voor liet arrondis- seiieit feiae. 1873. No. 75. Zaterdag 20 September. 76ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Feuilleton. Een kleine dramatische scène uit het volksleven. STATEN-GENER AAL. Een reisje naar Emancipatoria, Zl llll k/IIS<lli (Ol lt WT. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.- Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PEIJS DBE ADVBBTENTIEN: Peï gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte en Doodberichten van 16 regels 60 cenl. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. EAKEMAA'. Het tooneel is de Vijgendam te Amsterdam. De hoofdpersoon een ongelukkige dronkaard. Het motief een ongewroken moord. Het publiek is het publiek. Ziet, welk een oploop daar in de drukke straatBen standjezeggen de goede Amster dammers tot elkander en spoeden zich er heen om het standje te zienzoo wordt de oploop grooter en grooter; 't wordt wezenlijk een standje. In het midden van de groep is een man uit het volk; deze is de oorzaak van het standje. Hij is beschonken, de geest van den drank benevelt ziju brein en maakt hem lastig, twistziek en hinderlijk voor 't goede, eerzame pnbliek. Hij is een zonderlinge beschonkene. Nu raast en scheldt hij en schijnt de omstan ders te lijf te willen, dan barst hij in tranen uit en in plaats van vloekwoorden laat zijn mond slechts snikken hooren. Afschuwelijk tafereel! Een dronkaard schrei end en razend, razend en schreiend, en dat op klaar dag op den Vijgendam te Amsterdam Waar kan de drank een mensck al niet toe brengen! De indruk op 't publiek is verschillend als altoossympathie en antipathie laten zich niet ouder vaste regels brengen. Dezen is die man een ergernis, genen een voorwerp van mede leden. Men wil hem tot bedaren brengen, hem paaieneen dronkaard is vaak als een kiud en laat zich door een meewarig woord paaien. Doch deze man is onhandelbaar en weerbarstig; hij laat zieh niet zoetsappig be praten, hij stoot de hand terug, die hem naar zijn huis wil leiden. Hij wordt lastigerhij verliest het weiuigje sympathie dat hem aan vankelijk nog was ten deele gevallen. Dat ergerlijk tooneel kan zoo niet blijven duren. Men roept om de politiede politie moet altoos komen als iets het goede publiek niet naar den zin is en als de publieke rust bedreigd wordt. Daar komt al een agent. Hoofdschuddend nadert de dienaar der wet; de kring opent zich om hem door te laten; hij kent dien man; natuurlijk, de politie kent al liaar oude ken nissen. „Ben je daar nou al weêrMot ik je nou al weêr meenemen? Kom, ga nou maar naar huis 1 Kom ga maar door, wees een man!" Is dat een agentlaat hij zoo'n rumoer- maker loopen? Maar hoor wat deze antwoordt: „Och ja, ik ga al, ik ga al; maar je weet wel, ik zoek m'n dochter. Waar is m'n dochter? Dat arme kind hebben ze vermoorden waar is haar moordenaar, o God 1" De agent geeft fluisterend opheldering aan eenige omstanderseen huivering vaart door de schare. Huilend en jammerend giert de arme man uit het volk, die beschonken is en om zijn dochter roept, naar huis. Het is de vader van do dienstmeid van wijlen mevrouw v. cl. Kouwen, die tegelijk met haar meesteres werd vermoord in het huis aan de Bocht van Guinea te 's Hage, die nu her doopt is tot Huijgenspark, als om de laatste herinnering aan 't daar gespeelde drama uit te wisschen. De gordijn valt. Bij het schrijven van ons vorig bericht ivas de tijd te kort, om eenige beschouwingen te leveren over de troonredewaarmede de zitting der Statën-Generaal op jl. JVt-aandag geopend werd. Hadden wij eenigszins kunnen bevroeden dat dit //staatsstuk" zoo schraal, zoo mager zou zijn, als het is, wij zouden ons zeker ont houden hebben van eenig vooruitzicht op beschouwingen te geven. In waarheid moeten wij bekennen, dat de inhoud der troonrede geen de minste aanleiding geeft, tot het schrijven van gevolgtrekkingen, voorspellingen of wat men anders meest in de toespraak ds Konings, die eigenlijk een programma der regeering is, te kunnen vinden. Zij behelst niets dan een dorre opsomming van feiten en omstandigheden, die de natie reeds van elders en voor lang bekend zijn. Zij belooft niets. Zij gunt geen enkelen zelfs geen enkelen blik in de plannen die de regeering heeft. Zij laat niets ver moeden van wat de regeering wil. Zij laat het volk staan voor het neergelaten tooneelgordijn van den schouwburg. Bene vraag legt zij op de lippen en die vraag wordt gedaan door den gentlemandie in de loge heeft plaats genomen, zoowel als door den ar beider, die zich met den engelen bak vergenoegt z/wat zal men geven en //hoe zal er gespeeld worden?" En iedereen haalt de schouders op, omdat men niet weet hoe de acteurs hunne rollen zullen