ZIERIRZEÏSCHE «üiAÏÏT
voor het arrondis- juk**, senieiit Zterihaee.
1873. No. 96. Woensdag 3 December. 76ste jaargang',
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
SINT NICOLAAS.
STATEN-GENER AAL
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Per gewonen regel 10 cent. IT u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25--ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever Sï. LAREUMM.
„Daar komt nu Sint Nicolaas uit Spanje
weer aan!" zal over een paar dag-en de on
schuldige, onnoozele jeugd weêr voor de zoo-
veelste maal zingen, met dezelfde van blijde
en angstige ontroering trillende stemmetjes,
om spoedig daarna in luid vreugdegejuich uit
te schateren hij den aanblik van al 't moois
dat de goede Sint heeft gereden.
„Och, bracht die goede Sinterklaas, als hij
toch uit Spauje hierheen komt, over heg en
steg, over dakgoten en torenspitsen, bracht
hij dan ook maar een grooten zak vol klin
kende douro's mede om de coupons te betalen,
die al zoo lang schreien van schande over
't discrediet, waarin zij geraakt zijn, nu ze
wel al lang vervallen, doch haast het oprapen
niet waard zijn
't Is een slechte Sinterklaas van 't jaar
't laat zich althans zoo aanzien dat de ver
eering van den ouden Sint niet van harte zal
gaan bij zoo menigeen, ook al zal hij den
schijn weten te bewaren.
Er zijn er zoovelen onder ons, die zich niet
lekker gevoelen door financiëele tegenspoeden
die al zijn gebleken, of die nog dreigenen
als men niet lekker is, hoe zou dan al dat
lekkers, dat de Sint meêbrengt, goed kunnen
smaken Met een bitteren en walgelijken
smaak in den mond heeft men geen trek in
zoetigheid. Neen, dan zou een hartige brok
beter te pas komenzoo'n hartige brok in
den vorm van een goede balans, een flink di
vidend of een batig saldo van item zóóveel.
't Is een slechte Sinterklaas voor zoo menig
een die zijn kapitaal of zijn kapitaaltje de
grootte doet er niet toe, 't is toch alles maar
betrekkelijk heeft zien weggestolen door
gewetenlooze bankroetiers, of verspeeld door
onvoorzichtige en al te begeerige waaghalzen,
of ontfutseld, uit den zak gepraat door schoone
aanprekers van leelijke zaken, zilvermijnen
'en ijzeren wegen b.v.
Een slechte Sinterklaas voor de winkeliers,
want die zullen 't ook al merken in de lade
dat het slechte tijden zijn tegenwoordig voor
vele famieljes. „Er gaat niet veel om," klagen
de neringdoenden nu al. Ja er gaat wel veel
om, meer dan men zoo wel weet en wie kan
voorzien wat er nog in de financiëele wereld
broeit tusschen Sinterklaas en Nieuwejaar?
Een slechte Sinterklaas voor wie weet hoeveel
bankiers nog, vvien onpleizierige surprises wach
ten in den vorm van wissels, die zij niet kunnen
voldoen.
Een slechte Sinterklaas voor de gefortuneerde
arme drommels die in de pakken en trommels
die ze thuis kregen als surprise, wat oude
comedie-affiches en afgelezen couranten vonden.
Kortom, een slechte Sinterklaas voor de
grooten en dat druppelt af op de kleinen, zoo
dat het ook voor de kleinen wellicht een schrale
Sinterklaas en als surprise misère zal wezen.
Als 't eenigszins kan dan moet dit toch het
geval niet zijn. Hoe jammer zou 't wezen als
do goede, vriendelijke, zorgelooze en toch voor
allen zoo bezorgde Sint oveial niets dan lange
gezichten en maar half gapende portemonnaies
vond op zijn omrit door de stadswijken.
