Binnenland.
Of 't nu jnist noodig is dat wij bij ons,
evenals hier en daar in 't buitenland, opzettelijk
de vermenigvuldiging van 't gevogelte bevor
deren, willen wij in 't midden laten zeker is
het dat als men de diertjes maar met rust liet
er reeds zeer veel kwaad zou weggenomen
worden.
Wij zullen hierbij onze aanstipping van 't
verhandelde op 't Congres laten. Genoeg zij
't op te merken dat ofschoon een en ander
van 't program niet geheel afgehandeld is ge
worden, er toch zeer veel is gedaan. Dat er
zooveel wetenswaardigs en degelijks werd me
degedeeld danken wij aan de vele talentvolle
mannen die het Congres met hun tegenwoor
digheid vereerden, aan de goede leiding der
afdeelings-vergaderingeu en vooral aan de uit
stekende wijze waarop de algemeene zittingen
door den Voorzitter werden geleid. Noemde
hij zich een leek iu de wetenschappen die de
stof voor 't programma geleverd hebben: hij
toonde een zeer begaafde leek te zijn aan wien
de leiding van 't Congres bij uitnemendheid
goed toevertrouwd was.
Donderdag werd het Congres vereerd met
de tegenwoordigheid van den heer Commissaris
des Kouings in Zeeland, Graaf van Lijnden,
die door den Voorzitter in een korte sierlijke
toespraak werd welkom geheeten.
Wij hebben reeds gemeld dat ais plaats voor
het XXIXe Congres is aangewezen Heerenveen.
Deze gemeente heeft die aanwijzing gaarne
aangenomen en 't Congres daarvan schriftelijk
bericht gedaan. Het bestuur van 't aldaar te
honden Gongres is samengesteld als volgt
Mr. B. W. A. E. baron Sloet-tot Oldhuis te
Zwolle, Eere-VoorzitterMr. B. P. baron Ha-
rinxma thoe Slooten te Beesterzwaag, Voor
zitter Mr. H. Binnerts en Jhr. J. M. van
Belma thoe KingmateHeerenveen, Secretarissen;
Jhr. E. D. van Beyma te WeidumJ. B.
Costing te OranjewoudH. Parma Fz. te
Nijehaske en Jhr. V. L. Vegelin van Olaer-
bergen.
Nadat de heer Sloet tot Oldhuis den heer
Moolenbmjgh zijn dank en tevens dien der
leden had gebracht voor de uitstekende wijze
waarop lnj zijn taak als Voorzitter had vervuld
en voor de gulle en heusehe ontvangst aan
de leden van den kant der ingezetenen van
Zierikzee ten deel gevallen, werd het XXVIIIe
Laudhuishoudkundig Congres door den Voorzitter
met een kernachtige toespraak gesloten.
Na den afloop der vergadering van Vrijdag
had er een feestmaaltijd plaats, waar geestige
taal, keurig tafelgenot en vroolijke, opgewekte
stemming van allen wedijverden, en 't uur
van opstaan om naar 't feestterrein te trekken
ten einde concert en vuurwerk bij te wonen,
noode vernomen werd.
Was 't weder Vrijdagsmorgens ongunstig
geweest, 's avonds was het des te gunstiger
en het feestterrein mocht wel vergeleken worden
bij een tafereel uit de Oostersche vertellingen.
't Vuurwerk brandde met vnrigen gloed
't knaleffect was geducht en zelfs ietwat al te
serieus, daar eenige aanwezigen kwetsuren be
kwamen en er menige damessjaal onuitwiseh-
bare sporen kreeg van de aanraking met de
producten van de pyroteckniek van Hendrix
te Antwerpen.
