Buitenlandsch. Overzicht. De Politiek en de Effecten-koers. Onze Leestafel. Op de laatste kermis hier te 's Hage was onder anderen in een kijkspel een zeemeermin te zien, waar van een aanschouwelijke voorstelling, op een zeil boven den ingang geplaatst, door het publiek werd bewonderd Hetzelfde of een dergelijke natuurwonder had een standplaats trachten te verkrijgen op de ker mis, de //foore" zeggen de Brabanders, die thans te Brussel plaats heeft. Men heeft daar echter goedgevonden aan het boeren bedrog, waardoor de domme menigte werd bij den neus genomen, een einde te maken door zich van de identi teit der zeemeermin te overtuigen en zie hier wat de uitslag van het onderzoek is geweest. De verleidelijke zeenimf, wier betooverende stem (volgens de expli catie van den man met het rietje aan den ingang der tent) de zeevarende tot zich lokt om hen daarna in 't verderf te storten, was een jongen met een vrouwenkapsel op 't hoofd. Het bovenlijf was van caout chouc vervaardigd en de vischstaart van papier-maché Om 't gewenscnte effect te verkrijgen stond de jongen recht overeind onder de val van een verborgen spiegel. De uitwerking was tevens van dien aard, dat de bak waarin zich //het meerwijf" oogenschijnlijk bevond, en waarin slechts eeuige centimeters water stond, veel dieper scheen dan hij werkelijk was. Vad. De heer David van der Keilen, die op het bericht aangaande het in 't Open Havenfront te Amster dam opgevischt panlserhemd, voorkomende in het Nieuws van den Bag van 27 Juli 1.1., onmiddellijk van de zaak heeft werk gemaakt, deelt thans mede, dat bij zijn komst het merkwaardig voorwerp reeds dooi den vinder aan een koopman was verkocht, maar dat het hem thans gelukt is het van dien persoon tegen een hoogeren prijs 40) in eigendom te verwerven. Vermoedelijk maar te bewijzen is het niet dateert het pantserhemd uit het midden der loe eeuw. De koop is geschied op last van den minister van binuenlaudsche zaken en het voorwerp is bestemd voor liet aanstaand rijksmuseum, zoodra eens het gebouw gereed zal wezen. Voorloopig wordt alles hier te 's Hage bij elkander gebracht in een daartoe gehuurd huis. De berichtgever verzoekt voorts er op te wijzen dat, bij alle werken door den staat ondernomen, luidens de bepalingen bij aannemingen, alle gevonden voorwerpen moeten worden gedeponeerd bij de directie, die daarvoor aan den vinder een schadeloosstelling uitkeert, terwijl hij, die iets achterwege houdt, van het werk moet ver wijderd worden. Immers zoo luidt art. 400. Den 31 Juli had te Arasterdam in een der zalen van het Kon. Zoöl. Genootschap Natura Artis Magï- stra de eerste samenkomst plaats van de commissie tot voorbereiding van een Ned. rundveestamboek, en de afgevaardigden van de vereenigingen die in hoofdzaak het plan der Hollandsche Maatschappij van Landbouw steunden. De aanwezigen uitten als hun meening, dat de op richting van een vereeniging //Het Ned. rundveesfcam- boek" wenschelijk is, en gingen over tot behandeling van de. vroeger rondgezonden //ontvverp-statuten" voor een dergelijke vereen iging. Het is thans zeker dat een Duitscli eskader aange wezen wordt om te gaan stationeeren in de golf van Biscaye voor de Spaansche kust. Als de jongste be richten juist zijn dan moet zelfs het plan bestaan deze fiotille van zeer nabij een soort van toezicht op de gebeurtenissen in het noorden van Spanje te doen uitoefenen. Het kanaal-eskader n.l. dat aanvankelijk voor de expeditie was aangewezen, wordt thans ver vangen door een liotille van kleinere vaartuigen en kanonneerbooten. Hieruit blijkt niet onduidelijk dat men des gevorderd in staat wil zijn niet alleen de nauwe bochten