN.
Hoeveel duizendmaal zal 't al wel herhaald
zijn dat een strijd voor beginselen in de eerste
plaats moet wezen een strijd met eerlijke wa
penen en dat men zich daarin fatsoenlijk en
humaan gedragen moet! Wat ziet men daarvan
in de werkelijkheid Men ziet o. a. ditdat
de partijen zoo in hare groote als vooral in
hare kleinere organen elkander verbitteren en
onrecht aandoen door allerlei toedichtingen van
onedele bedoelingen, door verdachtmaking, door
scheldwoorden en lasterlijke aantijgingen zelfs.
Het doet ons leed te moeten constateeren
dat vooral de clericale partijen, zij die zich de
roeping toekennen van te moeten kampen voor
God en godsdienst, zich aan dit kwaad schuldig
maken.
Enkele staaltjes zijn voldoende om aan te
wijzen wat wij bedoelen. In een blad lezen
wij dat alle ouders die hun kinderen naar de
openbare school zenden meineedigeu zijn, want
dat zij den eed bij den doop hunner kinderen
gezworen snood verbreken. In een ander blad
lezen wij dat op de openbare school het rijk
van deu antichrist wordt voorbereid en dat de
onderwijzers der staatsscholen apostelen van
den antichrist zijn. In den Standaard vinden
we, ouder meer, dat de liberalen in Nederland
een cultuurstelsel willeu invoeren en de natie
willen liberaliseeren met geweld. In den Tijd
wordt geschreven dat al wie het drijven der
ultramontanen wederstaat een landverrader is,
die ons aan de Pruisen wil in handen spelen.
Eu alle clericale bladen stemmen ongeveer
hierin overeen dat zij onuitputtelijk zijn in 't
uitdeuken van scheldwoorden of minachtende
benamingen voor allen die 't niet met hen eens
zijn. Allen zijn ook verwonderlijk eenstemmig
als zij voor hun publiek de liberalen afteekenen
als vrijgeesten, zedeloozen, goddeloozen, vijanden
van alle orde, vervolgers, enz. En allen zijn
ook evenmin afkeerig van 't beroep op de
laagste passiën der onwetende menigteallen
zoeken zich 't bezinksel der maatschappij te
vriend te maken. Overal schemert door de
clericaal in zijn fanatieke verblinding zich ver
broederende met de bloedroode Internationale.
Waar moet dat been
En dan wil men zich aan die zijde nog 't
privilegie toekennen van met God en voor God
te strijden 1 En dan durft men zijn ingenomenheid
nog betuigen met de Petersburger conferentie
Vau 't ongehoorde der pretentiën van elke
clericale fractie op zich zelf, waarbij de gemengde
samenstelling onzer natie geheel wordt voorbij
gezien spreken we nu nietevenmin van 't ge
heel verlaten van ons historisch standpunt als
Nedevlandsche natie ook niet van de herhaalde
veranderingen van front, leuze en taktiek. Wij
hebben bepaald 't oog op de ontaarding van
den strijd, die toch tot heden toe gelukkig nog
zuiver geestelijk is en niet vleeschehjk. Wij
vreezen dat als de partijen, die zieh zoozeer
vergeten dat zij hun tegenstanders met slijk en
vuilnis gaan werpen, hen belasteren en mis
kennen, zich in dit opzicht niet matigen en
verbeteren, dat dan de strijd nog meer ontaar
den zal en ten slotte in een plat en gemeen
kijven en schelden zal overgaan, 't voorspel
van 't plukharen.
Laat dit toch niet langer zoo zijn
Laat toch de partijen in bun tegenstander
althans eenig fonds van eerlijkheid en gemoe
delijkheid blijven veronderstellen. Laat de strijd
fatsoenlijk gevoerd worden.
Het gaat niet aan elk die 't niet met u eens
is, te verdoemen, een meineedige, een antichrist,
een monster te schelden. Dat is niet alleen in
999 van de 1000 gevallen volkomen onwaar
en onbillijk, maar in al de 1000 gevallen is
't buiten twijfel hoogst onfatsoenlijk, zeer triviaal.
't Gaat niet aan al de liberalen kortweg
liberalisten te noemen en de vrijzinnige begin
selen zonder vorm van proces op te vatten in
kwaden zin. Men weet beter en is daarom te
minder te verontschuldigen.
Bovendienwie scheldt, is boos en wie zich
boos maakt toont reeds daardoor dat hij on
gelijk heeft.
Het zij verre van ons alles wat de anti-
clerieale pers zegt voor onze verantwoording te
nemen maar wel durven wij volhouden dat
zij zich niet zoo te buiten gaat in minachting,
verguizing, belastering en miskenning barer
tegenpartij als deze dat doet. Welk liberaal
blad predikt verachting of geringschatting van
den godsdienst? Wij kennen er geen. Maar
elericalisme is wat anders dan godsdienstigheid.
Waar is 't blad dat in dienst van den antichrist
staat, of de openbare onderwijzer die den anti
christ predikt Wij weten 't niet.
