/ll ltlk/I I SCIir COURANT. voor het arrondis- seinent Zierihzee. 1874. No. 75. Woensdag 23 September. 77ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Geen kinderen op de planken. TROONREDE. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERT ENTIEN-. Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1o regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA KEN 31 AN. Van alle verdiensten, die onze eeuw van licht en kracht, van pogen en streven om de reine vormen van de eeuwig jonge en schoone waarheid der natuur te vatten, zich toedicht en ten deele zich ook wel mag toerekenen, is de belangstelling in het lot der kinderen wel een der meest wezenlijke. Voor de vorming, de opvoeding en het onderwijs der jeugd wordt veel gedaan, meer dan ooit te voren, en dat er algemeen geklaagd wordt over 't onvoldoende van do zorg voor de jeugd, bewijst aan den eenen kant wel dat er nog veel te verbeteren overblijft, maar aan den anderen kant bewijst 't ook dat de belangstelling gedurig toeneemt in ernst en ook meer algemeen wordt gevoeld. Men slaat krachtig de hand aan het bestrijden van 't schoolverzuim; nagenoeg overal wordt de leerplicht toegepast of is deze althans in beginsel aangenomen. Naast 't budget voor oorlog stijgt ook 't budget voor onderwijs, al geschiedt dit ook nog niet in de juiste ver houding. Het wordt meer en meer begrepen dat de toekomst van een volk opgesloten ligt in hetgeen het volwassen geslacht maakt van 't opkomend geslacht. Wij herhalen, dat alles is nog in menig opzicht gebrekkig en onvol doende, maar dat deze zaak aan de orde is, hier en nagenoeg overal, bewijst dat men op den goeden weg is, ten minste dat men goe den wil heeften waar wil is daar is kracht en vermogen, daar blijven de goede vruchten niet uit. Mocht men van den ouden tijd zeggen dat de kinderen veelal aan ziohzelveu overgelaten en verwaarloosd werdenvan een later tijdperk dat de begrippen van opvoeding en opleiding der jeugd in menig opzicht ziekelijk of verkeerd warenen van een nog jongeren tijd dat in de plaats van de verwaarloozing van 't jonge geslacht de exploitatie der kinderen door de volwassenen is gekomentot eer van onzen tijd mag aangemerkt worden dat al deze ver keerdheden worden ingezien en dat er pogingen worden aangewend om ze weg te nemen. Zoo ijvert de philantropie en op haar aan drang ook de wetgevende macht om de kinderen aan de industrie te onttrekken en ze tegen het misbruik van de macht der volwassenen te beschermen, opdat de tijd, die door de natitur is aangewezen om tot lichamelijke en zedelijke vorming gebruikt te worden, ook werkelijk daarvoor worde besteed. We hopen van dezen ijver de beste gevolgen en vertrouwen dat een volgend geslacht reden zal hebben van dankbaarheid jegens het te genwoordige voor 't geen dit gedaan heeft voor de kinderen. Maar we wensehen toch voor ditmaal er nog eens de aandacht op te vestigen hoe een deel der schuld, die wij aan het jongere geslacht te betalen hebben, niet alleen nog altoos op afdoening wacht, maar zelfs nog dagelijks wordt vergroot. Aan de vrijmaking der kinderen uit de slavernij der industrie wordt krachtig gearbeid, 't wordt nu tijd dat er ook begonnen wordt met de verlossing der kindeven uit den gapenden muil der kunst. Een harde uitdrukkingJa, eenigszinsmaar is niet de kunst in zekeren zin een Moloch, waaraan maar al te veel kostbare kinderlevens worden ten offer gebracht? Wordt niet zoo menig kind geofferd op het altaar der kunst opdat andereu van de gaven van dat altaar leven Sinds Sue zijn „Enfant trouvé" schreef, heeft men zoo menigmaal het lot der kinderen van kermiskunstenaars beklaagd, dat die lriachte haast afgezaagd is en het treffende der nieuw heid Heeft verloren. Het oppakken en weg voeren van kleine kinderen door reizende koordedansers of Heidens is reeds vrij algemeen tot de historie overgegaan, 't komt zelden meer voor. Het exploiteeren van kinderen door zulk soort van lieden heeft evenwel nog altoos plaats. En niet enkel in de laagste sferen van dit gebied der kunst, maar ook booger op. Er worden nog steeds, stelselmatig en naar de regelen der kunst, kleine kinderen gekneed, gerekt, gewrongen en gebogen tot gymnastiekors of athletenandere kinderen worden gedresseerd tot paardrijders en rijderessenwederom anderen worden opgeleid om de rol te spelen van zee meermin, boschmensch, witten of zwarten neger, crétin of eskimo. De methode die daarbij ge volgd wordt is de oudenvetsche, de dvilmethode met behulp van zweep en roggebrood. Er worden ook kleine bloedjes