Wat bij de geschiedenis van dit Congres
ook wel hijzonder mag aangeteekend worden
is de voorkomende, de in alle opzichten uit
stekende behandeling door de vertegenwoordigers
der pers ondervonden' zoo van Congres-bestuur
als van al de leden en van de ingezetenen die
met de mannen van de pers in aanraking
kwamen. Niet alleen was er gezorgd voor
goed gekozen plaatsen in de vergaderzaal waar
door de taak der verslaggevers aanmerkelijk
verlicht werd maar alles gaf ten duidelijkste
blijk van de waardeering der dagbladpers door
bestuur en leden van het Congres. Wat kier
te Zierikzee in dit opzicht plaats had mag een
beschamend voorbeeld genoemd worden voor
velen onzer grootste steden, waar men nog
maar niet schijnt te begrijpen dat de dienaars
van de koniDgin der aarde althans gelijk op
moeten tellen met hen die allereerst van hun
diensten profiteeren. Bij sommige openbare
gelegenheden is wel eens de opmerking ge
maakt dat men de vertegenwoordigers der pers
in de uilenhoekjes stopte en hen verplichtte
de rol van luistervinken te spelen, die met
gemartelde ooren en oogen en onder angst en
vreeze moesten zwoegen om brokstukjes op te
vangen die van der keeren tafel vielenbij
ons te Zierikzee was 't zoo niet. Wederkeerig
lieten de persmannen zich dan ook niet onbe
tuigd. Getuige 't volgende extempore aan den
disck uit den mond van een hunner opgevangen
Uit U, aarde, voortgekomen, keeren we eenmaal tot U weêr
Maar de geest blijft eeuwig leven en de geest daalt nimmer
(neêr.
Uit U, aarde, komt de rijkdom, door U viert de Land bouw feest;
Maar hoe geeft de Landbouw schatten zonder werking van
(den géést
Aarde en geestzij beiden blijven 't doelwit van den land-
(bouwkring,
En het feest deez' week genotenduurzaam in herinnering
Zaterdagsmorgens te negen ure ving de
rijtoer aan die de Congresfeesten zou besluiten.
Onder begunstiging van fraai, frisch weder toog
een lange trein van ruim vijftig rijtuigen de
Zuidwelle-barrière uit. Het ging eerst langs
den grindweg naar den zeedijk om dezen te
volgen tot aan den plompentoren.
Gedurende den tocht langs den dijk hadden
de vele vreemdelingen onder de Congresleden,
die met onze provincie minder van nabij bekend
waren, gelegenheid op te merken hoe veel
moeite en kosten er voortdurend moeten aan
gewend worden om den strijd tegen het vraat
zuchtige water vol te houdenzij konden
waarnemen welk een uitgestrekte streek van
Schouwen er door vroegere inbreuken der zee
al is verloren gegaan en hoeveel land er ook
aan de binnenzijde der dijken voor de bebou
wing ongeschikt is geworden ten gevolge der
afgravingen van grond voor de dijkenmaar
hoe ook in de jongste tijden als goudeu vrucht
van het genie van den ingenieur Badon Ghyben,
die een goed afwateringsstelsel tot stand bracht,
veel van dat laatstgenoemde land weder aan
de cultuur kan worden teruggegeven. Na alzoo
Schouwen's armste en zwakste zijde gezien te
hebben bereikten de tochtgenooten de prachtige
duinstreek van Haamstede. Hier werd gepleis
terd terwijl dezen zich ververschten, gingen
genen een bezoek brengen aan 't slot dat de
herinnering nog bewaart aan Witte van Haam
stede, Hollands edelen bastaard, terwijl anderen
een wandeling deden door de vroeger zoo trot-
sehe lanen naar de achterliggende duinen.
Weder ingestapt bereikte men weldra Eenesse,
waar ook een kortstondige halte werd gehouden,
waarna de lange trein van rijtuigen zich verder
voortbewoog, als een kronkelende veelhoevige
slang, tusschen de weelderige graanvelden dooi
en langs de talrijke fraaie hofsteden die in dat
oord gelegen zijn, naar het uiterste punt dei-
duinen onder Scharendijke. Keeds in de verte
werd uien dit punt gewaar door een hoogen
mast met een vlag in top daar opgericht door
een vriendelijke hand, die er blijkbaar op uit
was aan de vreemde gasten een attentie te
bewijzen; dit bleek nog meer uit een versje
dat aan dien mast gehecht was en aldus luidde
Op Neêrlands hoogsten dijk
Geef ik een huldeblijk,
Wensch Landbouw, Veeteelt goed succes
En bloei en welvaart aan 't Congres;
En dat het ieder wel moog gaan
En Zeeland niet ten achter staan.
Trouwens aan blijken van sympathie ontbrak
het niet op den geheelen feesttochtoveral
was de driekleur ontplooid; de landelijke be
volking bejegende de voorbijsnellenden overal
met vriendelijken groet, de jeugd deed het met
luid gejuich. Menigeen van de tochtgenooten
was zoo gelukkig een fraaien ruiker op te
vangen hun door een onzer landelijke schoonen
toegeworpen.
Na den kolossalen zeedijk van Schouwens
noordkust bewonderd te hebben trok men verdel
en kwam weldra te Brouwershaven aan, waar
de bevolking eveneens de Congressisten met
belangstelling opwachtte.
