ZIKIWkZI I SI IIi; COURANT.
voor het arrondis- semeut Zierikzee,
1874. No. 47.
Woensdag 17 Juni.
77ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Nog eens de Census.
Binnenland.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,
Afzonderlijke uomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van I5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LA KEN MAN.
Door den minister van Binnenlandsche Zaken
is thans het gewijzigd ontwerp van wet tot
wijziging der kieswet van den 4 Juli 1850,
door verlaging van den census, met de daarbij
behoorende memorie van beantwoording bekend
gemaakt.
In die memorie vangt de minister aan met
in herinnering te brengen dat de Grondwet
het uiterlijk kenteeken der kiesbevoegdheid zoekt
in een zekeren aanslag in de directe belastin
gen. Hij erkent dat dit zijn schaduwzijde heeft
en dat daardoor personen, die overigens volko
men in staat zouden zijn tot de verkiezingen
medetewerken, worden buitengesloten terwijl
anderen een bevoegdheid wordt toegekend die
zij niet verdienen.
In 't kort komt dit das hierop neer. Het
geld geeft geen maatstaf voor hit, verstand en
de census is geen goed beginsel tbt. regeling
van het kiesrecht.
Maar, gaat de minsiter voort, wanneer niet de
census maar de capaciteiten als grondslag
worden genomen, dan vervalt men ook in groote
moeielijkbeden want hoe znllen de capaciteiten
afgemeten of geconstateerd worden Zal men
dan niet evenzeer klachten hooren over uitslui
ting van bevoegden en opneming van onbe
voegden Daarenboven zou grondwetsherzie
ning noodig zijn om den census door de wet
der capaciteiten te vervangen.
Men heeft hier dus niets anders dan de een
voudige kwestie census of capaciteiten, geld
of verstand Met 't .geld is 't niet zuiver,
erkent de minister; met het verstand zou 't
ook moeielijk gaan. De minister kiest nu echter
partij tusschen deze twee en wel ten gunste van
het geld. „Juist hierin ligt het voordeel van
den census, dat hij, schoon verre van onbedrie-
gelijk, toch als maatstaf een vaste en algemeene
is en voor allen schept gelijk recht."
Wij kunnen hierin niets anders zien dan een
stelling zonder schijn van bewijs en die kwalijk
paBt bij 't zoopas voorgegaand afkeurend oor
deel over den census. Juist het tegendeel van
't geen de stelling zegt is voor een groot ge
deelte waar, en in alle geval is dit wel een der
hoofdredenen waarom zoovelen verandering van
ons kiesstelsel wenschelijk achten.
De kwestieeensus of capaciteiten is zuiver
doctrinair. Door den minister is zij afgesneden
zoodra hij zich voor 't behond van den eensus
verklaart. De memorie zegt 't uitdrukkelijk
„Hiermede is het beginsel beslist. De keuze
van het cijfer blijft vatbaar voor overleg en
toenadering."
Zoo komt de kwestie in een andere phase
en 't is nu niet meer de vraag of't Nederland-
sche volk een goed middel heeft om het kies
recht uitteoefenen, of 't goede kiezers heeft
maar deze: hoe zullen we 't getal kiezers ver-
grooten
Vreemde, onverklaarbaar vreemde sprong
Daar is sinds eenige jaren iets gebrekkigs in
den gang van ons staatsleven opgemerkt en
herhaaldelijk in 't licht gesteld. Daar is ge
wezen op lusteloosheid voortspruitende uit de
onmacht van een groot getal, misschien 't
grootste deel der ontwikkelde, wakkere mannen,
die zich wel gaarne met. het werk der verkie
zingen zouden bezig houden doch die van de
stembus worden geweerd door den census en
wier bemoeiingen dus grootendeels ijdel zijn
en krachteloos tegenover de taktiek dergenen
die de kiezers exploiteeren. Men is tot de
overtuiging gekomen dat onze volksvertegen
woordiging zelfs niet wezenlijk als zoodanig kan
beschouwd worden en dat zij niet de zuivere
representatie des volks is; alles tengevolge van
de ongeschiktheid van 't kiezers-corps en daar
uit wordt nu de conclusie getrokken dat het
iets helpen zal als het getal kiezers vergroot
wordt naar deuzelfden maatstaf die door de
ervaring bewezen is geen goede maatstaf te zijn
Thans is de kwestie ook niet meer een staatsweten-
schappelijke. Het is thans aan de partijen om de
beslissing te geven aan de partijen wier eigen
aardige groepeering en onderlinge verhouding
juist een uitvloeisel is van de verkeerde stel
ling waarvan men is uitgegaan en in welke
groepeering en verhouding juist het kwaad be
staat Wat men hoort en ziet bevestigt dit.
