ATCHIN. Kortom, het nut dat gesticht kan worden door zulke plaatselijke landbouwersvereenigingen is zoo groot en zoo veelzijdig dat wij niet ge noeg kunnen aandringen op de wenschelijkheid dat zij overal tot stand komen. Op elk dorp kon zulk een verceniging bestaandicbt bij elkander gelegen gemeenten, of de gezamenlijke landbouwers van een zelfden polder zoo deze niet te groot is konden zich ook zeer wel tot één casino of sociteit vereenigen. Wij twijfelen niet of de uitkomsten zouden de ver wachtingen verre overtreffen en daarom wen- sclien wij zeer dat het goede voorbeeld in deze door Noordgouwe en Noordwelle gegeven al- geraeene navolging moge vinden. Zoo als aan vele lezers van dit blad niet onbekend zal zijn, heeft de algemeene vergadering van het Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres, verleden jaar te Delft vergaderd, bepaald, dat het Congres dit jaar en wel in de maand Juni zal worden gehoudeu in deze gemeente. Velen hebben zich vermoedelijk reeds afgevraagd, wat toch zulk een Congres is en waarin zijne werk zaamheden bestaan, en wellicht zijn er onder die vragers niet weinigen, die zonder het antwoord af te wachten reeds bij zich zelven hebben uitgemaakt, dat het Congres eene van die instellingen is, die eene massa geleerdheid voor den dag brengen, theo retisch ontzaglijk mooi, maar voor de practijk van geene of althans weinig waardeof wellicht ook zijn er, die willen toegeven, dat zoodanig Congre.s nuttig kan zijn, maar meer 111 andere streken, niet hier, waar de landhuishoudkunde slechts bij uitzondering wordt beoefend. Het kan wellicht zijn nut hebben om onder de aandacht der lezers dezer courant te brengen, wat het Congres eigenlijk is en wat het beoogtvele woorden zijn daartoe niet noodig. Het Congres dan bestaat lilt de vereeniging van personen, die zich ten doel hebben gesteld om een maal in het jaar bij elkander te komen, ter bespreking van de belangen van den Nederlandschen landbouw in al zijne deelen. De vereeniging heeft haar ontstaan te danken aan den heer Baron Sloet tot Oldhuis den ook hier bekenden en gewaardeerden Nederlandschen landhuishoudkundige; bij' den landbouwer bekend en gewaardeerd vooral om zijne onvermoeide pogingen om tot eene wettelijke afschaffing cler tienden te ge raken, pogingen die voorzeker meer dau eenige andere aandrang er toe hebben geleid, dat eindelijk die zaak van regeeringswege ernstig is aangegrepen en met behulp der wetgevende macht is tot stand gekomen. Ten einde het doel, bevordering der belangen van den Nederlandschen landbouw, door onderlinge be spreking, te bereiken, wordt ieder in de gelegenheid gesteld, tegen eene uiterst geringe bijdrage, lid te worden der vereeniging voor één jaar en worden door het Bestuur van het te houden Congres tal van uitnoodigingen gedaan aan personen, van wie men weet of vermoedt., dat zij in den landbouw belang stellen, om vraagpunten optegeven, die men in de vergaderingen zou kunnen bespreken. Die vraagpunten zijn meestal van practischen aard en hebben betrekking op akkerbouw, veeteelt, tuin bouw, houtteelt enz.; sommige hebben betrekking op de wetgeving en strekken om van de landbouwers zelven te vernemen, welke voors tellen aan de regee ring ten behoove van hunnen tak van nijverheid belmoren te worden gedaan. De punten worden besproken of door degenen die ze hebben ingezonden, of door anderen die daartoe lust en opgewektheid hebben, en ieder lid der vergadering heeft het recht zijne meening kenbaar te maken, terwijl hierin vooral een groot voordeel is gelegen, dat men in de gele genheid is tal van die bekwame beoefenaren van den landbouw te ontmoeten, te spreken en hunne ziens wijze en verkregen uitkomsten te hooren mededeelen, die men tot hiertoe slechts bij name kende. Zeer belangwekkende vragen, b.v. omtrent drainage, inen ting van vee, gebruik van verschillende meststoffen, besproeiing van weilanden, suatie van overtollig water, veredeling van vee en dergelijke komen herhaaldelijk voor en worden door verkregen resultaten toegelicht; het voor en tegen wordt besproken, commission, indien noodig, worden benoemd om enkele punten, die niet terstond voor beslissing vatbaar zijn, te on derzoeken en daarover verslag uit te brengen. Kortom, alles wordt in het werk gesteld om in een helder daglicht te plaatsen alles wat maar eenigs- zins tot bevordering van de welvaart van den land bouw kan leiden; en ontegenzeggelijk heeft, reeds menig landbouwer, hoe bekwaam hij ook in zijn vak mocht zijn, in die 27 jaren sedert het Congres tot stand kwam zijn voordeel gedaan met hetgeen hij in de vergaderingen van andere beoefenaren van den landbouw heeft vernomen. Het vorenstaande