Zll ltlk/l lSdll COURANT.
voor het arrondis- sement Zierihzee.
1873. No. 94. Woensdag 26 November. 76ste jaargang,
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
BEKENDMAKING.
De Nieuwe Waterweg en het Hellegat.
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen vau 15 régels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukkeu, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever H. LAKENMAN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierihzee,
bevelen het nieuwe plantsoen bij den ringmuur op de
Oude Haven in de belangstelling van alle ingezetenen aan,
en noodigen hen uit, ook van hunne zijde, zooveel mogelijk
te zorgen, dat alle beschadiging daarvan wordt voorkomen.
De Burgemeester en Wethouders
v. CITTERS.
De Secretaris
J. P. N. ERMERINS.
Onze rivieren, voor de binnenlandsche scheep
vaart van zooveel belang en ook doorgaans
daarvoor bij uitstek bruikbaar, zijn, op een
enkele uitzondering na, geheel ongeschikt om
in de behoeften der groote buitenlandsche scheep
vaart te voorzien.
Inzonderheid is dit het geval met de Maas,
de natuurlijke waterweg naar de handelsteden
Rotterdam, Schiedam en Dordrecht. De kracht
der rivier is door haar vele vertakkingen der
mate versnipperd dat het medegevoerde zand
en slib voor een groot deel de zee niet kan
hereiken, maar voornamelijk op de plaatsen
waar de strijd van den zeevloed met het af
komende rivierwater het grootst is, bezinkt en
den rivierbodem ophoogt. De eigenlijke Maas
mond is al sinds onheugelijke jaren voor groote
zeeschepen onbevaarbaar geweest. Het Kanaal
van Voorne is, zooals bekend is, aangelegd
om een beteren weg van Rotterdam naar Zee
te maken, doch ook dit kanaal is tegenwoordig
ongeschikt om te voldoen aan de behoefte
der scheepvaart. Bij den bouw der sluizen
kon men wel niet rekenen op zulke enorme
afmetingen als tegenwoordig de schepen voor
de groote vaart hebben, terwijl, behalve dit
gebrek, ook de nog in gebruik zijnde toegangen
en vaarwaters, meer en meer verzanden.
Zoo is men gekomen tot de kolossale onder
neming van de doorgraving der landtong aan
den Hoek van Holland. Dit was geen nieuw
plan, maar men heeft het in onze dagen pas
met ernst aangevat. Met de doorsnijding van
dezen hoek in een rechte lijn met den Maasarm,
die langs Maassluis en Vlaardingen loopt, en
in verband met de verdieping en verbetering
van dezen laatste, meende men aan Rotterdam
een waterweg te kunnen bezorgen, die voor
de grootste schepen zou toegankelijk en bruik
baar zijn, zoodat bet binnenvallen te Brouwers
haven en het kostbare lichten der schepen
aldaar, 't welk voor een getal van 600 schepen
per jaar wel op 240,000 onkosten geschat
wordt, te kunnen vermijden.
Gelijk bekend is heeft men het groote werk
aangevangen en er tot nu toe reeds vele tonnen
schats aan besteed; men rekent zelfs het voor
viervijfden voltooid te hebben.
Al onze groote waterwerken zijn evenwel
teekens die wedersproken worden. Dit was
ook 't geval met den nieuwen waterweg. Ter
wijl de een aan het volkomen succes niet
twijfelde, zag de andere in al 't werk niets
dan een groote geldverspilling zonder uitzicht
op eenig gunstig resultaat.
Tot heden toe is het nog niet bewezen of
de pessimisten, dan wel de optimisten gelijk
zullen krijgenwant de grootsche verwachtingen
der eersten zijn nog evenmin vervuld als de
donkere inzichten der laatsten.
De nieuwe waterweg is sedert eenigen tijd
in gebruik gekomen, haast bij wijze van proef
nolens volens, daar noch de betonning noch de
loodsdienst op het vaarwater definitief gere
geld zijn.
