ZIERIkZEEM HE (MRVM. 1874. No. 77. Woensdag* 30 September, 77ste jaargang. NIEUWS- en voor liet «rrondis- ADVERTENTIE-BLAD sement Zierikaee. Feuilleton. ZOO WAT VAN ALLES. IETS OVER ROMERSWAAL. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 dent, met Bijblad 10 cent. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag* voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAKEX1AN. PRIJS DER AD VERTEN TI EN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct. Wij hebben ditmaal zoo veel en zoo velerlei te bespreken, dat wij 't maar in den vorm van koeskoes of pot-pourri zullen samen nemen, Lopende op do toegefelijkheid ouzer lezers, die, ten deele toch goede burgerlieden, ook wel weten wat liet zeggen wil als het kliekjesdag is. Nu is 't wel waar dat in een fashionable huishouding 't woord kliekjesdag wat triviaal klinkt, ja zeker zelfs niet mag gehoord worden, doch dit neemt niet weg dat in dezen onzen goeden tijd van algemeene welvaart en alge- meene duurte der levensmiddelen, uitgezonderd peren en appelen, er wel goed en zuinig mag omgezien worden met de ingrediënten voor den discb, daar er anders ondanks de algemeene welvaart en den overvloed van contanten, waar over de nieuwe Minister van Financiën zoo pas nog zijn bijzondere verrassing' en tevreden heid betuigd lieeft, al licht een leelijk deficit in de kas zou kunnen komen, zonder dat er een paar Indische batige slotjes konden aange sproken worden om het gat te stoppen. Van duurte gesproken, vleesch en brood blijven nog maar altoos duur, vooral hier te Zierikzee. Wij gissen dat de geleerden het over dit vreemde verschijnsel maar niet eens kunnen worden. De een zegt: het ligt aan slagers en bakkers, de ander: bet ligt aan de koeien, die zich zoo moeielijk laten „vastknjgen" en aan de tarwe, die zoo zucht onder de con currentie der Engelsche gips, terwijl een derde weder verzekert dat de schuld uitsluitend ligt bij 't publiek zelf dat liever zijn gemak houdt in rustige rust dan openlijk te erkennen dat de overdreven duurte hinderlijk is. Voorcijfering helpt niet veelwij hebben ons daarvan al eens de moeite getroost. Toch willen we 't nog eens doen. Stellen we dat een goed beest aan de markt kost f 325 en dat het schoon aan den haak weegt 765 halve kilo's. Hiervan rekenen we 70 halve kilo's haas, muisjes en biefstuk a 60 ets., maakt I)e provincie Zeeland is een sprekend beeld van het wisselvallige en vergankelijke van al 't ondermaausche. Waar weleer de blauwe golven der Noordzee voort rolden en op haar breeden mg machtige vloten droegen, daar snijdt thans de ploeg de vore in de vruchtbare klei en, omgekeerd, waar eens kostbare landerijen een golvenden oceaan van gouden aren te aanschouwen gaven, daar klotst thans liet drabbige zilte nat. Geen treffender aanblik in dit opzicht dan het Noordooste lijk gedeelte van Zuid-Beveland. Daar stond weleer een bloeiende stad, omgeven van welvarende dorpen en trotsche kasteelen. Daar wapperde de roode banier met de zilveren zwaarden der machtige heeren van Lodijcke, beschermers en heerschers tegelijk in de na burige veste, tot dat zij plaats moest maken voor de leeuwenballier der Hollandsche Graven, die zich ondanks de vermeende rechten der Vlamingen, als onbesproken heeren van Zeeland beschouwden eu deden gelden. f 42,de overige 685 halve kilo's a 50 ets., maakt f 347,50; kop, tong en pooten samen rekenen we op f 4,dus alles te zarnen f 393,50. Nu rekenen we het losse vet en de huid als memorie voor de belasting; dan is er met één beestje van f 325 een winst te behalen van f 68,50. Maar wat baat het ook of we al trachten de rekening van den slager op te maken, als 't vleesch er geen cent g'oedkooper door wordt en het publiek niet inziet dat het door eenvoudig' samen te doen die niet onaardige winst, voor een goed deel zelf kan genieten? Hier en daar evenwel, op vele plaatsen zelfs, zijn vleesch en brood, 't vleesch vooral, afge slagen, doorgaans 10 ets. per kilowanneer zal deze gunstige ommekeer ook eens naar ons overwaaien? Nu zal men wellicht denken dat we hier dan toch vast voor ons geld wel opperbeste waar krijgen. Wie dat denken mocht raden we aan eens toe te zien op de „partijtjes" van 't geen alzoo als van slachtvee afkomstig, en voor de goede burgerij gereed gemaakt, aan de kade gelost wordt. Naar wij ver namen is verleden week zelfs zulk een zoodje grondstof voor populaire vleeschspijze, door de bevoegde autoriteit in beslag genomen en voor de gezondheid onschadelijk gemaakt. Keeren we echter terug tot den Minister van Financiën. Berst moeten we eyenwel ver melden dat