STATE N-GENEBAAL. deze bepaling niet, want de menschenkaterzou dan de beste patriot moeten zijn, en wie zal dit beweren Zeker is het echter dat zij minder verheven van aard is dan de algemeene men- sehenliefde en de echte humaniteit, ook minder dan de christelijke liefdewant zij sluit uit en doet dit niet zelden met te meer onbarm hartigheid en verblinding naarmate ze meer vereerd en ijveriger gediend schijnt te worden. Zij is ook niet gelijk te stellen met gebrek aan wereldburgerschapwant wat doorgaans voor kosmopolitisme doorgaat is vaak niets anders dan een egoïstische onverschilligheid iegens al wat niet tot het eigen-ik behoort. De kosmopolieten zijn lieden, wieu 't in den vreemde voor den wind gaat, maar loopt het hun tegen dan worden ze weer patriotten, of ze blijven dit als ze nog geen kosmopolieten waren geworden. Ik heb wel eens gedacht of de vaderlandsliefde niet met eeuigen grond kan genoemd worden het surrogaat voor de algemeene meuschenliefde; niet een surrogaat in den zin van een na maaksel met het doel om te bedriegen, zooals het gips in de Amerikaansche bloem, maar een surrogaat dat men tijdelijk gebruikt, omdat men 't ware niet heeft, gelijk men b.v. beet- wortelsniker gebruikt in plaats van rietsuiker. Daar zijn in de zedelijke wereld meer van die surrogaten, gelijk b.v. het huisgezin een band van liefde vlechten kan ook daar waar chris tendom of edele godsdienstzin, die immers ook reine en algemeene mensehenliefde moeten om vatten, nog niet krachtig genoeg, of wel geheel nog niet aanwezig zijn. Vaderlandsliefde zou dan zijn een deugd van betrekkelijke waarde en vantijdelijkebestemming. Ik zal maar beenstappen over de moeielijk- keid van een voldoende definitieer zou al weer een geheelc verhandeling toe noodig zijn om de definitie te motiveeren. Hoe openbaart zich de vaderlandsliefde Alweder een zware vraag. Bij den poëet J. F. Helmers openbaarde zij zieb in een stroom van dichterlijk, in maat en rijm, uitgebulderde ver- wenschingen tegenN.B. tegen eigen landgenootcn„Dat hij verga, die diep ver basterd," enz. Bij dien man uitte zij zich bijna als een soort van monomanie, nog verergerd, naar men zegt, door den invloed van den sterken drank. Bij de geestdriftige Franschen openbaarde zij zich in kreten, als: naar Berlijn! naar Weenennaar Moskounaar Romenaar Egypte, kortom overal heen. Waarom niet liever in den meer huiselijken uitroppnaar huis! aan den arbeid voor vrouw en kind! Bij den soldaat geeft zij zich lucht in geest driftige liederen, wapengekletter, kanongebulder ze doet hem verpletterend nadrukkelijk argu menteeren met sabelhouwen en puntkogels. Bij den staatsman openbaart zij zich door politiek en c'est l'art de mentir d propos heeft Voltaire gezegd, en hem moeten we toch toe geven dat hij van politieke knoeierij iets meer afwist dan eeu ordinair mensch, die zich gerust gevoelt ouder dq hoede dor vaderlijke regeering, die over hem waakt. IJdelheid der ijdelheden Maar de vaderlandsliefde is toch iets, en wel iets dat ik voor geen geld ter wereld zou willen verwaarloosd zien. Zoolang de kinderen thuis zijn en gezamenlijk zich scharen om moeders schoot, laten ze dan elkander maar liefhebbenlaat die liefde maar in hun hart vastroesten. Later, als ze groot zijn, zullen dan het eigenbelang en de uiteen- loopeude levensrichting hen misschien niet al te zeer van elkander vervreemden; ze zullen in alle geval nog eens weder bij elkander ko men rond moeders sterfbed. Zoo ook met de vaderlandsliefde. Laat de kinderen van 't zelfde land, van denzelfden stam, van dezelfde taal maar door dien baud samengehouden worden, zoo lang ze niet vol maakt ziju als kinderen Gods. Zóó immers blijven ze toch nog groepsgewijze elkander eeniger mate aanhangen zonder elkander al te zeer te verslinden, 't geen mogelijk wel 't geval zou zijn als elk afzonderlijk op de wereld stoud met 't valsche etiquetkosmopoliet op den rug, terwijl in 't hart slechts égoïsme huisde. Laat ons 't vaderland maar liefhebben, zoo lang anderen die daar buiten zijn 't als buit mochten begeeren; wij zouden dan immers in dien buit mede begrepen zijn? Laat ons 't vaderland maar liefhebben, zoo lang cle taal, de ligging, de afstamming 011 zooveel meer, even zooveel afseheidselen