Sedert wanneer is een beroep of speculatie
op do beweegbaarheid van de domme massa
door op hare passiën te werken, geoorloofd
aan een orgaan dat door verstandige, beschaafde,
denkende mannen geschreven wordt Mag in
onze dagen nog een boerenoorlog gepredikt
worden
Ook vooral met het oog op de dezen
zomer aanstaande verkiezingen zou 't goed zijn
dat zij die zich in den strijd eenigen rang
aanmatigen, toch vooral fatsoenlijkheid leeren,
ook in den strijd der partijen geldt het noblesse
oblige. Ja, we zouden haast zeggen, dat't daar
nog meer beteekent dan in de heraldiek.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 16 Maart 1 8 7 5.
Zierikzee, 16 Maart. Gisteren avond werd in de
zaal der Sociteit //Bellevue" bij den heer W. Ivanaar,
de vergadering gehouden door de onlangs opgerichte
afdeeling van de Ncderlandsche Vereeniging //Volks
onderwijs", ter vaststelling van een plaatselijk reglement.
De vergadering werd geleid door den voorzitter van
'i voorloopig bestuur dr. P. J. Andreae. Het door
dit comité ontworpen reglement, hoofdzakelijk in den
geest van het algemeen reglement der Vereeniging
werd na eenige discussie goedgekeurd en vastgesteld.
Hierna werd overgegaan tot het verkiezen van zeven
bestuursleden en viel de keuze der vergadering op de
volgende heeren: dr. P. J. Andrem, C. Hofman, Ct
(De Negende Eeuw en de Negentiende Eeuw).
VIII.
In onze Zeeuwsche streken zal men vast ook wel
meeuwen, starren, scholeksters, waterhoenders en andere
tranige zeevogels gegeten hebben.
Verder at men meelkost, erwten en boonen. De
aardappelen zijn, zoo men weet, eerst vele eeuwen
later hier bekend geworden.
Van de groenten kende en gebruikte men kool,
sla, rapen, uien, prei, knoflook, radijs en beetenook
pieterselie, selderij, rozemarijn, pimpernel, dragon en
peperkruid werden als toekruid gebruikt, en men hield
zeer van sterk gekruide spijzen.
Daarenboven at men wilde kastanjes, noten, eikels,
en beukepitten. Noten en beukepitten, alsook amandelen
at men na den maaltijd ora dorstig te worden en des
te meer te kunnen drinken.
Specerijen zooals kaneel, gember, muskaatnoten, na
gelen en peper waren wel bekend, doch zoo duur dat
alleen vorsten of zeer rijke lieden ze konden gebruiken.
Men zegt daarom nog wel, met een spreekwoord uit
dien tijd, dat iets //peperduur" is.
Als dessert werden voorgediend appelen, peren,
druiven, ook amandelen, chinasappelen en olijven,
zoodat 't maal aanving en eindigde met frissche vruchten.
Daarna kwamen allerlei soorten van wijn en sterk
bier. In 't drinken waren onze voorouders sterker
dan wij, al kenden ze ook juist geen jenever en
brandewijn. Doorgaans liep een druk gastmaal dan
ook op een ruwe dronkemanspartij uit.
De wijnen, die men destijds dronk, zijn thans bijna
allen onbekende soorten. Zoo b.v. azoys, rood beyaerds.
zedewerwijn, malvezy, roraany, garnaitshol, ofgarnait,
gascogner, grieksche wijn. Doch ook Rijnsche en
Moezelwijn waren bekend. Men dronk ook wijn met
peper of met nagelen.
Er werden ook verschillende iulandsche vruchten
wijnen gemaakt uit aalbessen, appelen, peren moerbeien,
frambozen enz. Het gemis of de duurte van suiker
maakte deze dranken echter tot zure, voor ons vast
ondrinkbare kost. Ook het sap van gestooten inlandsche
druiven liet men verzuren en dronk het ter verfrissching.
Het bier onderscheidde men in zoet, zuur, dubbel
en dun of smal bier. Iiet dun bier was voor de
lijfeigenen en werd uit haver gebrouwen. De dranken
werden bewaard in lederen zakken of aarden potten
en gedronken uit houten nappen, uit drinkhorens en
later ook uit glazen, zilveren soms gouden bokalen
en kelken.
Na den maaltijd hoorden de voorname edelen ook
muziek en zang, doch op 't land kon men zich dit
genoegen alleen verschaffen als er reizende muzikanten
en zangers, of sprekers in den omtrek waren.
De spijzen der geringe menschen waren allesbehalve
fijn of weelderig en ook menigmaal niet overvloedig.
Melkkost, brij, pap, met wat wilde kastanjes, eikels,
erwten en boonen maakten de hoofdzaken uit. Vleesch
was geen kost voor den lijfeigene of deu geringen
vrijen manspek welook zeehonden-, walvisch- en
bruinvisch-spek. Wild en gevogelte, een oud hoen
of een wilde gans uitgezonderd, waren slechts voor
den edelman.
Visch was doorgaans duur of op 't platte land zelfs
niet te bekomen. Zelfs de paling, die anders naar
men zou meenen, in deze streken nog al overvloedig
kan geweest ziju, werd wegens de duurte alleen bij
raooten verkocht.
De edelen aten ook oesters, die toen //woesters"
heetten, en mosselen, alsmede wilken, die meu wil-
loxen noemde. De mosselen kwamen ook bij den
geringen raau op tafel. Of de alikruiken of kreukels