Ondertnsschen is het toch merkwaardig dat
reeds zoo druk van den waterweg gebruik ge
maakt is. Een blik op den staat der scheep
vaartbeweging in de eerste tien maanden van
1872 en 1873 kan zulks bewijzen.
In- en uitgegaan te:
Brouwersh. Hellevoetsl. Brielle. N. Waterweg. Totaal.
1872. 529. 5279. 1179. 443. 7430.
1873. 466. 3866. 178. 3593. 8114.
De meeste schepen, die bet groote getal van
3593, die in 1873 van 1 Januari tot uit. Oc
tober den nieuwen waterweg zijn in- of uitge
gaan, uitmaken, zijn vast wel de stoombooten.
De beweging te Brouwershaven nam slechts
met ruim 60 schepen af, die van Hellevoetsluis
daarentegen met 1413 en die van Brielle met 1000.
Het is duidelijk dat de nieuwe waterweg
thans reeds zeer druk gebruikt wordt. Maar
het is de vraag of de enorme kosten aan dat
werk besteed en nog te besteden, gerechtvaar
digd zijn door het feit dat de nieuwe weg, ja
wel gebruikt wordt, doch niet door de schepen,
waarvoor hij in de eerste plaats zou moeten
dienen, n. 1. door de groote vaartuigen die nu
nog, als vroeger te Brouwershaven binnen vallen
en daar lichten om vervolgens, na tot op 14
voet gelicht te zijn, langs den ouden weg
door te gaan naar Rotterdam, of wel geheel te
Brouwershaven lossen zonder Rotterdam te zien.
Rotterdam hoopt dat de waterweg mettertijd
wel geschikt zal worden voor de grootste schepen,
deskundigen meenen dit ook, doch er zijn er
ook die twijfelen.
Zeker is het dat op dit oogenblik zicb nog
ernstige beletselen in het vaarwater verzetten
tegen den doorgang van schepen van meer dan
4 meters diepgang. Voor deze schepen is geen
andere weg dan die van Brouwershaven binnen
door, om Flakkee heen, door het Hellegat naar
Hellevoetsluis en door het Kanaal van Voorne.
De vaart naar Dordrecht gaat ook door het
Hellegat. Dit Hellegat echter, waarin vroeger
nagenoeg 6 meters water stond, is in de laatste
jaren zoo verzand dat schepen van 4,2M. diepgang
er dikwijls aan den grond raken. Daarom is
Fantasie door W E R T H E R.
XLIX.
»Maar gij hebt toch een hart, gij zijt toch een man, gij
zijt jong, gij leeft toch ook niet zonder doel. Waarom zoudt
gij dan 't genot niet aangrijpen dat het leven u biedt?"
»Na al wat ik heden avond over de reine liefde gehoord
heb, begrijp ik niets van 't geen gij zegt. Mijn hoogste goed
in het leven is ook niet zingenot; vergeef mij, maar ik ken
verhevener en reiner genietingen. Ik zie ook niet in waartoe
ons geheimzinnig onderhoud leiden moet. Zeg mij wat gij
van mij begeert, maar laat ons elkander niet onderhouden
met dubbelzinnigheden."
»Gij hebt dat zelf reeds uitgesproken: ik vraag liefde van
u. Waarom zou Corrilla alleen u bezitten Is zij aanzienlijk,
ik ben aanzienlijker dan zijis zij rijk, ik bezit meer dan zij
is zij schoon, ik ben 'took."
Plotseling rukte zij zich de kap van het hoofd en liet mij
haar gelaat aanschouwenten deele althans, want het bleef
altoos nog ten halve bedekt met een zwart fluweelen band.
Ik zag evenwel dat zij geen onwaarheid sprakin volle
weelderige lokken golfden heur gitzwarte haren om 't wei-
gevoerde hoofdik zag een hoog marmerblank voorhoofd,
een fijn gevormden mond, een paar fonkelende zwarte oogen.
Zij trad op mij toe, schoon en verleidelijk als een engel
des afgronds
Onwillekeurig deed ik een schrede achteruit.