van kinderen ge bruikt om groote, aantrekkelijke pantomimes of zelfs formeele tooneelspelen op te voeren. Ten deele richt men dan de kinderen naar de stukken en de stukkeu naar de kinderen in. Zoo bereikt men het dubbele doel dat de kin deren sprekend gelijkende oude mannetjes en oude wijfjes, frappant nagemaakte helden en heldinnen, bedriegelijk juist getroffen schurken en intriganten worden en dat tevens de dra matische kunst van slecht allooi in al haar naaktheid wordt ten toon gesteld, ofschoon 't publiek, helaasnog niet fijngevoelig genoeg is om dit te vatten. Verder worden de kinderen gebruikt om vocale en instrumentale uitvoeringen luister bij te zetten en aantrekkelijk te maken wat wellicht anders minder aantrekkelijk zijn zou. Zagen we niet wederom in de afgeloopen kermisdagen wat er al zoo zelfs met zeer jonge kinderen kan ten uitvoer gebracht worden? Laat ons om dit alles die arme kleinen niet verachten. Laat ons ook den artist niet te hard oordeelen, die zijn schitterend-droevig lot met zooveel déboire soms draagt, doch het dragen moet en niet anders kan en die ook zijn kinderen moet doen medehelpen aan het onderhoud van het gezin. Neen, laat ons de arme kleinen niet hard vallen, die te midden van tabaksrook en alcoholdamp, tot diep in den nacht soms, op de planken moeten om ons te amuseeren! Want is dit niet nog 't ergste dat het publiek zelf deze dingen aanmoedigt niet enkel duldt maar aanmoedigt door zijn applaus? Verdienden die kleinen dat dan niet? Waren ze dan niet lief en dat nog zoo jong? Niet waar, nog zoo jong en toch al zoo lief! Maar wie weet, als zulke arme kleinen op de planken trippelen en toegejuicht worden door ons, hoe ze dan snakken naar 't oogenblik om van dat applaus ontslagen, uit 't maskerade-pak verlost te zijn om eeu oogenblik te mogen spelen met knikkers of pop, om een oogenblik nog weêr eens kind te zijn Ach, wat zijn er in het maatschappelijk leven nog duizenden andere kinderen op de planken, die wij hoe eerder hoe beter van de planken moesten afnemen en vrij laten om springen in den bloemhof der zalige jeugd die toch al zoo eng is omdat de jeugd zoo kort is en de dorre ernst des levens zoo lang duurt Gisteren heeft Z. M. den Koning de zitting der Stnten-Generaal 1874-/75 geopend met de volgende n Mijne Iieeren //Met groote erkentelijkheid en welgevallen mag Ik, bij de opening van deze zitting, gewagen van de even algemeene als hartelijke feestvreugde, waarmede de 25jarige gedenkdag van mijne plechtige aanvaar ding der regeering, in ons geheele Vaderland en in onze Koloniën en Overzeesche bezittingen, is herdacht. z/De zedelijke en stoffelijke belangen van het zoo nauw aan mij en mijn Stamhuis verbonden Neder- landsche volk blijven het voorwerp mijner gestadige zorgen. z/Ik verheug mij bij voortduring in onze zeer vriend schappelijke verhouding met alle Mogendheden. //De gezondheidstoestand is over het algemeen gunstig. z/De uitzichten op een gezegenden oogst werden tot dusver niet beschaamd. //Mag Ik opnieuw met 'lof gewagen van de plichts betrachting van Zee- en Landmacht, in het bijzonder hebben de Zeemacht en het Leger in Indië, bij de krijgsbedrijven op Sumatra, uitstekende diensten be wezen en blijven zich aanspraak verwerven op Mijne hooge tevredenheid. z/Dauk zij de vrij algemeene welvaart, klom de opbrengst van bijna alle middelen van inkomsten, en mag de financieele toestand gunstig lieeten. Wei worden voor de meeste takken van den openbaren dienst tel kens meer uilgaven vereischt en zal voor de verdedi ging en middelen van gemeenschap in de eerstvolgende jaren veel worden gevorderd, maar Ik vlei mij, dat vooralsnog zonder buitengewone middelen in de be hoeften zal kunnen worden voorzien. Voor het ver volg blijft echter mijne aandacht gevestigd op de verbetering der inkomsten. z/De regeling van 's Rijks comptabiliteit zal bij U in overweging worden gebracht. //Voorstellen tot gedeeltelijke herziening en tot aanvulling van de wetboeken en de wet op de Rech terlijke organisatie zullen U worden aangeboden. Inmiddels nadert de werkzaamheid tot voorbereiding van een Nederlandsch Strafwetboek hare voltooiing. z/Het onderwijs gaat mij steeds zeer ter harte allereerst zal Uwe medewerking worden ingeroepen om de wet op het Hooger onderwijs tot stand te brengen, terwijl ook met ernst wordt overwogen welke wijziging de wettelijke regelen omtrent andere takken van onderwijs behoeven. z/Eene verbetering der wet op de nationale militie is in behandeling.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1