omschrijft in korte trekken den werkkring van het Congres; alleen mag niet onopgemerkt worden gelaten dat zooals reeds gezegd is tot den landbouw ook behoort tuinbouw en houtteelt en dat ook met betrekking tot die onderdeden meermalen zeer belangrijke vraagstukken worden behandeld. Het kan dus niet anders of ook voor deze eilanden is de vergadering van het Congres een gewenschte zaak immers hoezeer onze landbouw zich moge verheugen in een niet geringen graad van ontwikkeling, er blijft steeds veel van anderen te leeren en optemerken en vooral 111 deze dagen waarin ons voornaamste handels artikel, de meekrap, zoo bedreigd wordt, hetzij met ondergang hetzij althans met grooten achteruit gang^ moet het nuttig worden geacht, dat onze laud- bouwers in de gelegenheid zijn vergaderingen bij te wonen, waariu ongetwijfeld zal gesproken worden over de beste wijze om liet nadeel dat hen bedreigt of zoo veel doenlijk af te wenden of tot een minimum terug te brengen. Tegelijk met het Congres zal de Maatschappij van Landbouw in Zeeland hare groote tentoonstelling van vee en landbouwwerktuig-en houden, waarop als gewoon lijk zullen worden ten toon gesteld de schoonste exem plaren van den Zeeuwschen veestapel, en hoezeer beide vereenigingeu op zich zelve staan en volkomen onafhankelijk van elkander werken, ligt het niettemin in den aard cler zaak, dat juist door die tentoonstelling eene menigte personen zullen worden aangetroffen, die nuttige elementen voor de vergaderingen van het Con gres uitmaken; ook in dat opzicht is de vereeniging van beide zaken in het middelpunt der eilanden Schouwen en Duiveland voor deze van groot belang en eene reden te meer om zich door toetreding tot het lidmaatschap van het Congres, den toegang tot zijne vergaderingen te verzekeren. Als toelichting van het in ons vorige nummer opgenomen telegram, betrekkelijk de resultaten van de zending van het Metalen Kruis langs de westkust van Afcchin, lezen wij in het Handelsblad 5fc volgende Het bovenstaande bericht, dat reeds eergisteren bij het ministerie van koloniën is ontvangen, doch eerst gisterenavond in de Staats-Courant verscheen, verdiende wel een vroegere openbaarmaking. Het vermelde im mers, dat het doel der expeditie aan de westkust van Atchin, die de grootste uitgestrektheid heeft, reeds voor een groot gedeelte bereikt is. Want de havens, van welke gemeld wordt, dat zij onze souvereiuiteit hebben erkend, behoören tot de voornaamste aan de westkust. Zij liggen het naast aan onze vestigingen op die kust, welke bij Sin kei eindigen en zijn daar van gescheiden door het onafhankelijk vorstendom Troemon, dat vroeger een deel van Atchin uitmaakte, doch thans aan dat rijk niet meer cijnsbaar is en met ons land in vriendschappelijke betrekkingen staat. Aualaboe is de gewichtigste haven der westkust. De hoogleeraar Yeth deelt in zijn bekend werkje over Atchin mede, dat die plaats een talrijke Maleische be volking heeft, waaronder omstreeks 800 weerbare man nen met uitgestrekte sa wall's (rijstvelden), vele peper tuinen, een goeden passer (marktplaats), een veilige reede en van aard- en zeebeviug veel heeft geleden. De toen vernielde kampong is verder landwaarts in weder opgebouwd zij bestaat thans uit vele groote houten huizen, in boschjes van vruchtboomen ver scholen. Van Aualaboe loopt door het binnenland een weg naar Atchin, die naar men beweert, zoo goed is dat men daarlangs de hoofdplaats (d. i. cle Kraton) in 5 of 6 dagen bereiken kan. De onderwerping van Analaboe is dus van zeer groot belang. Poeloe-kajoe is een eiland eenige mijlen bezuiden Analaboe dat den ingang dekt van de reede of baai van Soesoe, een groote, welvarende kampong, met grootendeeis Atchineesche bevolking, ofschoon er ook eenige Padireezen gevestigd zijn. Soesoe heeft om streeks 300 weerbare mannen, groote houten huizen, een uitgestrekten passer, 311 een goede doch met noordenwind niet geheel veilige ankerplaats. Rijst, peper en gutah pertja, die uit het binnenland worden aangevoerd zijn er de voornaamste handelswaren. Laboean-Hadji ligt aan een kleinen inham, het heeft een Maleische bevolking, met Afcchineezen ge mengd, en kan ongeveer 100 weerbare mannen stellen. De kampong en passer hebben goede houten huizen en een belangrijke pepercultuur. De ankerplaats is open, doch wegeus de ondiepte bij den wal nog al ver van het strand. Iets zuidelijker ligt Moeki, een Atchineesche kam pong, met zeer verspreide docli ten deele zeer goede planken huizen en uitgestrekte sawahs. De ankerplaats is goed, doch bij westenwind door hooge zeeën moeielijk. Terbangan, welks antwoord nog verwacht wordt, ligt het naast bij Troeraou, tusschen Tampat-Toeau