Onze kleinen kunnen toch niet helpen dat
wij, als zij, nog zoo gaarne ons vermeien in
het zeepbellen blazen. Hun wereld is nog zoo
zonnig, hun heden zoo schoonlaat ze toch
maar liever niet merken dat het Sinterklaas-
vieren van 't jaar niet zoo van harte gaat
als anders.
Mocht integendeel de reine, onschuldige vreugd
der kleine aanhangers en vereerders van den
goeden ouden Sint zelfs nog een helder oogen
blikje schenken aan de ouderen van dagen,
die om allerlei redenen uiet Sinterklaasachtig
gestemd zijn
Als 't maar kon dan zouden we onzen Sint
als hij rondkomt wel eens wat willen inblazen.
Och Sinterklaas! zouden we zeggen, als gij
nu voortaan en altoos weêr op nieuw, elk jaar
rondkomt, klop dan ook bij alle bankiers en
effecten-lui eens hard op de deur en vraag
met uw brommende en toch zoo vriendelijke
stem, niet: zijn hier ook stoute kinderen? maar:
worden hier ook gevaarlijke, dwaze, onverant
woordelijke speculatiëu en zwendelarijen ge
pleegd Wie weet hoe goed het wezen zou
Maar wat een dwaasheid! Er is immers
geen Sinterklaas? Niet waar! die is er niet;
maar zou er werkelijk voor de straks bedoelde
keeren niet zoo iets wezen dat tusschenbeide
eens even bij ben aanklopt om te vragen, al
was 't maar in deftige tale Kanaansbroeder
bankier, of jonker geldman, is 't wèl met' tt,
en is 't wèl met de effecten-trommels van de
genen, wier belangen gij behartigt? Niet'?
't Zou dan al heel naar wezeneen dubbel
nare Sinterklaas
We herhalen echter nog eenslaat onze
kinderen van al de zorgen toch niet al te veel
den druk medevoelenLaat ook de winkeliers,
voor wie de Sinterklaas een belangrijk tijdperk
is, in hun jaarlijkscke campagne 't niet al te
zeer ondervinden! De lasten en zorgen zijn
zoo zwaar, 't is nu toch Sinterklaas en de
Sint komt toch maar eens in 't jaar
In liet Bijblad van ons vorig nommer hebben wij
de interpellatie van onzen afgevaardigde en het ant
woord van den minister van Justitie omtrent een
paar handelingen der ITaagsche politie medegedeeld.
Wij moeten dankbaar zijn voor die interpellatie en
dat antwoord, ofschoon wij er niet door voldaan zijn.
Waar de minister van Justitie kennis draagt, dat
dergelijke middelen als door den commissaris van
politie Beukman, zooals hij zegt met toestemming
Fantasie door WEEIHKE.
LI.
Ik poogde mij aan haar armen te onttrekken met zacht
geweld, want ik haatte die vrouw niet. Zij klemde zich
vaster aan mijn borst.
»Och, -schenk mij uw hart, schenk mij een weinig liefde.
Gun mij dat ik u lief heb als uw slavinMaar heb mij
dan ook lief!"
En toen zich plotseling oprichtende, sprak zij in vervoering
«Hier is 'taltaar, 't middelste, 't heiligste, een offer daarop
gebracht verbindt voor eeuwig!"
«Corrilla! lieve zuster! sprak ik diep bewogen, doch ik
had mijn zelfbeheersching herwonnen, gij kunt mij niet
beminnen, anders dan als een vriend en broedergij moogt
mij niet beminnenDenk aan Paulin en aan uw kind
De uitwerking van die harde woorden was vreeselijk. Zij
stiet een gil uit, die mij door merg en been drong. On
willekeurig zag ik rond, of men 't soms ook kon gehoord
hebben. Toen ik weder naar Corrilla zag lag zij ineen ge
bogen op de trede van 't altaar, 't hoofd tegen het marmeren
voetstuk daarvan gelend. Doch slechts een oogenblik duurde
dat huiveringwekkend tooneel.
Plotseling sprong zij weder op en greep mij bij de handen.
