liet door de Zeeuwen aan Z. M. koning
Willem III ter gelegeuheid der feestviering op 12
Mei 1874 aangeboden huldeblijk, bestaat uit eene
monumentale allegorische voorstelling in massief zilver,
uitdrukkende hoe Zeeland, strijdende met de zee, tot
bloei is gekomen vo'oral ouder de 25jarige regeering
van Willem III.
Uit den aan de wateren ontwoekerden grond ver
heffen zich eenige sierlijk gegroepeerde waterplanten,
die een kolossalen nautilus of zeeschelp dragen.
Deze, versierd met het koninklijk wapen met
tenans en devies, omgeven door vredepalmen, alles
en haut relief, vertoont aan de eene zijde 's Konings
aankomst te Zijpe, op 21 Mei 1862, bij Z. M. be
zoek aan Zeeland, naar eene schilderij van den keer
J. F. Schütz te. Middelburg, den koning door eenige
Zeeuwen in der N tijd ter herinnering aangeboden
aan de andere zijde, de plechtige opening der haven
werken te Vlissingen door Z. M. den koning, op 8
September 1873.
Deze voorstellingen zij zeer artistiek uitgevoerd in
niellé gravure, eene oude kunst, door Florentijnsche
goudsmeden het eerst toegepast.
Tusschen de plantengroep verheft zich de Zeeuwsche
leeuw uit de wateren, met de spreuk van Zeeland's
wapen //Luctor et Emergo" op een bveede jarretière.
Het geheel rust op een massief zilveren voetstuk,
georneerd met eenige door een drietand van elkander
gescheiden medaillons, waarop zijn uitgedrukt de
voornaamste bronnen van Zeeland's bestaan en wel
vaart, in dezelfde wijze bewerkt als de schelp, terwijl
het randschrift: //Aan koning Willem III, de Zeeuwen"
in breede letteren is aangebracht.
Ter zijde van dit voetstuk stellen twee dolfijnen
de hoofdrivieren //de Ooster- en Wester-Schelde,"
voor, omringd door schilden, vermeldende de namen
der streken, welke door ieder harer besproeid worden.
De juist aangebrachte schakeeringen van goud, niellé
en artistique, en de verschillende nuances van zilver,
maken een zeer schoon geheel, dat den ontwerper en
en vervaardiger, den heer J. M. van TCempen te
Voorschoten, alleszins tot eer verstrekt en waarlijk
een vorstelijk geschenk mag genoemd worden.
Het zilveren monument, hoog 92 en aan het voetstuk
breed 62 centimeters, is geplaatst op een door de
firma J. D. Schmidt Co. te Botterdam vervaardigde
ebbenhouten tafel, sierlijk bewerkt en omgeven door
lauwerkransen aan de eene zijde de koninklijke kroon,
aan de andere het wapen van Zeeland.
Op de onderzijde van dit tafeltje rust een album,
gebonden in. blauw fluweel, met zilveren slot en
hoeken op de bovenzijde bevindt zich Zeeland's wapen,
en haut relief mede van zilver.
Dit album, bewerkt door den heer F. W. Binck,
te 's Gravenhage, bevat de namen der 15000 Zeeuwen,
aanbieders van het geschenk, allen alphabetisch ge
rangschikt, naar de 112 verschillende gemeenten der
provincie, ieder met "een keurig bewerkte afbeelding van
haar wapen, geteekend door de heeren J. J. Vorrell
en G. W. Bergman, te Middelburg.
Het titelblad heeft tot opschrift//Aan Zijne Ma
jesteit Willem III, koning der Nederlanden de Zeeuwen."
Het volgende' is Dinsdag door een Botterdarawer
aan den koning gezonden, dat Z. M. zeker meer zal
getroffen hebben, dan alle officieele toespraken in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam, te zamen
z/Geefacht
Zoo riep ik als sergeant in den jare 1828 te Soest-
dijk, toen ik de hooge eer genoot, van Uwer Majesteits
eerste instructeur te zijn in de soldatenschool.
