STATEN-GENER AAL.
liet van bet grootste belang dat bebalve aan de
voltooiing van den nieuwen waterweg ook eens
met kracht gewerkt wordt aan de verbetering
van bet Hellegat. Het is zeker dat zoo de
nieuwe waterweg al ooit genaakbaar wordt
voor diepgaande schepen, dit langzaam zal ge
schieden en dat dus als er niets gedaan wordt
om bet Hellegat dieper te maken de vaart naar
Rotterdam wellicht zeer spoedig geheel zal af
gesloten zijn voor eenigszins groote schepen,
terwijl ditzelfde in nog meerdere mate voor
Dordrecht het geval zal wezen, omdat deze stad
volstrekt geen nut van den nieuwen Maasmond
kan trekken, al werd die ook nog zoo goed.
De Kamers van Koophandel van Rotterdam
en Dordrecht hebben zich daarom nu tot de
Tweede Kamer gewend met dringend verzoek
om behalve de drie ton die uitgetrokken is voor
den nieuwen waterweg ook gelden te willen
toestaan voor de verbetering van het Hellegat.
OVERZICHT DER AEGELOOPEN WEEK.
Homeur cl la premiere De Eerste Kamer is
j.l. Dinsdag weder bijeengekomen, heeft de nieuw
gekozen leden (de heer Eysinga, die afgetreden was
wegens bevordering' in zijne betrekking' bij de rech
terlijke macht, en de heer Durnbar, die zitting nam
In plaats van den heer Cost Jordens) toegelaten, en
daarna eenige wetsontwerpen van kleine beteekenis
aangenomen; eigenlijk zijn zij afgehamerd.
Ons verslag' omtrent de zittingen van dit deel
der wetgevende macht kan niet uitgebreider zijn,
want het verslag ten aanzien der Indische begrooting
lioevele punten daarin zijn gereleveerd, zal, onzes
bedunkens, gedeponeerd worden bij de zoovele stukken,
die op de Eerste Kamer betrekking- hebben en wier
vrucht altijd nog zeer twijfelachtig is. De tegen
woordige zitting der Eerste Kamer bevestigt ons op
nieuw in de overtuiging', reeds vroeger in ons blad
uitgesproken, dat die Kamer eigenlijk een overbodig
meubel in onze constitutioneele huishouding is, en
dat, mocht zij een enkele maal van haar bestaan
hebben blijk gegeven door de afstemming van het
een of ander wetsontwerp, zij eigenlijk meer kwaads
dan goeds gebrouwen heeft bij de samenstelling van
eene goede wetgeving van Nederland. In hare ver
slagen moge zij eenige goede wenken geven, (meestal
geput uit de beraadslagingen in de Tweede Kamer)
zoolang zij slechts het votum heeft van goedkeuring-
of verwerping der wetsontwerpen, kan zij weinig of
niets in het belang' der constitutioneele monarchie
uitrichten.
De Tweede Kamer heeft zich bezig gehouden met
de behandeling der Staatsbegrooting. Uit het debat
dat aan de beraadslaging over de afzonderlijke hoofd
stukken voorafging, bleek ten duidelijkste dat ons
ministerie het liberaal ministerie van de Putte-
de Vries nog altijd op eene meerderheid kan re
kenen; want de oppositie, dit was duidelijk merkbaar,
verkeert in een beklagenswaardigen toestand van
verdeeldheid en verwarring. De heeren van Loon,
van Wassenaer, van den Berch van Heemstede en
Teding van Berkhout hebben op nieuw de vaan van
den Standaard omhoog geheven. De heer van Zuylen
plaatst zich daar tegenover, de heeren van Lijnden
en Saaymans Vader scharen zich meer naar de partij
van het Kuijpers-blad, ofschoon zij zich daarmede
niet vereenzelvigen, en eindelijk blijft de lieer Wint
in een vrouw als Corrilla; maar daarom behoeft er van
hartstocht juist geen sprake te zijn."
»Maar waarom wilt ge van mij dan geen sympathie aan
nemen? Gij zijt toch geen ongevoelig menschenhatergij
zijt toch een man!"
»Een wonderlijk middel om sympathie af te dwingen
riep ik schamper, op den revolver wijzende, die nog altoos
op den grond lag.
