Buitenlandsch Overzicht.
optocht op 24 Juni e. k. de gemeente Ouwerkerk in
de eerewacht van ruiters zullen vertegenwoordigen.
Zierikzee, 9 Juni. Heden morgen luid een nood
lottig ongeval plaats. Een jong timmermansgezel, J.
de Keizer, die eerst kort geleden uit den dienst als
milicien was thuisgekomen, werd door een nedervallend
raamkozijn van een huis dat gedeeltelijk vernieuwd
"moet worden, dermate getroffen, dat hem het been
bij den enkel gebroken werd.
De arr. rechtbank te Middelburg heeft opgemaakt
de volgende voordracht voor kantonrechter te Sluis
lo. jhr. rar. J. E. Schuurbeque Boeije, adv. te Breda
2o. jhr. rar. P. J. Boddaert, adv. te Zierikzee3o.
jhr. mr. J. Schuurbeque Boeije, griffier bij 't kan
tongerecht te Sluis,
Middelburg, 6 Juui. De arrondissements rechtbank
heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van den heer
M. S. de Zeeuw, boekdrukker alhier, beklaagd van
laster iu de door hem uitgegeven en op de gewone
wijze verspreide N. Middelb. Ct. van 28 Febr. jl., van
den huurkoetsier G. uit Veere.
De rechtbank heeft zich vereenigd met de verdediging
van den beklaagde, dat hij geen boos opzet met de
plaatsing van het geïncrimineerde artikel heeft gehad,
terwijl, al mogen de aanhef en het slot van dit artikel
op zich zelf voor den genoemden huurkoetsier als
beleedigend geacht kunnen worden, //de uitgever eener
courant niet noodwendig moet beschouwd worden als
met de plaatsing van dergelijk bericht iemand te willen
beleedigen, maar kan aangenomen worden dat zijn
doel is geweest liet publiek voor te lichten
Daar het boos opzet onbewezen is verklaard, is
ook het geïncrimineerde feit rechtens niet bewezen,
zoodat de beklaagde als niet—schuldig is vrijgesproken;
de kosten te dragen door den staat
Eene nieuwe Atchin-interpellatie wacht ons. De
heer Fabius zal de regeering aanspreken over de
zaak. Wij verwachten dat de algemeen geachte ad
miraal, die sinds zijn optreden in de Kamer veel
sympathie verworven heeft, en die waarlijk de eiudelooze
hatelijkheden van Uilenspiegel niet verdient, de regeering
loyaal zal tegen gaan, en wij erkennen dat wij met
belangstelling zijne interpellatie te gemoet zien. Wat
we jammer vinden is dat zooveel bladen, ook van
degenen die zich vrienden der regeering noemen, zich
zooveel moeite geven om allerlei onbeteekenend ge
pruttel uit Indie in hare kolommen op te nemen. Wij
raeenen dat die jeremiaden van obscure en onbeteekenende
personen zeer weinig waarde hebben en dat door daar
van zooveel ophef te maken de publieke opinie op een
verkeerd pad geleid wordt.
,,'t Is nog lang niet klaar iu Atchin," dit is schering
en inslag van al die particuliere correspondenties en
van die vele uittreksels uit particuliere brieven.
En 't is waar ook't is ook nog niet klaar. Maar
we konden even goed tot 1619 terug gaan en beweren
dat het van de dagen van J. Pz. Koen's heldenfeiten
af, nog nimmer klaar is geweest iu Indiedat zou ook
niet zijn tegen te spreken. Maar welke conclusie is
daar uu uit te trekken Dat Koen maar nooit Jacatra
had moeten innemen 't Kan zijndoch wij moeten
niet vergeten dat Nederland door Indië is geworden-
wat liet is. Daar is een wet in de ontwikkelings
geschiedenis der volken, die niet kan worden weg-
gepraat. Het is die dat uit één gewichtig feit vaak
een geheele onafzienbare reeks van andere feiten
volgen moet, voor er aan de uitwissching van dat
eerste feit kan worden gedacht. Zoo ook met ons
in Indië.
Er is een tijd geweest dat wij als grijpvogels onze
klauwen wijd uitsloegen in 't Oosten; overal van
voor Indië of tot in China toe zijn de sporen van
die ruwe grepen nog te zien. Later brachten de
verouderde verhoudingen van de zeevarende staten
mede dat wij binnen een zekeren kring werden be
perkt. Maar binnen dien* kring moesten wij dan
ook te eeniger tijd alles in bezit nemen, op straffe
van anders alles te verliezen. Thans wordt geheel
Soematra door onze vlag gedekt; Borneo rest nog;
maar aan de noodzakelijkheid om ons binnen onze
laten wij ze nu maar eens noemen natuurlijke
Indische grenzen te handhaven, valt niets te veran
deren, tenzij we ons bestaan als koloniale mogendheid
wilden opgeven.
Is Atchin dan nu onderworpen P
Zoolang nog één Atchinees ons brutaal durft aanzien
en zijn kris draagt, zou men kunnen beweren, dat dit
niet het geval is. Ondertusschen is 't er zoo ongeveer
mede als 't met Frankrijk was toen de Duitschers
Parijs hadden genomen en de keizer gevangen was.
