van d.d. Koch en Nonhebei godsdienstige samenkomsten
plaats. In het middaguur werd parade gehouden door
garnizoen en schutterijdaarna feestconcert op de
markt door het met lof bekende harmonie-corps uit
Lier. 's Avonds weder muziek, zoo door genoemd
corps als door de kapel der dienstdoende schutterij
en verder een algemeenc en prachtige illuminatie.
De geheele stad was in feestdosch getooid met
groen, bloemen, eerebogen, en andere versieringen;
alles liep in de beste orde af.
Even als. te Amsterdam is ook 's Konings intocht
te 's Gravenhage op Vrijdag jl. schitterend geweest.
De residentie had zichzelf overtroffen in het ontwerpen
en uitvoeren van versieringen, de geestdrift was bui
tengewoon het weder onbarmhartig slecht. Onder de
deputatien uit den vreemde die den koning zijn komen
gelukwenschen merkte men ook op een groep officieren
van het koninklijk Pruisisch, huzaren-regement no. 2,
dat den naam draagt //Koning der Nederlanden."
Te Oosterhout figureerde in den optocht o. a. de
Arke Noach's, in welke de patriarch van dien naam
met zijn zoons, gekleed met costumes van mos,
klimop, riet en gras, verder omgeven door hokken
met zeer vele dieren.
Het Zeeuwsch geschenk, dat den 15 en 16 op
't stadhuis te Middelburg is te zien geweest, en heden,
den 20, te 's Gravenhage denkoning zal worden
aangeboden, bestaat uit een pièce de milieu, geheel
van zilver. Het bovengedeelte vormt een zilveren
schulp, waarop in goud is aangebracht het koninklijk
wapen met de jaarcijfers 1849 en 1874, terwijl aan de
beide zijden afbeeldingen zijn gegraveerd van de haven
van Vlissingen. Die schulp rust op het wapen van
Zeeland in goud, waaromheen het randschrift //Luctor
et Emergo" op het voetstuk zijn mede verschillende
emblemns gegraveerd, terwijl men aan de eene zijde
met gouden letteren leest de woorden Aan Z. M.
koning Willem III" eu aan de andere zijde //de
Zeeuwen." het stuk staat op een sierlijke tafel met
groen fluweel bekleed, terwijl een prachtig gebonden
album de namen^der ruim 15000 gevers bevat.
Amsterdam, 16 Mei. De overgave van het kin
dergeschenk aan Z. M. den koning heeft op de aan
gekondigde wijze plaats gehad. Een der knapen tot
de deputatie behoorende, Eelix Westerwoudt heeft bij
die gelegenheid de volgende aanspraak tot den koning
gehouden
Sire
//Indien alle kinderen in het land op dezen dag
zich om u konden vereenigen, Gij zoudt in ieders
oog liefde lezen, uit ieders mond blijdschap verstaan,
en Uwe blikken - wij weten het zouden met
welgevallen rusten op die breede jubelende scharen
van jeugdige burgers. Ontvang dan Sire, uit onzen
mond de wenschen, die zij allen U zoo gaarne zouden
toebrengen in eenvoudige maar uit het hart gevloeide
taal.
//God spare U en H. M. onze geliefde Koningin
nog lang. Hij schenke U alles, wat U gelukkig kan
doen 'zijn. Hij spare U ook tot heil van het lieve
Vaderland en verleene U de kracht om te voldoen
aan de begeerte Uws harten de bevordering van het
welzijn Uwer onderdanen.
z/Wij wenschen U een blijk van onze liefde voor
U en van onze blijdschap voor Uw feest aan te bieden.
Aanvaard het Sire, en vergun aan de'jeugd van Neder
land en van de kolonie Suriname, dat zij Uw paleis
tooie met een voortbrengsel van Vaderlandsche kunst.
De arbeid die er aan moet besteed worden, is de oorzaak
dat het niet gereed kan zijn. Moge wat hier aanwezig
is, U een voörsteMing geven van ons feestgeschenk.
