VOLKSCONCERT Brieven uit Zeeuwsch-Vlaanderen. vin. ADVEET EN TIEN. op ZONDAG den 9 NOVEMBER 1873, „LUCTOR ET EMERGO," „KUNST EN EEK," VOORDRACHTEN J. J. DE BEUCKER van Antwerpen, SCHOT SC HE I, J. C. BAL Co. van den President voor een langer termijn te verlengen, zou aan de vergadering afzonderlijk en als urgent ingediend worden. Tot dat daaromtrent beslist is, zou het ministerie onveranderd blijven, doch na het votum zou het zijn portefeuilles ter beschilling van den President stellen, die liet kabinst in den geest van de meerderheid der Vergadering' zou hervormen, Het nieuwe kabinet zou belast worden met het on verwijld voordragen van wetten ter verzekering dei- conservatieve belangen. In de bijeenkomst van onderscheidene groepen dei- rechterzijde is lieden besloten bet vosrstel aan te ne men om de volmacht van maarschalk Mac-Mahon eenvoudig voor tien jaren te verlengen, zonder vermel ding van den titel, dien hij zal voeren. Men verzekert dat onderscheiden leden van liet linker centrum besloten hebben voor de verlenging- der volmacht van maarschalk Mac-Mahon te stemmen. In de bijeenkomst der linkerzijde is met algemeene stemmen besloten, onmiddelijk na de hervatting van de werkzaamheden der Nationale Vergadering de Re- geering te interpelleren, over haar houding ten opzichte der monarchale beweging. Op nieuw wordt gemeld dat de heer Gcvy tegen over den lieer Buflet als eaudidaat voor het president schap der Nationale Vergadering zal worden gesteld. Generaal Ducrot is te Parijs aangekomen. Spanje. I)e Yunta te Charthagena is ontbonden tengevolge van manifestalien, waarbij het militair element de bovenhand had. Het bericht, dat de Grieksohe vice- consul, die de bescherming- der Duitsclie onderdanen op zich had genomen, door de opstandelingen gear resteerd is, heeft zich bevestigd. Hen Duitscli onderdaan en een beambte bij het consulaat, zijn met hein gevan gen genomen. Men gelooft de reden van liet vertrek van het Duitsclie eskader naar Carthagena gezocht, moet worden in deze arrestatien. Verscheidene Carlisfcisehe benden zijn in Cafcalonie verslagen De brigade-koramaiidani Salamanca heeft bij Castell- fullit, in de nabijheid van Jgualada de bende van Tristany ingehaald. De overrompelde Carlisten hadden toen geen gelegenheid meer een positie van verdedi ging in te nemen en stoven in allerijl op de vlucht. Ook uit niet-Carlisttiche bron verneemt men 1111 en dan berichten, die den schijn hebben van met wonderinkt te zijn geschreven. Zoo meldt men dat in Mora der Elbro 40 vrijwilligers van) 25 Oct., 's avonds tot 28 Oct. 's morgens een aanval van ongeveer 2500 Carlisten hebben gestaan en hen zelfs nog ten slotte hebben geforceerd terug te trekken. Zestig vrijwilligers verhinderden bovendien 40 Carlis- tische ruiters en dit is wel aan te nemen den Ebro bij Tabalinilla over te steken. De Carlisten verloren daarbij vele gewonden en vier dooden, waar onder hun aanvoerder Nevera. Oostenrij lt. De goede verstandhouding tussclien Oostenrijk en Turkije is ten volle hersteld- De Porte heeft omtrent alle gescliilen in de zaak der bosnische christenen mondeling en schriftelijk de meest bevredigende op helderingen gegeven. Bovendien heeft zij Mustapha Ashim-Pacha, Gouverneur van Bosnië en den Kamaï- kati van Gradiska, alsook Kiamil-Bey afget. Deze laatste was tijdene het conllect met de Oostenrijkschc ambtenaren tessarif te