de concurrentie van tien winkel der vereeniging
op den duur wel worden belet, en dan is het
goed dat de aandeelhouders zich geen te groote
illuziën maken van de zeer lage prijzen die
men in den winkel zou moeten betalen. Bij
de bekende hooge prijzen van het vee en in
aanmerking nemende dat de vereeniging in de
eerste plaats goede waar moet hebben, zal de
grens der grootst mogelijke goedkoopte spoedig
bereikt zijn en op den duur wel iets, doek niet
zoo heel veel vau den gewonen winkelprijs bij
andere slagers verschillen. Alles beeft zijn na
tuurlijke grenzen en is bet vee reeds op de
veemarkt duur, dan zal liet in het slachthuis
wel niet goedkoop kunnen zijn. Dat echter
de winkelprijs der vereeniging lager zal kunnen
zijn dan de thans loopende prijzen wordt alge
meen voor zeker gehouden.
En nu de cijfers.
Wij willen wel erkennen dat het moeielijk
is een juiste becijfering aan te geven.
Stellen we eens een debiet van vier beesten
in drie weken, of 1000 kilo, tot een in-
koopswaarde van f 600, dus een gemiddeld debiet
van f 200 's weeks iulroopswaarde, of/10.400
's jaars.
Hieruit is reeds de grootte van het noodige
bedrijfskapitaal af te leiden. Neemt men n.l.
aan dat er per maand wordt afgerekend met
de verbruikers en dat het in de eene maand
gekochte eerst in de eerste weken der volgende
maand wordt betaald en stelt men voor 't na-
deeligste geval dus 8 weken crediet en hierbij
2 weken voor het aankoopen in voorraad, dan
zal er 10 X 200 d. i. f 2000 bedrijfskapitalen
noodig zijn.
Nu kan men nog stellen dat er slechts con
tant wordt verkocht. Dan zon 't bedrijfskapitaal
kleiner kunnen zijn doch wij meenen dat in de
practijk de verkoop a, contant wel onuitvoerbaar
zou blijken te zijn.
Men stelle verder de bruto winst op 20 en
dus over 't geheele debiet ad 10400 op 2080.
Het vleeseh zou dan gemiddeld a 72 ets. per
kilo kunnen vekoclit worden immers de inkoop
bedraagt 60 ets. per kilo en de winst stelden wij
op 20 hetwelk 72 ets. voor den verkoop per
kilo geeft.
Deze prijs is de gemiddelde bet betere zal
meer het mindere minder kosten.
Bij de bruto winst moest nog gerekend wor
den de opbrengst van huidon en afval doch
wij rekenden deze in onze becijfering voor memorie
tot dekking der Rijksbelasting. Van de bruto
winst moet worden afgetrokkende huur voor
slachthuis en winkel b.v. f 300 loon voor den
slager f 600 een knecht f 300 eeii jongen 50
administratie, verlies, onvoorziene uitgaven, enz.
f 200 in alles samen f 1450. Er blijft dus
een netto winst van f 630 over.
Hiervan aftrekkende f 100 voor 5 rente
van f 2000 bedrijfskapitalen, blijft er nog f 530
zuiver winst over.
Van deze /"530 kan worden uitgekeerd 50 aan
do deelnemers, dat is f 265 of f 1,32= per
er een hevig tooneel. De familie van »'t Huis" werd ge
waarschuwd. Men droeg den gewonden jonker naar huis
er werd een geneesheer gehaald. Kortom 't was een on
beschrijfelijke en algemeene ontsteltenis. De oude heer
van 't Huis was een rechtschapen man. Hij bekommerde
zich meer om de schande, zijn naam aangedaan door zijn
on waard igen zoon, dan om dien zoon zelf.
Spoedig was 't geheele dorp er vol van. Daar gebeurde
heel weinig op Beelcbrugge; wat nu had plaats gehad, zoo
iets was nooit gebeurd.