»Wie gij zijn moógt, vrouw! is mij onbekendwaarmede
ik uwe aandacht verdiend heb, weet ik ook niet, maar de
hartstocht verblindt u. Ik heb te veel eerbied voor de vrouw
in 't algemeen om te kunnen toelaten dat zich ééne van
haar geslacht voor mij vernedert. En ik heb te veel eerbied
voor mijn eigen karakter om mij zelf te vernederen tot een
speelbal voor u of voor iemand. Gij spreekt van aanzienen
rijkdom. Die ken ik ookmijn voorouders hebben 't eerst
geheel alleen de geheele aarde bewoond en in eigendom
bezeten, en mijn hoofd en handen zijn mijn kapitaal.
En nu, mevrouw! dit tooneel kan niet aanhouden. Ik
zal heengaan."
Ik trad naar de deur.
Vóór ik evenwel nog een schrede gedaan had, trad zij
mij in den weg en zette mij een revolver op de borst, dien
zij tusschen haar gewaad had verborgen gehouden.
«Ik zeg u blijf! sprak zij met een onbeschrijfelijk ener
gieke, doordringende stem. Zult gij de stoutheid hebben en
zal uw hart koud genoeg zijn om een offer dat de Godheid
zelfs welgevallig is, te versmadenGij onteert mij door mij
van u af te stooten; gij zult mij een oogenhlik van zaligheid
schenken aan uwe borst
Bliksemsnel rukte ik haar het wapen uit de hand. Een
ondeelbaar oogenblik wist ik niet wat te doen; ik duizelde.
Als bij ingeving handelde ik verder. Ik rukte mijzelven ook
de kap van 't hoofd en wierp daarna den revolver op den grond.
»Geen geweld, vrouwBezin uIk ben sterker danjgij Waar
toe dit schandelijk tooneel! Ben ik hier in een moordkuil gevallen
ofin een pesthol der ontucht! Ik kan mij verdedigen, maar ik strijd
niet met een zwakke door zinnelijken lust verblinde vrouw
Ik wist haast niet wat ik zoo al zeide; ik was ontroerd
meer dan hoos of verschrikt. Zachter ging ik voort:
«Ongelukkige! Moet ik hier dan enkel arme slachtoffers
van die dwaze hersenschim ontmoeten! Gij, een edele,rijke,
schoone jonge vrouw, wilt u zelve wegwerpen in de armen
van een vreemdeling, dien gij niet kent, niet kunt beminnen,
ook geen aanleiding kunt hebben meer te achten dan elk
ander. Bezin u J"
Marmerbleek en bijna met knikkende kniëen stond de
onbekende voor mijdoch nog steeds versperde zij mij den
weg. Ondertusschen was 'tof zij werkelijk tot bezinning
scheen te komen. Op onbeschrijfelijk hartstochtelijken en
toch ook weer bedaarden toon sprak zij half smeekende:
«Gij moogt mij niet verlaten zonder mij,te hooren. In
welke betrekking staat gij tot Corrilla? Dat moet ik weten
«Ik ken u het recht niet toe mij in het verhoor te nemen
nochtans wil ik wel antwoorden op uw vraag. Ik ben met
die dame op geheel ongezochte wijze in kennis gekomen
ik ben een kennis, een vriend van haar, meer niet, en verder
weet ik u niets te zeggen."
«Bemint gij Corrilla dan niet?"
«Neen! althans niet zoo als gij schijnt te bedoelen. Ik
maak onderscheid tusschen liefde en liefde. Behalve de
hartstocht, de natuurlijke neiging, die de geslachten tot el
kander brengt en die men ook liefde noemt, meen ik dat
er nog een andere, hoogere, reinere, meer duurzame genegen
heid kan zijn, die de mensehen verbindt. Noem't humani-
teitsgevoel, noem het Christelijke liefde, noem't zoo gij wilt.
Deze soort van genegenheid koester ik wel voor Corrilla,
gelijk ik gevoel dat het goed is die te hebben voor alle
menschen indien 't mogelijk is. Zoo stel ik zeer veel belang