en inhammen der kust te bezoeken maar ook om de rivieren op te varen. Na 't gebeurde voor Karthagena en de treurige rol die de Duitscke politiek destijds de Duitsclie marine heeft doen spelen, een handelwijze die misschien door niemand geprezen is dan door de opstandelingen die zoo dubbel en dwars hadden verdiend buiten de wet gesteld te worden, na dit alles, zeggen wij, is de uitrusting eener expeditie van Duitsclie oorlogschepen naar de Spaansche wateren een gewichtig feit, bijna gelijkstaande meteen interventie. Let men verder op den toon der officieuse bladen in Duitschland, vooral sedert den dood van kapitein Schmidt, dan zou men die interventie als een spoedig aanstaande gebeurtenis gaan beschouwen. Nu behoeft het wel niet gezegd te worden dat zulk een fcusschenkomst van Duitschland in de Spaansche zaken, hoe ook door 't gewone gevoel van mensche- lijkheid en mogelijk niet minder door 't angstig ver langen der fondsenhouders te gemoet gezien als een heilrijke uitkomst, toch een zeer bedenkelijke zijde heeft. Er is een tijd geweest dat in de groote politiek de interventie als zoodanig, d. i. het ingrijpen van den eenen staat in de binnenlandsche aangelegenheden van een anderen, een onbekende zaak was. Had zij toen toch plaats dan was zij slechts te beschouwen als een gebruik maken van de zwakheid des buurmans om hem onder 't juk te brengen. Later is er een tijd gekomen dat de interventie als een soort van politiek beginsel beschouwd werd, en 't heette toen dat de belangen der meiischheid, de rust van Europa, de handel enz. op die wijze moesten behartigd worden. Zoodanig was onze interventie in de Noordsche zaken omstreeks 't midden der 17e eeuw en die van ons en Erankrijk in den opstand der N. Amerikaansche koloniën. Het was daarmede evenwel nooit recht zuiver. Wederom later is de zuiver politieke interventie in zwang ge komen, welke, in den grond niets anders was dan een samenspanning van vorsten ten koste van de vrijheid en zelfstandigheid der natiën. Van dien aard was de interventie van Kus!and, Bruisen en Oostenrijk in Polen die van Oostenrijk in Napels (1820) en van Erankrijk in Spanje (1823) beiden uitbioedsels van 't Heilig Verbond. Nadat in 1S31 Belgie zijn succes te danken had gehad aan de tusschenkomst van Enge land en Erankrijk, volgden de interventies elkander snel op, vooral in Italië en het Zuiu-Oosten van Europa. Sedert de vrijwording van Italië echter en vooral wegens de verwikkelingen en ongenaamliedeu waartoe de langdurige bezetting van Pome door de Eranschen aanleiding heeft gegeven, is het beginsel der interventie veroordeeld en dat der non-interventie gehuldigd. Onder dit systeem leven wij thans en daal'om is liet vooruitzicht eener Duitsclie tusschenkomst in Spanje, hoe ook als T ware door de menschelijkheid gevorderd, zeer bedenkelijk te achten. Als twee dwazen met elkander vechten en elkander ongelukken dreigen toe te brengen, dan is 't de plicht van den toeschouwer tusschen beiden te kotnen, als hij er de macht toe heeft, en de vechters te scheiden om zoo grooter onheilen te verhoeden. In de politiek is 't iets andersdaar valt op de menschlieveudheid eener tusschenkomst volstrekt niet te rekenen en kan het zelfs de vraag zijn of uit een oogenschijnlijk vol komen gewettigde en geoorloofde tusschenkomst niet een veel grooter kwaad zou kunnen voortkomen. Maar wanneer Duitschland nu tegeu de Carlisten iets gaat ondernemen bij wijze van represaille wegens den moord van een Duitsch onderdaan, dan wordt de zaak daardoor eenigszins anders. Toch blijft dan weder het bezwaar bestaan dat noch Carlos noch het gouver nement der republiek te Madrid door de