Hier was 't vooral de behoefte aan iets
substantieels, na zulk een langen tocht in de
frissche buitenluchtdie de feestgenooten
volijverig de reeds openstaande eetzalen of
eetgelegenheden deed opzoeken. De Congres
commissie verdient allen lof voor haar bemoei
ingen op dit punt. Zij kou het vast niet helpen
dat velen wel verzadigd maar niet'bijzonder
voldaan van'tcollation opstonden. Ondertnsschen
hebben wij bier opgemerkt hoezeer de smaken
verschillenterwijl dezen betuigden dat alles
„perfect" was, verklaarden anderen dat alles
„abominabel" was, dat in zeker hotel 't vleesch
in hompen en stukken werd voorgediend, dat
de ham „zekere odeur" scheen te hebben, dat
de scharige nieuwe ijzeren vorken een wonder
lijke attentie schenen uit te maken, terwijl
wederom eenige bevoorrechten hun geluk ver
hieven, daar zij aan booid van de stoomboot
„Brouwershaven" een goed maal hadden gedaan,
't welk weder een ander clubje deed opteeren
voor de Wed. van 't Hof, waar 't ook zoo
goed was geweest.
Enfin, men was toch ten slotte wat opge-
sterkt en bij de aanschouwing van de prachtige
landstreek tusschen Brouwershaven en Zonne-
maire vergat men al spoedig Vader Cats en
't wisselvallige van een collation in sectiën,
en de pijnbank, 't nette driemastertje in de
haven, zoowel als de groote driemasters op de
reede en de vriendelijke gezichten van alle
Bronwershavenaars en Brouwershavenaarsters.
't Was een prachtige avond, 't was een
prettige tocht, door een weelderig landschap
beladen en gestoffeerd, wel niet met oranje-
boomen en waaierpalmeu, maar met veelbeloo-
vende tarwe, rogge, gerst en dergelijke stoffelijke
en toch poëtische artikelen.
Nog een half uurtje werd er gepleisterd op
Schnddebeurs. Een enkele vinnige toast gesla-
geu op de analogie van den naam Bchuddebenrs
en den welverdienden titel van sommige on
dernemers van collationsveel gulle toasten
op 't goede Zeeuwsche land en de gulle Zeeuw
sche gastvrijheid en 't uur van stadswaarts
rijden was weldra geslagen.
In statigen stap reed de lange rij de oude
Nobelpoort binnen, aan de groote sociëteit stapte
men af; daar werd nog een uurtje ondervroo-
lijken kout gesleten en daarmede waren de
Congresfeesten geëindigd. Lang zullen zij in
aangename herinnering blijven bij allen die er
aan deelnamen.
Ten slotte mogen wij niet onvermeld laten
dat de bewoners van de St. Janstraat hun net
gekroonde straat thans feestelijk hadden geïl
lumineerd 't geen veel drukte in de stad te
weeg bracht en de St. Janstraters algemeen
lof deed verwerven. Ook de Molenstraat was
verlicht en groen gemaakt en leverde zoo 't
bewijs op dat men ook met geringe middelen
zijn sympathie wilde toonen en medewerken
om den vreemdeling te doen zien hoezeer
Zierikzee er prijs opstelde en 't zich een eer
rekende 't XXVIIIe Nederlandsck Landhnis-
boudkundig Congres binnen haar oude veste
hebben mogen herbergen.
ZIERIKZEE, 30 Juni 1 8 7 4.
Z. M. heeft benoemd bij de rustende schutterij in
de prov. Zeeland tot le luit. bij 't 2e bat. Jhr. Mr.
P. J. Boddaert, thans schutter; tot 2e luit. L. de
Glopper en J. Beije.
Den 27 is te Bruinisse aanbesteed het herstel, de
vernieuwing en het onderhoud tot 30 April 1875 van
de aarde-, kram-, rijs- en steenglooiingwerken van het
Calamiteuse waterschap Bruinisse. Aannemer van 't
eerste perceel is geworden de heer A. v. Popering te
Briünisse voor f 14,838. De hoogste inschrijving
bedroeg f 18000. Het tweede perceel is aangenomen
door M. Krijger te Bruinisse voor f 316.
De Nieuwe Middelburgsche, Courant begaat in haar
nommer van Zaterdag j.l. de vreemde vergissing van
het Congres te verwarren met de algem. vergadering der
Zeeuwsche1 Maatschappij van Landbouw, mede alhier
gehouden.