Uit onze oude Kronieken. Zeetijding van Zierikzee. AWÏRTENTÏÏÏÏ; punt te weerleggen en Frank rijk's onschuld te bewijzen. Hoezeer zijn de zaken toch veranderd l)e nota van Serrano is een lange reeks van feiten die in Frankrijk, 't zij op de grenzen 'tzij meer naar binnen tot zelfs te Parijs, hebben plaats gehad en waaruit blijkt dat de Fransche regeering niet voldoende heeft gezorgd voor het inachtnemen der onzijdigheid, ja zelfs dat vele ambtenaren dier regeering onverholen het Carlisme hebben ondersteund. Uit Frankrijk wer den telkens en telkens weer ongestoord wapenen en munitie Spanje ingevoerd, geheele benden Carlisten zijn gekleed in kapotjassen van de Fransche mobiele garde afkomstig zelfs met de knoopen er nog aan op Frankrijk's grondgebied hebben Carlistische bevel hebbers zich met hun volgelingen vrij en onbelemmerd bewogenin Fransche steden zijn Carlistische comités werkzaam geweestDon Carlos heeft er met zijn familie verblijf gehouden en den inval in Spanje voorbereid; de onzijdigheid van de Bidassoa is geschonden en wordt dit nog voortdurend, enz. Al deze feiten waren eigenlijk reeds sinds lang van algemeene bekendheid. Het belangrijke der nota is dan ook niet de nieuwheid dezer feiten, maar veeleer dat de president der Spaan- sche republiek ze Frankrijk openlijk onder de oogen durft brengen en dat hij om die politieke hande ling nog meer kracht bij te zetten ook mededeeling van de nota heeft gedaan aan Dnitschland, Oostenrijk en Engeland. Het zal niet behoeven gezegd te worden dat het vooral Dnitschland is dat Serrano er in betrekt en dat de mededeeling aan Oostenrijk en Engeland slechts een ondergeschikt belang heeft, n.l. om het krasse van het steunen op Duitschland wat te matigen. Dat Spanje tegenwoordig op Duitschlands steun rekent is dui delijk en na Duitschlands stap tot liet zenden van oorlogsschepen en tot de erkenning van Serrano's gouvernement was het wel te wachten dat dit gouver nement de aangeboden hand ook gretig zou aangrijpen. Is er dus bij het gouvernement te Madrid wat meer veerkracht, wat meer leven waar te nemen, Don Carlos schijnt achteruit te gaan. Behalve dat hij in de laatste dagen een aantal kleine nederlagen heeft geleden, schijnt er tocli veel aan te zijn vau de geruchten van ver deeldheid en afval onder zijn volgelingen. Het is trouwens te begrijpen dat hij op den duur met al het gespuis dat hij in zijn soldij heeft genomen in de hoop van met hun hulp te Madrid te kunnen komen, geen goede vrienden kon blijven. Nu het succes voortdurend op zich laat wachten en de streken waai de Carlisten zich ophouden uitgeput en uitgeroofd geraken, nu is er voor die bandieten niets meer te verdienen en komen zij in verzet, of verlaten de vaan, terwijl ook de meer getrouwe partijgangers, n.l. de fanatieken, op den duur ook wel aan den gewenschten afloop zullen gaan wanhopen. Wanneer nu Frankrijks regeering de wenken in de nota gegeven opvolgt en de hoofden der Spaansche republiek hun persoonlijke kibbelarijen willen laten rusten, dan is het te voorzien dat de Carlisten-oorlog zijn einde snel nadert. Merkwaardig is het hoe de geheele Jesuïten-kwestie in Duitschland nagenoeg heeft plaats gemaakt voor de zaak van Graaf von Arnim. Zou dit inderdaad de eerste stap zijn in een nieuwe periode van den heeten strijd dien de Duitsche eenheid heeft moeten aanvaarden, dadelijk na haar vestiging? Wij zijn wel geneigd dit te denken. Het is wel van belang te letten op de manier waarop de ultramontaansche