voor liet arronlix-
spent Zierlaee.
1874. No. 86. Zaterdag 81 October, 77ste jaargang,
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
BOE ELLENDIG!
ziriukziisdii; courant.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTE NTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEND!AN.
„De geschiedenis van een ondermeester" dooi
den beroemden tweeling-auteur Erckmann-Cha-
trian heeft indertijd grooten opgang gemaakt
en zelfs de eer der vertaling genoten.
Menigeen beeft vast dat eenvoudige boekje
na de lezing uit de hand gelegd met een zeker
weemoedig gevoel van sympathie voor den
nederigen held van die naïeve vertelling. Van
waar die sympathie Van waar 't verschijnsel
dat do eigenaardige figuur van een armen
schoolmeester, in zijn kale quasi-fatsoenlijke
plunje gehuld, van dat tnsschendiug tussehen
een armen drommel en een welgedaan burger
man, bij den grooten hoop doorgaans wel de
attentie trekt doeh in kwaden zin en slechts
schampere spotzucht opwekt, terwijl de uitvoe
rig verhaalde geschiedenis van dien man ,de
minutieuse beschrijving zijner kaalheid, 't uit
gewerkte tafereel zijner fatsoenlijke ellende,
kortom een blik in zijn huiselijk en innerlijk
leven niet mist het medegevoel op te wekken
van allen die gevoel hebben In 't voorbijgaan,
zoo over den schouder, of van de hoogere ter
rassen der maatschappij af gezien is die man
met zijn droevig-ernstig gelaat, zijn bedeesden
oenigszins schuwen blik, zijn schriele kleeding,
zijn bleeke magere kinderen vaak een voorwerp
van minachting„maar een kale school
meester 1" Van nabij gezien is hij een arbeider
in de maatschappelijke bijenkorf, altoos even
goed als zoo menig ander, maar in veel op
zichten vrij wat ontbeerlijker. Is hij 't niet aan
wien de hoop des vaderlands wordt toevertrouwd
Heeft men, vooral in den jongsten tijd, niet
honderdmaal hooren dëclaraeeren dat de toekomst
der natiën aan hem afhangt, wel niet van hem
persoonlijk maar van zijn kaste, van zijn corps
Is hij niet de eerste ontginner van den bodem
waarin 't zaad van beschaving en ontwikkeling
moet opwassen Is hij niet vaak de nederige,
vergeten martelaar voor een edele, grootsche
roeping
Zoo is 't ongeveer. En omdat 't ongeveer
zoo is kan het niet missen of het naakte tafe
reel der ellende die in zoo menige schoolmees
terswoning geleden wordt moet deernis wekken
bij 't publiek, dat nu ja wel altoos weten
kon en weten moest, dat er onder dat kale
kleed en in die „vrije woning" vaak de diepste
ellende schuilt, maar dat dit niet zoo altoos
opmerkt wegens 't fatsoenlijk uiterlijk. Het
publiek is niet ongevoelig, als 't er op aan
komt 't publiek kan er geen vrede mee hebben
dat mannen die, al is 't ook op eeu bescheiden
plaats, hun leven wijden aan den publieken
dienst, armoede en knagend gebrek moeten
lijden. Als 't publiek 't maar goed ziet, wat
er eigenlijk vau de zaak is, dan geeft het zijn
volle sympathie en 't pinkt een traan weg als 't liet
boek van Erckmann-Chatrian uit de hand legt.
Eigenlijk is de schildering der school-mees-
ters-ellende een soort van genre in do lit
teratuur. Sue heeft reeds dat genre behandeld,
Dickens ook en 7.00 menig ander. Trouwens
't is geen ondankbaar genre; men kan daarin
bijna zeker wezen van zijn effect, 't Is ook
in lange nog niet uitgeput. Wel heeft de wet
van 1857 gedreigd met een algelieele omkeering
waardoor de poësie van 't genre zou afgaan en
waardoor 't zon terug gebracht worden tot de
historie, maar die berg heeft voor de meesten
een muis gebaard; daarbij is gekomen de 011-
derwijs-kwestie, waardoor de arme-sehoolnree-
sters-kwestie naar den achtergrond is gedrongen
en bovendien is de duurte vau alles sinds 1857
zoo toegenomen dat de uitwerkselen der wet
op de ellende bovenbedoeld nagenoeg geheel
zijn geneutraliseerd. Zelfs heeft die wet iu
meuig opzicht omgekeerd gewerkt want vroe
ger duwden de boeren den armen lijder nog
eens wat aardappelen toe, wat spek en wat
brandhout, hij trok soms nog een vetje uit de
doodgraverij of bij trouwen doopen en dergelijke
festiviteiten, 't welk nu op veel plaatsen ge
heel vervallen is, 1°. omdat de onderwijzers nu
hun vaste inkomen hebben, (minimum f 400)
dat 't gemeente budget niet weinig verzwaart
en 2°. omdat de wet gewild lieeft dat de
onderwijzer fatsoenlijk leve en niet als klokke-
luider, doodgraver of omroeper.
En zoo zal 't genre vooreerst nog wel niet
uitgeput raken en mag eeu schrijver die
schoolmeesters-ellende teekent uog wel op de
sympathie van 't goede publiek rekenen.
Sympathie Goedkoope giftWaren de
minimum-lijders daar maar mede geholpen
Voor afgetreden ministers heeft soms haast
niemand sympathie, doeh die ontvangen eenige
duizenden guldens pensioen en kunnen daardoor
in zeker opzicht de sympathie ook wel missen.