mogendheden is erkend, zoodat een vechtstreeksche bemoeiing met de Carlisten ook geen oorlog genoemd kan worden. Hoe 't zij, een Duitsclie interventie, zoo 't daartoe komt, stelt nieuwe vijandelijkheden tusschen Erankrijk en Duitschland in een niet wijd verschiet. Werkelijk is dan ook de oogluiking, ja de feitelijke medewerking van Erankrijk ten opzichte van den Carlistischen op stand een ergernis voor Europa. Doch ultramontaansche invloeden zijn daarin niet te miskennen, en dit maakt alles des te bedenkelijker. Ondertusschen gruwt de menschheid van 't schouw spel dat Spanje thans reeds maar al te lang te zien geeft. Wat de afgrijselijkheden te Cuenza betreft, bewe ren de Carlisten, naar het schijnt, dat de verdedigers der stad op hunne parlementairen hadden geschoten en gedurende de belegering eenige personen, verdacht van medeplichtigheid aan de belegering, hadden op gehangen. Maar alle ooggetuigen, die te Madrid zijn aangekomen, verwerpen déze beschuldigingen met do meeste klem en beschouwen ze als lasterlijke logens. met het doel om de verontwaardigde publieke opinie tot het aannemen van verzachtende omstandigheden te bewegen. Eu zelfs, wanneer de belegerden tot wanhoop gebracht, betreurenswaardige handelingen van geweld zoudeu hebben gepleegd, zou daarin dan voor den broeder van den pretendent verontschuldiging liggen om eenige duizenden mannen teugeloos door de stad te laten trekken, zonder eenigen anderen last dan dien om al wat hen lust te plunderen en te steden, te branden en op te hangen. Wat de vluchtelingen, die naar Madrid de wijk hebben genomen, raededeelen, is haast niet te gelooven en toch stemmen alle getuigen daarin overeen. Ju al de straten weerklonken de klaroenen, de quello et saqueo (onthalzen en plunderen). Wanneer een troep gereed stond een huis in te nemen, werd bij liet lot beslist wie de eerste inzameling zou doen, en vier aan vier, trok men binnen, de hand leggende op het zilverop de edelgesteenten op elk voorwerp van waarde, dat gemakkelijk was mede te voeren, brak men de meubelen stuk, verbrandde en verscheurde de kleeding der dames en vermoordde op staanden voet wie zich verborg of een houding van verzet waagde aan te nemen. Terwijl de vluchtelingen Cuenza ver lieten, waren er, die met eigen oogen gezien hadden, drie of vier dagen na deze slachtingen, hoe een zestigtal lijken op de straat lag waarvan sommiggen zoo on kenbaar, dat zelfs de bloedverwanten ze niet meer wisten te onderscheiden. Maar men meende zeker er nog vele andere te zullen vinden onder de puin der omvergehaalde huizen, en men wist zeker dat tal van ambtenaren in het stadhuis vóór den brand, die het gansche inwendige van het gebouw en al de ar chieven verwoest heeft, waren opgehangen. De helden van dit drama van Cuenza (is het mogelijk, dat het in deze eeuw werd opgevoerd?) werdeu bij hun vertrek uit die stad gevolgd door eene lange rij wagens, op gevuld met buit. En wie zijn1 nu deze wilden? Meest zijn het boeren nifc Valencia en Castellon, die in Spanje als zeer barbaarsch bekend staan, maar men vindt er ook avonturiers en moordenaars onder van alle landen, zonder staatkundig geloof, maar den oorlog voerende alleen om hun handwerk te verrichten. Men moet de bevolking van Biscaye, Guipuzcoa, vau Alava en Navarra en van de Bascische provinciën, de eenige wezenlijke Carlisten niet vergelijken met de bloed dorstige huurlingen van don Alfonso en donna Blanca, Doch de zwaarste schuld kleeft niet op die huurlingen maar op de- dweepzieke of eerzuchtige hoofden, op de condottieri, die in 't noorden kommandeeren en het oosten verwoesten het meest van al op dien schuldigen vorst die