De algemeene sympathie was vóór Arnoldde antipathie
tegen Bernard; maar ook Grietjes naam werd door velen
op dubieusen toon uitgesproken. In de oogen van't publiek
was zij niet geheel onschuldig en die er wat meer van
wisten moesten toch ook verklaren: waarom had zij dat
alles altoos zoo stil gehouden?
Ondertusschen was Arnold weg en men hoorde niets
meer van hem. Bernard was na eenige dagen weder her
steld. Grietje daarentegen stortte in een zware zenuwkoorts,
en verkeerde weken Jang in levensgevaar.
De oude heer van »'t Huis" trok zich de zaak ernstig
aan; hij liet nasporingen doen om te ontdekken waar
Arnold mocht gebleven zijn; er werd zelfs een advertentie
in de Haarlemmer geplaatst, geheel in den deftigen, ge-
bruikelijken vorm: »De jongeling die toen en toen het
ouderlijk huis verlaten had, werd vriendelijk en dringend
verzocht," enz. Maar ongelukkigen als Arnold met een
gebroken hart en een verloren geloof lezen geen advertenties
in de Haarlemmer.
De oude vrouw Iiendrikse leed veel; haar Arnold, haar
aandeel van 10 boven de 5%vervolgens
25 aan de slager, 10 aan den boekhouder
en 15% aan de commissarissen.
Al deze cijfers, die wij bij wijze van reductie
ontleenen aan een grooter plan dat ons ter
inzage is verstrekt, geven wij slechts om in het
ruwe eenigszius een ontwerp aan de hand te
doen hoe een coöperatieve slachterij zou kunnen
opgericht worden.
Het spreekt van zelf dat de zaak nog meer
van nabij zou moeten bekeken en berekend
worden ingeval de aangegeven denkbeelden
het publiek mochten opwekken om eens de hand
aan het werk te slaan en te beproeven een
coöperatieve slachterij tot stand te brengen.
Wij zouden die pogingen toejuichen.
Binnenland.
ZIE BIK ZEE, 25 Augustus 187 4.
Daar er tusschen de formatie van het kabinet, alsnu
door Z. M. goedgekeurd en aangenomen, en deze
goedkeuring zelf al weder een geruiraen tijd is ver-
loopen, kan het niet ondienstig zijn dat wij de lijst
van liet nieuwe kabinet nog eens aan onze lezers in
herinnering brengen. Zij is aldus Mr. J. Heemskerk
Az. binnenl. zaken; v. d. Does deWillebois, buitenl.
zaken van Golstein, koloniën v. d. Heim, finantiën
van Lijnden, justitie Taalman Kip marine en Weitzel,
oorlog.
Te IJzendijke bestaat reeds sedert eenige jaren be
halve de openbare school voor gewoon en uitgebreid
lager ouderwijs, eene bijzondere school voor uitgebreid
onderwijs uitsluitend aan Katholieke meisjes. Met
Mei a.s. zal deze worden opgeheven en vervangen door
eene bijzondere school voor lager en uitgebreid lager
onderwijs onder directie van eenige geestelijke zusters.
Aan deze inrichting zal dan tevens verbonden worden
eene instelling tot opvoeding van weeskinderen en
eene tot verpleging van hulpbehoevende oude mannen
en vrouwen.
In de iV. Midd. Courtwordt een belangrijke bijdrage
geleverd tot de vraag der lijken verbranding, n.l. het
oordeel van een geleerd Dnitsch professor over deze
zaak. De bedoelde 'geleerde is van meening dat het
doel wat men zich hoofdzakelijk voorstelt met de
verbranding, de vernietiging van schadelijke stoffen,
daardoor niet kan worden bereiktmaar dat de ver
branding integendeel juist de verspreiding van velerlei
schadelijke gassen zal bevorderen. Verder meent hij
dat de verbranding een even, zoo niet meer afzichte
lijke zaak zal worden als de thans plaats hebbende
natuurlijke ontbindiug.