Was Frankrijk toen overwonnen Enkele Fransche
hanen kraaiden van neen, doch de feiten zeiden ja.
Verder gaat de vergelijking evenwel niet. Want de
noodzakelijkheid dringt on9 ook om Atcliin te houden
zooals zij ous drong om 't te nemen.
Maandag 8 Juni. Heden heeft de interpellatie van
den heer Fabius plaats gehad. Het antwoord des
ministers komt vrij wel overeen met onze opvatting,
hier boven medegedeeld. Alle tegenstand is nog niet
geheel te niet gedaan, maar globaal is Atchin veroverd
en onderworpen.
Een door den heer Fabius gestelde motie om ook
aan den geueraal Verspijck den dank der Kamer te
betuigen, werd door de daaraan gegeven opvatting
verminkt en er een politieke beteekenis aangegeven
en daar deze Kamer blijkbaar bang is van zaken'die
een politieke beteekenis hebben, werd de motie met
36 tegen 26 stemmen verworpen.
Uit den Haag gaan voortdurend geruchten uit die
zeggen dat het ministerie volstrekt de census^vraag
wil opgelost zien. Wij kuhuen 't met de ontwerpen
om dit gedaan te krijgen door simpele vferlaging maar
niet eens worden, 't Schijnt alleen maar te liggen
aan de wijze van beschouwing. Of men neemt aan
dat er geen kiezers genoeg zijn en dat hun getal dus
uitbreiding behoeft altoos met dien verstande dat
alleen 't geld de maatstaf voor 't toekennen van
't kiesrecht zal wezen; óf men neemt aan dat tot
dusver 't deel der natie dat het kiesrecht uitoefent
niet in staat is om een zuivere vertegenwoordiging
der natie te verkiezen en dat dus ons kiesstelsel niet
deugt.
Het laatste is werkelijk naar onze meening't geval,
en daarom gelooveu wij dat het thans bestaande ge
brek slechts grooter worden zal bij een uitbreiding
van 'I; getal kiezers door verlaging van den census.
De partij die 't best de onontwikkelde massa zal
weten le exploiteeren zal er voordeel mede weten te
doen, 't geheel zal er schade bij lijden. Men zal
bij een verlaging van den census'alleen eenige dui
zenden kleine kroeghouders en gepatenteerden meer
't kiesrecht geven dan er nu al van deze categorieën
kiezers zijn.
Maar opheffing van den census en zijn vervanging
door een anderen grondslag zijn niet mogelijk zonder
grondwetsherziening. Zou 't nu de tijd zijn om tot
zulk een gewichtigen stap te komen?
Het denkbeeld van de regeering om voor den
minister van buitenlandsche zaken een hotel aan te
koopen van rijkswege heeft geen goed onthaal ge
vonden. Zou 't inderdaad zoo verwerpelijk zijn
In 't buitenland is de zaak volstrekt niet vreemd
en ook niet nieuw. Bij de moeielijkheid die soms
bestaat ora ministers te vinden, zou 't wel eens
kunnen zijn dat wij een minister kregen die //op
kamers" woonde. l)e kwestie van logies moest op
de kabinets-formatiën van geen overwegenden invloed
zijnthans is zij dit soms wel.
Tijdens de kermis te Oost- en West-Souburg op
Dinsdag na Pinksteren is een Middelburgsch militair
vrij ernstig met een mes gewond. De dader, een
boerenzoon uit Grijpskerke, is gevat.
Voor het prov. hof in Zuid-Holland heeft de 60
jarige J. V., vroeger onderkassier bij de stadsbank
van leening te Leiden, terechtgestaan wegens verduis
tering van gelden, eene zaak die wel gansch niet
zonder antecedent is. 't Was een vrij ingewikkelde
tactiek die de ongelukkige man gevolgd had bij zijne
ontvreemdingen achterhouding van 't geld voor ver
kochte panden beleening van panden door en voor
zichzelf, vervanging van panden van waarde door
steentjes, spijkers eu dergelijke voorwerpen, kortom
hij moest liet een met het ander stoppen. Dat middel
kon alleen gelukken door de slechte controle van het
gemeentebestuur van Leiden en van commissarissen
der bank.
Tegen den beschuldigde is eene tuchthuisstraf van
5 tot 15 jaren en eene geldboete van ƒ50 geëischt.
Zijn verdediger, Mr. H. Vreede, pleitte verzachtende
omstandigheden.
De minister van binnenl. zaken heeft bepaald dat
de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het
hoofdkiesdistrict Amersfoort, noodzakelijk geworden
door het nemen van ontslag van mr. E. L. baron
van Hardenbroek van Lookhorst, zal geschieden op
Dinsdag 23 Juni 1874; en de herstemming, zoo die
noodzakelijk is, op Dinsdag' 7 Juli daaraanvolgende.
Z. M. de koning vertrekt den 18den Juni a. s.
des nachts, ten 2 ure, uit de residentie naar Zwit
serland. De koning zal te Martigny, in het zuiden
van dat land, verblijf houden.
