VERFWAREN.
ADVERTENTIE!*.
VERFWAREN, VENSTERGLAS
hoeveelheid sneeuw in de laatste dagen gevallen, de
West-Zwitsersche spoorweg-maatschappij verplicht heeft
om sneeuwtreinen te organiseeren, waarmede werkvolk
vertrokken is om de massa's sneeuw weg te ruimen,
die de circulatie gestremd hebben.
In den nacht van Zaterdag op Zondag zag men een
groot aantal werklieden bij kaarslicht de sneeuw op
wagens laden, welke daarop door een locomotief ver
voerd werd.
Op verschillende plaatsen zijn menschen doodgevroren
of onder de sneeuw bedolven geraakt.
In Grauwbunderland is de communicatie geheel
gestremd. Daar ligt de sneeuw op sommige plaatsen
10 a 12 voet hoog.
Oostenrijk-H ongarij e.
Het proces tegen Offenheimden voormaligen
directeur van den spoorweg LembergCzernowitch,
is begonnen. Met het voorlezen der akte van be
schuldiging gingen drie uren heen. De beschuldiging
luidt dat de voormalige directeur uit baatzucht bedrog-
heeft gepleegd.
De Pesti Naplö meldt, dat de directe en indirecte
belastingen in 1874 zooveel hebben opgebracht, dat
ze, vergeleken met de inkomsten van het volle vorige
jaar, reeds in de maand November een vermeerdering
aantoonen van 1,600,00 fl. en van 3.000,000 fl. Dooi
de opbrengst van de maand December zal het resultaat
nog gunstiger worden. Van de nieuwe leeningen zijn,
na aftrek der betalingen, in de maand Januari te doen,
nog 38 millioen beschikbaar.
De geruchten omtrent de voorgenomen ontbinding
van den Landdag worden door de Naplö gelogenstraft.
Het aantal der aan de orde gestelde ontwerpen is
zoo groot, dat er vóór Mei aan het sluiten der zitting
niet zal kunnen gedacht worden.
X t a 1 i e.
Uit Rome hebben wij wederom kennis kunnen
nemen van een encycliek (van 24 Dec.) aan de patri
archen, primaten, aartsbisschoppen en bisschoppen
gericht. Na gewezen te hebben op de rampspoeden,
welke de kerk treffen en die buitengewone gebeden
bijzonder noodzakelijk te maken, kondigt Z. H. aan,
dat het ongelukkige der tijden hem verplicht den aflaat
in den vorm van jubilé, bij gelegenheid van het
cocilie, te schorsen. Desniettemin wil Z. H. dat het
jaar 1875 zich door bijzondere genaden onderscheide.
De encycliek duidt de voorwaarden aan, onder welke
de genaden van het jubilé verleend worden. //Men moet
biechten, comrauniceeren, en voor zoover de in
woners van Rome betreft 15 maal, achtereenvolgens
of met eenige dagen tusschenruimte, de baselieken van
St. Pieter, St. Paulus, St. Jan van Lateranen en Santa
Maria Maggiore bezoeken. Wat de andere geloovigen
aangaat zal dit bezoek de kathedraal en 3 andere door
den ordinaris gewezen kerken moeten gelden. Andere
bepalingen betreffen de reizigers, de zeevarenden, de
kloosterbroeders en kloosterzusters enz." De encycliek
eindigt met den patriarchen, primaten, aartsbisschoppen,
bisschoppen en andere ordinarissen aan te bevelen
//de door de encycliek aangekondigde tijding te ver
spreiden, met het doel den ijver der priesters aan te
zetten, ten einde het volk door onderrichtingen, missiën
en werken van boetvaardigheid er toe voor te berei
den, opdat het er alle vruchten van trekke, welke de
paus opsomt en aan alle geloovigen, hun zijn aposto-
lischen zegen schenkende, toewenscht."
Spanj e.