blijven uitmaken, die wel mettertijd zullen wegvallen, doch zich niet zoo maar met geweld laten omverwerpen. Van lieverlede vallen zij toch. Laat ons dan 't vaderland maar liefhebben, al is ook een dweepzieke partij er op uit om 't gemoed des volks te vervreemden van dei- vaderen geschiedenis, ten einde het voor te bereiden op onderwerping aan een vreemd priesterlijk gezag. Laat ons 't vaderland dan maar liefhebben en zooveel mogelijk die liefde toonen door in zijn dienst goed te doen. Laat ons leven voor 't vaderlandwe doen 't dan vast niet bij uitsluiting alleen voor ons zeiven. En hoewel 't aangenamer mag heeten voor 't vaderland te leven clan er voor te sneven, in den nood heeft 't Nederland nog nimmer ontbroken aan kinderen, die er ook voor durfden sterven. Ons vorig overzicht eindigde mefc de vermelding der stereotype handeling van de kamers, als zij bij den aanvang der zitting weder bijeenkomenliet trekken der afdeelingen, het kiezen der voorzitters en ondervoorzitters, het benoemen der leden van de verschillende cornmissiën. De namen laten wij voor ditmaal achterwege; liet kan voor onze lezers van geen belang wezen, wie zitting heeft in deze of gene afdeeling of commissie. Maar wel is het van belang, dat de 'heer Mr. W. II. Dullert weder is benoemd tot voorzitter der Tweede geenszins geheel gesmoorde natuurlijke gevoel kampte tegen jaren lang in ijdele verblinding nagevolgde theorieën. Ik kon als 't ware de trillingen waarnemen van de reine aandoeningen der moederliefde, tussehen de stormachtige trillingen der zinnelijkheid, Zou ik die als onwillekeurig ontstane reactie laten uitwerken, hopende dat het goede eindelijk 't kwade wel zou overwinnen P Ach't is dwaasheid om op 't punt van zedelijke overwinningen optimistisch te denken. De grootste en gevaarlijkste sophist voor den mensch is hij zelf: met zich zeiven redeneert men meer dan met een ander en men laat zich door zijn eigen sophismen nog lichter bedriegen dan door andercr drogredenen. Ik besloot door te blijven gaan met mijn systeem van schijnbaar onwetend dat hart te grieven en te prikkelen om 't weder gevoelig te maken voor 't reine en edele. ,/Ieder kind is daar zeker maar een individu en niets meer, Mevrouw? vroeg ik, schijnbaar onver schillig. 't Geval is dus denkbaar dat broeder en zuster, daar opgevoed zonder de betrekking te kennen in welke zij tot elkander staan, later elkander in de wereld weder eens ontmoeten als vreemden." ,/0, neen, antwoordde Corrilla, ofschoon wij geen huiselijk leven kennen, volgens uwe Europeesche be grippen ingericht, blijven de betrekkingen van bloed verwantschap toch bewaard, althans zoo belanghebbende personen dit willen. In den dagelijkschen omgang hebben wij geen familie-namen, die zijn ook geheel overtollig en geven maar aanleiding tot allerlei voor- oordeelen. De kinderen echter die in onze koloniën worden opgevoed staan toch allen in een nauwkeurig rigister opgeschreven met aanduiding hunner moeder. Verder is ieder kind in 't bezit van een onclerschei- dingsteeken dat hem nooit verlaat; dit bestaat uit de eene helft eener zilveren penning die een nommer en letter bevat welke ook op de andere daarvan afge broken helft wordt gevondenbovendien zijn letter en cijfer op den linker schouder van 't kind getatoneerd. Herkenning is dus volkomen gewaarborgd zoo die later mocht gewild worden. Ik kan u toevallig een model van zulk een penning laten zien, ging zij voort, terwijl zij uit haar boezem een koordje te voorschijijn haalde waaraan, in een klein lederen étui besloten, een halve penning bevestigd was. Ik zag er niets bijzonders aau doch onthield on willekeurig 0. P. 508 dat er in geslagen was. Onderwijl wij snel voortreden begon de avond te vallen; 'twas een heerlijke zomeravond; ik deed daar omtrent eenige opmerkingen en prees de schoone landschappen die zich ach ter volgens als in een pano- Kamer. Het is waar, de heer Dullert was cle eerste op de lijst der candidaten, en wij zouden het betreurd hebben als de keuze van Z. M. niet op hem gevallen ware. Doch indien Z. M., zooals de conservatieve pers en inzonderheid het Dagblad verhaalt, slechts noode de ministers behouden heeft, kon ook de keuze wel op No. 2 of 3 gevallen ziju. liet Dagblad heeft