En tlians op dezen Nederlandschen feestdag is mijn
hart zoozeer overstelpt van vreugde, dat geen woorden
sterk genoeg zijn om haar te uiten.
Geefachtroep ik een iedereen toe, want onze
dierbare vorst viert een zeldzaam feestJa het Vin-
centius-huis te Botterdam, waar 'ik thans als concierge
woon, heb ik reeds toegeroepen Geefachtwant
het méést beminde vorstenpaar zal u de eer aandoen
om langs u te passeeren
Geefacht, o God roep ik tot den Allerhoogste,
op ons weldadig vorstelijk gezinZegen het met
Hoogstdezelfs Huis, en doe het eenmaal het gouden
feest beleven. v»
En tot U, Sire, richt mijn hart met den diepsten
eerbied slechts deze ééne bede: Geefachtop
mijn nederige hulde en versmaad de hartelijkste heil-
wenschen niet van
Uwer Majesteits eersten instructeur
en trouwsten dienaar,
A. BBOUK."
Baron Blockhausen, hoofd van de Luxembuvgsche
deputatie, welke Z. M. den koning met zijne 25jarige
redering heeft gecomplimenteerd, heeft den 18 een
ko°te audiëntie gehad bij Z. M. De president dei-
volksvertegenwoordiging in het Groothertogdom werd
later weder door den prins stedehouder in gehoor
ontvangen.
De pauselijke nuntius, -Mgr. Bianchi, heeft op de
audiëntie van het diplomatieke corps ten paleize jl.
Zaterdag, Z. M. een eigenhandig schrijven van geluk-
weusching van den Paus aangeboden.
Het zilveren kroningsfeest is te Wiesbaden 11 en
12 Mei luisterrijk gevierd en heeft de verwachting,
die men er van had, ver overtroffen.
Het Vaderland deelt in zijn verslag over den in
tocht van Z. M. den Koning in de residentie mede
Jammer genoeg dat niet //allen" op een gepaste wijze
htln geestdrift lucht gaven. Een troep belhamels drong
zoo hevig op naar het rijtuig des Konings onder het
zingen van liederen die alles behalve de ooren van den
Vorst zullen hebben gestreeld, dat deze niet nalaten
kon over dergelijke ongepaste haudelwijze van het la
gere publiek zijn ontevredenheid te kennen te geven.
De jenever was ongelukkig genoeg ook nu weder de
schuldige. Thans nu de feestvierenden lang in regen
en nattigheid hadden staan wachten, dee/l het mis
bruik van sterken drank, dien vloek onzer natie, reeds
in den morgen zijn boozen invloed gevoelen, en hier
aan is 't hoofdzakelijk toe te schrijven, dat de intrede
van den Vorst in de residentie door zulke hoogst on
eerbiedige en onbetamelijke handelingen is ontsierd.
Eu wat zal de politie vermogen tegen zulk een on
zinnige bende, die door den duivel van den jenever wordt
bezeten Het eenige dat zij zou kunnen doen,
want met dronken lieden valt niet te redeneeren,
zou zijn er duchtig op in te houwen, maar hierdoor
zou het feest van den dag zoo ernstig zijn verstoord,
dat er van vreugde geen sprake meer kon zijn.
Dit feit, in stede van liet te verzwijgen, hebben wij
gemeend - te moeten releveeren, want er steekt een
ernstige les tot waarschuwing vóór het vervolg in,
die wij hopen dat niet rerloren zal gaan.
Men meldt uit Ameide het volgende ongehoorde
feit: Nadat op 12 Mei het schoolfeest was afgeloopen
maakten eenige jougens een optocht naar het naburige
Langerak. Twee inworèrs dier gemeente noodigden
de schoolkinderen in dj herberg en onthaalden hen,
na het zingen van feestliedjes, op eenige bierglazen
bitter. De herbergier heeft waarschijnlijk gemeend,
dat dit vocht op zich zélf niet opwekkend genoeg was
ten minste hij heeft, naar 't verhaal der schooljongens,
den drank vermengd nut peper, 't Gevolg van dat
alles was, dat sommige fer kleinen in hoogst beschon
ken toestand thuis kwaimn.