Eindelijk geeft hij nog een opmerking die ons nieuw
is en welker waarde wij voor ons niet kunnen bepalen.
Hij beweert n.l. dat een algemeene ingevoerde lijken
verbranding een zeer gevoelige en schadelijke vermin
dering van het gezamenlijke kapitaal van de ammoniak
zou ten gevolge hebben.
Met belangstelling zien wij 't slot van 't stuk te
gemoet.
De stoomboot //Brouwershaven," varende tusschen
die stad en Botterdam, heeft den dienst gestaakt.
Te Middelburg is tot opzichter bij de gemeente-
fabriek benoemd de heer J. J. A. Sprenger aldaar.
oogappel was weg. »Wist zij maar waar ze hem vinden
kon, zij zou hem wel weder 't huis krijgen.
Eindelijk vele weken na al 't voorgevallene daar
kwam een brief. Ilij was van Arnold. Er stond een En-
gelsch postmerk op, de brief kwam van een Engelsche
zeeplaats en was daar door een loodsboot aangebracht.
De brief bevatte een treurige opheldering. Arnold had
dienst genomen bij het Indische leger; nu was hij reeds
lang op den Oceaan; hij bad zijn moeder om vergiffenis
voor den stap, dien hij gedaan had; zag hij haar hier be
neden niet weder, éénmaal hoopte hij haar weder te zien.
Zijn broeder bezwoer hij voor zijn moeder te zorgen als
zij oud en hulpeloos zou geworden zijn; hij zelf zou doen
wat hij kon als hij maar eenmaal in Indië was. Een
bankneot van f '100 was in den brief gesloten, Arnold
verzocht dat dit aan den heer van »'t Huis" zou gegeven
worden op afkorting van zijn voorschotten, aan welker
afdoening hij tot dusver nog niets had kunnen doen. Ver
der verzocht hij zijn groeten over te brengen aan zijn
patroon en aan den predikant.
Van Grietje geen enkel woord.
Deze brief was een nieuwe gebeurtenis; oude wonden
werden weder opengereten; nieuwe commentaren werden
gemaakt. Aan de zaak was niets te veranderen.
De geschiedenis, die ik u tot dusver verhaald heb, loopt
ten einde. Ik kan verder kort zijn.
Jaren verliepen en brachten groote veranderingen te weeg.
Grietje van den tuinbaas was wel weder hersteld, doch
in plaats van het jonge, bloeiende meisje was zij een stille,
ernstige vrouw geworden. Zij ging niet anders uit dan
Er waren 4ö sollicitanten naar dezen post, die /70q
ractement oplevert.
De heer W. J. Sprenger te Middelburg is door
Z. M. erkend en toegelaten als Consulair Agent van
Griekenland voor de prov. Zeeland.
Z. M. de koning' heeft, naar men verneemt aan
graaf J. Andrassv, den Oostenrijkschen Premier, het
grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw
verleend.
De beroemde Beiersehe hoogleeraar Döllinger bevindt
zich sedert eenige dagen te Katwijk a/Z om de zee
baden te gebruiken.
Amsterdam, 21 Aug. Een onaangenaam conflict
heeft bij den brand van gisteren op het Kwakerspad
plaats gegrepen. De spuit van Nleuwer-Amstel moet
het eerste daar aanwezig geweest zijn en was juist
bezig water te geven, toen de stoomspuit aan kwam
rijden. De heeren der nieuwe brandweer naijverig op
de eer van wie er blusschen zou, verboden onmiddellijk
den mannen vati Nieuwer-Amslel met hun arbeid
voort te gaan, die evenwel rustig hun poging om te
redden voortzetten. De heeren der brandweer waren
woedend en feller dan de vlam uit den brandenden
molen, blaakte thans het vuur der tweedracht tusschen
de twee brandweer-corporatiën. De Amsterdammers
gingen zoo ver, dat ze de slangen der Nieuwer-Amstelsche
spuit afsneden, waarop men handgemeen werd, zóó
zelfs dat er eenige lui in een sloot geraakten (zoo
men verzekert althans) en de politie niet bij machte
was de twistenden te scheiden. Het spreekwoord //als
om strijd het goede te betrachten" is hier wel wat
streng opgevat. De molen is in tusschen door een
dubbel vuur vernield. Vad.