Ach Hoelang zal 't toch nog duren dat
iu Nederland toestanden mogelijk ziju zooals
er nu weder een met eenvoudige maar daarom
niet minder treffende, akelig treffende kleuren
in de dagbladen geteekend staat 1
„Ik kan u voor God getuigen, dat wij totaal
honger lijden en zulks reeds lang geleden
hebben. Tot beden heb ik mij zelveu geholpen,
door al wat eenige waarde had te verkoopeu
of te verpanden, doeh nu ben ik uitgeput. Tal-
looze malen gebeurt het, zoo als van daag nog,
dat ik zonder eten naar de school ga en ook
niet weet of ik na afloop van de les iets zal
krijgen, van heden avond af is God bekend,
hoe ik mijn kinderen aan voedsel zal helpen.
Ik ben nu ten einde raad. Met vrouw en 10
kinderen te leven van een tractement van (450,
waarvan nog personeele, gemeentelasten, pensi
oenfonds, enz. af moet, is mij onmogelijk.
Doch wat u voor ons doen moge, doe het haas-
telijk, want de nood is ten top gestegen. Het
is eeu toestand om krankzinnig te worden.
De kinderen vragen 0111 brood en moeder kan
het niet geven"
Ziedaar een uittreksel uit een brief van den
onderwijzer Van Holten te Poederoijen in Gel
derland, aan het bestuur der „Vereeniging tot
dadelijke hulp van arme onderwijzers." (Zulk
een vereeniging is noodig in Nederland
Een ziekelijke vrouw, tien kinderen, iu den
laatsten winter gesukkeld met 5 of 6 zieken
in 't gezin, en dan f 450 minus 9 voor
't pensioenfonds, zóóveel voor 't personeel,
zóóveel voor de gemeentelasten
„Maar die arme man had niet moeten trou
wen 1" Nietwaar Maar hij is getrouwd,
een ziekelijke vrouw, 10 kinderen, 8's weeks 1
„Maar die man moest een betere plaats ge
zocht hebben!" Niet waar? Maar het schijnt
dat hij die niet gevonden heefthij is nu te
Poederoijeu; hij heeft 10 kinderen en f8 's weeks 1
„Maar dat arme volk krijgt ook zooveel
kinderen 1" Niet waar Dat zit 'm in 't pau
perisme, dat leelijke monster 1
Maar nu lieel't de arme man 10 kinderen
en hij heeft geen brood voor hen 8 's weeks 1
„Maar die boeren van Poederoijen dan, doen
die dan niets die hebben dat alles toch al lang
geweten?" Niet waar? Dat zou men zoo zeggen.
Maar nu weet geheel Nederland het. Een
onderwijzer der jeugd, een die de kleinen in
zijn school moet ontvangen met opgewekt en
vroolijk, vriendelijk gelaat, die hun moet leeren
hoe rijk de schepping is in allerlei gaven ten
dienst der meuschheidlioe de koe melk, boter,
kaas en vleesch geeft, boe van 't schaap de
wol komt voor de kleederen, hoe de tarwe
groeit op den akker en hoe daar brood van
komt dat 't hart der mensohen sterkt, hoe van
de druiven de wijn gemaakt wordt die het hart
der menschen verheugt, hoe goed God is en
hoe Ilij allen schepselen geeft wat zij noodig
hebben, en hoe wijs en goed de maatschappij
in elkaar zit, hoe men arbeidzaam moet zijn
en hoe daar dan zegen op rust en hoe gemak
kelijk men rijk kan worden als men maar wil,
en hoe een mensch, al is bij arm, toch dankbaar
moet ziju en niet mag bedelen en ook niet
morren tegen do rijken.
Zulk eeu man die dat alles moet doen en
nog meer dan dat, gaat daar naar de school
zonder ontbeten te hebben, zonder 's middags
gegeten te hebben en thuis heeft hij tien kin
deren en een ziekelijke vrouw
Hoe lang zal 't nog duren dat in Nederland
zoo iets mogelijk is
Die man is jong geweest, hij heeft illusiën
gehad toen hij zijn arbeid daar begonhij
heeft zich vast nooit voorgenomen zoo veel
ellende te gemoet te gaanEn hij is eigen
lijk nog niet eens ten volle een minimum-lij
der het minimum is f 400, en hij geniet f 450 1
Lezerser wordt een beroep op de publieke
liefdadigheid gedaan voor dat ongelukkige
gezin, 't Is jammer genoeg dat er voor 't
oogenblik niet anders op zitmaar laat het
niet te vergeefs gedaan worden. Doet wat uw
baud vindt 0111 te doen stelt de onderwijs
kwestie voor een oogenblik uit uw hoofd als
gij soms mocht belmoren tot hen die met de
openbare school niet ingenomen zijn en geeft
iets en zijt gij vóór de openbare school, geeft
dan toch zeker iets, op dat uwe gave een
protest worde tegen de gemeente Poederoijen
die haar onderwijzer laat verhongeren 1
Onze uitgever zal zich gaarne belasten met
de ontvangst en verantwoording van de giften
die men mocht willen afzonderen.
Werther stolt een exemplaar van zijn vEmancipatoria"
beschikbaar. Daar Van I-Iolten evenwel aan dat boek niets
heeft, zoo biedt Werther 't exemplaar te koop aan, doch
voor niet minder dan f 5. Wie f 5 voor Van Holten over
heeft kan aan 't. bureau van dit blad 't boek krijgen.