In de Haagsche Nieuwsbode leest men 't- volgende
ingezonden stuk.
Mijnheer de Redccteur
Gelieve zoo goed te zijn onderstaande regelen een
plaatsje te geVen in de kopmmen van uw veelgelezen
blad. Gij zult mij hierrade zeer verplichten.
Uw ~Dw Dienaar
A. D. L.
Rotterdam14 Mei.
De ondergeteekende brogt door dezen aan A. Z.,
schrijver van het ingezoden stuk in de Haagsche
Nieuwsbodewaarin hij d kinderen, die 12.Mei 14
jaar of daar onder werden' opriep om "zich schriftelijk
bij de Bedactic van geDemd blad aan te melden,
zijn hartelijken dank voor e verrassende teleurstelling,
die hij op 12 Mei jl. den jrigen kinderen berèid heeft.
Een der jarige jongens.
Z. M. heeft aan den lier I. 1"). Fransen van de
Putte, Minister van Kolaien, vergunning verleend
tot het aannemen en draga der versierselen van de
ridderorde van den Witten Adelaar, hem door Z. M.
den keizer aller Bussen gedronken.
Leeuwen, 15 Mei. Eerjsteren is de eerste steen
gelegd voor het alhier opte richten monument ter
herinnering aan de schooi daden van Z. M. den
koning en Z. K. II. prins jendrik bij de doorbraak
te Warael. Een optocht wasian de plechtigheid voor
afgegaan.
Van den nieuwen Botterdóschen waterweg maakten
in April gebruik, uit zee 133 stoom- en 34 zeil
schepen, naar zee 214 stjn- en 196 zeilschepen,
te zamen 347 stoom- en zeilschepen, of in het
geheel 577 schepen. Ih defier eerste maanden van
1874 bedroeg het aantal ïpasseerde schepen alzoo
1383, waarvan 1003 stoomhepen, tegen 860 in de
vier eerste maanden van 113, waarvan 605 stoom
schepen.
Te Arnhem is overledeidr. W. Bosch, in leven
chef van den geneeskundig dienst in Indieeen
man van groole ervaring i Indische zaken, wiens
bemoeiingen, ook als opzicer der maatschappij tot
nut van den Javaan, men'maal tot wrijving van
gedachten aanleiding gegeven hebben. De heer Bosch
had den ouderdom van 76 jaren bereikt.
Wij vernemen dat het bestuur van de kiesvereeni-
gitig de Grondwetnaar aanleiding van het onlangs
gevallen votum over het bekende liberale programma,
zijn ontslag heeft'genomen.
Aan het mail-overzicht van het Bat. Handelsblad
ontleenen wij 't volgende
Van Accliin valt niet veel bijzonders te melden
telegrammen zijn van daar niet aangekomen, ten
minste niet door de regeering gepubliceerd, zoodat
de laatste berichten geput moeten worden uit het in
de Javasche Courant afgedrukte rapport van den ge
neraal van Swiet'en. Daaruit blijkt dat er nog weinig
vooruitgang te bespeuren is, en dat zoo al enkelen
zich onderwerpen, nog meerderen worden tegenge
houden door vrees voor de oorlogspartijvooral
Pedir en Merdoe schijuen tot den krijg vast besloten,
en het is niet onwaarschijnlijk, dat na afloop van den
rijstoogst meer troepen van daaruit te velde zullen
trekken. Ook laat de gezondheidstoestand nog altijd
veel te wenscheu over; op den 11 Maart waren
680 zieken onder behandeling, maar het feit, dat de
inlanders ïiiet minder van de koortsen te lijden heb
ben, en de meêdeeling van enkele hoofden, dat deze
laatsten om de drie a vier jaren terugkeeren, doet
hopen, dat de tijd verandering zal brengen, bij de
zekerheid, dat niet alleen de vermoeienissen en het
vaste kliin'aat oorzaak der ziekten zijn. Ondertusschen
gaat men voort met het beramen van maatregelen
tot een feestelijke ontvangst der troepen en is er
reeds sprake van het bijeenbrengen van een fonds
voor nagelaten betrekking van gesneuvelde militairen.