bladen, o. a. de Germania en in navolging van dit blad onze Maasbode, zich over deze zaak uitlaten. Zij begaan daarbij een groofce onhaiuligheid. Zij releveeren eenige woorden die Pius IX moet gezegd hebben toen hij de arrestatie van von Arnim vernam. //Von Arnira gevangen moet de paus gezegd hebben //dat heeft hij niet verdiend, want hij heeft tegenover mij zijn plicht gedaan als Duitsclier," (n.l. om den paus te bestrijden). Daarna gaan die bladen voort met in herinnering te brengen hoe von Arnim tegen het wereldlijk gezag geijverd en zich zwaar bezondigd beeft tegen Home. Maar wat moet nu 's pausen eerste uitroep, dat von Arnim onschuldig lijdt beteekenen Ligt er niet rechtstreeks in opgesloten dat men te Rome wel degelijk deze arrestatie met den grooten strijd in ver band brengt De paus kan toch niet meenen dat er in Duitschland niemand kan gevangen genomen worden om andere dan om redenen hem (den paus) betreffende. Ondertusschen schijnt liet onderzoek naar de bewuste documenten nu een weinig gevorderd te zijn. Met belangstelling wordt tegemoet gezien wat de in beslag genomen kisten met papieren, die in een koetshuis van von Arnim zijn gevonden, zullen opleveren. Ook als het waar is dat de gevangen diplomaat een civiele actie tegen von Bismarck heeft ingesteld of zal in stellen, zullen de titels der betreffende stukken wel bekend worden en daaruit zal wel een en ander aan het- licht komen dat opheldering kan geven in deze vast zeer belangrijke, maar duistere zaak. De Berlijusche Börsen Kourier meldt dat bij de rechtbank is ingekomen het officiecele dagregister van de Duitsche ambassade te Parijs, waarin von Arnim eigenhandig de, door hem thans voor particuliere stukken verklaarde, documenten heeft geboekt. liet verraad van lord Ripon jegens de orde dei- vrije metselaren in Engeland wordt in menig opzicht opgewogen door liet besluit van' den prins van Wallis om liet grootmeesterschap, eerst, door Ripon bekleed, te aanvaar den. De teekenen van ontbinding en afval der Engelsclie staatskerk mogen door menigeen met angst worden waargenomen ze zijn wellicht goede teekenen. De vraag of de Engelsclie staatskerk wel ooit in waarheid Protestantsch is geweest, is reeds meermalen gedaan. Thans kan de natie zich dit nog eens met ernst af vragen en dan kan het mogelijk blijken dat liet tijd wordt het gebouw, dat zichzelf al lang heeft overleefd, omver te stooten. De zaak van waarheid en licht zal niet verloren worden. De burgeroorlog in Buenos-ayres liadert zijn einde en loopt beter af dan aanvankelijk te vreezen stond. De reactie beeft den strijd verloren, de krachtige steun dien de nieuwe president (Ier republiek bij de gewa pende civiele garde heeft gevonden, heeft' hem in staat gesteld om zijn tegenstanders uit elkander te jagen en zich andermaal te doen erkennen als wettig hoofd van den staat. Generaal Mitre is het land uit gevlucht, de troepen der regeering vervolgen de op standelingen. In Nieuw Orleans is de orde nog niet hersteld. Plet blijkt meer en meer dat de grondslagen waarop, na den grooten burgeroorlog tusschen Noord en Zuid, de vrede is gevestigd, op den duur niét houdbaar zijn. I)e sympathie in het Noorden voor de negers en kleurlingen, tijdens dien oorlog wel te plaatsen en een zekere voorkeur, in den eersten tijd daarna ook nog zeer verklaarbaar, hebben ten laatste wrange vruchten gedragen. Daardoor is voortdurend een bedenkelijke spanning onderhouden tusschen Noord en Zuid, die wellicht binnen een niet zeer lang