en Bakoengan, de twee belangrijkste havens in het zuidelijkste van Atchiu. Met deze beide plaatsen en andere, benoorden Analaboe gelegen, heeft het Me talen Kruis nog geene aanraking gehad. Uit liet medegedeelde is het duidelijk, dat het re- geerings-telegram zeer belangrijk is, daar eenige dei- voornaamste havens aan d.e westkust tot onderwerping zijn gekomen. De kracht der Atchineezen, die den strijd nog zullen voortzetten, wordt er .zeer door ver zwakt en de afloop der expeditie verhaast. Door den minister van koloniën is in den aanvang der zitting van de Tweede Kamer van Zaterdag een telegram medegedeeld van den generaal van Swieten van lb Maart, te Penang aangeboden deii 20sten van den volgenden hoofdinhoud De politieke toestand was onveranderd. Van Toekoe Kali was een brief van adlncsie ontvangen, maar de hoofden beletten zijne komst in liet hoofdkwartier. Volgens gerucht waren de vijanden reeds driemaal vergaderd en was tot een algemeenen aanval tegen ons besloten, maar telkens waren de aanvoerders en anderen niet opgekomen. De tegenstand der vijanden bleef bloot passief, be houdens het aanleggen van versterkingen in het bin nenland. Simpang Olim en Perlak hadden uitstel ge vraagd. Badja Bandara had ons zijne diensten aan geboden. Onze versterkingen aan den Kraton vorde ren goed. Generaal van Swieten acht het raadzaam om Groot-Atchin tot vrijhaven te verklaren. Van Beuter is mede een telegram ingekomen dat alweder wat donkerder gekleurd is dan de officiecle berichten -. Penang, 20 Maart. De Nederlanders versterken zich in Atchin en houden zich bezig met het opleggen van proviand in de magazijnen. Luitenant-generaal van Swieten zou tegen den 20n Maart naar Batavia vertrekken, terwijl generaal-majoor Verspyck zou achterblijven met 2000 man. Een derde expeditie zal haar operation in October aanstaande aanvangen, indien voor dien tijd de vrede niet mocht zijn gesloten. Het blijkt thans uit de uitvoerige berichten dat er bij cle inneming van den Kraton niet gevochten is. Dit groote feit is verkregen door de meesterlijke be wegingen van cle troepen op last van generaal van Swieten en onder de leiding van gener. Verspyck en maj. van der Heiden, waardoor de Kraton werd om getrokken en de Atchineezen in overhaasting met achterlating van al het geschut cle anders wellicht onneembare sterkte hebben verlaten. Binnenkort zijn belangrijke mededeelingen te wachten omtrent de eerste expeditie. De min. van koloniën heeft d1. bij gelegenheid der interpellatie over de Atchin-expeditie aan de Kamer medegedeeld dat hij thans ook cle stukken ontvangen had betrekkelijk de te Batavia door den gouv. gener. ingesteld enquête omtrent de eerste expeditie, welke stukken allen zullen openbaar gemaakt worden. Ook is thans een uitvoerig rapport van gen. van Swieten van 18 Januari, openbaar gemaakt, waarin cle reeds bekende feiten tot op dien datum nauwkeu riger worden vermeld en bevestigd. Binnenland. ZIEBIKZEE, 24 M>art 1 8 7 4. Zierikzee, 24 Maart. Zaterdag werd alhier de gewone driemaandelijksche vergadering gehouden der onderwijzers in het Tweede Schooldistrist van Zeeland, onder voorzitterschap van den waarnemenclen school opziener Mr, Schneiders van Greijffenswerth. Behalve de gewone huishoudelijke zaken en eenige vraagpun ten werd er nog een zaak van meer actueel belang ter sprake gebracht, n.l. de vraag of men ook de schooljeugd zal doen deelen in de feestvreugde op 12 Mei a.s. Algemeen was men het eens dat er iets moest geschieden en dat het naderende koningsfeest inzonderheid van beteekenis moest zijn voor de jeugd. Bij het bestuur der vereeniging was de mededeeling ingekomen dat een belangstellend inwoner van Zierik- zee bij een eventueel kinderfeest de verstrekking* van eenige versnapering (broodjes en sinaasappelen) aan al de schoolkinderen dezer gemeente, voor zijn reke- kening- wilde nemen. Op grond van deze mededeeling twijfelde men niet of ook anderen zouden wel iets willen bijdragen en beschouwde men dat door overleg der onderwijzers van de verschillende scholen in ver band met cle inzichten of mogelijk alreeds bestaande plannen van schoolcommissie en gemeentebestuur, waaromtrent men besloot dat de onderwijzers zich dienden te informeeren, een flink kinderfeest op den 12 Mei wel verzekerd mocht geacht worden. De vergadering was tevens van gevoelen dat ook de onderwijzers der overige gemeenten van het district omtrent deze zaak zich dienen te beraden met de resp. gemeentebesturen en particuliere belangstellenden. Zierikk.ee, 24 Maart. Gisteren avond hield het departement Zierikzee der Maatschappij van Nijverheid

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 2