Na de eerste uitvoerige berichten uit Spanje over
de uiterst gunstige ontvangst van de proclamatie van
den nieuwen koning is 't thans stil gewordenonze
meening dat de Serrano-regeering in de samenzwering
zoo niet betrokken, dan toch slechts voor den vorm
tegenstand heeft geboden, blijkt gegrond te zijn ge
weest de maarschalk Serrano, het hoofd van de
regeering, heeft een mal figuur gemaakt. Hij gaf
terstond zijn instemming te kennen met de proclamatie
zijn vrouw verborg zich te Madrid in het hotel der
Eugelsche ambassade en telegrafeerde aan den presi
dent der Eransche republiek, hem verzoekend aan haar
man kennis te geven, dat zij met de kinderen naar
Parijs ging. Het verzoek schijnt overgebracht, want
de telegraaf bericht ons dat Serrano te Bayonne is
aangekomen, waar hij zeer klaagt over de trouweloos
heid van de generaals. Het leger in Gfuipuzcoa heeft
thans eveneens Alphonsus erkend.
Te Parijs werd verzekerd, dat het opperbevel over
het Noorderleger zal worden opgedragen aan graaf
Cheste. De garnizoens van de groote steden zullen
worden versterktmen weet dat juist deze steden de
republiek zijn of liever waren toegedaan.
De correspondent van de Indépendance deelt nadere
bijzonderheden mede over de wijze, waarop de verandering
in Spanje heeft plaats gehad wij ontleenen daaraan
het volgende
Sinds langen tijd sprak men er over, dat de Alphon-
sistische partij gereed stond om van het woord over
te gaan tot de daadhet burgerlijk en het militair
element van deze partij waren het echter niet eens
het eerste meende dat het gunstig oogenblik nog niet
gekomen was om de zaak door te zetten en verklaarde
zich vooral tegen het denkbeeld om geweld te gebruiken
men meende hier en niet ten onrechte dat het
bestuur van het Serrano-bewind van dien aard was,
dat de regeering vanzelf in handen der Alphonsisten
moest komen. De militairen waren het hiermee niet
eens hier achtte men het onverantwoordelijk om liet
land eerst te laten ruïneereu voor men de teugels van
het bestuur in handen nam. De waarheid zal echter
wel geweest ziju dat de militairen, wetend dat het
geheele leger ougeveer zou meegaan, hun ongeduld
minder konden bedwingen. Men vernam den opstand
te Madrid 't eerst door de beweging van de troepen
van Martinez Campos Jovillarde macht die zij ouder
hun bevelen hadden, werd door den een op 3000,
door den ander op 8000 man geschat.
In den avond van 29 December vertelde men echter
te Madrid algemeen, dat het gamizoeu van de hoofd
stad eveniens gereed stond partij te trekken voor Al
phonsus ;in de koffiehuizen kwamen de officieren rondweg
voor hun gevoelen uit. Iedereen verwachtte nu als
ware 't de meest natuurlijke zaak der wereld dat
het ministerie zijn ontslag zou nemen of worden af
gezet en een voorloopige regeering ingesteld. De
ministers waren op de hoogte van alles wat er plaats
had's avonds en ook in den morgen van den 30
werd er raad gehouden en men verzekerde dat al de
ministers, met uitzondering wellicht van Sagasta, ge
zind waren om üe zaak van Alphonsus te omhelzen.
Voorts werd verteld, dat wanneer de kapitein-generaal
Primo de Rivera die algemeen werd beschouwd als de
ziel van de samenzwering, zich aan het hoofd stelde
van het garnizoen om de bestaande regeering ten val
te brengen, Sagasta met de burgerwacht tegen hem
zou optrekken. Plet schijnt dat het Sagasta aanvan
kelijk ernst is geweest, want hij gaf last om de voor
naamste Alphonsisten te arresteeren en schorste vijf
Alphonsistische bladen. Deze bevelen werden nog uit
gevoerd, maar men betwijfelde of zij veel zouden
helpen, omdat Sagasta geheel geïsoleerd was en de
zaak toch beslist zou worden niet op het gouverne
mentsgebouw, maar in de kazerne. In den avond van
den 30 giug dan ook het bericht als loopend vuur
door de stad dat het garnizoen zich voor Alphonsus
had verklaard de maatregel van Sagasta om eenige
burgers te laten arresteeren, kon niets uitwerken, en
hij wachtte zich wel de hand te slaan aan officieren.
