Buitenland. Onze Leestafel. De opbrengst der gewone rijksmiddelen over het gelieele jaar 1874- geeft reden tot buitengewone te vredenheid. De totale opbrengst toch beliep 88,803,427,28 of bijna 9Y3 millioen boven de raming en ruim 4,1 millioen boven de opbrengst van 1873. Deze gunstige uitkomst is voor het grootste gedeelte verkregen uit de indirecte belastingen en do accijnsen. De eerste toch gaven ruim 5 millioen (waarvan ruim 31/,! millioen uit het successierecht) meer dan de ra ming en 3 millioen meer dan in 1873, de laatste leverden 3y4 millioen (waarvan ruim 2 millioen uit het gedistilleerd) boven de raming en 2,3 millioen meer dan in 1873. Zeer geruststellend echter zijn deze bronnen niet voor de zekerheid van onzen finau- tieëlen toestand. De succesierecliten toch zijn een uiterst wisselvallig middel en zullen niet elk jaar 8A/S millioen rendeeren, en het steeds toenemende cijfer van het gedistilleerd, dat bijna 1/5 van de gelieele opbrengst vertegenwoordigt, is zeker niet een der heugelijkste verschijnselen op sociaal gebied. Aan het Mail-Overzicht van de Indiër ontleenen wij het volgende De conversie van communaal in individueel bezit blijft voortgaan. De lieheele bevolking van de af- deeling Demak, res. Samarang, heeft zich ten gunste van de conversie verklaard, nadat het voorbeeld te Toegoe gegeven was. Indien de Inlander nu slechts veiligheid van per soon en goederen had, zegt de Locomotief. Inderdaad eischt ons politie-wezen dringend verbetering. Er is te Batavia een commissie van hoofdambtenaren voor de hervorming van de politie werkzaam. Maar welke zijn de resultaten Nog altijd verneemt men van ketjoe-partijen in de Vorstenlanden of aangren zende gewesten. Batavia mist geheel en al een straatpolitie, hoezeer de voorstellen, daartoe onder het tegenwoordige gewestelijk bestuur gedaan, meer dan een jaar oud zijn en de behoefte aan een reor ganisatie sedert lang is erkend. Zoo gaat het ook elders. Naar wij vernemen, heeft het hooggerechtshof van Ned.-Indië, 2e Kamer, het vonnis van den Raad van Justitie alhier, waarbij de redacteur van de Java-Bode wegens hoon en smaad jegens den Gouv.- Gener. en opzetting van de ingezetenen tot min achting tegen de regeering tot een jaar gevangenis straf veroordeeld was, in zooverre in revisie gewijzigd, dat de kwalificatie thans luidtdat de heer H. B. van Daalen alleen hoon en smaad tegen den G.-G. heeft gepleegd en deswege tot dezelfde straf (12 maanden gevangenis) is veroordeeld. Engeland. Wat reeds sinds eenigen tijd bij geruchte vernomen werd is thans gebleken waarheid te zijn. Gladstone, 't eminente hoofd der liberale partij in Engeland, heeft zich in zoover van het staatstooneel teruggetrokken dat hij verklaard heeft zich niet langer met de leiding der liberale partij te kunnen belasten. Aan zijn vriend Granville heeft hij een brief ge schreven, waarin hij zich aldus over zijn heengaan uitlaat: //Voor ik het besluit wilde nemen mij we derom aan te bieden om de zware taak te aanvaarden die een langen tijd voor haar vervulling zou kunnen eischen, heb ik met al de kracht die in mij is, die zaak van verschillende zijdeu overwogen. De slotsom waartoe ik gekomen ben, is, dat het staatsbelang- niet bevorderd zou worden door mijn blijven als leider van de liberale partij, terwijl ik op vijfenzestig-jarigen leeftijd, na gedurende tweeënveertig jaren als staatsman een werkzaam leven geleid te hebben, mij zelf gerechtigd acht mij terug te trekken. Het schijnt mij toe mijn plicht te zijn, opdat ik de