«Luister sprak zij, mijn handen vattende, «gij moest
redelijker zijn; men kan de trotschheid te ver drijven. Het
zal u in uw leven wellicht nooit weder aangeboden worden,
wat ik u heb aangebodeneen hart, van liefde gloeiende,
en een schoone toekomst daarbij, want ik bezit het ver
mogen om u eer en aanzien te bezorgen. Maar gij zijt nog
een nieuweling; ik hoop de kennismaking met u te her
vatten. Heb ik u beleed igd, vergeeft mijGij haat of veracht
mij toch niet? In uw land zou men een vrouw verachtelijk
noemen, die deed wat ik gedaan heb. Waarom zou men zoo
hard oordeelen? Omdat men bij u de vrouw minder schat
dan zij 't recht heeft geschat te worden; zij mag bij u haar
hart niet laten spreken, zij moet slechts aan den man dat
recht overlaten en haar wordt alleen onderwerping of ver
smading gegund. Gelukkig zijn onze zeden anders.
En nu broedervaarwel! De tijd zal wellicht nog komen
dat wij elkander beter zullen leeren kennen. Ik acht uik wist
niet dat er zulke sterke mannen warenikLaat ons
het onderhoud eindigen!"
«Dat zal 't beste zijn, Mevrouw!"
Zij zette haar kap weder op, 't scheen mij toe als had zij
comedie gespeeld, zoo geheel was haar houding nu veranderd,
't Was of er niets was voorgevallen. Ik dekte mij ook weder.
gens, als veteraan der conservatieve partij zijn eigen
aardig standpunt behouden door den oorlog te ver
klaren aan alles wat naar clericalism us riekt en waar
door hij de breuk met de Standaard-partij ongeneeslijk
heeft gemaakt. Voeg daarbij de ultraraontanen, die
bij monde van den heer van Baar nadrukkelijk ver
klaarden, geen oppositie guand-rnême te willen, terwijl
de heer Haffmans, als geestverwant en trawant der
Dagblad-partij, zich tegen het ministerie als een
don Q,uiehotte tegen de windmolens in het zadel
zette, en men kan zich een klein denkbeeld vormen
van de kracht der vereeniging, die het Dagblad be
stempelt met den trotschen naam van „nationalepartij
Onze ruimte laat niet toe het debat in al zijne
bijzonderheden 11a te gaan evenmin als wij in staat
zijn een goed samengesteld overzicht te geven van de
beraadslagingen, omtrent de verschillende onderdeelen
der staatsbegrootingmaar wie met ons het Bijblad
leest, zal ons toestemmen.'dat de oppositie verbrokkeld
en verstrooid is, waardoor het ministerie in kracht
heeft gewonnen. De regeering kan niet meer gezegd
worden een zwakke regeering te zijn, en zelfs indien
zij dit ware, zou zij sterk zijn geworden door de totale
oumacht der oppositie. Slechts een klein bewijs daar
voor willen wij aantoonenhet is, dat het hoofd van
het kabinet, de minister van justitie, zijne begrooting
met algemeene stemmen zag aannemen.
Een enkel woord ten slotte over twee ministers.
De minister van koloniën heeft in zijn antwoord op
het voorloopig verslag ten aanzien van zijn hoofdstuk
uit de staatsbegrooting op nieuw zijne Zeeuwsche
rondheid en Zeeuwsche cordaatheid ten toon gespreid.
Openlijk heeft hij verklaard, dat zoo onzejdapperen in
Atchin de zegepraal behalen, dit land onder de Neder-
landsche souvereinifceifc zal worden gebracht met behoud
van een eigen bestuur. Deze verklaring zal de dui
zenden bevredigen, die van oordeel zijn, dat wij aan
geene uitbreiding van onze macht in Indie kunnen
denken, maar die tevens beducht zijn voor de schade,
die aan ons beheer kan worden toegebracht door een
zelfstandige staat op een van onze schoonste overzeesche
bezittingen.
De minister van oorlog toont meer en meer de rechte
man op de rechte plaats te zijn. Het kon. besluit,
dezer dagen door hem uitgelokt, om een goed kader
van onderofficieren bij elk regiment infanterie samen
te stellende voorschriften omtrent de getuigschriften
van goed gedrag aan gepasporteerd wordende miliciens,
waardoor hij het gehalte- der plaatsvervangers wil ver
beteren, beide maatregelen getuigen, dat hij op een
goeden weg is.