Banjaluka en onlangs tot eene hoogere betrekking te Bilia benoemd. Aan de bos nische ingezetenen, die naar lic.t Oostenrijksche grond gebied de wijk genomen, is volledige amnestie verleend, terwijl de Porte zich heeft verbounen, alle oorzaken, die tot de bedoelde geschtllen aauleiding hebben ge geven, uit den weg te .mimen. Het bericht eener minnelijke schikking in het conflict met Turkije heeft zich, volhens de Montags Reveu, in zoover bevestigd, dat men liet conflict nis bijgelegd kan beschouwen. De Porte heeft den diplomatieken stap, die hier zulk een onaahge,namen indruk heeft gemaakt, in alle opzichten goed gemaakt en zich tot elke diplomatieke tegemoetkoming bereid verklaard. Utrecht, 31 October 1873. Amice! Zoo bleef ik. clan alleen staan zien naar de zeesluizen te Heist. Mijn Nederlander, die Nederland niet kende, en daarover dan ook oordeelde als een blinde over de kleuren, liet me geheel over aan mijzelven, om over de Belgische waterwerken te oordeelen. Veel tijd bleef me daarvoor echter niet. 't Was langzamerhand tijd geworden om to dineeren en na het diné keerde ik terug naar Brugge, waar ik eenigen tijd mijn hoofdkwartier had opgeslagen. 't Was op dienzelfden dag, dat ik de mij door u toege zonden nummers ontving van liet liberaal-orthodox-conscr- vatief-modern-constitutioncel-republikeinsch-communistiseh de hemel weet welke richtingen meer ik er al in ontdekt heb foutief opstellenblad, waarin een of ander betaald marktschreeuwer onder het gebruik van allerlei woorden, waarvan hij de kracht niet begrijpt, reclames schrijft voor bierbrouwers, omdat ik ze in mijn schrijven niet voornoemd had, en een tal van uitdrukkingen gebruikt, die op een visclimarkt te huis behooren. Daarom hier een paar opmerkingen in 't voorbijgaan. Blijkens hare bijvoegingen scheen de redactie nog al ingenomen te zijn met dat ingezonden stuk'k Moet zeggen verwonderen doet het me niets; want indien men zoo'n allegaartje van hoofdartikels bij elkaar llanst, als daar worden opgedischt, dan mag men haar nog niet achten gekomen te zijn tot die kennisse des onderscheids, die weet te oor deelen, wat in eene courant thuis behoort en wat er uit moet blijven. Intusschen moet ik hier nog bijvoegen, dat al dat geschreeuw mij bijzonder onverschillig heeft gelaten. Van het eerste artikel af tot het laatste toe, dat ik voor eenigc dagen las, ben ik kalm gebleven, zoo kalm, dat ik ze zelfs aan ecnige mijner vrienden te lezen gaf om te doen oordeelen, wat soort schrijvers ze in dat vierde district van Zeeland er op nahielden en waarlijk, als een volk moet beoordeeld worden naar zijne letterkunde, dan zou het oordeel over het vierde district, gevormd naar aanleiding van zijn orgaan, al zeer treurig zijn. Zei ik «ontwikkeling is er over het algemeen weinig," we zouden dan wel kunnen zeggen in 't geheel geen; 't is er stik donkere nacht. Maar zoodanige verklaring zou onwaar zijn. Do beoordeehng van het district volgens zijn orgaan zou valsch zijn. Er is veel meer ontwikkeling, veel meer degelijkheid, dan dat blad zou doen vermoeden. Maar ik heb mij met een en ander al langer bezig ge houden dan mijn plan was. Ik svilde u den totaalindruk schetsen van dat schrijven tegen mij of liever tegen den persoon dien men voor Zierond houdt. Ik ben benieuwd, wanneer de redactie na al die scheldwoorden toegelaten te hebben eens zal beginnen met, niet hier en