laatste jaren van mijn leven op die wijze zal kunnen besteden, welke ik zelf het nuttigst acht. Ter nauvvemood behoef ik u te zeggen dat mijn gedrag in 't parlement door dezelfde begin selen bestuurd zal blijven worden als vroeger, en welke pogingen er ook aangewend zullen worden ter bevor dering van de belangen der liberale partij, zij zullen van ganscher harte door mij gesteund worden. Ik dien hieraan toe te voegen, dat ik op dit oogetiblik mij bezig houd met de behandeling van een zaak, die waarschijnlijk gedurende nog eenigen tijd mijn krachten zal eischen." De wzaak" waarop Gladstone zinspeelt is zijn studie van het groofce vraagstuk der positie van Engeland tegenover den paus. Gladstone zal zich dus geheel in den strijd der kerkelijk—politieke partijen werpen, doch dit doen door middel van de pen. De Times betwijfelt of deze handelwijze van den gewezen leader der Engelsche liberalen wel verstandig is. Zulk een polemiek kan tot geen resultaat leiden, meent het blad 't eenige en dan nog negatieve resultaat zal zijn dat men te Rome zich wonderveel zal gaan inbeelden omtrent de hooger beteekenis der aanvallen van de curie op Engelaiids vrijheid. De Times meent dat een man als Gladstone het beneden zich moest rekenen met zulke lieden en over zulke onderwerpen te rede kavelen. De Times heeft het volgende bericht van haar cor respondent te Parijs, gedagteekend van gisterenDe depêche uit Berlijn ontvangen, waarvan de dagbladen onlangs spraken, is gevolgd door een langdurig onder houd van den Duitsohen ambassadeur Hohenlohe met den minister van buitenlandsche zaken Decazes, dat betrekking had op de circulaire van de Duitsche regeering aan haar vertegenwoordigers in het buiten land, waarin wordt verklaard, dat Duitschland, hoezeer ook begeerende de rechtmatige eigenliefde van Spanje te ontzien, verplicht is om aan de openbare meening in Duitschland tegemoet te komen en de beleediging te wreken, die zijn vlag is aangedaan; mocht Spanje onmachtig zijn om voldoening te geven, dan zou Duitschland met Spanje overeenkomen tot het nemen van maatregelen. De heer H. V. De Lesseps (de zoon van den heer Ferdinand De Lesseps) en de ingenieurs, die hem vergezelden, zijn sedert eenige weken teruggekomen van hun voovloopige opnemeningsreis naar Indië, welke zij ondernomen hadden om te bepalen, op welk punt de geprojecteerde spoorweg tnsschen Rusland en de Engelsche bezittingen in Indië door Centraal-Azië het best zou kunnen aansluiten aan het Engelseh-Indische spoorwegnet. Men heeft achtereenvolgens drie routes ontworpende eerste van Moskou naar Orenburg, het fort Orsk, Tasjkend, Samarkand, Balkh, Kaboel en Pesjawer; de tweede van Moskou naar Orenburg, Tasjkend, Kokhand, Kasjgar, Jarkand, Sjitral en Ka boel; de derde van Moskou naar Orenburg, het dal van den ouden Jaxartes, Tasjkend, Kokhand, Kasjgar, den pas over den Karakoroem, de rivier Siok, Kasjmir en Lahore. Van deze drie routes schijnen de eerste twee voor een spoorweg het goedkoopst te zijn. Maar de on mogelijkheid om Afghanistan door te trekken wegens de woeste geaardheid der inboorlingen zou niet alleen een hinderpaal zijn voor het aanleggen van zulk een weg, maar zelfs voor het doen van voorloopige op- metingen. Het derde plan, ofschoon langer en zeer moeilijk te verwezenlijken, biedt echter vrij voldoende waarborgen van veiligheid aan. Duitschland. De Rijksdag heeft bij eerste en tweede lezing het uitleveringslractaat met België aangenomen. In tweede lezing is de wet op het burgerlijk huwelijk tot art. 26 