tijdsver loop andermaal tot scheuring en strijd zal aanleiding geven. Hierbij moet iu het oog gehouden worden dat de bevolking van de uitgestrekt Unie geenszins homogeen is en dat er tusscheu de warmbloedige be woners van de kusten der golf van Mexico en die van de Noordelijke Staten een verschil betaat minstens zoo groot als dat tusschen de Spanjaarden en Zuide lijke Fransclien, en de Engelschen en Duitschers. DB G I L D E N' V A N ZIERIKZEE. Evenals overal in de Nederlandscke gewesten hebben ook hier ter stede de gildeu' of corporatiën van vuk- geuooten hun bloeitijd gekend. De tijd van het ontstaan der gildeu is niet met juistheid op te geven, doch van sommige dezer vereenigingen weet men dat zij omstreeks het jaar 1100 bestaan hebben. Men vindt ze reeds in staat van organisatie te Dordrecht in 1200, te Utrecht in 1286, te Leiden in 1312, te Middelburg in 1319, te Amsterdam iu 1384. In den aanvang hadden de gilden veel meer een staatkundig dan een staathuishoudkundig doel. In de gilden vereenigden zich de burgers, volgens hun ver schillende bedrijven of beroepen, tot geregelde lichamen of corpsen, die wel vooral de belangen van't vak ter harte namen, maar evenzeer met de wapenen in de vuist gereed stonden om den vijand tegen te trekken in tijden van oorlog, om de. privilegiën der stad te handhaven, en des noods ook te waken voor de rechten der vrije poorters tegenover de regenten en de lands- heeren. Ze hadden dan ook natuurlijkerwijs veel invloed en namen een werkzaam deel iu de zaken der stadsregeering waarbij zij doorgaans door hun dekens en overlieden vertegenwoordigd en door hun privilegiën gerechtigd werden. Zeer verklaarbaar is het dan ook dat de landsrëgeering met zorg de ontwikkeling en liet doen en laten der gilden gadesloeg en er op uit was door algemeene privilegiën de machtige corporatiën aan zich te verplichten en ze tegelijk in toom en teugel te houden. Zoo werd den 13 Maart 1425 door Filips van Bourgomlie, toen als ruwaard voor zijn nicht Jacoba van Beieren optredende en later als landsheer erkend, aan de stad Zierikzee een privilegie verleend, waarin eenige belangrijke punten van het gildewezen der stad werden geregeld o. a. dat elk gilde zijn deken mocht verkiezen bij meerderheid van stemmen. Diezelfde maand Maart 1425 was voor de Zierik- zeesche gilden van nog meer gewicht, omdat zij toen een onderlinge vereeniging sloten van al de gilden die onder de burgerij vertegenwoordigd waren en welke vereeniging in verband stond met bovengenoemd pri vilegie. Het was toen een moeielijke tijd het land werd door grooten tweespalt verdeeld. Het was te voorzien dat weldra de landsregeering van het Beiersche stamhuis op de machtige Bourgondische familie zou overgaan, en de menigvuldige onecnigheden der Bour gondische vorsten met hun onderdanen waren deu Zierikzeeschen burgers wel bekend. Op den 18 Maart 1425 dan werd deze merkwaar dige vereeniging van al de gilden tot stand gebracht, 't Was evenwel geen ineensmelting, maar een onder linge verbintenis om met elkander ééne lijn te trekken tot handhaving van der stede rechten, hantvesten en privilegiën, zoowel de bestaande als die de stad naraaals krijgen mocht. Verder verbonden zij zich om de onverhoopt voorkomende lasten der stad boven de gewone beden en omslagen, gezamenlijk te dragen. Nauwkeurig bepaalden zij dat zij niemand eed of hulde doen zouden die niet gezind was om amnestie en vergetelheid toetestaan vau alle staatkundige //i-umoren, vergaderinge ende