Toch verscheen in het officieele orgaan der regeering
den 30 nog een soort van manifest aan het Spaansche
volk, onderteekend door al de ministers, waarin op
de nieuwe rebellie onder Martinez Campos werd ge
wezen en de natie aangespoord tot eendrachtige samen
werking zulk een manifest mocht in de Spaansche
comedie niet ontbreken.
TV. Amerika.
De Wetgevende Vergadering van Louisiana is in
beroering gebracht door een conflict tusschen de re
publikeinen en de behoudslieden, die beide aanspraak
maken op de meerderheid. Regeeringstroepen, onder
bevel van den gouverneur Vellagg, hebben vijf con
servatieve afgevaardigden, wier verkiezing betwist werd,
uitgedreven. De conservatieven protesteerden en trokken
zich in groote getale met den president terug, de re
publikein bleven. Hun werd bericht, dat Sheri dan
dien avond het bevel over de troepen op zich zal
nemen. Naar Washington is getelegrapheerd dat het
burgerlijk bestuur niet in staat is de orde te New-
Orleans te handhaven.
Ingezonden Stiiltken.
Niet zonder genoegen hebben wij opgemerkt dat
aan het werk Fmancipatoria, indertijd als feuilleton
in ons blad verschenen en later bij de lieereu Gebr.
Kraaij te Amsterdam uitgegeven in twee deelen, een
niet alledaagsch succes te beurt valt bij Nederlands
lezend publiek. Om rédenen, die onze lezers wellicht
zullen kennen, hebben wij ons tot dusver onthouden
vau een en ander melding te maken. Nu wij evenwel
een bepaald aan die zaak gewijden brief van een
onzer zeer geachte lezers hebben ontvangen met ver
zoek dien in onze kolommen op te nemen, meenen
wij de bescheidenheid niet te mogen overdrijven,
maar laten bedoelden brief, in zijn geheel, hier volgen.
We stippen tevens aan dat het werk, waarvan de
rede is, in meerdere of mindere mate gunstig is be
oordeeld, behalve in 't December-uomraer van de
Gids, ook in de Spectator, Onze TolkHet Familieblad,
het Tijdschrift gewijd aan opv. en onderw., het Va
derland, Ons Streven, de Nederl. Kunstbode en andere
bladen. Red.
GOEDKOOP LICHT.
La critique est aisée,
mais l'art est difficile.
en hiermede zend ik mijn werk
de wereld in. Voor gegronde op- en aanmerkingen
houd ik mij aanbevolen; maar op oritiek van onbe
kende zijde zal door mij geen acht geslagen worden.
DE ScJIllIJVEll
Lezer, neem eens een hand-, een leerboek, een
roman of iets dergelijks uit den tegenwoordigen tijd
en zoek de voorrede eens op, ge zult er dikwijls een
slot aan vinden als het bovenstaande.
Een voorrede is als ecu aanbevelingsbrief, dien ge
uw lieveling meegeeft, als ge hem, met zooveel zorg,
met zooveel studie gekweekt, de wereld inzendt en
aan de publieke opinie blootstelt. Valt hij in handen
van iemand, die zich niet vertoont in zijn dagelijksch
kleed, maar bij voorkeur zich opsiert, zich vermomt
met een geleenden rok, om voor een man van ge
wicht door te gaan, maar die, ontdaan van zijn
masker, in ontwikkeling, intellectueele kracht en daar
uit voortvloeiende beschaving verre beneden hem
staat, dan zal honderd tegen een uw jeugdige
lieveling met zijn weiuigje menschen- en wereldkennis
het doelwit van uw streven missen. Komt hij daar
entegen te recht bij iemand, die hoedanigheden kan
waarnemen, bekwaamheden schatten, intellectueele
kracht meten, en met veelzijdige kennis toegerust
hem tot leermeester, tot waardig leidsman kan strek
ken, en tevens niet nalaat hem het gebrekkige eu
ontbrekende aan te toonen, dan is uw lieveling ge
slaagd; hij zal u tot eer verstrekken.
