A T C li I N.
Binnenland.
de 5 pCt. provisie, die van mijn inleg en winst wordt af
gehouden De heeren ontvangen 100. Ze zenden mij
1000 terug en houden daarvan f 55 voor hunne moeiten
af. Zie, dat komt me nu wel wat al te opofferend voor.
Zoo zullen ze zelf arm blijven, of arm worden als ze thans
rijk zijn, door hunnen ijver om mij en u ook wel
te doen
'k Heb helaas, nog een bedenking en die is leelijker. De
heeren Carter, Klein Co. hebben blijkens de advertentiën,
in handen van Sir Charles FóxellBart. de som van
f G0000 gesteld om die uittekeeren aan een liefdadig fonds,
zoo één hunner cliënten mocht verliezen bij de wedrennen
te New Market. En daar komt nu de Manchester Courier
me verzekeren dat er in gansch Engeland geen Baronet Ch.
Foxell bestaat, dat dus genoemde waarborg een wassen
neus is, en niets meer!
Om ons nog meer angstig te maken komt de Eloile
Beige een geschiedenis vertellen van zeker heer, die aan
collega's van onze weldoeners, de heeren Richter Co.
200 frs. had gezonden in de hoop daarmee ook een enorme
winst te behalen. Richter Co. schreven hem dat de
aandeellijsten van 200 frs. overvol waren en hij dus nog
300 frs. moest surplëeren om een aandeel vim 500 frs. te
ontvangen. Een winst van c. 4000 frs. werd hem toegezegd.
Zoo hem dat niet aanstond, kon hij zijn geld opvragen, llij
deed dat, en kreeg geen antwoord. Zijn tweede brief
kwam terug: de heeren Richter Co. hadden dien geweigerd
De man is zijn geld kwijt, want de politie is in die geval
len onmachtig.
Zie, dat alles maakt me wel wat onrustig voor mijn
spaarduiten, die 'k plan heb te zenden. Natuurlijk bewijst
het niets tegen Carter, Klein Co. dat Richter Co.
schurken zijn, maar ook aan de eersten schijnt wel iets
te haperen. Ik ben na rijpe overweging heel wat bekomen
van die eerste opwellingen van dankbaarheid en bewonde
ring, ofschoon de zucht naar winst, naar rijkdom me nog
evenzeer bezielt als daar straks. Het middel alleen komt
me verdacht voor. Ten slotte dus stel ik u een nieuw plan
voor om u en mijzelven de beloofde winst te bezorgen, zonder
eenige risico van onze zijde.
De heeren Carter, Klein Co. zullen vast wel eenig geld
disponibel hebben voor buitengewone huishoudelijke of andere
uitgaven. Ingevolge hun uitgedrukten wensch om ook ons
te doen deelen in 's werelds schatten, zullen ze niet wei
geren ons daarvan een f '1000 te leenen. Welnu, zoo ze
dat doen willen en 'k zie geen enkele reden waarom
niet dan zal ik ze verzoeken met dat geld voor ons te
werken. Zeg nu dat ze, matig berekend, f 8000 met die
som winnen, zoodat inleg en winst samen f 9000 bedraagt.
Ze houden daarvan 5 pCt. volgens contract, blijft 8550
en ik geef ze volmacht van dit nettobedrag 10 pCt. of
f 855 voor zich te houden als douceur voor bewezen extra
diensten. Daarmee kunnen ze meer dan tevreden zijn, meen
ik. Eu wij zijn er dan nog zoo slecht niet aan toe als we
samen f 7095 vrij geld mogen deelen, waartoe we dan
letterlijk niets gedaan hebben.
'k Weet zeker dat ge niets tegen mijn plan zult in te
brengen hebben, 'k Neem dus de correspondentie geheel
op mij en 'k hoop over een paar weken de helft onzer
winsten u ter hand te stellen.
Tot dien tijdt. t.