althans wiskunstig berekend, dat de partij der con servatieven, anti-revolutionairen en ultramontanen de meerderheid heeft in de kamer. De toespraak van den heer Dullert bij het zitting nemen als voorzitter mag gepast heeten en tevens waardig. De werk zaamheden der Kamer zullen, volgens die toespraak, van gewichtigen aard zijn en grooten invloed hebben op de toekomst des lands. Wij gelooven dit ook, zelfs al noemde cle heer Dullert niet op wat dat gewicht en dien invloed zou uitwerken. De oppositie deed bij monde van den heer van Zuylen clen eisch tot herziening van het reglement van orde, doch de heer v. Eek, de wakkere Zeeuwsche afgevaardigde, deed (naar ons inzien te recht) op merken, dat een voorstel tot herziening niet van een lid kon uitgaan, maar de geheele Kamer daartoe het initiatief moest nemen. Op voorstel van clen voorzitter werd het voorstel van clen heer v. Zuylen evenwel naar de afdeelingen verzonden. J.l. Zaterdag heeft cle minister van finantien zijne gewone jaarlijksche millioenen speech gehouden, dat is, de staatsbegrooting voor 1874 aangeboden. De inhoud daarvan is bemoedigend en toont op nieuw aan, dat, wat men ook het ministerie moge te laste leggen, het nimmer van verkwisting kan beschuldigd worden. In de Eerste Kamer is het adres van antwoord op cle troonrede reeds behandeld en aangenomen. Er was geene oppositie. Het eenige amendement dat werd voorgesteld (cu dit betrof de paragraaf aan gaande de Atchin-quaestie) was nog in zulk een gematigden vorm gesteld, en van zulk eene gematigde toelichting vergezeld, dat het ministerie daarin niets wantrouwends mocht of kon zien. En toen cle heer van Goltstein, die bij de mislukte kabinetsvorming van clen heer van Lijnden betrokken is geweest, de vraag deecl naar cle plannen der regeeing, werd hem met waardigheid door den minister van koloniën geantwoord, dat deze zou weten wat haar plicht was. Het zal wel niet behoeven te worden vermeld, dat cle heer van Goltstein zweeg. Het adres van antwoord werd ten slotte aangenomen en het ministerie had gelegenheid om meermalen op te merken, dat de meerderheid ten zijnen gunste gestemd was. Het adres is met de gewone plechtigheid den koning aangeboden. In de Tweede Kamer zijn de discussiën over het adres van antwoord aangevangen. Bij haar is ingekomen cle nominatie voor de ver vulling der vacature in den lloogen Raad, tengevolge van het overlijden van den heer Huguenin. De heer Mr. M. E. Lantsheer, raadsheer in het hof van Zeeland, is daarop cle eerste candidaat. Binnenland. Z I E R I IC Z E E22 September 1 8 7 3. Ziekikzee 20 September. Heden werd alhier de driemuandelijksche vergadering gehouden van onder wijzers in het tweede schooldistrict van Zeeland, on der voorzitterschap van den districts-schoolopziener dr. P. J. Andreas. Ofschoon het weder voor de bui tenleden niet gunstig was, waren toch velen opgekomen zoodat cle vergadering vrij talrijk mocht heeten. Met groot genoegen merkte men tevens onder de bezoekers rama voor mijn oog vertoondendocli Corrilla was stil en afgetrokken, zij antwoordde mij niet. Op mijn deelnemende vraag of zij zich soms niet wel bevond zuchtte zij diep eu zeide //Mijn geest is weemoedig gestemd; ik kan dat somtijds zoo hebbendat overvalt mij dan plotseling en ik kan mij daar niet tegen verzetten. Nu dacht ik aan mijn kindsheid; dat komt vast van ons bezoek aan de kinderkolonieals ik daar zoo die kleine wezens gezien heb en ik weder naar 't drukke stads leven terug ga dan geraak ik doorgaans aan het mijmeren over mijn eigen jeugd. In de jeugd, in de vroegste kindsheid reeds, zegt men, worden cle kiemen gelegd van 't geen cle mensch eenmaal worden zal en nu, zoo vraag ik meermalen in mijzelve, wat zal er in cle toekomst van al deze kleine wereldburgers worden? Yaak tracht ik dan ook in den loop van mijn eigen lotgevallen den draad te vinden die moet vast zijn aan mijn vroegste jeugd en langs welken ik van mijn wieg af gekomen ben tot hiertoe. Als gij straks met mij mede gaan wilt clan zal ik u mijn geschiedenis verhalenik gevoel daar behoefte aan en clan moet gij mij zeggen of gij het verband kunt inzien tussehen mijn afgelegdmijn tegenwoordig leven en mijn toekomst. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 2