«Gij veracht mij dus, omdat gij dat alles weetZij heeft
mij verraden en nu veracht gij mij nu versmaadt gij mijn
liefde en laat mij rampzalig blijven voor altoos Nu ont
rooft gij mij 't geloof aan terugkeer op den goeden weg
en geeft mij aan de koude wanhoop over!"
«Gij zijt niet rechtvaardig jegens mij Corrilla! Luister:
Ik wist uw geheim. Die vreemde vrouw heeft mij daarvan
niet gesproken; ik wist alles al sedert lang. Maar gij ver
gist u als gij meent dat ik onverschillig voor uw lot ben.
Neen, God weet hoe zeer ik mij getrokken gevoel tot u,
omdat ik zooveel in u bespied heb dat mij aan een groote,
edele ziel doet denken. Weet thans dat ik in plaats van u
te verachten, mij zoo geheel aan u en uw geluk heb toe
gewijd dat ik daarvoor geen gevaren zal ontzien, al mochten
deze zich soms onverwachts opdoen. Ik heb u mijn vriend
schap geschonken en hoop u nog te kunnen toonen dat
dit mij ernst was. Doch vriendschap en liefde zijn twee,
gelijk plicht en neiging twee zijn. Mijn vurigste wensch is
u teruggekomen te zien van de giftige dwalingen waarin
zelfs de edelste harten hier verkeerenmaar uw geluk ligt
niet in een verbintenis met mijdaar zijn een paar wezens
die recht hebben op uw hart en aan wie de plicht u bindt.
OHoor mij aanen laat uw verstand een glorievolle
overwinning behalen op al de onhoudbare theorieën die gij,
evenals al uwe zusteren hier, reeds al te lang hebt aange
hangen zonder er al 't heillooze van te doorgronden. Gij
zijt nog jong en schoon daarom hebben de théorieën
nog vat op u; doch na eenige jaren komt het bruisende
bloed tot bedaren en gaat het schoon der jeugd voorbij
wat zal er dan van uw idealen overblijven? Dan wordt gij
gelijk aan een van die afschuwelijke vrouwelijke monsters
zoo als ik er hier reeds heb leeren kennen, die als 'tware
een bespotting en een lastering zijn van den eerbied dien
men anders aan een eerwaardige vrouw en moeder ver
schuldigd is en ook gaarne haar toekent.
Waarom zoudt gij 'tzoet dor moederliefde niet smaken?
Waarom zoudt gij u niet willen toewijden aan de op
voeding van uw zoon en aan het geluk van hem wien gij
eens, mogelijk bij dit zelfde altaar, eeuwige trouw hebt beloofd?
Uw zoon heeft recht op u; als gij eenmaal uw hoofd
ter ruste zult leggen in het kille graf, dan moet hij u de
oogen kunnen toedrukken, dan moet hij op uw grafterp
kunnen weenen, aan u denken, zijn vader troosten over
zijn verlies en met hem voor u biddenZiedaar de roeping
die u is voorgeschreven, een verhevene, een heilige roepin g,
een voorrecht dat, helaasniet allen edelen zielen uwer kunne
bereid is; zult gij dat alles verwerpen en versmaden
Als in gedachten verzonken stond de diep geschokte
vrouw daar. 'tScheen dat zij een zwaren strijd streed in
haar binnenste en ik vleide mij half en half dat zij op
dit keerpunt van haar leven zich mocht wenden naar 't
geen ik voor den goeden weg hield, naar haar kind en
haar verstooten vroegeren minnaar.
Het viel mij niet in dat het jiu ook het geschikte oogen
blik was voor een van die wendingen zooals men ze in de
romans wel vindt, nl. van de teleurgestelde liefdenaarden
bittersten haat. Ik begreep evenwel dat deze staat van
zaken niet lang zou kunnen duren; voor een tableau had
het al reeds te lang geduurd.
Eindelijk scheen Corrilla een besluit genomen te hebben.
(Wordt vervolgd.)