vervullen en welke acteurs ten tooneele zullen verschijnen. Dit laatste vooral is het, wat bezorgdheid wekt. De minister van oorlog heeft zijne aanvrage om ontslag volgehouden en is tijdelijd vervangen door den minister van marineof liever aan den laatste is tijdelijk het beheer van het ministerie van oorlog opgedragen. De andere ministers schijnen dus hunne portefeuilles nog te behouden, en, wij komen er rond voor uit: dit doet ons genoegen. In de omstandigheden waarin wij ver- keeren moet het ministerie blijven, en ofschoon de minister van justitie échec leed met zijn ontwerp van wet op de rechterlijke organisatie, de minister van kolo niën met kleingeestige aan- en opmerkingen ten opzichte der Atcliin-quaestie te worstelen hadde minister van Binnenlandsche Zaken zich genoodzaakt zag het ontwerp tot afschaffing des plaatsvervanging bij de nationale militie intetrekken, toch moet dit alles het ministerie niet moedeloos makeu. De mis lukte poging van den heer van Lijnden, om een ander ministerie samentestellen, de stemmingen in de Tweede Kamer voor de candidatenlijst ter benoeming van een voorzitter van dit gedeelte der wetgevende macht, Fantasie door W E R, T H E R. XXXI. Hoe moet het nu gaan met huu voorbereiding? De uitvinders van de engeltjes-theorie weten er wel raad op en nemen dan aan dat er voor al die verongelukte wereldburgers, verongelukt voor ze nog de levenszee bevaren hebben, ergens een opvoedings-kolouie bestaat, zoo iets als in Emancipatoria. De geneesheeren spreken geheel anders over deze zaak. Ik weet niet of ze bij de aangiften der sterfgevallen van al die kleine kindertjes ook omstandig melding maken van de oorzaken //zóóveel wegens vervuiling, zóóveel wegens ongeschikt kunstmatig voedsel, zóóveel wegens onzinnig dwaze oude wijven-zorg, zóóveel wegens algeheele verwaarloozing, zóóveel wegens onwillekeurige mishandeling door moeders die dezen edelen naam eigenlijk niet waard zijn, derhalve //zóóveel wegens dooding op de eene of andere wijze, doch wel weet ik dat zij hieromtrent schrikkelijke bijzonderheden zouden kunnen raededeelen. Nu ontbreekt het wel niet aan geschikte boeken over deze zaakwe hebben verscheidene boeken voor aanstaande jonge moeders, ook wel voor bakers mis schien, doch duizenden en tienduizenden jonge meisjes of jonggehuwde vrouwen lezen zulke boeken niet; ze zouden ze niet graag in handen nemen. Wel foeijonge meisjes zulke boeken lezen En sedert de adem der emancipatie over haar heen geblazen wordt, komt daar nog minder van. Kinderen voeren, kinderen reinigen, luiers wasschen Bahhoe triviaal Neen, voorlezingen honden, in kranten schrijven, schijfschieten, schermen, dansen en paardrijden daarin heeft men meer smaak. Mochten degenen die medehelpen om de jonge vrouwen nog meer van 't pad der natuur en van den plicht af te trekken, eens zelf rijden op bezemstokken ter Sabbath naar den Blocksberg Doch wederom dwaal ik af. Soms bekruipt mij spijt dat ik aan een fantasie over zulk een verleidelijk onderwerp begonnen beu. Ik doe vlijtig mijn best om voet bij stek te houden en een zekeren draad te volgen om ten laatste aan een mooi einde te komen en telkens dwaal ik nog ter zijde af. Ik hoop hieromtrent op de vergiffenis mijner lezers, vooral op die van de jonge dames, als er ten minste onder haar zijn die geduld genoeg hebben om mijn fantasie-werk te lezen. En ik vlei mij hiermede nog al. Immers onze jonge dames hebben wel geduld ge noeg om maanden lang bezig te zijn aan een stuk tapisserie-werkzonder dat een enkele zucht haar boezem ontsnapt of een enkel wolkje van ongeduld haar schoone voorhoofd rimpelt, zij mogen dan ook wel vrede er mede hebben dat ik op mijn gemak mijn fantasietje uitwerk. In afd. B wachtte mij een belangwekkende scène. Nadat we daar nog al wat tijd hadden doorgebracht met alles te zien, de speelzalen waar de kleine jongens en meisjes onder allerliefste leiding zich met allerlei spel bezig hielden niet volgens de Fröbel-methode, maar naar een veel betere, eene die na do Fröbel- methode was uitgevonden bracht Corrilla mij in een der leerkamers van deze klasse om daar de leer middelen eens op te nemeninzonderheid maakte ze mij aandachtig op het systeem van schoolbanken dat men daar had toegepast, 't Was echter haar doel om mij hier een oogenblik met mijn bespiegelingen alleen te latenze zei dit ook want ze moest zich even verwijderen en verdween ook door een deur die naar een speeltuin leidde. Van 't geen ik in die ledige leerkamer te zien vond had ik dra 't mijne; want zooals ik reeds gezegd heb al die details ging ik toch niet na; de maat nemen

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1873 | | pagina 1