overeenkomstig het regeerings-onlwerp aangenomen. Een voorstel van het centrum, om de indeeling der districten en de aanstelling der ambtenaren van den burgerlijken stand aan de regeeringen der verschillende staten over te laten, is verworpen. JB e 1 g i e. Een wereldtentoonstelling voor photographie zal te Brussel in den aanstaanden zomer worden gehouden door de jeugdige Belgische maatschappij voor photo graphie. Het gouvernement heeft zich bereid verklaard het streven der Maatschappij te gemoet te komen. Span j e. Merkwaardig blijft steeds de afkeer van de Ultra montaansche factie van de nieuwe orde van zaken in Spanje; ook na den Pauselijken zegen blijven de organeu van die partij een kwaadwilligen toon aanslaan tegenover Alfonsus en wat gewoonlijk geschiedt, wanneer het hun niet naar den zin gaat aan Bis marck de gelieele verandering toeschrijven. Vandaar dan ook dat onder de Carlisten nog geen afval wordt waargenomen; blijkens een brief in de Union van den hertog van Parma hebben noch deze noch de graven van Caserta en Bari plan gehad liet Carlistisclie leger te verlaten. In dat opzicht loopt het de Alfou- sisten dus niet mee. Van liberale zijde ontvangt echter de nieuwe monarch voortdurend bewijzen van sympathie; de grijze Espartero, de grondlegger van de unionistische partij, heeft in een brief aan den koning zijn leedwezen betuigd, dat hij door redenen van gezondheid verhinderd is hem persoonlijk zijn gelukwenschingen aan te bieden; opnieuw vvenscht hij een vereeniging van alle liberalen om het land weder vrede en welvaart te schenken. Een van de moeielijkste zaken in Spanje blijft de godsdienstvrijheid. Deze plant schijnt in dit land van onverdraagzaamheid maar niet inheemsch te kun nen worden. De tegenwoordige minister-president Catiovas del Castello is er een voorstander van, maar ontmoet zelfs bij zijne vrienden tegenstand. Een Madridsche correspondent zegt dat Canovas zelfs niet eens meer met de zoo gewenschte cordaatheid over godsdienstvrijheid durft spreken. Het antwoord dat hij gaf aan sommige redacteurs van Engelsche, Bel gische en Duitsche bladen, die hem bezochten, vooral met het doel om hem over deze kwestie te onder vragen, is niet zeer voldoende. De vreemdelingen, heeft hij gezegd, zullen steeds de meest onbeperkte vrijheid genieten, maar het ministerie is, wat betreft de verdraagzaamheid tegenover de inlandsche gere formeerden, in twee partijen verdeeld, die even machtig zijn. In elk geval zullen de laatsten geene vrijheid blijven behouden propaganda te maken. Het register van den burgerlijken stand wil Canovas be houden; maar men voorziet een waren kruistocht tegen deze instelling; en daar zij volstrekt noodig is voor het geluk der niet-katholieke vreemdelingen die in Spanje wonen, laat liet zich begrijpen, dat de gezanten der profcestantsehe mogendheden, eenigszins ongerust zijn over het lot, dat hunnen landslieden onder de nieuwe Bourbonsche monarchie beschoren is. De correspondent verzekert, dat Canovas zeer goed inziet dat hij, door de godsdienstvrijheid prijs te geven, gevaar loopt den steun en de sympathie van het liberale Europa te verliezen, die hij zoo hoog nooclig heeft. Natuurlijk treedt nu ook de vraag weder naar voren welke gedragslijn zullen de mogendheden ten opzichte der nieuwe Spaansche monarchie volgen P In de eerste plaats komt de erkenning van 't gou vernement van Alfonsus. Volgens de Neue freie Br esse zijn Rusland en Oostenrijk niet ongezind tot de er kenning over te gaan. Duitschland en Engeland