Wat wij uit het bedoeld debat omtrent de staats
begrooting putten, wat ,cte maatregelen der ministers
ons in den mond geven is ditde wensch, dat het
ministerie nog lang aan het bestuur blijve. Het kan
niet anders of Nederland zal van de vervulling van
dien wensch de schoonste vruchten plukken.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 2 5 November 187 3.
Vrijdag avond jl. werd door de Kederijkerskamer
„Ruyschde eerste uitvoering gegeven voor dit win-
ter-seizoen, en wel van het geschiedkundig drama„De
Hertog van Alentjon te Antwerpen of Burgertrouw en
Verraad in 1583."
Wij kunnen niet anders dan lof toekennen aan al
de werkende leden der kamer voor de verdienstelijke
wijze waarop elk zijn rol vervulde en waardoor de
uitvoering van het voor dilettanten anders vrij zware
stuk zeer goed geslaagd raag geacht worden. Ook de
«Neem den revolver, Broeder!" zeide de onbekende, naar
'tscheen aangedaan, «gij hebt hem veroverd; hij behoort
u toe gij gelooft tocht niet dat ik werkelijk zou ge
schoten hebben?"
«Ik dank u voor zulk een souvenir, sprak ik, ik zal 't
maar niet aannemen; ik hoop zulke wapenen hier niet
noodig te hebben."
De onbekende trad naar de deur.
«Gij weet, sprak zij zacht op geheel natuurlijken toon, dat
van al wat hier is voorgevallen, geen woord naar buiten
mag gedragen worden?"
Stel u gerust, Mevrouw! ik ken u niet eens, en mij zou
men mogelijk niet eens geloof schenken al vertelde ik mijn
avontuur aan iedereen."
«Ik reken op uw bescheidenheid; mijn naam kan ik u
niet zeggen."
Daarop opende zij de deur met een sleutel, wenkte mij
toe als tot een groet en wipte zoo vlug achter het gordijn
heendat ik haar zelfs niet meer onder de menigte op
merkte toen ik in de zaal was getreden.
Half wakend half droomend dwaalde ik de groote zaal
rond. Zij scheen mij nu toe bevolkt te zijn niet met
broeders en zusters, die in eenigheid des gemoeds zich daar
bezig hielden met de zedelijke en godsdienstige grondslagen
hunner leer in stand te houden en daarop hun geestelijken
tempel verder op te bouwen. Ik meende mij omringd te
zien van priesters en priesteressen eener zoo ruwe zinne
lijkheid dat zij zelfs voor niets zouden terug deinzen tegen
over dengene die zich met zulke beginselen niet mocht
kunnen vereenigen en zich niet m tijds aan dezen club
trachtte te ontrukken. Ondertusschen vermoed, ik dat
costumes, uitmuntende door pracht en frischheid, ver
hoogden zeer den aangenamen indruk van het geheel.
De opkomst was zeer groot zoodat de zaal niet wel
allen kon bevatten.
Als wij ons een opmerking mogen veroorloven, ze
is deze of een stuk als dit drama niet wat al te lang
is en of in plaats van een dergelijk groot werk, een
paar kleinere vroolijke stukjes niet ook voor het meeren-
deel van het auditorium gemakkelijker te volgen zouden
zijn, terwijl dit tevens voor.de werkende leden niet
zooveel inspanning zou vorderen.
Gelijk uit achterstaande aankondiging blijkt is de
Iiederijkers kamer voornemens aanstaanden Zaterdag
avond als volksvoorstelling een reprise van de Hertog
van Alen<jon" te geven. Wij hopen dat vele jonge
lieden van die gelegenheid tot nuttige uitspanningen
gebruik zullen maken en wenschen tevens dat ook
gehuwde werklieden, voor wie in dezen tijd elke uit
gave voor iets dergelijks, hoe gering die ook overigens
zij, te veel kan zijn, door heeren of bazen in de ge
legenheid mogen gesteld worden de voorstelling bij
te wonen.
Z. M. heeft benoemd tot Burgemeester van Zonne-
maire den heer K. Hocke Iioogenboom aldaar.