Men schrijft aan het U. J). uit de kamp bij
Soesterberg
wIn het begin dezer week heeft men in het kamp
alhier een aanvang gemaakt met het vuren uit het
achterlaad-kanon van 12 cM. Op een houten schijf
(lang 6, hoog 4 meter) was een schietgat geprojecteerd
zij was op 800 M. van den vuurmond geplaatst.
z/De uitkomsten overtroffen verre de verwachtingen,
want niet alleen dat alle schoten doel troffen, maar
van de serie van 10 schoten kwamen zelfs gemiddeld
9 in het schietgat, zijnde een oppervlakte van circa
5 vierkante M. Herhaaldelijk, 2 a 3 keeren per serie,
kon men het Wilhelmus hooren blazen, als teeken
dat de zwarte roos in het middeu van het schietgat
getroffen was. De observatiepost stond aanvankelijk
een 40 M. van de schijf, doch die afstand verminderde al
spoedig en eindelijk bedroeg hij 5 M.en ware het
niet, dat men zich te hoeden had voor de afvliegende
splinters der schijf, dan had men er nog dichter bij
kunnen staan. Dit als overtuigend bewijs van de
juistheid van schot van ons nieuw achterlaad-kanon.
Het groote verschil tusschen dit en ons getrokken
voorlaad-kanon was gisteren in het bijzonder goed
waar te nemen. Er werd namelijk met den voorlader
geënfileerd op 800 pas met gevulde granaten, voorzien
van perkussie-buizen. Een zeer groot aantal trof niet,
een nog grooter aantal sprong niet. Heden zal men
met de getr. 16 en 12 cM. (voorlaad) deraonteeren
en morgen zal de merkwaardigste oefening van liet
geheele programma plaats hebben, namelijk het indirect
bres-schieten met den achterlader."
naar de kerk ennaar vrouw Hendrikse. Ja, ook
naar deze. O, maar weinige dagen na haar herstel had
zij kunnen wachten; toen was zij naar Arnolds moeder
gegaan om daar troost te zoekenzij had er troost
gebracht en ook zelve rust gevonden. Vrouw Hendrikse
was van nu af als haar moeder.
Een jaar of twee later stierf de vrouw van den tuinbaas,
kort daarop ook Grietjes vader zelf. De familie van »'t Huis"
zorgde voor de jonge kinderen. Grietje ging bij Arnolds
moeder inwonenzoo werden zij Grietje en Truitje. Met
haar werk en een breischool die zij opzette kon zij zich
en vrouw Hendrikse onderhouden. Willem trouwde en
ging 't gezin verlaten.
Zoo leefden moeder en dochter voort, spraken weinig
over Arnold, dachten des te meer aan hem.
Nu en dan kwamen er brieven uit Indië. De eerste
die aankwamen waren voor Grietje een ware foltering.
Arnold had haar uit zijn hart gebannen; zij werd niet
eens genoemd. Doch do predikant trok zich dit punt aan;
hij trad met Arnold in een uitvoerige en langdurige cor
respondentie buiten de vrouwen om en ten laatste
scheen het dat hij in Arnolds hart 't geloof aan de moge
lijkheid van Grietjes trouw weder had doen ontvonken. Er
kwam meer leven in Arnolds brieven; in 't vierde jaar
kwam er een lange brief voor Grietje alleen. Dien brief
las en herlas zij vele dagen en nachten lang. Thans heeft
ze hem nog; 't papier is geel geworden, 't schrift nauw
leesbaar, doch die brief is haar dierbaarder dan de trophée
aan den schoorsteen.
Wordt vervolgd.)