ZIERIKZEESCHE CÖUiMT. voor het arrondis- seinen! Zierikzee. 1874. No. 2. Woensdag 7 Januari. 77ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD DE ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie m aand'en 1Franco per post ƒ1.- Afzonderlijlce nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Gehoor te- en Doodberichten van 16 regels 6 0 een t. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, (ie redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAREXMA\, Wij stellen ons voor in eenige artikelen de aandacht onzer lezers te vestigen op de aan 't hoofd dezes genoemde staatkundig-kerkelijke of wil men kerkelijk-staatknndige partij. Zij is wel een nauwkeurige beschouwing waard, niet alleen omdat zij nu reeds gedurende veertig jaar en vooral in de laatste jaren zich op steeds meer geruchtmakende wijze heeft geopen baard, maar ook omdat zij wegens haar ernstige aanmatigingen wel de aandacht verdient. Wij zullen trachten de anti-revolutionaire partij te schetsen in haar toezen, haar geschie denis en haar toekomst. Hierbij zullen we zoo objectief mogelijk te werk gaau, ofschoon we wel bewust zijn dat dit moet beperkt blijven binnen den beschouwingskring van ons standpunt. Wat is alzoo het wezen der anti-revolutio naire partij Deze vraag is bezwaarlijk kort en bondig te beantwoorden. Wanneer wij in de eerste plaats den man raadplegen die gedurende veertig jaren als de vader, als 't eminente hoofd der partij heeft gegolden, dan komen we tot de ervaring dat hij zelf de anti-revolu tionaire partij niet eenvoudig en klaar in haar wezen en willen kan karakteriseeren. Men begrijpt dat wij spréken van Mr. G. Groen van Prinsterer. Deze, ook door ons persoonlijk zeer hoog geachte, in menig opzicht beminnens waardige man, deze gemoedelijke ij veraar, deze onuitputtelijke, bijna daarin ongeëvenaarde veelschrijver, wiens pen onvermoeibaar is waar 't geldt de. ontwikkeling zijner eigenaardige denkbeelden, wiens wel eenzijdige, maar toch zeer uitgebreide en diepgaande geleerdheid be wondering verdient, deze zoo onmiskenbaar merkwaardige man is er, wat men ook zeggen moge, tot heden toe nog niet ingeslaagd een zuivere korte en klare definitie te geven van de anti-revolutionaire partij. Ieder die zijn overtalrijke geschriften heeft doorgelezen moet liet in 't oog gevallen zijn hoe de lieer Groen, sedert zoovele jaren 't er kende hoofd dergenen die o. a. zoo ernstig uitkomen voor hun prijsstelling op het positieve, op positief Christendom vooral, de meest nega tieve persoonlijkheid is van onzen nieuweren tijd. In sommige zijner geschriften is de opeensta peling van ontkenningen, van verweringen, van tegenstellingen zoo groot, dat hij als 't ware den indruk nalaat van de verpersoonlijkte ont kenning te zijn. Bij zijn geestverwanten, in linn organen en geschriften valt ditzelfde op te merken. Jaren lang en duizendmaal heeft de heer Groen, heeft de geheele revolutionaire partij op alle mogelijke wijzen gezegd, geschreven, ge drukt en kerzegcl en herdrukt wat zij niet zijn, wat zij niet willen. Tot vervelens toe hebben zij doen kooreu dat zij niet werden begrepen, niet werden gekend, noch erkend. Do oorzaak hiervan is geen andere dan dat zij tot beden toe nog nimmer klaar, ondubbelzinnig en zonder voorbehoud hebben gezegd wat zij zijn en wat zij willen. Men heeft de partij genoemd een kerkelijke partij. Zij nam dit niet aan en beweerde geen kerkelijke partij te zijn. Men heeft ze een kerkelijk-staatknndige genoemd of een staat kundig-kerkelijke. Neen, beeft ze gezegd, wij willen geen kerkstaat, noch een staatskerk, noch de theocratie. Men heeft haar toegeschreven dat zij, als anti-revolutionair, noodwendig tegen de revolutie en de gevolgen en vruchten van deze moest gekant zijn. Geenszins, heeft ze gezegd, wij willen de door de revolutie bewerkte, de in het revolutionaire tijdperk verkregen rechten en ontstane toestanden niet te niet doen. Zij beeft getracht zich te redden door een aardige woordspeling met anti-revolutionair en contra-revolutionair. Een woordenspel en anders niet; want wat is een anti-revolutionair in beginsel, die 't ook niet is door daden, en als hij zijn begiuselen door daden wezenlijk maakt, wat is hij dan anders dan contra-revolutionair Kortom hoe men ook gepoogd heeft een definitie van de anti-revolutionaire partij te geven, nimmer werd die geaccepteerd door de partij zelfsteeds was haar antwoord een pro test tegen elke, ook de meest voor de hand liggende consequentie, en nimmer