Daar deze in de meeste gevallen moeielijk te vinden
zullen wezen, verspreid over alle deelen der wereld
als zij zijn, zal dit fonds wel moeten opgelost worden
in eene dadelijke ondersteuning van aanwezige slacht
offers van den oorlog.
Het publiek wordt bijzonder opmerkzaam gemaakt
op de in de CoXirant van heden geplaatste advertentie
der firma S. SACKS Co. in Hamburg, welke door
hare prompte en reëele bediening- tegenover hare geïnte
resseerden het volste vertrouwen in alle opzichten verdient.
Buitenland.
F r a n k r ij Is.
Het behoeft geen betoog dat Frankrijk in deze dagen
weder 't oog gevestigd heeft op Thiers. Toen de ex-
president Zaterdag uit Yersailles terugkeerde, werd
hem aan het station een indrukwekkende ovatie gebracht
door een zeer talrijke menigte.
Onder de geruchten - die natuurlijk vrij talrijk'
zijn behoort ook dit, dat de vreemde diplomaten
geen uitredding uit de crisis voorzien dan wanneer
Thiers, de populaire man, aan't hoofd van het kabinet
optrede. De Bussische ambassadeur, de heer Orlow
moet zich zelfs Zaterdag na de zitting der Nationale
Vergadering naar Thiers begeven hebben, om hem
inzage te geven van een uitvoerig schrijven dat hij
naar Londeq opzond.
Tot dusver werden verschillende combinatiën voor
't nieuwe ministerie genoemd. Volgens sommigen was
deze combinatie te verwachten de Goulard, binnen!-,
zakende Chandordy, buitenl. zakenMagne, fi'nantiën
Mathieiï Bodet, openb. werken; Desseilligny, handel;
Desjardins onderwijsgeneraal Bertand oorlog. Het
Journal de Paris beweerde echter dat deze samenstel
ling is gelukt: de Goulard, binnenl. zaken en vice-
president Mathieu Bodet, justitie; Léon Say, finantiën
Grivart, onderwijsCumont handelCézanne, openb.
werkengeneraal Grelay, oorlog en admiraal Mon-
taignac, marine.
Het ministerie is echter nog niet geconstitueerd.
De heer d'Audiffret Pasquier heeft Mac-Mahon een
bezoek gebracht, om in naam van het rechter-centrum
hem dringend te verzoeken aan geen Bonapartist in
het kabinet zitting te geven. Het rechter-centrum en
de gemachtigde rechterzijde hebben een gezamenlijke
bijeenkomst gehouden, waarin besloten is het gevallen
ministerie te blijven steunen en aan een comité op
te dragen, zich met de ministers te verstaan ten aan
zien van de te volgen politieke gedragslijn, betreffende
het plan tot organisatie der volmachten van Mac-Mahon.
Men schijnt alzoo nog te trachten het gevallen kabinet
weder te doen opstaan.
De drie groepen der linkerzijde wachten daarentegen
het optreden van een nieuw kabinet af, alvorens haar
gedragslijn vast te stellen.
Volgens geruchten kan dit lieden verwacht worden
en zal het samengesteld zijn uit leden van het rechter-
centrum en de "gemachtigde rechterzijde een ministerie
alzoo dat even weinig als 't vorige de sympathie der
natie zou vinden. Wij betwijfelen dan ook de gegrond
heid van dit gerucht.