daar iets uit zijn verband te scheuren, zoo als haar lieveling, maar met het weêrleggen van feiten, met het aantoonen van mijn ongelijk. Tot zoo lang laat ik dit onderwerp rusten onder herinnering aan de Lezers van de volgende vier regels Bemin, wie u ten goede leien, Al grijpen ze wat straf uw hand Maar o, mistrouw ze, die u vleien 't Is eigenbaat of onverstand. En zoo ben ik dan te Brugge. Wat moet ik u van die stad mededeelen Dat er prachtige kerken zijn; dat gij er de schilderijen vindt van de gebroeders van Eijckdat het beroemd is om zijne mooie vrouwen en jonge dochtersdat de Halletoren juist grenst aan het marktplein, waar Zaterdags markt wordt gehouden dat ge er een teeken-akademie vindt, eene liberale en eene clericale sociëteitdat er nog al veel nering is; dat de vleeschhal en het stadhuis twee prachtige gebouwen zijn elk in zijne soortdat men in eene der kerken als reliquie wat bloed van Christus bewaart, dat de politie-agenten den zeer duidelijken naam dragen van »Schadebeletters" dat de nieuwe schouwburg zeer goed is ingerichtdat vele straten vooral op eenigen afstand van de groote markt een zeer doodsch uiterlijk hebben enz. enz. enz. Dat alles en nog veel meer kunt gij in Baadeker terug vinden met een kaartje van de stad er bij, zoodat ik u met eene verdere opsomming niet wil vervelen. Over het alge meen is de Bruggeling een heel spraakzaam, voorkomend, gedienstig mensch, zoolang hij denkt iets aan u te kunnen verdienen. Gij treedt een winkel binnen: «Bonjour menhère." «Bonjour madame, verkoopt u ook schuiers?" 't Mensch verstond geen woord van mijn Ilollandsch. Terwijl ze dan ook hare twee handen op de toonbank zette met de elleboogen achteruit en het hoofd naar mij toeboog, klonk het «Wat blieft er oe menhêre?" «Of u ook schuiers verkoopt?" »'k en verstaon ik kik koe nie menhêre was 't antwoord en we schenen gedoemd te zijn, om elkander niet te ver staan, toen ik gelukkig een half dozijn van de verlangde voorwerpen zag liggen. Madame schoot in een lach toen ze 't voorwerp mijner wenschen zag. «Ah! Ah! meên de datte? Dat 's een kleerborstel." We scheidden als de beste vrienden, want, en dat is iets, waar men in Brugge wel op mag rekenen, ik was niet overvraagd. Een Bruggeling, de Vlamingen over 't algemeen, zijn geboren handelaars of liever schacheraars. Vermoeden zij, dat ge niet veel verstand van eene zaak hebt, die gij koopen wilt, dan vragen zij u een prijs, waarop gij misschien de helft af kunt dingen. Curieus is 't om zoo'n handel bij te wonen, die meestal door vrouwen wordt gedreven, en waartoe gij iederen Zater dag de ruimste gelegenheid hebt. De gevraagde prijs is een franc en een kortje, (kwart franc.) De kwestie tussclien verkoopster en koopster zit nog in dat kortje. Alle heiligen die de koopvrouw ooit in eene litanie heeft aangeroepen, worden bij elkander gehaald om te helpen betuigen, dat zij 't «geenen centime" lager kan laten gaan. Eindelijk wordt de koopster 't moe en gaat of d^eio-t voort te gaan. Nu laat de verkoopster los; ze gaat een «Vlaomschen stuvere" (9 centime) naar beneden. Nieuw loven en bieden. Nieuw dreigen met vertrek. 