werd aan het: dit zijn we niet, ook toegevoegd: dat zijn we wel. Ook de namen kunnen ons niet op den weg helpen. De partij noemt zich bij uitnemendheid en bij voorkeur de Christelijke, de positief- Christelijke. Wat is deze naam anders dan een klank? Wie kan een onbetwiste, een ob jectieve verklaring geven van 't geen een chris telijke partij is? De algemeene phrase dat zij „Gods Woord" als stennsel en richtsnoer erkent, kan ons Diet voldoen. Lezen niet alle mogelijke, ontelbaar vele secten van Christenen, allen, zonder uitzondering, bun leer en meeningen in dat „Woord"? Immers 't is niet de letter waaraan iemand zieb houdt; 't is de uitlegging, de opvatting en dat alles is subjectief. Elke partij die zich dc Christelijke noemt usurpeert een titel, waarop honderd andere richtingen evenzeer en met evenveel recht aanspraak maken. Do partij noemt zich bij uitnemendheid de historische partij. Alweder eeu onbestemd, ijclel woord. Wij kennen geen andere dan historische partijen. Wij kunnen ons geen partij voor stellen die in baar wording en ontwikkeling niet historisch zou zijn. Hier komt nog bij dat wanneer men aan dit algemeene woord een bestemde beteekenis wil toekennen, wanneer men een greep doet in onze historie en ver onderstelt: daar (b.v. 1618'19, of vóór 1795, of, ruimer genomen, onder de oude Eep. der- Vereen. Nederlanden) daar zal 't historisch moment zijn waarvan de anti-revolutionaire uitgaat; terstond vliegt zij op en roept ons toe: neeu, gij dwaalt, wij willen niet terug, wij willen noch kunnen de historische ontwik keling wegdenken of wegdoen. Uit de twee attributenchristelijk en histo risch wordt wederom een nog meer samenge stelde vorm gesmeedQhristelijli-hiswrisch. Doch ook bier hebben we wederom niets dan een ijdele klank, een onbestemde woorden combinatie. Zoodra men er de voor de band liggende verklaring van geeft, dat daii de anti revolutionaire partij een bepaalde fractie is van leden der Nederlaudsclie Hervormde Kerk, die aan hun kerkelijke overtuiging zekere politieke theoriëen verbindende tegenwerping is al weder een pertinente ontkenning: „aan pro- testantsch pausdom wordt niet gedacht, vrije ontwikkeling en vooruitgang wordt gewild, gewetensdwang- wordt geschuwd, 't individu wordt niet onderworpen aan de geschreven leer," enz. enz. Altemaal ontkenningen, die door geen enkele ondubbelzinnige verklaring worden vergoed. Met den besten wil om te luisteren, verklaren wij dat wij tot beden toe van de auti-revolu- tionaire partij geen bepaalde, ondubbelzinnige, positieve geloofsbelijdenis geboord hebben. Dat ligt aan ons, zal men waarschijnlijk wel bewerenneen, toch niet, bet is immers overbekend dat zoovele anderen, wier ooren vrij wat geoefender en scherper zijn dan de onze, precies dezelfde betuiging hebben gegeven. In de pers, in de club, in de Kamer is hon derdmaal tot de anti-revolutionaire partij de vraag gerichtwie zijt ge en wat wilt ge Nimmer heeft ze klaar en duidelijk die vraag beantwoordnimmer beeft ze iemand toegelaten consequeutiën te maken uit eenig punt dat men soms hier of daar in den wolk van neg-atiëu en phrases meende te mogen vasthouden als een cardinaal punt. Ongeloof en revolutie zijn, eeu halve eeuw lang, de spoken geweest, waartegen de heer Groen is opgetrokken met al de kracht die in hem is. Tegenover, ongeloof staat geloof, dat is klaar. Welk geloof?''t Is'noch den heer Groen, noch iemand vari: zijn geestverwanten ooit gelukt van Aal geloof een andere verklaring te geven dan dezedat het is de eigenaardige, geheel personeele en louter subjectieve godsdienstige overtuiging van den beer Groen en zijn geest verwanten. Eu geen wonder! de uitkomst kan geen andere zijn. Wij hebben hier ook niets ter wereld tegen elk koude zich in zijn overtuiging voor eeu geloovige. Maar 't gaat veel te ver als men al wat buiten die subjectieve overtuiging ligt ongeloof noemt. Tegenover revolutie staat auti-revolutie of contra-revolutie. De beer Groen zelf wil tegen over revolutie gesteld hebben herstel. Herstel. Wat moet hersteld worden Geen antwoord wordt op deze eenvoudige vraag ge geven. Beproefde iemand, buiten de partij, 't toch te doenwerd er opgemerkt dat herstel hier niets anders kan beteekenen dan reactie, reruggang tot vroegere toestanden, met toela- Zie Mr. G. Groen van Prinsterer, »Welke is voor Nederland de hoop van den Christen?" Arast. 1850. Ook te vinden in de «Verscheidenheden over Staatsrecht en Politiek."

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1