'1 Okt. '74. V.—
Aan de berichten per mail uit Ned. Oost-Indië,
loopende tot Batavia dd. 26 Augustus, ontleenen
wij liet volgende
De laatste berichten uit Atcliin luiden gunstiger,
wat den gezondheidstoestand betreft. Weder is er
hevig gestreden. Yan de zijde der Atchineezen heeft
zich een kandidaat voor den troon opgeworpenzekere
Toekoe Hasien, een, voor zoover 'men zich herinnert,
nog niet genoemd persoon, terwijl aan den kant onzer
bondgenooten een voornaam hoofd, Toekoe Nek, van
Maraksa, is overleden. Het optreden van Toekoe
Hasien, als pretendent-sultan, kan het voorspel zijn
van nieuw en hardnekkig verzet; maar het kan ook
beteekenen, dat Panglima Polim van verderen tegen
stand afgezien en plaats heeft gemaakt voor een hoofd
van minderen rang. Bij de weinige aanraking, die
wij met de Atchineesche hoofden tot dusver hebben,
behield de slad nog haar bajuw, en burgemeesters
tot. in 1631, toen van 't oude Romerswaal niets
meer dan een klein poldertje en eenige armoedige
hutten overig was gebleven. In dit jaar ontvloden
ook de laatste inwoners hun oude geboorteplaats,
waartoe aanleiding gaf een maatregel der staten die
n.l. Bomerswaal uitgekozen hadden tol interneerplaats
van een groot aantal Spaansche gevangenen. Alzoo
zijn Spaansche krijgsgevangenen de allerlaatste bewoners
geweest van 't eens zoo bloeiende Romers waal.
Ondertusschen was de stad nu ook door de vlucht der
laatste burgers feitelijk bankroet gegaan. Bij de boe-
delbercddering die op last der staten in 1634 plaats
had schoot er voor de schuldeischers niet veel over.
Kr was dan ook niet veel te verkoopen de straat-
stccnen brachten nog wat op cti wel //tnegentig pon
den grooten Vlaems en de drie schellingen," (ƒ540,90)
welke som onder de crediteuren bij preferentie werd
verdeeld.
Treurig prozaïsch uiteinde der eens zoo bloeiende
stad Haar uiteinde was niet eens zoo glorieus als
dat van Babylon, Palmyra of Troje, maar daarentegen
toch burgelijk fatsoenlijker, want bij den ondergang
dezer groote steden leest men niets van een rechter
lijke bereddering van den insolventen en desolaten
boedel.
kan liet overlijden van een man als Toekoe Nek een
wezenlijk verlies genoemd worden. De vijand maakte
een aaneenschakeling van bentings om ons grond
gebied en beraamde een algemeenen aanval, onder
Toekoe Plasien. Noch het een noch het ander hehoeft
echter vrees aan te jagen. Tot hiertoe heeft kolonel Pel
geene enkele nederlaag geleden en is iedere aanval der
Atchiueezeu hun op zware verliezeu te staan gekomen.
Men verneemt dan ook niet dat versterking is aange
vraagd, hoewel het 6de bataillon te Padang bevel
ontvangen heeft zich gereisd te houden. Wij onder
vinden in Atcliin voortdurend tegenspoed en de vrede
laat zich wachten doch voor heb overige blijft onze
positie even sterk. Volgens alle berichten is het getal
zieken te Kotta-Radja nog even groot, maar dc sterfte
zou belangrijk verminderd zijn.
De cholera blijft nog hier en daar heerschen
ook te Batavia heeft zich weer een enkel geval
voorgedaan.
ZIE RIK ZEE, 6 October 1 8 7 4.
Zierikzee, 6 Oct. Geen publiek blad komt er
tegenwoordig uit, waarin niet over de duurte van
brood en vleesch wordt geklaagd. Of 't helpen zal?
Als 't bestaande gebrek in den toestand verholpen
kan worden zeker welgebreken ter sprake brengen
leidt doorgaans tot verbetering. Nochtans mag 't «hoor
en wederhoor" niet uit het oog verloren worden. Wij
maken daarom gaarne melding van een in de Delftsche
Courant voorkomend ingezonden stuk dat door een
bakker en wel iemand die al 28 jaar dat vak uitge
oefend heeft, geschreven is en dus wel verdient ge
hoord te worden. De economische beschouwingen
van den bakker, die dat stuk heeft ingezonden, achten
wij volkomen juist. Hij zegteen bakker is geen
philantroop, hij is als ieder ander ondernemer vrij
zijn waar slechts te verkoopen tot den prijs dien hij
meent daarvoor te moeten stellenverder merkt hij
op dat de bakker het publiek altoos kan bedriegen
en dat het publiek, al maakt het ook zijn rekening
op, daarin toch zal falen omdat hij moeielijk na
te gaan iszoolang hij zelf zijn inkoopen doet
en zelf zijn beslag bereidt; maar dat hij door
de concurrentie wel wordt gedwongen tot de be
reiding van deugdelijk voedzaam brood tot den
laagst mogelijken prijs. In 't voorbijgaan merken
wij op dat dit 'laatste alleen waar is als de
bakkers op zich zelf staan, doch vervalt als 't waar
is dat de bakkers tegenwoordig overal, even als in
den goeden ouden lijd, een gilde vormen dat wat
de zetting der prijzen betreft gemeenschappelijk handelt.