//Nog één woord, Sire, een belofte. Wij Nederland-
sche jongens en meisjes, willen er ernstig naar streven,
vrome en bekwame mannen en vrouwen te worden,
opdat wij den schoonen naam van Nederlanders met
eere moge dragen en onzen koning uit het beminde
stamhuis van Oranje reden geven om zicli over zijn
volk te verblijden.
z/God schenke U, Sire, en Uw liuis en het Vader
land zijn beste zegeningen."
Naar men verneemt beloopt het bedrag der natio
nale inschrijving, dat Z. M. den koning op 12 Mei
te Amsterdam werd aangeboden, ongeveer ƒ180,000.
Tot viering van het zilveren koningsfeest heeft jl.
Maandag op de drukkerij van het Utrechtsch Dag
blad een eigenaardige wedstrijd plaat9 gehad. Te 3
ure waren alle zetters in de werkplaats op hun
plaatsen en werd hun, op een gegeven teeken, de
gelegenheid gegeven, een stuk copie, van gelijken in
houd en grootte, te zetten. Wie het stuk, 50 regels
groot, het eerst afgezet had en daarbij de minste
fouten had gemaakt, was winner van den eersten
prijs, een zilveren horologie met 's Konings portret; de
tweede winner kreeg een zilveren horologieketting; de
derde een zilveren luciferdoosjeterwijl de 4e en 5e
elk een zilveren feestinsigne uit de fabriek van den
heer S. van Kempen ontvingen.
Voor de jongens was de eerste prijs een mooi stuk
broekstof, de tweede een zilveren insigne uit de Utrecht-
sche zilverfabriek.
Onder een doodelijke stilte werd, nadat 9 minuten
na 3 ure de strijd begon, te 3 u. 59 m. 20 sec.
het eerste stuk ingeleverd, 3 u. 59 m. 40 sec. het
tweede en 3 u. 59 m. 48 sec. het derde, enz. Toen
de correctie gedaan was bleek het dat overwinnaars
warenP. van der Baan, le prijs; J. Vermeulen', 2e
prijs; J. Slingerland, 3e prijs; A, Storm, 4e prijs en
Th. J. Baljet 5e prijs. Van de jongens won den
len prijs W. Lorrier, den 2en prijs G. Takke.
Naar men uit Suriname verneemt heeft de commis
sie, benoemd tot het doen van voorstellen om 's konings
zilveren kroouingsfeest op een waardige wijze te vie
ren, de voor genoemde kolonie niet onaanzienlijke
som van 1568.35 uit vrijwillige inschrijvingen van
burgers en millitairen ontvangen. Zij heeft Z. Exc.
den gouverneur voorgesteld twee derden van dit be
drag te bestemmen voor een geschenk, bestaande uit
een verzameling inlandscke vruchten en gewassen,
gegroepeerd in eene kast van Surinaamsche houtsoorten,
gemonteerd met zilver en voorzien van toepasselijke
ornamenten, en dat het overschietende zal strekken
tot het houden van volksfeesten te Paramaribo op
12 Mei.
Ook in Curasao maakte men aanstalten tot plech
tige viering van dien dag.
De Amst. Ct. vermeldt in haar verslag van de ont
vangst van den Czaar, dat de koningin bij de plechtige
ontvangst ten paleize met de Russische insignes ver
sierd, en in een rijk blaauw toilet gekleed was. Ook
de hertogin van Saksen-Weimar was met dezelfde
insignes getooid, in het wit gekleed, terwijl een schat
van juweelen den luister der kleeding verhoogde. De
koning en de prinsen prijkten met le cordon bleu van
Rusland. De Russische decoratie was de eerste geweest,
die onze koning had ontvangen. Zij werd hem na
melijk door keizer Nikolaas bij den doop geschonken.
Na de ontvangst werd liet déjeuner gebruikt in de
Mozeszaal. Alleen de keizer van Rusland en HD.
zoons waren als gasten hierbij tegenwoordig. De
maarschalkstafel telde ongeveer zestig couverts en was
aangericht in de galerij.