zich den wettigen koning van Spanje noemende, geen ander middel kent om de Spanjaarden te veroveren dan hun een hardnekkigen oorlog aan te doen, vergezeld van brandstichting, plundering en moord. Ongelukkig Spanje Getergde menschheid Iu Erankrijk status quo. Het voorstel Pcrier, tot bevestiging' en organisatie der republiek, verworpen dat van Malleville, om de vergadering te ontbinden en te vernieuwen, afgewezen tot de vacantie besloten ziedaar de toestand. Men is evenver als één, twee, drie jaar geleden, en ondertusschen krijgen de Bona- partisten en ook Chambord nu weder vrij spel. Ofschoon de beraadslagingen van het Brusselsche congres geheim zouden gehouden worden, is er al een en ander van uitgelekt. Zoo wordt reeds verzekerd dat Erankrijk, Italië en Oostenrijk zich verzetten tegen het beginsel om in de oorlogen geen andere dan ge regelde soldaten te erkennen. De Vereenigde Staten zijn niet op 't congres ver tegenwoordigd. Men weet niet of dit is toe te schrijven aan een toevallige oorzaak, dan wel of 't een bewijs is dat Noord-Amerika zich van bemoeiingen met de Europeesche politiek wenseht te onthouden. Het is bekend dat de koers der effecten zeer dikwijls in nauw verband staat met den politieken toestand van do staten die rechtstreeks of indirect met die effecten te maken hebben. Kijzing en daling volgen dan niet zelden de wisselende kansen van een oorlog- of wel de woelingen in het inwendige der staten. De effecten-man slaat daarom nauwlettend den loop der politieke zaken gade, terwijl omgekeerd menig be langstellend toeschouwer vau 't groote wereldtooneel den stand der effecten raadpleegt als een soort van politieken thermometer om daaruit den aard van den politieken toestand af te leiden. Tot dus ver echter is 't zelden voorgekomen dat staatslieden naïef genoeg waren om hun eigen politieke gedragslijn af te bakenen naar den thermometer van de beurs of van de boulevards. Alleen herinneren wij ons dat geval van dat J/8 percent onzer W. S. tijdens Thorbecke's bestuur. Thans echter, is in de Eransche Nationale zeer pertinent geargumenteerd met den stand der Eransche rente op de boulevards. Zeer terecht wordt door eenige bladen met nadruk opgekomen tegen deze waarlijk al te groote politieke ketterij. Dat ont brak er nog maar aan dat de staatslieden zich gaan schikken naar 't geschreeuw van effecten-speculanten. Eveuals men nu de nietgewilde mannen ziet //van de beurs dringen," zou men dan wellicht de kabinetten en de souvereinen van 't kussen zien dringen zoodra maar een paar schreeuwers een standje durfden maken en het spel aan den gang helpen. Ofschoon ons blad zich in den regel niet met onderwijszakenbezig houdt, zoo mogen we toch onze aandacht niet weigeren aan 't geen ons wordt toe gezonden ter kennismaking, al behoort dat eigen aardiger iu een orgaan van onderwijzers thuis. We ontvingen dezer dagen van den uitgever A Gezelle Meerburg te Heusden //Korenbloemen" en //Knoppen," twee leesboeken voor de volksschool, opgesteld door den heer IT. Bos, hoofdonderwijzer te Eethen. //Korenbloemen" en //Knoppenvan vroeger ken den we al //Mosroosjes," //Viooltjes," //Bloem en blad" en meer andere werkjes. Die titels doen denken aan een soort van Paedagogische Botanie, Straks verwachten we nog //Knollen," //Wortels," Knoesten," z/Koolen," //Bollen," ja, de reeks is zonder eind. Bovendien bezitten we ook reeds //Stofgoud," //Bonte Steeneu" en misschien nog meer mineraliën. Wat is zulk een heerschende smaak toch een raar ding. Soins zouden we zeggen dat zulk een schijnbaar onnoozele zaak als 't kiezen van titels voor school-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 3