opstande ende alle breuke, die die poirteren off poirterssen gebreuct hebben ieghens der graeflicheijt eiule der stede," 't zij die zaken al voor 't gerecht gediend hadden of niet; doch gewone mis drijven als doodslag, verkrachting, moord en zeeroof bleven daar buiten. Daarentegen verbonden zij zich om geen andere dan volgens hun statuten wettige en regelmatige vergaderingen te houden onder hun recht matige hoofden, alsmede om geen gelden te leenen buiten de stad teneinde daarmede vreemde luilp te koopen. Men kan (leze merkwaardige stads gilden-unie in haar geheel lezen in de //Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis" van Jansen en v. Dale, deel VI pag. 372 en wig. De van zegels voorziene en op perkament geschreven acte zelf berust in het gemeente-archief alhier. Het stuk is daarom merkwaardig dat men er door kan te weten komen welke gilden er destijds alhier reeds bestonden. Men zie slechts de volgende lijst der 40 gilden die in bovengenoemd werk wordt op gegeven. Sint Jacobsgilde (schippers)Marseniersgilde St. MichielsgildeSchoenmakersgilde (St. Crispijn) Kuipersgilde (St. Marcus)St. Annag'ilde Naaiers- gilde (St. Jan of St. Franciscus)Wolleweversgilde Vleesclihouwersgilde (St. Anthonis)Molenaarsgilde Smidsgilde (St. Eloy)St. LievensgildeVisschersgilde (St. Pieter)St. Nicolaasgilde (Kramers en Kruide niers) Lijndrngersgilde St. Daniëlsgilde, O. V. gilde de Bieropslagers O. V. gilde de ZoutdvagersElse- naarsgilde oude Schoenmakersgilde; Leertouwersgilde Barbiersgilde Wagenmakersgilde Vischkoopersgilde O. V. gilde daar buiten (uit Poorcambacht St. Christoffelsgilde (tappers) Boutwerkersgilde Iland- schocnmakersgilde Vollersgilde//Seheroyarsgilde" (droogscheerders) Limienweversgilde //Sch'apsgildo" van St. Jan; Stroodekkersgilde Mandemakersgilde Plantijnmakersgilde;Bakkersgilde; //Bortbouwersgilde"; GoudsmedengildeMetselaarsgilde (St. Barbera) en het timmermansgilde (St. Josef.) Hieruit ziet men dat menige industrie van hier is verdwenen die toen mede een deel uitmaakte vau deu arbeid der hurgerijen die onze stad in haar grootsten bloei gekend hebben. Kerlc- en ^clioolnieuws. Beroepen te Vlissingen ds. D. Schouw Santvoort te Leiderdorp. Aangenomen het beroep naar Gapinge door ds. J. W. Nijenliuis te Cocksdorp op Texel. Benoemd tot hoofdonderw. aan de Bijz. school te Zuid-Beierland de heer J. Couvée. Door de prov. comm. van onderwijs in Zeeland zijn toegelaten als hulponderwijzer de lieeren J. Buize en I. van Poelje van Zierikzee, leerlingen der oefenschool J. A. van Driel van Serooskerke (Schouwen) J. O. Padmos van DreischorIT. Carpercau van Yzendijke Staal van Knpelle (Z.-B.)F. A. Wisse van Hulst J. de Lange van Goes en Post van West-Kapelle. Iu 't geheel zijn 9 toegelaten en 3 afgewezen. Als hulponderwijzeres zijn toegelaten Mej. G. S. van den Bussche en P. Jansen. Door de prov. comm. in Zuid-Holland zijn o. a. toegelaten als hoofdonderwijzer de lieer 1). Vooren, thans te Delft, vroeger alhier, en als hulponderwijzer de heer K. van Wage geboren te Brouwershaven. l)e lieer P. Simons, hoofdonderw. te Maasniel is door Z. M. benoemd tot broeder der orde van den Ned. Leeuw. BINNENGEKOMEN: 16 Oct. Andren Reid, James Hill, Akyab, Rotterdam. 19 R. G. D., 1. G. Davey, Runcorn, Zierikzee. 20 Britisch Ladey, A. Dusting Falmouth Dord. Voorspoedig bevallen van een TVteisj L. LOPSE HOCKE, echtgenoot van Zierikzee, G. A. I)E LOOZE Mz., 13 October 1874. Apotheker.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 3