Z. M. de koning heeft benoemd in de orde van
den Nederlandschen Leeuw.: tot kommandeur de mi
nisters van justitie, den heer De Yriesvan oorlog,
generaal Weitzelvan binnenlandsche zaken, den heer
Geertseraatot ridder, den minister van finanticii,
den heer vau Deldenen tot Grootkruis der orde
van de Eikenkroon den minister van koloniën, den
heer Fransen van de Putte.
Het Leidsch Dagblad meldt, dat ook aan den
hoogleeraar Vissering namens Z. M. den Koning een
prachtig zilveren theeservies ten geschenke isaangeboden.
Utrecht, 15 Mei. De tentoonstelling van ongeveer
600 platen het Huis van Oranje betreffende in 3
zalen van het gebouw van Kunsten en Wetenschappen,
wekt groote belangstelling. Gisteren was het aantal
bezoekers 364.
Het grootste der veroverde kanonnen van Atcliin
op Java aangebracht weegt 9000 kilo's en ligt thans
op 't eiland Onrust. Het plan bestaat ora dit stuk
naar Holland over te voeren.
Of Snip dan wel Snap, de borrelende medewerkers
van het Huisgezinhet verslag van de feesten te Am
sterdam heefl geschreven, hetwelk het nommer van
14 Mei bevat, willen wij niet beslissen. Zeker is het,
dat een der //geestige" heeren de taak heeft op zich
genomen om den tegenspoed te schetsen van iemand,
die op goed geluk af naar de hoofdstad ging om er
de festiviteiten bij te wonen en er niets zag.
Het Huisgezin zal den smaak zijner lezers wel kennen
en wij veroorloven ons daarom geen aanmerking op
dil letterkundig voortbrengsel. Het leidde ons echter
tot eene opmerking van anderen aard. Het Huisgezin,
dat altijd met zooveel gedruisch partij trekt, wanneer
het vermeent, dat aan den eerbied voor den godsdienst
wordt te kort gedaan, bevat nu een artikel, waarin
wij als humoristische vormen lezen
//Alleen God kan weten hoe dikwijls ik de bekoring
heb weerstaan mij uit wanhoop in de eene of
andere gracht te storten."
z/God alleen heeft de vertwijfelende blikken gezien,
die ik naar het hemelgewelf opsloeg, wanneer ik, de
ribben half stuk gedrongen, werd voortgesleept."
z/Hoe dankte ik God in den hoogen, dat toen ik
weer zat ik nu tot mijne bestemming zou sporen.
z/Na mijne ziel Gode te hebben bevolen, stortte ik
mij iu het gedrang."
i,0 God, mijne ribben en ik dacht, dat ik tus^chen
een paar molensteenen geklemd zat eu dat mijn ziel
tusschen de nauwe opening, die haar nog gelaten
was, spoedig naar hoogere gewelven zou opvliegen."
Dat was de eerste correspondent van het Huisgezin
die met Gods hulp een goed pnderkomen gevonden
had."
z/Geef jij een verslag van je ontmoetingen en te
leurstellingen. Troost u intusscheu eu stel uw ver
trouwen in God, zonder wieii9 wil geen haar vau uw
hoofd valt."
Ziedaar wat het Huisgezin als humor opdischt
Als men van den een of anderen dorpspastoor iets
onaangenaams zegt, of het waagt te spotten met leelijke
poppen, die heiligen voorstellen, dan roepen het Huisgezin
en consorten wraak over het vertreden van den gods
dienst. Maar welk karakter heeft dit smakeloos en
smadelijk noemen van den naam die ver boven alle
dorpspastoors en heiligen verheven is Dit is niet
humoristisch maar ploertig en wij schreven 't alleen
af om het juiste karakter te doen kennen van eene
redactie, die zich aanmatigt den godsdienst tegen
hare beweerde vijanden te verdedigen.
Arnh. Ct.