Neuzen, 22 Nov. Door den heer D. Tholens alhier
is aangenomen voor de som van 29.970 per jaar,
het driejarig onderhoud van het Nederlandsch gedeelte
vau liet kanaal van Neuzen, het .zij-kanaal voor de
Axelsche Sassing enz. met bijlevering der materialen.
Volgens de Amst. Ct. heeft de //Vereeniging voor
Christelijk nationaal schoolonderwijs" afgezien van het
voornemen om een kindergeschenk ie doen aanbieden
door de kinderen harer geestverwauteu afzonderlijk;
nu zal zulks geschieden door de Vereeniging van
Christelijke onderwijzers.
Het is al even erg of men van de kat gebeten wordt
of van den kater eu de verdeeldheid zal er wellicht
niet geringer om zijn.
Wij verblijden ons ondertusschen dat hier ter stede
die betreurenswaardige verdeeldheid niet bestaat en
dat hier ook de kinderen der bijzondere school door
hun onderwijzer in de gelegenheid gesteld zijn zich
bij de overige Nederlandsche kinderen aan te sluiten.
Sluis, 22 Nov. De sub-commissie voor 't inza
melen van bijdragen voor het Zeeuwsch Geschenk,
bestaande uit de heeren J. H. Hennequiu, K. E.
Koksma, L. A. Croin en J. B. Buijsse, heeft om
streeks 280 aan inschrijvingen op haar lijsten
verkregen,
Met genoegen zal men zeker vernemen, dat de toestand
van H. M. de koningin bevredigend is. Hoewel de
beterschap slechts langzaam toeneemt, geeft zij toch
gegronde hoop op een niet te ver verwijderd volkomen
herstel van eene ziekte, welke zich aanvankelijk ernstig
liet aanzien.
Onlangs heeft het ministerie van binnenlandsche
zaken een bezending foltertuigen uit Middelburg ont
vangen, bestemd voor de verzameling op de Gevangen
poort. Wij hopen dat spoedig met het in orde brengen
en aanvullen van deze collectie zal begonnen worden.
Zonder veel kosten kan men aldus een zeer merkwaardige
tentoonstellling van oude strafwerktuigen in orde
brengen. N. S.
De heer IT. Witte, hortulanus te Leiden, is door
den keizer van Oostenrijk gedecoreerd met het ridder
kruis der Erans Jozefsorde.
sommigen mijner lezers met mijn gedrag niet zoo geheel
ingenomen zullen wezen. «Gij hebt u aangesteld als een
uilskuiken," hoor ik mij al uit dezen en genen hoek toeroepen.
Ja, wat zal ik daartegen veel inbrengen! Ik heb reeds
meermalen gezegd dat ik geen romanheld ben. Ware ik
dat, dan zou ik vast van die prachtige gelegenheid hebben
moeten profiteeren om mij hals over hoofd in dat lustige
avontuur te werpen. En toch, durf ik nog opmerken, waarom
zou ik dat nu hebben moeten doen? Om die verliefde dame
haar zin te geven? Ik zie niet in dat ik daar nu juist door
eenigen regel der beleefdheid toe verplicht kon zijn. Dan
uit eigenbelang? Ik zie dat ook niet in. Wel wil ik ge-
looven dat de meeste jonge liedenin mijn plaats, zouden
gezegd hebben: ik blijf, vooruit maar! of zoo iets, doch ik
ben zoo vrij te betwijfelen dat dit nu verstandig en goed
zou geweest zijn, en in hun wezenlijk belang.
Daarenbovenik had toen juist die toespraak gehoord
over de liefde, en ofschoon ik het daarin gezegde nu niet
zoo geheel en als waar aanneem, daar is toch werkelijk
wel iets merkwaardigs in dat artikel van liefde op te merken.
En ik geloof ook dat de meesten die zich zoo geestig in
zulke galante avonturen zouden willen werpen 't rechte be-,
grip niet hebben van 't geen de liefde eigenlijk is.
Verder geloof ik ook dat een der oorzaken van zooveel
ellendigs in den toestand der vrouw onder ons, verlichte
christenen, juist ligt in het toegeven aan de illuzie dat dat
liefde mag heeten wat die straks bedoelde «sommigen" van
mijn lezers misschien in mijn geval geheel anders zou
hebben doen handelen dan ik.
Wordt vervolgd.)