Een partij die allerminst ingenomen is met het
denkbeeld der volkssouvereiniteit ziet men ijverig
strijden vóór verlaging van den eensus. Natuur
lijk, hoe grooter het getal kiezers des te ruimer
wordt het veld dat openstaat voor de exploitatie,
een exploitatie geheel gegrond op 't feit dat
het kiezersvolk niet deugt, niet zelfstandig is en
zich laat exploiteeren door elk die zich daar
mede afgeeft.
Hoe grooter, op dezen voet, het getal kiezers
wordt, hoe grooter ook 't getal neuzen wordt
om 't goede volk te grijpen en rond te leiden
waar enkelen 't willen brengen.
„De ervaring onder de gemeentewet opge
daan," zegt de minister, „leerde dat op het ge
zond verstand onzer gemeenteraads-kiezers niet
te vergeefs vertrouwen was gesteld."
Ernst of kortvvijl
Als men b.v. de Nieuwsbode van 9 Junij.l.
leest dan zou men haast tot 't vermoeden
komen dat er op de onnoozelheid der kiezers
zooveel vertrouwen wordt gesteld dat men in
de fabrieken van reclames niet eens oppast op
het vermijden van zeer karakteristieke spel
fouten. t)
Ons dunkt dat het niemand onbekend kan
zijn dat dezelfde kwaal in den beperkten kring
der gemeenten valt op te merken, die men in
den ruimeren kring der kiesdistricten wil ge
nezen, edoch niet met een goed geneesmiddel.
Bij 't gewijzigde ontwerp is een tabel gevoegd
bevattende de veranderingen die het gevolg der
aanneming van het ontwerp zouden zijn. Ook
Men leze b.v. de vier aanbevelingen van den heer
D. Q. Mulock Houwer en merke de fout op in de spelling
van het lidwoord voor 't woord heerwelke fout trouwens
ook in de advertentie bovenaan in dezelfde kolom voorkomende
gemaakt is voor een ander woord.
die tabel geeft veel stof tot opmerking. Wij
bepalen ons voor ditmaal tot een enkele die
ons zeer na aangaat.
Voor 't district Zierikzee wordt de census
gesteld op f 26, uitgezonderd de gemeente
Zierikzee, die op 82 komt.
Voor Maastricht op f 20, uitgezonderd de
gemeente Maastricht, die op f 28 wordt gesteld.
Verblijden wij ons dat wij Zierikzeesehe klagers
toch nog veel welvarender en rijker worden
geschat dan de inwoners van de hoofdplaats
van LimburgOf misschien als de capaciteiten
niet geheel vergeten zijn voor dommer?
ZIERIKZEE, 16 Juni 1874.
Zierikzee. De zaak van den gewezen boekhouder
iu de bank van leening alhier is bij beschikking van
de arr. rechtbauk van den .12 dezer, verwezen naar
den Proc. Generaal bij het Prov. Gerechtshof in
Zeeland
Zaterdag j.l. werd door J. Padmos hier binnen
gebracht een zieke koe, afkomstig vau G. van Damme,
waarschijnlijk wederom bestemd om door onze goede
burgerij opgepeuzeld te worden. Gelukkig evemvel
werd zulks door de politie ontdekt en is het vleesch
dier koe, na door keurmeesters te zijn afgekeurd, in
den put gestoken.
Dergelijke kwade praktijken, waardoor de publieke
gezondheid bedreigd wordt, kunnen alleen door open
baarheid voorkomen worden en het is daarom dat
wij voornemens zijn er steeds melding van te maken.
Zz. N.
Wij zijn het met deze opvatting volkomen eens en
nemen daarom het bericht over.
De lieer rar. J. Snijder heeft, naar men verneemt
besloten zijn ontslag te nemen als burgemeester van
Yeere.
In Veere verkeert men iu verlegenheid wat met de
portretten der ingezetenen aan te vangen. Mocht
iemand een raiddel weten om die collectie goed te
plaatsen, dan zou zeker aan de commissie een dienst
worden bewezen. Er is nu voorgesteld ze in 't ge
meente-archief te deponeeren, inaar om ze zoo der
vergetelheid prijs te geven ware jammer.
Op de reede van Vlissingen is Woensdagavond
het lijk opgevischt van den Engelsclien loods, die bij
het vergaan van de Grieksche brik Idra, aldaar op
31 Maart j.l. is omgekomen.
De heet mr. G. N. de Stoppelaar, secretaris der
gemeente Middelburg is benoemd tot correspondent
der bij koninklijk besluit van 8 Maart 1874 ingestelde
commissie van rijksadviseurs voor de monumenten van
geschiedenis en kunst.
Zaterdag avond is te Rotterdam in Heijneken's
bierbrouwerij het eerste aldaar gebrouwen bier geschon
ken aan actionarissen en eenige genoodigden.
In de Donderdag gehouden vergadering van het
Instituut van Ingenieurs heeft de heer J. J. van
Kerkwijk de verdiensten geschetst van wijlen Eduard
Wenckebach. De heer van der Sleydeu hield eene
voordracht over het molentje van Woltman. De leden