De heer Mr J. P. Amersfoort te Haarlemmermeerpolder
deelt een overzicht van een verhandeling over de
besmettelijke longziekte van het rundvee mede, door
prof. dr. Gerlach in de Landbouwclub te Berlijn ge
houden, waaraan wij 't volgende outleenen.
Voor de besmettelijkheid der longziekte biedt de
geschiedenis haver verbreiding talrijke bewijzen, bovenal
haar aanhoudend verblijf in streken, waarin zij vroeger
onbekend was. Vroeger weinig verbreid, heeft zich
haar gebied sedert 50 jaren met den bloei der land
huishouding ongehoord uitgebreid in Duitschland, in
Frankrijk, in Engeland enz. Overal waar eigen aanfok
van vee ophield, eu aankoop daarvan de plaats ver
ving, vertoonde zich de longziekte, en wel het eerst
in de melkerijen in en bij groote steden. Daarop
volgden de branderijen, en mën beschuldigde overal
de spoeling-voedering als oorzaak der krankheid, ter
wijl het slechts de telkens wederkeerende invoer van
vreemd vee was, zooals dan ook hetzelfde zich nog
dagelijks herhaalt. Aldus hebben zich overal ziekte
haarden gevormd, die de longziekte tot eene voort
durende krankheid gemaakt hebben, Deze verzendingen
van vee naar ver verwijderde streken zijn alleen mo
gelijk geworden door de vermeerdering en verbetering
der vervoermiddelen, en daarmede zijn begonnen de
verbreiding in grootere sprongen en ziek worden op
grootere afstanden.
Tot aan het jaar 1827 was België vrij van de ziekte.
Zij werd in dat jaar ingesleept en reeds na negen
jaren was het gansche land aangestoken in Holland
trad zij het eerst op in 1833, en spoedig daarna
was het land even zeer aangestoken; in Engeland
mocht tot in 1842, geen vreemd vee ingevoerd worden,
en het land bleef vrij van de longziekte. Sedert 1842
toen invoer werd toegelaten, was binnen 10 tot 15
jaren geheel Groot-Brittannië aangestoken.
Deze geschiedkundige daadzaken wederleggen alle
eenzijdige, op waarnemingen in kleine kringen berus
tende meeningen.
Omtrent de inenting schrijft de prof., na eerst
haar geschiedenis herinnerd te hebben.
In België, waar zij door Dr. Willems werd uitge
vonden, wordt zij tengevolge van bijzondere omstandig
heden weinig in practijk gebracht des le algemeener
in Holland en Italië; gedeeltelijk ook'in Duitschland.
De proeven door dr. Gerlach zeiven genomen, hebben
liet goede gevolg der inenting klaar bewezen. En
toch zijn nog vele theoretici tegenstanders der inenting,
terwijl de practici in groote meerderheid zich bepaald
daarvoor uitlaten.
Aan te bevelen is slechts de inenting uit nood, en
onder zekere voorwaarden ook de inenting uit voorzorg
(ter beschutting). Indien in eene kudde de ziekte
uitbreekt, zoo behoort men dadelijk tot inenten over
te gaandaarentegen is liet inenten uit voorzorg
ook daar op hare plaats, waar de landhuishouding
aankoopen van vreemd vee gebiedt, voor dat de
smetstof op de zieke hoeve zeker verdelgd is. Als zij
met kennis der zaak wordt uitgevoerd, verleent zij
eene zekere beschutting, en dan is het daarbij hetzelfde
of de ineutingstof genomen wordt uit geslachte of
gevallen dieren, wanneer dit slechts geschiedt voor
het intreden van elk spoor van bederf. De inenting-
stof moet volkomen helder zijn, en moet niet slechts
door uitdrukken, maar ook door insnijding in het
laatst krank geworden gedeelte der long gewonnen zijn.
Zelhem, 15 Mei. Gisteren, Hemelvaartsdag, had
als naar gewoonte aan den ouden Hengelachen molen de
jaarlijksche levering van roggebrood, ten behoeve