Yan veel belang is de berekening die hij geeft
van zijn winst. //Men wete dan," zegt hij, «dat in
een tijdsverloop van 12 uren door 2 man 100 kilo
bloem kan verbakken en als brood aan benoodigden
bezorgd worden."
100 kilo bloem a 18,
Opdragen - 0,10
100 kop melk- 3,50
IVo kilo gist- 1,25
Olie- 0,25
Rijst- of boekweitmeel - 0,25
Brandstof- 1,
Licht bij nacht- 0,25
Arbeidsloon- 4,
28,60
Uit 100 kilo bloem komen bij een goede behan
deling 14-6 brooden, die thans 20 ets. het stuk
kosten, en dus f 29,20 zullen opbrengen. Zoodat
Eu thans meer dan drie eeuwen na de geduchte
rampen die Romerswaal te gronde richtten zijn haar
grondslagen weder eens komen opduiken uit hun zilte
graf. Een ambtenaar uit Goes die toevallig daar ter
plaatse werkzaam was heeft de moeite genomen een
wandeling te doen door de straten en pleinen der
verzonken stadde grondslagen der muren waren
daarbij zijn gids en deze teekenden tegelijk eeniger-
mate den omtrek en de gelegenheid der oude plaats
af. Bedoelde heer vond nog een kruik van gebakken
aarde, hij zag ook beenderen van menschen en paarden,
alsmede sporen eener haven. Zeer waarschijnlijk zal
daar ter plaatse voor oudheidkenners nog wel een en
ander te vinden zijn.
Het is tevens vrij zeker dat in een niet zeer verre toe
komst geheel Romerswaal en het omliggende verdronken
land weder zal kunnen droog gelegd worden. Sedert de
afdamming van de Oosterschelde heeft de ondiepe
waterplas die Zuid-Bevelands Noordoostelijk deel be
dekt geen recht van bestaan meer, en zal zij, met vrij
wat minder risico wellicht dan de reeds gewonnen
zoogenoemde Engelsche polders, kunnen ingedijkt worden.
Gelijk de overlevering vertelt van die nimf, die
wegkwijnde tot alleen de nagalm van haar laatste
klachte was overgebleven, welke nagalm trouwens nu
nog bestaat en bekend is onder dennaam van echo,
de winst voor den bakker op 100 kilo bloem be
draagt 60 ets., zegge zestig cents
Wat dunkt u, is dat te veel enz."
Tot dusver de bakker.
Is die berekening juist, dan roepen wij uitneen,
dat is niet enkel niet te veel, het is veel te weinig.
Het is, met één woord, te dwaas om op die manier
bakker te ziju en veel beter bakkersknecht te wezen.
Immers moet de bakker om een wekelijks inkomen
van 18 gulden te krijgen een debiet hebben van
3000 kilo bloem, waaraan zijn beide knechts dan
elk 60 verdienen, zoodat de meester bakker dan
nog maar gelijk staat met 3/10 bakkersknecht.
Inderdaad, de bakker heeft gelijk als hij beweert
dat het publiek hem niet kan nagaandat kan zelfs
niet als hij een omstandige rekening van zijn doen
en laten geeft, zooals bovenstaande rekening bewijst.
Wij hebben evenwel toch een aanmerking daarop,
die o. i. wel in het bereik van een leekenverstand
ligt. Ons komt het voor dat de rekening niet
moet gemaakt worden per 100 kilo verbruikte bloem
dit blijkt reeds uit 't feit dat er dan moeielijk met
het arbeidsloon te rekenen is, want ieder zal wel
inzien dat die post van 4 daarvoor uitgetrokken
zuiver denkbeeldig is.