Zijt ge, als auteur, verontwaardigd oyer een recensie,
die uw gewrocht onverdiend minacht, die het de
noodige levensvatbaarheid ontzegt en zich teekent
A., of B.neemt ge geen notitie van een onbekenden
C. of D., die uw werk tot in de wolken verheft
legt ge u neder bij een oordeel, dat van bekende
zijde komende met een oprecht hart geschreven, u
veel gebreken aantoont, eu zoowel in de enkele lof
tuitingen als in de vele aanmerkingen den meester
verraadt: gij, Werther, schrijver van//Emancipatoria",
moogt trotsch zijn op hetgeen Bern. Koster in het
December-nommer van de Gids van uw arbeid zegt.
Na een zeer onderhoudende inleiding het volgende
//Emancipatoria is een heel interessant en daarbij
een hoogst onderhoudend boek. De schrijver is een
mau van groot talent, van veel kennis, veel geest
en een hooge mate van verbeeldingskracht. In den
vorm van een roman, van eene vertelling uit de
Duizend en - een - Nacht geeft hij ons een beeld
van de maatschappij, die uit de verwezenlijking der
utopiën onzer emancipafcrices zou geboren worden.
Eene maatschappij, waarin de rollen geheel verwisseld
zijn, eene maatschappij, die op haar hoofd staat,
maar daarom toch nog verre van humoristisch is.
Eene, naar mijn oordeel als inan, gezonde opvatting
van het zoogenaamde vraagstuk der vrouwelijke eman
cipatie spreekt uit elke bladzijde van dit merkwaardige
boek, dat ik in de handen weiisch van alle jongere
en oudere dames, die door deze ziekte, welke conta
gious dreigt te worden, zijn aangetast. De auteur
heeft mijn hart gestolen door zijn vernuft en zijn
gave van voorstelling en ik zou hem gaarne leeren
kennen. Indien ik eene aanmerking heb, dan is het
deze, dat onder den rijkdom van plastische détails,
van romantische grepen en peripethieën, de grond
gedachte te veel naar den achtergrond wijkt. Nog
eene andere opmerking heb ik omtrent de persoon
lijkheid van den schrijver. Hij kent niet. alleen
Genesis I vers 27 en Prediker VII vers 29, waar-
uaar hij verwijst, maar hij heeft blijkbaar met vrucht
gestudeerd in Genesis XXXIX, hetgeen hem tot
groote eer en aanbeveling verstrekt".
Mg L. n
Xverli- en ^clioolnieixw^s.
Drietal voor Utrecht: G. Doedes te Velsen, J. II.
L. Roozemeijer tc Middelburg en W. Astro te Rotterdam.
Beroepen te Krabbendijke, J. Hulsebos te Blauwkapel.
Aangenomen het beroep naar Aagtekerke, door L.
Kan de Beer te Westmaas.
De ondergeteekende bericht dat dc liSLildel in
en andere tot het vak behooreude artikelen, tot dus
ver gedreven onder de firma OCHTMAN VOOR-
BEITEL, van af heden op den VOl'ig'eïl
voet, doch op naam zal worden
voortgezet-
Hij blijft met de verdere vereffening" voor
de ontbonden firma belast en gerecixtigxl
voor haar te teekenen.
Zieeikzee, I Januari 1875.
Jb. OCHTMAN Jonz.