de werkzaamheden der Tweede Kamer Donderdag weder zijn aangevangen. De voorzitter, Mr. Dullert, hield bij die gele genheid een toespraak, waarin hij ongeveer 't volgende zeide „Zal (leze zitting vruchtbaarder in uitkomsten zijn dan de vorigeDe openingsrede des Konings geeft ons het vooruitzicht dat wij geroepen zullen worden tot regeling van ont werpen betreffende alle takken van den staats- Na 't afdrukken dezes vernemen wij dat 't brood 1 ct. is afgeslagen. Daar leefde en werkte een talrijke en nijvere bevolking die //hem seer sterckelijcken plach te gheneeren, met keetneeringhe, meeneeringhe endelandtneeringhe, waoraf sy 't langlist behouden en heeft die keetneeringhe van den witten sout te maecken." Daar huisden, als schuilende onder de ranren der stad, de kanonniken van St. Maria's hof, die eerst onder Oud Arnemuiden gewoond doch in 1462, om beveiligd te wezen tegen de inbreuken des waters met hun klooster verplaatst waren hij de muren van Romerswaal. Doch 't nieuwe toevluchtsoord was evenmin bestand tegen verval en ondergang. Thans wielen en warrelen daar de ondiepe wateren der Schelde. Oesters en mosselen hebben zich gehecht aan de marmeren dorpels en allaartrappen met hun glazige blikken staren de visschen door de open vensterbogen en duiken door de keldergatenzeehonden en bruinvisschen spelen over de stadspleinenscharen van ansjovissen en troepjes zwalkende bot vervullen de straten en stegen. Iiierendaar nog getuigen van den modder zwart ge- i) CHRONIJCKE ENDE HISTORIËN VAN ZEELANDT, door Jan Reygersbergh, 1634, pag. 23. dienst. Wanneer wij onze taak met ijver en lust opvatten, en ons bij liet handhaven van den vrijzinnigen geest onzer grondwettige in stellingen door niets laten afleiden van de behartiging van bet algemeen belang, dan ge wis mag men zich vleien dat veel goeds en gewichtigs zal tot stand komen." Wat zullen wij tot deze dingen zeggen Ontbrak het ooit aan goede voornemens Maar met Paulus zeggen wo menigmaal: dc geest is wel gewillig, maar bet vleesch is zwak; dus ook hier alweer die vleesch-kwestie. Daarna is de commissie van redactie benoemd voor 't adres van antwoord op de troonrede. Maandag zal dat ontwerp in behandeling komen. De Eerste Kamer is met haar adres van antwoord al gereed, 't Is als gewoonlijk een min of meer getrouwe echo van de troonrede; ook „Gods zegen" wordt er duidelijk in gehoord, 't geen bladen als De Tijd wel groot pleizier moet doenofschoon toch moet gezegd worden dat het niet waar is wat zij dezer dagen ver teld hebben, n.l. dat „Gods zegen" of „Hooger zegen" alleen door niet-liberale kabinetten en Kamers worden gebruikt in troonredenen of antwoorden daaropimmers ook liberalen had den doorgaans deze loffelijke gewoonte. De Eerste Kamer verklaart zich te „verbeugen over de zeer vriendschappelijke verhouding, waarin Nederland met alle Mogendheden bij voortduring verkeert." Ook wij verheugen ons daarin. Waar kan men beter zijn dan bij zyn beste vrienden? Sommige ultramontaansche bladen evenwel, o. a. de Grondwetmeenen dat die goede vriend schap wat al te ver gaat. Zij houden de on langs als een proefballetje opgeworpen bewering vol, dat Nederland door von Bismarck zou aangezocht zijn om diens kerkelijke politiek te volgen. Als 't waar was, dan zou dit ook wel degelijk als een bewijs van ietwat overdreven vriendschap moeten aangemerkt worden. Wat heeft von Bismarck er mede te maken wat wij worden hoofdschedels en ander gebeente van de aan wezigheid der oude bewoners. Maar alles is verzonken en slaapt den doodsslaap onder de zilte haren alleen nu en dan worden hij zeer lage ebbe de ruïnen van al deze vergane groot heid nog eens een enkele ure blootgelegd om den eenzamen aanschouwer die zich toevallig daar bevindt een treffend tafereel der vergankelijkheid voor de oogen uit te spreiden. Zoo iets had ook eenige dagen geleden plaats en dit gaf aanleiding cot deze historische herinnering. De stichting der stede van Reimerswaal, ook Remers- waalRomerswaal, Roemerswaal en Remburswale genaamd, is in de oudheid der middeleeuwen verloren Romerswaal moet werkelijk al zeer oud en een der oudste steden van Zeeland geweest zijn. Eeuwen lang schijnt zij onbemuurd gelegen te hebben in de haar omgevende moerige en lage landstreekliet adellijke kasteel en //Slot van playsante" der heeren van Lodijcke lag in de nabijheid en aan deze edelen die zich heeren van Lodijcke en Reimerswale titelden en in de stad groote bezittingen hadden was zij geheel onderworpen en vond tegelijk beschermers in hen. Onder de

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1