Wij laten verder deze rekening geheel voor 't geen
zij is. Het publiek, dit erkennen wij gaarne, heeft met
de bedrijfrekening van de industrieelen volstrekt niet
noodig. Het publiek oordeelt naar algemeene regels
en op algemeene gegevens en dan heeft het ook recht
van spreken. Zoo is het een economische regel dat de
prijs der zaken afhangt o. a. van den prijs der grond
stoffen. Dit is vooral het geval in het bakkersbedrijf.
Daar is de grondstof de tarwe, of helaas, tegenwoordig
de zoogenoemde bloem. Welnu, als de marktprijs van
de tarwe stijgt dan moet het brood duurder worden
en men ziet dit ook met een nauwkeurigheid als van
een uurwerk plaats hebben. Maar evenzeer moet het
brood goedkooper worden als de marktprijs van het
graan daalt, en nu zit de ergernis juist daarin, dat
in dit geval het uurwerk niet luistert naar de remedie.
Dit is de aanmerking die het publiek maakt, en die
aanmerking is niet onjuist, noch onredelijk. Laat een
rijzing van den prijs der tarwe b. v. op heden de
verhooging van den broodprijs met 1 ct. tengevolge
hebben, dan is daar niets op aan te merken. Wanneer
echter b. v. over tien dagen de prijs der tarwe weder
evenveel daalt als hij eerst was gestegen, dan moet de
cent ook weder van 't brood af. Geschiedt dit niet
dan heeft er plaats misbruik van macht ontleend aan
monopolie en het publiek heeft recht om te klagen
In de aanstaande najaars-vergadering van de Prov.
Staten van Zeeland zullen o. a. ter tafel komen de
voorgestelde wijzigingen in het reglement op de wa
terschappen. Zooals bekend is werd indertijd op voorstel
van dr. H. J. van Eek met 19 tegen 16 stemmen
beslist dat ook vrouwen in de vergadering van inge
landen zouden worden toegelaten, in strijd met het
gevoelen van Gedeputeerde Staten, die haar alleen het
zenden van gemachtigden wilden toestaan. Nu heeft
mr. G. A. Fokker weder voorgesteld de vrouwen uit
de vergaderingen te weren. «Tot dusver," zegt hij
in de toelichting op zijn amendement, «is in geen land
ter wereld de uitoefening van politieke rechten aan de
vrouw toegekend, zelfs niet in Noord-Amerika, het
land der politieke vrijheid bij uitnemendheid. Er schijnt
geen reden aanwezig waarom de Staten van Zeeland
dat zouden behooren te doen." Gedep. Staten'Jiebben
het amendement niet overgenomen, omdat «de bepaling
tot dusver geen aanleiding tot bezwaar heeft gegeven."
Wij vinden 't argument van den heer Fokker zeer
zoo bleef ook van al de heerlijkheid van Romerswaal
niets over dan de naam en deze ging als erfgoed van
de eeue familie in de andere over. De oude heeren
van Lodijcke of van Reimerswaele, want dit is dezelfde
familie, gingen door verbastering van eeu voornaam
in een van, over in de familie Kewinck van Reijmers-
ivale, terwijl de huizen van Yerselce en van Broucke
takken daarvan waren.
Het geslacht Lodijcke van Reimerswaele stierf in
1604 uit in de mannelijke lijri en de titel ging
langs de vrouwelijke lijn over op het geslacht de Vroe,
waardoor hij honderd jaar later ongeveer, in het
geslacht Le Sage is gekomen. Tijdens de rampen
van Romerswaal woonde het geslacht van Reimerswael
te Bergenopzoom, later te Antwerpen het geslacht
de Vroe woonde onder Borselen, en heer Willem Le
Sage, die door zijn huwelijk met Agues de Vroe,
vrouwe van Lodijcke en Reijmerswaele den titel be
trouwde, was représentant van den eerste Edele ter reken
kamer van Zeeland en woonde te Middelburg. Het geslacht
van Reijmerswaele is verder vermaagschapt geweest
met de meeste edelen van Zeeland en ook met aan
zienlijke geslachten in Holland en in Vlaanderen.
Zierikzee, 26 Sept. '74
WERTHER.