daarentegen willen de erkenning uitstellen tot er betere waarborgen gegeven zullen zijn voor de be scherming der Protestanten. Men neme hierbij in aanmerking wat daaromtrent hierboven gezegd is. Ondertusschen is het feit niet van belang ontbloot dat de protestantsche kapel te Cadix, die de minister Cardenas in zijn eersten ijver had doen sluiten, weder geopend is, men zegt ten gevolge van de vertoogen der Duitsche (en mogelijk ook tevens van die der Engelsche) diplomaten. Geld en wel veel geld, is thans voor koning Al fonsus de leus. Er ,werd reeds gemeld dat Engelsche bankiers voorschotten hebben aangeboden. Wij achten dat zeer mogelijkdie lieden kennen de zwakke zijde der talrijke kleine kapitalisten, die reeds zoo menig maal hun fortuin gewaagd hebben als zij door belofte van hooge renten gelokt werden zij zullen daarmede wel voortgaan, ondanks de harde lessen van den jongsten tijd. Een telegram van den 17 uit Madrid meldt verder dat de regeering dier stad aan 't huis Erlanger de noodige gelden heeft gezonden tot betaling der Ma dridsche loten van 1868, die in 1871 zijn uitgeloot. De houding der ultramontaansche organen ten op zichte van Alfonsus wordt met eiken dag meer gespannen. Een particulier correspondent van een onzergroote bladen, die zich te Rome ophoudt, ziet daarin een wezenlijke scheuring tusschen den paus en de curie. Pius IX heeft aan Alfonsus zijn Apostolischeii zegen toegezonden en hem de hulp des Allerhoogsten toegebeden bij de moeielijke taak die hij gaat aanvaardenhij noemt hem ook //uwe majesteit"dit zijn feiten. Doch de voornaamste ultramonfcaaiische bladen, zooals 't Vaterland, de Germcmia en de Monde smalen op Alfonsus zoo grof mogelijk en zweren nog steeds bij don Carlos. Deze stand van zaken, kan niet lang aanhouden; dan liep de gelieele ultramontaansche politiek in de war. "Wij verwachten dan ook dat zoodra Alfonsus maar een klein succes op de Carlisten kan behalen, aan de spanning, die waarlijk op dit oogenblik veel heeft van een formeelen afval der Je- suïten van Pius IX, den draai van een misverstand zal gegeven worden. Aan een geslagen Kavel YII hebben de ultramontaneii niets, van een populairen Alfonsus XII kunnen zij veel verwachten. Het Duitsche oorlogsschip de //Nautilus" is naar Zaraus gegaan, om van de Carlisten voldoening te vragen voor de beleediging, de brik //Gustav" aangedaan. Later is echter gebleken dat het schip slechts een verkenningstocht heeft gedaan. Nog onderscheidene Duitsche schepen worden gereedgemaakt om naar de Spaansche wateren gezonden te worden. Andermaal gevoelen wij ons gedrongen een enkel woord te zeggen naar aanleiding van een artikel in het jongste nommer van Maran-atïa't bekende tijdschrift van den lieer J. Esser. Boven een artikelwDe Wet op de besmettelijke ziekten," vinden wij dit motto geplaatst: //Zoo de wetenschap het eigendom is van Hem, die alle dingen weet, is het dan niet dwaas, scholen te hebben, die in de praktijk doen alsof zij, onafhanke lijk van den Eigenaar, kan verkregen worden?" Ziedaar weder een van die stellingen, die omdat zij te veel zeggen, volstrekt niets bewijzen, en die wij meenen dat men niet moest misbruiken om onervarenen, voor wie toch 't tijdschrift dat populair moet heeten, geschreven wordt, te misleiden en in den welbekenden, alierverderfelijksten waan te brengen dat de wetenschap eigenlijk veroordeelenswaardig, ja uit den booze is, en om hen in de leer der zalige domheid" te oefenen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1875 | | pagina 3