't Is geen wonder dat onze Hollandsehe joden zich in België niet vestigen om koopmanschap te drijvenzij zouden er hunne meesters gevonden hebben. «Rap volk voor de kost," ja dat zijn ze die Vlamingen en fiere zonen zijn ze ook van een vrij landjammer dat de ontwikkeling wat het intellectueele betreft zoo ver, zoo betreurenswaardig diep onder peil staat. Ik las in eene van de hier uitkomende «Gazetten" dat in het district Maldeghem van de opgegane lotelingen ruim 70°/0 niet lezen of schrijven kon. Men heeft de oorzaak wel eens toegeschreven aan de geestelijken. Dat 's zoo onrechtvaardig mogelijk. De Ka tholieke geestelijkheid is er niet tegen dat de kinderen loerenin tegendeel zij bevordert het schoolgaan, zij richt zelve overal scholen op, waarvan ik er eenigc zeer voor treffelijke heb leeren kennen. De oorzaak zit in de overbevolking, in den schralen grond, en in de benoodigdheden van het huisgezin. Juist zooals bij ons in sommige streken. Een kind dat in staat is om wat te verdienen, moet wat verdienenvan daar dan ook dat het onderwijs op het platte land veel, zeer veel te wenschen overlaat. Ken gevolg daarvan is dat de bevolking op 't platteland nog zeer ruw is, 'tgeen in sommige streken, vooral tusschen Brugge en Ostende overslaat tot het brutale vooral onder den boerenstand. Het is daar voMrekt niets buitengewoons, dat de mannen 's morgens naar de mis gaan om een voorwendsel te hebben ten einde het huis te verlaten en niet voor laat in den avond terugkeeren. Huiselijk leven is er bij den Vlaming dan ook weinig, vooral onder den boeren- en minderen stand. Men huwt daar niet uit liefde, uit een zekere toegenegen heid men huwt om de occasie. Van daag sterft een boer, die pachter is van eene groote hofstede, en eene weduwe nalaat, van welke men weet dat zij op de hofstede zal blijven. Zeiden zullen de pretendenten kunnen wachten tot de man begraven is om zich aan te bieden, zijne plaats hier op aarde te vervullen, uit vrees dat men anders te laat zou komen en de hofstede verkeken zou zijn. Er hebben zich zelfs gevallen voorgedaan, dat de vrouw aanzoeken ontving aan 't sterfbed van haren echtgenoot. Alles om de occasie. Het huwelijk is dan bier ook in den regel zonder eenige poëzie. Men zou 't kunnen noemen «eene vennootschap om 't maatschappelijk kapitaal te vergrooten en kinderen groot te kweeken." En even zoo als men huwt om eene hofstede, zoo huwt men ook om een winkel. Naar mooi of leelijk, kinderen of geene kinderen, jong of oud, zacht of bitsch van humeur wordt niet gekekenmen vraagt slechts naar een ding naar de occasie. Die zaken gaan zeer practisch toemaar daarover een volgende maal. Als altijd Uw Vriend, Z r E R O N D. DES AVONDS TE UUR, in cle CONCERTZAAL, MANNEN-ZANGVEREENIGING met medewerking van het IIA R M O N I E-G E Z E L S C H A P wa/iuop o. a. de Peest-Oantate, gezongen te Zierikzee op 16 Juli 1872, en de Feest-Oantate, gezongen te Vlissingen op 8 September 1873 ZULLEN UITGEVOERD WORDEN. Entree IS Cent de persoon. Uitsluitend toegankelijk voor mannen en vrouwen uit den WERKENDEN STAND. NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TER BEVORDERING VAN NIJVERHEID. DEPARTEMENT ZIERIKZEE. DOOR DEN HEER IN NADER TE BEPALEN LOKAAL, op "Woensdags 12 en Donderdag- 13 November e. Ir, DES AVONDS TE 7 URE. De Leden van het Departement hebben VRIJEN TOEGANGandere belangstellenden in Tuin- en Landbouw tegen betaling van 0925 per voor dracht. Namens het Bestuur, S. G. NAUTA van der GRIJP, Voorzitter. J. C. PILAAR, Lid en Secretaris. Voor rekening van de ondergeteekenden I N L O S S I N Gr:

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 3