Voor de vijfde algemeene vergadering van het
aardrijkskundig- genootschap, op Zaterdag 20' Juni
te Botterdam te houden, zijn de volgende punten
vastgesteld
1. Kort verslag van de reis vau jhr. T. M. Lycklama
a Nyeliolt door Perzie in .1866, met een overzicht
van den vroegeren handel der Nederlanders en van
den tegenwoordigen staat des handels iu dat Rijk,
door jhr.- mr. J. K. J. de Jonge.
2. Bespreking van het zenden eener wetenschap
pelijke expeditie naar Sumatra. In te leiden door
den heer W. F. Versteeg.
3. Voordracht over het verleden en de toekomst
der Bandagroep, door den heer A. J. ten Brink.
4. Voordracht van prof. P. J. Veth over het voor
naamste dat in het afgeloopen jaar tot vermeerdering
van de kennis der bijzondere gewesten van den aardbol
is verricht.
De Corr. Havas bericht, dat Henri Rochefort zich
niet te Brussel zal vestigen, maar te Rotterdam; reeds
zou daar een appartement voor hem zijn gehuurd.
Hij zou er spoedig na zijn aankomst zijn Lanterne
weder doen verschijuen.
Donderdag had te Zwartsluis het gerechtelijk onder
zoek plaats in de geheimzinnige zaak van den aldaar
woonachtigen schipper J. Kisjes Hz. die volgens
opgave van zijn knecht, in de Zuiderzee is verdronken.
Deze knecht, Hendrik Laèsclie genaamd, verhaalt dat
zijn meester onderweg eenige aanvalleu van razernij
zou hebben gehad, zoodat hij, Lassche, genoodzaakt
was hem te binden. Na eenigen tijd, toen Kisjes
verzekerde dat' hij hersteld was, had de knecht de
touwen losgemaaktdaarop zou de schipper in den
vroegen morgen van Zondag 31 Mei, ter hoogte van
het eiland Schokland, met een roeiboot zijn vaartuig
verlaten hebben en daarna verdronken zijn. Aange
zien hier aan misdaad kou worden gedacht, heeft de
justitie zich Woensdag naar Zwartsluis begeven. Men
schrijft van daar aau de Zw. Ct. dat, hoewel de
uitslag van het onderzoek nog niet bekend is, men
niet gelooft, dat het tot eenig resultaat heeft geleid.
Hendrik Lassche moet, naar men verder mededeelt,
juist niet bijzonder gunstig bekend staan, terwijl
Kisjes ook een liefhebber moet zijn geweest van
sterken, drank.
Maandag jl. is voor de haven te Harlingen een
groote Pruisische raontinor met de noodige equipage
ten anker gekomen. De sleepboot, die het oorlogs
vaartuig tot daar bracht, is weder naar Oostmahorn
terug gestoomd, om nog een dito af te halen, ten
einde later beide bodems langs den IJsel en verder
Rijnopwaarts tot Dusseldorf te slepen.
De directie van Drurylane-Théatre te Londen heeft
besloten, evenals die van Covent Garden deed, den
diapason met een hal ven toon te verlagen, tot groote
vreugde der zangers en zangeressen.
Het publiek wordt bijzonder opmerkzaam gemaakt
op de in de Courant van heden geplaatste advertentie,
der firma S. SACKS Co. in Hamburg, welke door
bare prompte en reëele bediening tegenover hare geïnte
resseerden het volste vertrmiwen in alle opzichten verdient.
Er gaat weinig om dat bijzondere beschouwing ver
dient .eu van 't geen er omgaat dat wel de publieke
aandacht waardig is, zweeft er zooveel in een geheim
zinnig donker dat men er niet veel meer dan bespie
gelingen, geen eenvoudige practische beschouwingen
van maken kan.
Van de praatjes over België en Luxemburg behoeven
wij niet meer in 't bijzonder te gewagen. Het is
waar, de neutraliteit van Belgie en 't kleine Groot
hertogdom zal steeds in gevaar verkeeren wanneer er
een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk kwam
uit le brekeu; maar er zijn gelukkig omstandigheden
die dan de neutraliteit der beide kleine staten in
bescherming zouden nemen. Duitschland zal zijn
aangrijpingspunt op Frankrijk, nimmer in Belgie zoeken
maar altoos op de vooruitgeschoven nieuwe grens vau
't Duitsche rijk in Lotharingen. Derhalve zal Duitsch
land de onzijdigheid zoowel van Belgie als van
Luxemburg uit eigenbelang met1 hand en tand vast
houden. De schending der neutraliteit kan alleen van
Fransche zijde komen. Nu zou evenwel zoodanige
schending door het werpen van een leger in Belgie,
van de Franschen een groote fout zijn tegen de een
voudigste regels der taktiek omdat een Fransch leger
zich onmogelijk eenige dagmarschen ver in Belgie kan
wagen zonder gevaar te loopen van de Duitschers die
in Lotharingen den vijand wachten in den rug te
krijgen.
Men vergeet bij al de praatjes, dat Belgie voor